Preview document (🔗 origineel)

---

No.W13.15.0065/III 's-Gravenhage, 25 maart 2015

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 13 maart 2015, no.2015000428, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van wetten teneinde misslagen en omissies in wetten op het terrein van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport herstellen, de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen te kunnen voortzetten en het College bouw zorginstellingen op te heffen (Veegwet VWS 2015), met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege kan blijven.


De vice-president van de Raad van State,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W13.15.0065/III

• In artikel I ook voorzien in wijziging van artikel 1, onderdelen e en f, van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet, gelet op het opheffen van het CBZ per 1 januari 2016 en het vervallen van artikel 32 van de Wtzi. Daarbij ook voorzien in een juiste inwerkingtredingsbepaling hiervan.

• In de toelichting op artikel V ingaan op de door het CAK opgestelde uitvoeringstoets (zie ook Kamerstukken II 2014/15, 34 000 XVI, nr. 33, blz. 158).

• In artikel VII, in onderdeel F, na “artikel 5.2.1” invoegen: “, eerste lid” en in onderdeel P, de vermelding van artikel 11.2.14, eerste lid, onderdeel c, wijzigen in: artikel 11.2.14, tweede lid, onderdeel c.

• In artikel XIV, onderdeel A, eveneens voorzien in wijziging van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wtzi, gelet op het vervallen van artikel 32 van die wet. Voorts ook, met inachtneming van een juiste inwerkingtredingsbepaling, voorzien in wijziging van artikel XXXXII van de Veegwet 2013, nu dit artikel nog verwijst naar het College bouw zorginstellingen en het vervallen artikel 32 Wtzi.

• In artikel XIV, onderdeel L, rekening houden met het feit dat artikel 26 Wtzi geen verwijzing naar het College bouw bevat.

• In artikel XIV, onderdeel N, de te vervangen zinsnede na “verstrekken“ aanvullen met: desgevraagd aan elkaar. Voorts ook in het vervolg van artikel 33 rekening houden met het feit dat het College bouw zal vervallen.

• In artikel XVI, onderdeel E, onder 2, na “tweede lid” invoegen: ,onderdeel b,.

• In artikel XVII de zinsnede “aanspraak heeft op beschermd wonen” in artikel 57, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet (in aansluiting op de in de WMO 2015 gebruikte terminologie) wijzigen in: in aanmerking komt voor (een maatwerkvoorziening bestaande uit) beschermd wonen. Deze wijziging ook aanbrengen in de artikelen XVIII, XXI, XXII, en XXIV tot en met XXVIII. Voorts de voorgestelde wijziging van het vierde en vijfde lid afzonderlijk vormgeven, nu het vierde lid in afwijking van het vijfde lid betrekking heeft op twee onderscheiden situaties, te weten de Wlz en de WMO 2015.

• In artikel XVIII rekening houden met het wetsvoorstel houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten in verband met de overgang van een aantal taken van het Zorginstituut Nederland naar het CAK. Dit geldt ook met betrekking tot de artikelen XXI, XXII, en XXIV tot en met XXVIII. Met betrekking tot artikel XXVI dient nog voorzien te worden in aanpassing van het CAK in het nieuwe vierde lid.

• In artikel XXV, onderdelen A en B, in artikel 2:55, tweede lid, en artikel 3:47, tweede lid, WAJONG “de verzekerde” respectievelijk “degene” wijzigen in: de jonggehandicapte (overeenkomstig de geldende tekst).

• In artikel XXXIII de vermelding “artikel XIV van deze wet” wijzigen in: artikel XVI van deze wet.

• In artikel XXXVI, eerste lid, ook melding maken van artikel XXXIV. Voorts in het derde lid de vermelding van artikel XVI, onderdeel B, achterwege laten (is reeds genoemd in het tweede lid).