Toelichtende nota
Bijlage
Nummer: 2015D12102, datum: 2015-04-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Preview document (š origineel)
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatieve Republiek BraziliĆ« inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving; Brasilia, 7 maart 2002 (Trb. 2002, 103 en Trb. 2015, 8 en 29.) TOELICHTENDE NOTA Algemeen Op 7 maart 2002 is te Brasilia tot stand gekomen het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatieve Republiek BraziliĆ« inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving (Trb. 2002, 103; hierna het āVerdragā). Het Verdrag is op 1 juni 2006 in de relatie tussen Europees Nederland en BraziliĆ« in werking getreden (zie Trb. 2006, 114) en op 10 oktober 2010 van toepassing geworden op Caribisch Nederland (Trb. 2012, 15). Het Verdrag werd indertijd alleen voor Nederland goedgekeurd (zie Kamerstukken I/II 2001/02, 28513 nr.1/433) en, naar aanleiding van de ontmanteling van de Nederlandse Antillen, in 2010 ook voor Caribisch Nederland (Stb. 2010, 348). Aruba, CuraƧao en Sint Maarten wensen medegelding; derhalve wordt thans de goedkeuring gevraagd voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten van zowel het Verdrag als van de op 12 december 2014 te Brasilia tot stand gekomen notawisseling houdende een uitbreidingsverdrag (Trb. 2015, ..). Het Verdrag strekt tot het wederzijds verlenen van administratieve (bestuurlijke) bijstand: ter verzekering van de juiste naleving van de wettelijke bepalingen en voorschriften inzake de in-, uit- en doorvoer van goederen; ter voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de hiervoor bedoelde bepalingen en voorschriften. Het Verdrag van 2002 regelt nauwkeurig hoever de samenwerking strekt en beperkt zich daarbij tot maatregelen die voor een doeltreffende samenwerking noodzakelijk zijn. Het ziet alleen op de administratieve samenwerking en bestrijkt niet het terrein van de tussen de gerechtelijke autoriteiten te verlenen internationale rechtshulp in strafzaken. Uitbreiding van het Verdrag met BraziliĆ« is wat betreft Aruba, CuraƧao en Sint Maarten een voortzetting van de beleidslijn om meer met andere douaneadministraties te gaan samenwerken. Partijen hebben er belang bij dat het toezicht op de naleving van de douanewetgeving zo effectief mogelijk geschiedt. Dit geldt evenzeer voor de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op hun douanewetgeving. De uitbreiding is conform artikel 19, tweede en derde lid, van het Verdrag tot stand gekomen door de bovengenoemde notawisseling terzake tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek BraziliĆ«, die een verdrag in de zin van de Grondwet vormt. In de notawisseling zijn de wijzigingen van het Verdrag vervat, die in de verdragsrelatie tussen de Federatieve Republiek BraziliĆ« en Aruba, CuraƧao en Sint Maarten zullen gelden. Deze wijzigingen zijn overigens van ondergeschikte aard. Puntsgewijze toelichting bij het uitbreidingsverdrag van 2014 De term "douaneadministratie" heeft in het Verdrag een gekwalificeerde betekenis. Voor wat betreft Aruba, CuraƧao en Sint Maarten wordt verwezen naar bevoegde centrale autoriteiten Dit is aldus geformuleerd, omdat de bevoegdheden met betrekking tot de implementatie van de douanewetgeving, met inbegrip van de heffing en inning van douanerechten (waaronder ook de omzetbelasting valt) aan verschillende organisatieonderdelen toekomen. Niet alle bilaterale en multilaterale verdragen die voor Nederland gelden zijn eveneens van toepassing op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten; daarom wordt hier de uitbreiding van het Verdrag van 2002 beperkt tot de verdragen die van toepassing zijn verklaard op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten. In artikel 14 en 15 van het Verdrag worden regels gegeven voor de bescherming van persoonsgegevens, waardoor de in het Verdrag bedoelde beginselen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens worden gewaarborgd. Hoofdstuk 3 van de Rijkswet administratieve bijstand douane waarborgde die bescherming op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten, zolang er geen geldende Landsverordeningen waren die dit onderwerp regelden. Voor Aruba geldt nu de Landsverordening persoonsregistratie (A.B. 2011, 37); voor CuraƧao (A.B. 2010, 84) en Sint Maarten (A.B. 2010, GT no. 2) is er de Landsverordening bescherming persoonsgegevens. Koninkrijkspositie Uit het bovenstaande volgt, dat de gelding van het Verdrag van 2002 zal worden uitgebreid tot Aruba, CuraƧao en Sint Maarten met inachtneming van de wijzigingen, vervat in de notawisseling met BraziliĆ«, die een verdrag ten behoeve van Aruba, CuraƧao en Sint Maarten vormt. De Minister van Buitenlandse Zaken, PAGE 1 PAGE \* MERGEFORMAT 2 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).