[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken

Eindtekst

Nummer: 2015D05763, datum: 2015-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z04464:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

11 september 2014



	Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband
met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde
toegestane gebruikswijzen van verweesde werken







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Allen, die deze zullen lezen of horen lezen saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Auteurswet en de Wet op de naburige rechten te wijzigen in verband met
de implementatie van de Richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen
van verweesde werken (PbEU 2012, L 299). 

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: 

A

In artikel 15h wordt de zinsnede “voor het publiek toegankelijke
bibliotheken en musea” vervangen door: voor het publiek toegankelijke
bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea.

B

In artikel 16n, leden 1 en 2, wordt de zinsnede “voor het publiek
toegankelijke bibliotheken en musea” vervangen door: voor het publiek
toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea.

C

Na artikel 16n worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 16o

1. Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde,
wetenschap of kunst als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 1, 5 of
10, wordt niet beschouwd de reproductie of beschikbaarstelling door voor
het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea,
alsmede archieven en instellingen voor cinematografisch of audiovisueel
erfgoed die niet het behalen van een direct of indirect economisch of
commercieel voordeel nastreven, van een voor het eerst in een lidstaat
van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte openbaar gemaakt werk mits:

a. het werk deel uitmaakt van de eigen verzameling van de hiervoor
bedoelde organisaties;

b. de rechthebbende op het werk na een zorgvuldig onderzoek als bedoeld
in artikel 16p niet is geïdentificeerd en opgespoord; en

c. de reproductie en beschikbaarstelling geschiedt in het kader van de
uitoefening van een publieke taak, in het bijzonder het behouden en
restaureren van de werken en het verstrekken van voor culturele en
onderwijsdoeleinden bestemde toegang tot de werken uit de eigen
verzameling van de hiervoor bedoelde organisaties.

2. Indien aan twee of meer personen het auteursrecht toekomt op het werk
en na een zorgvuldige onderzoek niet alle rechthebbenden zijn
geïdentificeerd en opgespoord, kan het werk alleen worden
gereproduceerd en beschikbaar gesteld indien de opgespoorde
rechthebbende met betrekking tot de rechten waarover hij beschikt
daarvoor toestemming verleent. De organisaties, genoemd in het eerste
lid, vermelden bij de beschikbaarstelling de geïdentificeerde, maar
niet opgespoorde rechthebbende(n).

3. Een werk dat niet eerder is openbaar gemaakt, kan worden
gereproduceerd en beschikbaar gesteld, overeenkomstig het eerste lid,
indien het werk met toestemming van de rechthebbende in de in het eerste
lid onder a bedoelde verzameling is opgenomen en redelijkerwijs
aannemelijk is dat de rechthebbende zich niet tegen de reproductie en
beschikbaarstelling zou verzetten.

	4. De organisaties, genoemd in het eerste lid, mogen met de reproductie
en beschikbaarstelling inkomsten generen op voorwaarde dat deze
inkomsten uitsluitend dienen ter vergoeding van de kosten van de
digitalisering en beschikbaarstelling van de in het eerste lid bedoelde
werken.

Artikel 16p

1. Het zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbende, als bedoeld in
artikel 16o, eerste lid, onder b, wordt uitgevoerd door voor ieder werk
als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, en voor ieder daarin opgenomen
werk van letterkunde, wetenschap of kunst de voor de desbetreffende
categorie van werken geschikte bronnen voor het opsporen van
rechthebbenden te raadplegen. Op voordracht van Onze Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bij algemene maatregel van
bestuur regels gegeven ten aanzien van de bij het onderzoek te
raadplegen bronnen.

2. Het onderzoek vindt plaats in de lidstaat waarin het werk voor het
eerst is openbaar gemaakt. Voor filmwerken vindt het onderzoek plaats in
de lidstaat waar de producent zijn zetel of gewone woonplaats heeft. 

3. Voor een werk als bedoeld in artikel 16o, derde lid, vindt het
onderzoek plaats in de lidstaat waar de organisatie die het werk met
toestemming van de rechthebbende in de eigen verzameling heeft
opgenomen, is gevestigd. 

4. Indien er aanwijzingen zijn dat informatie over de rechthebbende
aanwezig is in een andere lidstaat, worden ook de in die lidstaat voor
een zorgvuldig onderzoek voorgeschreven bronnen geraadpleegd. 

5. De organisaties, bedoeld in artikel 16o, eerste lid, houden bij welke
bronnen in het kader van het onderzoek zijn geraadpleegd en welke
informatie hieruit is voortgekomen. De organisaties verstrekken de
volgende gegevens aan een op voordracht van Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
aan te wijzen instantie, ten behoeve van doorgeleiding aan het
Harmonisatiebureau voor de Interne Markt:

a. de resultaten van het zorgvuldig onderzoek dat door de organisaties
is verricht en dat tot de conclusie heeft geleid dat het werk verweesd
is;

b. de wijze waarop het werk zal worden gebruikt;

c. de contactgegevens van de organisaties; en

d. voor zover van toepassing, iedere wijziging in de status van het
werk. 

Op voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels
gesteld over de aan te leveren gegevens en de wijze van aanleveren.

6. Voor verweesde werken opgenomen in de databank van het
Harmonisatiebureau, genoemd in het vijfde lid, is voor de reproductie en
beschikbaarstelling als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, een
zorgvuldig onderzoek als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, onder b,
niet noodzakelijk. 

Artikel 16q

Het gebruik van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst
overeenkomstig artikel 16o, eerste lid, wordt beëindigd indien een
rechthebbende met betrekking tot de rechten waar hij over beschikt,
gebruik maakt van de mogelijkheid om de status van verweesd werk te
beëindigen. De organisaties bedoeld in artikel 16o, eerste lid, zijn
aan de rechthebbende een billijke vergoeding verschuldigd voor het
gebruik dat op grond van artikel 16o van het werk is gemaakt.

Artikel 16r

Voor de toepassing van de artikelen 16o, 16p, 16q en 17 wordt onder
beschikbaarstelling verstaan het, per draad of draadloos, beschikbaar
stellen van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst voor het
publiek op zodanige wijze dat de leden van het publiek op een door hen
gekozen individuele plaats en tijd toegang hebben tot het werk.

D

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

Als inbreuk op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst als bedoeld
in artikel 10, eerste lid, onder 5 of 10, wordt niet beschouwd de
reproductie of beschikbaarstelling door een publieke media-instelling
als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008 van een in een lidstaat
van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte openbaar gemaakt werk als
bedoeld in artikel 16o, eerste lid, onder b, dat door de publieke
media-instelling is geproduceerd vóór 1 januari 2003 en is
gearchiveerd. De artikelen 16o tot en met 16r zijn van overeenkomstige
toepassing.

ARTIKEL II

Artikel 10 van de Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel j vervalt “en”. 

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door “;
en” wordt een onderdeel toegevoegd dat luidt: 

l. het reproduceren en het beschikbaar stellen voor het publiek van een
voor het eerst in een lidstaat van de Europese Unie of in een staat die
partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
in het verkeer gebracht of openbaar gemaakte opname van een uitvoering,
fonogram of eerste vastlegging van een film, of een reproductie daarvan,
deel uitmakende van de verzameling van voor het publiek toegankelijke
bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsmede archieven en
instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed die niet het
behalen van direct of indirect economisch of commercieel voordeel
nastreven en publieke media-instellingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van
de Mediawet 2008, indien de rechthebbende na een zorgvuldige zoektocht
niet is geïdentificeerd en opgespoord. De artikelen 16o tot en met 16q
en 17 van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1