[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage

Bijlage

Nummer: 2015D13651, datum: 2015-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Aanvulling geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 21 april 2015 (2015D13649)

Preview document (🔗 origineel)


AANVULLENDE GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 21 APRIL 2015

Radicalisering en counter-terrorisme

Na verzending van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken is op de agenda een discussie toegevoegd over de opvolging van de verklaring van de Europese Raad van over preventie van radicalisering en het waarborgen van fundamentele waarden in Europa (EUCO 56/15). Het Letse voorzitterschap zal de Raad Algemene Zaken inlichten over de stand van zaken op dit terrein. Maatregelen en beleidsinstrumenten op dit terrein vallen grotendeels binnen de bevoegdheid van de lidstaten. De bijeenkomst biedt gelegenheid tot nadere bespreking van onderliggende oorzaken voor radicalisering, uitwisseling van ‘best practices’ in de aanpak ervan en promotie van tolerantie en non-discriminatie.

De verklaring van de Europese Raad van 12 februari jl. riep op tot aanscherping van bestaande EU maatregelen om terrorisme te bestrijden, onder meer maatregelen gericht op het waarborgen van de veiligheid van burgers en het voorkomen van radicalisering en intolerantie. In de preventieve aanpak ligt de nadruk op het tegengaan van radicalisering via social media en het ontwikkelen van strategische communicatie om tolerantie, non-discriminatie en solidariteit te versterken. De samenwerking met internationale partners, met name in het Midden-Oosten, Noord Afrika en de Sahel-regio, moet bijdragen aan de EU aanpak ter bestrijding van terrorisme via een geïntegreerde benadering. Nederland heeft de verklaring gesteund en richt zich nu samen met de overige lidstaten op de volledige en concrete implementatie van de voorgenomen plannen en maatregelen.

Het thema werd eerder besproken in de JBZ-Raad van 12-13 maart jl. Tijdens die bijeenkomst pleitte Commissaris Jourová ten aanzien van bestrijding van radicalisering in gevangenissen voor een EU-beleidscyclus op dit terrein, zoals die ook bestaat voor georganiseerde criminaliteit. Luxemburg zal in het najaar een high level-conferentie organiseren over dit thema. Nederland wees onder meer op het belang van: 1) uitwisseling informatie tussen lidstaten en opsporingsdiensten. Momenteel delen te weinig lidstaten informatie met Europol, 2) grenscontroles moeten worden geïntensiveerd vóór de zomer zonder het vrij verkeer van personen en goederen te belemmeren en indien nodig zal de Schengen Grenscode moeten worden gewijzigd en 3) naast de opzet van de Internet Referral Unit is ook voldoende aandacht nodig voor de preventie van radicalisering met inachtneming van de opgedane ervaringen op lokaal niveau. Bij de opzet van de Unit bij Europol moet nauw worden samengewerkt met de lidstaten ter voorkoming van doorkruising van nationale onderzoeken.

In de Raad Buitenlandse Zaken van 16 maart jl. concludeerde HV Mogherini dat de EU steun moet geven aan de Afrikaanse capaciteitsopbouw. Naast het ondersteunen van de jeugd, d.m.v. werkgelegenheid en scholing, sprak de Raad over versterking van de positie van vrouwen in Afrika.

Het kabinet is voorstander van een geïntegreerde aanpak, waarin zowel de interne als de externe dimensie van terrorismebestrijding worden meegenomen. De voortgang zal ook tijdens de Europese Raad van juni worden besproken.