Geannoteerde Agenda Informele Milieuraad 14 en 15 april 2015
Bijlage
Nummer: 2015D12421, datum: 2015-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Informele Milieuraad op 14 en 15 april 2015 (2015D12420)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde Agenda Informele Milieuraad 14 en 15 april 2015
Op 14 en 15 april vindt in Riga de Informele EU-Milieuraad plaats. Hiervoor zijn drie onderwerpen geagendeerd:
Klimaatonderhandelingen: een gedachtewisseling over internationale klimaatonderhandelingen.
Biodiversiteit: een discussie over de stand van zaken, de trends en de kansen voor betere bescherming van biodiversiteit en ecosystemen.
Hernieuwbare energie in relatie tot biodiversiteit: een gezamenlijke sessie met de Energieministers waarbij het voorzitterschap verbanden wil leggen tussen bescherming van biodiversiteit enerzijds, en het toenemende gebruik van hernieuwbare energie anderzijds. Het voorzitterschap wil de verbanden tussen deze thema’s expliciteren en een dialoog starten over mogelijke synergie en manieren om trade-offs weg te nemen. Het voorzitterschap stuurt er op aan dat aan de hand van concrete voorbeelden lidstaten laten zien hoe zij deze twee beleidsvelden ontwikkelen.
Vanwege het informele karakter van de Raad zal een vrije gedachtewisseling plaatsvinden, zonder besluitvorming. De geannoteerde agenda is opgesteld aan de hand van de agenda van de Informele Milieuraad. Voorbereidende stukken van het Letse voorzitterschap worden nog verwacht.
Internationale klimaatonderhandelingen
Stand van zaken en gedachtewisseling internationale klimaatonderhandelingen
De Milieuministers zullen een korte gedachtewisseling houden over de stand van zaken van de onderhandelingen over het klimaatakkoord dat in december 2015 in Parijs gesloten moet worden. In februari 2015 hebben ambtelijke onderhandelaars de formele onderhandelingstekst vastgesteld. Deze tekst zal de basis zijn voor verdere onderhandelingsrondes in juni, september en oktober en zal in december moeten leiden tot het nieuwe akkoord.
De Nederlandse inzet is dat in deze onderhandelingen prioriteit gegeven wordt aan participatie: alle landen moeten gaan bijdragen aan emissiebeperking en in staat zijn emissiearm en klimaatbestendig te kunnen groeien. Wel moet het akkoord flexibiliteit bieden: ruimte voor landen om te doen wat binnen hun mogelijkheden ligt – ruimte voor nationale plannen en wetgeving. Het klimaatregime moet zich daarbij niet alleen richten op zoveel mogelijk ambitie en actie door landen, maar ook door het bedrijfsleven, het maatschappelijke middenveld en andere niet-statelijke partijen en deze daarbij aanmoedigen, belonen en ondersteunen.
In de onderhandelingen wordt inmiddels het belang van brede participatie en een duurzaam akkoord door de meeste landen erkend. Ook is er steeds meer convergentie over de noodzaak om landen ruimte te geven naar vermogen bij te dragen en over de notie dat adaptatie een belangrijk onderdeel moet worden van het akkoord. De aandacht voor de rol van de private sector, steden en regionale overheden is sterk toegenomen. In de onderhandelingstekst worden de bijdragen van deze niet-statelijke actoren erkend in enkele paragrafen in de preambule. Verschillen van inzicht zijn er vooral over de vraag of de nationaal bepaalde bijdragen internationaal juridisch bindend moeten zijn, of er een mondiale adaptatiedoelstelling moet komen en hoe die er uit zou kunnen zien, en over financiering van klimaatmaatregelen.
Biodiversiteit
Discussie
De sessie over biodiversiteit is gericht op een gedachtewisseling over de stand van zaken, de trends en de kansen voor betere bescherming van biodiversiteit en ecosystemen. De discussie vindt plaats op het moment dat de belangrijkste Europese studies die een beeld geven over de staat van de biodiversiteit in de EU en de voortgang in biodiversiteitsbeleid nog niet gereed zijn. Het onderzoek “State of Nature in the EU” van de Europese Commissie, met gegevens uit 2013 en 2014 over de staat van instandhouding van soorten en habitats genoemd in de Vogel en Habitat richtlijnen, is vertraagd en zal eind eerste helft van 2015 verschijnen. De Mid Term Review van de EU Biodiversiteitsstrategie 2020, die wordt opgesteld door de Europese Commissie, wordt in oktober 2015 verwacht.
Wel is recent het onderzoek “The European environment - State and outlook 2015” (SOER 2015) van de European Environment Agency gepubliceerd. Daarin wordt onder meer gesteld dat het Europese natuurlijke kapitaal nog steeds achteruit gaat door sociaal-economische activiteiten zoals landbouw, visserij, transport, industrie, toerisme en urbanisatie. Zoals door mij toegezegd tijdens het Algemeen Overleg Milieuraad op 4 maart ontvangt uw Kamer binnenkort een appreciatie hierover.
Nederland onderkent het belang om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen. In de Rijksnatuurvisie Natuurlijk Verder, die in mei 2014 naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33576, nr 1), worden de maatregelen genoemd die Nederland neemt om tegemoet te komen aan internationale en Europese afspraken over de instandhouding van biodiversiteit. Daarbij worden ook de acties genoemd die moeten leiden tot een natuurinclusieve samenleving. Waar mogelijk streeft Nederland naar een meer robuuste dynamische natuur die tegen een stootje kan. De kern van de Nederlandse inbreng zal bestaan uit het toelichten van deze visie, en van andere lidstaten te vernemen hoe zij invulling willen geven aan betere bescherming van biodiversiteit en ecosystemen.
Hernieuwbare energie in relatie tot biodiversiteit
Discussie
Dit agendapunt zal worden besproken in een gemeenschappelijke sessie van de ministers van Milieu en ministers van Energie (de informele Energieraad vindt plaats op 15 en 16 april). U ontvangt een toelichting hierop in de brief aan uw Kamer met de geannoteerde agenda van de informele Energieraad, die één dezer dagen door de Minister van Economische Zaken aan uw Kamer wordt gezonden.