34160 Advies Raad van State inzake Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd
Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2015D06166, datum: 2015-02-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2015Z02985:
- Indiener: M. Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2015-02-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-03-05 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2015-04-09 10:00: Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2015-05-28 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2015-06-04 13:45: Aanvang middag vergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-06-10 19:50: Wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waar op beroepsopleidingen mede worden gebaseerd (34160) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2015-06-16 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W05.14.0415/I 's-Gravenhage, 16 januari 2015
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 14 november 2014, no.2014002186, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd, met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel legt de grondslag voor invoering van keuzedelen als verplicht onderdeel van de kwalificatiestructuur middelbaar beroepsonderwijs (mbo). De keuzedelen worden vastgesteld door de minister, evenals de koppeling van de keuzedelen aan de verschillende kwalificaties. Onderwijsinstellingen zijn verplicht bij elke opleiding één of meer keuzedelen aan te bieden. Deelnemers moeten examen afleggen in het door hen gekozen keuzedeel, maar het resultaat is niet van belang voor het behalen van de kwalificatie. Het wetsvoorstel voorziet voorts in een formele grondslag voor het uitvaardigen van een algemene maatregel van bestuur waarin voorschriften voor instellingen worden gegeven betreffende de omvang van de keuzedeelverplichting, een voldoende aanbod van keuzedelen en de examinering en diplomering als gevolg van de invoering van keuzedelen bij nieuwe opleidingen.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt onder meer opmerkingen over het wegvallen van de vrije ruimte van onderwijsinstellingen. Om de eigen identiteit en het eigen onderwijsleerproces van onderwijsinstellingen te waarborgen verdient het aanbeveling in de wet de mogelijkheid op te nemen voor scholen om gemotiveerd af te wijken van de keuzedelen. De Afdeling is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het wetsvoorstel wenselijk is.
1. Vervanging vrije ruimte door keuzedelen
In 2010 heeft de regering toegezegd de kwalificatiestructuur mbo aan
te passen om de doelmatigheid van het mbo-onderwijs te bevorderen en de
uitvoering ervan te vergemakkelijken. Een belangrijk aspect van de
herziene kwalificatiestructuur is dat deze bestaat uit kwalificaties –
die elk bestaan uit een basisdeel en profieldeel – en keuzedelen. In dit
wetsvoorstel worden de keuzedelen geïntroduceerd. Zij zijn bedoeld als
verdieping of verbreding bij de toerusting voor de arbeidsmarkt of als
een extra voorbereiding voor een vervolgopleiding.
Met de invoering van keuzedelen komt de ‘vrije ruimte’ voor
onderwijsinstellingen te vervallen. In het mbo wordt de regel gehanteerd
dat een kwalificatiedossier in (maximaal) 80% van de totale
opleidingsduur uitvoerbaar moet zijn. De resterende 20% is ‘vrije
ruimte’ die onderwijsinstellingen kunnen benutten voor onderwijs dat
niet gerelateerd hoeft te zijn aan het kwalificatiedossier. Volgens de
toelichting maken onderwijsinstellingen momenteel weinig gebruik van de
vrije ruimte voor (regionale) verbreding of verdieping van de opleiding.
En waar dat gebeurt is de invulling vaak vrijblijvend, weinig
transparant en kent die weinig kwaliteitswaarborgen.
De Afdeling onderschrijft het streven van de regering om de kwalificatiestructuur te herzien om de doelmatigheid van het onderwijs te bevorderen en deelnemers beter en breder op te leiden. Met betrekking tot de vervanging van de vrije ruimte door verplichte keuzedelen merkt de Afdeling het volgende op.
a. Afwijkingsmogelijkheid
Als gevolg van het wetsvoorstel wordt de ruimte voor
onderwijsinstellingen om onderwijs aan te bieden dat los staat van de
kwalificatie vrijwel volledig beperkt. Voorts wordt de flexibiliteit en
creativiteit van onderwijsinstellingen beknot doordat de keuzedelen
landelijk gekoppeld worden aan een kwalificatie (of kwalificaties). Voor
onderwijsinstellingen vervalt hiermee de ruimte om elementen aan te
bieden die het bestaande onderwijsprogramma kunnen ondersteunen en die
nodig zijn voor het behalen van de kwalificatie, anders dan via de
landelijk vastgestelde keuzedelen.
Voor onderwijsinstellingen die de vrije ruimte onvoldoende benutten,
acht de Afdeling het begrijpelijk dat de vrije ruimte wordt vervangen
door verplichte keuzedelen. Het wetsvoorstel strekt er echter toe de
vrije ruimte voor alle onderwijsinstellingen te vervangen door
keuzedelen en daarmee ook voor onderwijsinstellingen die wel goed
gebruik maken van de vrije ruimte. Een volledige invulling van de vrije
ruimte roept vragen op over de mogelijkheid voor onderwijsinstellingen
om zich te kunnen blijven profileren. Onderwijsinstellingen kunnen er
immers behoefte aan hebben om schoolspecifieke programmaonderdelen samen
te stellen die niet gerelateerd zijn aan een kwalificatie. De Afdeling
wijst in dit verband op het belang voor een onderwijsinstelling om de
eigen identiteit en het eigen onderwijsleerproces te waarborgen,
bijvoorbeeld door een eigen pedagogisch-didactische of
levensbeschouwelijke inkleuring. Ook zou het voor scholen mogelijk
moeten blijven om ter bestrijding van de schooluitval op alle niveaus
remediërende keuzedelen aan te bieden, en niet alleen bij de
entreeopleidingen op mbo niveau 1.1
De Afdeling verwijst hier naar de Wet op het primair onderwijs en de Wet
op het voortgezet onderwijs, die instellingen de ruimte bieden om
gemotiveerd af te wijken van het wettelijke stramien. In het bijzonder
wijst de Afdeling op het voornemen van de regering om profielen in het
voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar algemeen voortgezet
onderwijs in te voeren. Blijkens dit voorstel hebben scholen expliciet
de ruimte om in het vrije deel van elk profiel, naast de
beroepsgerichte keuzevakken, door de school zelf vast te stellen vakken
en programmaonderdelen op te nemen.
De Afdeling adviseert om onderwijsinstellingen de mogelijkheid te geven om gemotiveerd af te wijken van de verplichte keuzedelen en deze afwijkingsmogelijkheid in de wet vast te leggen.
b. Doorstroom
De keuzedelen zijn onder meer bedoeld om de doorstroom naar
vervolgonderwijs op hoger mbo-niveau of hbo-niveau te verbeteren. 2 Het wetsvoorstel brengt echter geen
wijziging aan in de wettelijke toelatingseisen van de vervolgopleiding,
nu het behalen van de keuzedelen niet verplicht is.
De Afdeling wijst in dit verband op de aankondiging van de minister om de automatische doorstroom van het mbo naar het hbo voor een aantal door haar geselecteerde opleidingen te beëindigen.3 Voor deze opleidingen zal, bij onvoldoende aansluiting van de mbo-opleiding, bijscholing verplicht worden gesteld. Indien de deelnemer evenwel niet verplicht is om het examen in het keuzedeel te behalen, kan het enkele feit van het niet-behalen ervan niet worden tegengeworpen door het vervolgonderwijs.
De Afdeling adviseert in de toelichting op deze spanning nader in te gaan.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W05.14.0415/I
Artikel I, onderdeel D, onder 5 als volgt formuleren:
q. de keuzedelen waarin examen is afgelegd en die met goed gevolg zijn afgesloten;
r. de keuzedelen waarin examen is afgelegd en die niet met goed gevolg zijn afgesloten; en
s. de onderdelen van een kwalificatie en de keuzedelen waarvoor toepassing is gegeven aan artikel 7.2.3, eerste lid, en die met goed gevolg zijn afgesloten.
In artikel III, onderdeel M, onder n en o “het keuzedeel of” laten vervallen.
In de toelichting, deel II (nieuwe opleidingen), paragraaf 4 (vormgeving van een nieuwe opleiding) aangeven dat de onderwijsinstelling niet “in overleg”, maar “na overleg” met andere mbo- en/of hbo-instellingen en het (regionale) bedrijfsleven bepaalt welke opleidingen (…) zij aanbiedt. Zie ook aanwijzing 31 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
Uit de factsheet schooluitval 2012-2013 blijkt dat 5,7% van alle mbo-leerlingen voortijdig de school verlaat. Onder de deelnemers van mbo niveau 1 is dit 29%, onder de deelnemers van mbo niveau 2 10,5%.↩︎
Toelichting, Deel II Nieuwe Opleidingen, paragraaf 6.3 (Doorstroom naar vervolgonderwijs)↩︎
Kamerstukken II 2013/14, 31 288 en 31 524, nr. 359.↩︎