[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33839, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 6 mei 2015)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2015D17421, datum: 2015-05-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z00306:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (Nota van Wijziging d.d. 6 mei 2015).



	33 839	Regels omtrent de basisregistratie ondergrond (Wet
basisregistratie ondergrond)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het ter bevordering van een
goede vervulling van bepaalde publiekrechtelijke taken en een doelmatig
gebruik van beschikbare informatie over de ondergrond wenselijk is om
een basisregistratie ondergrond tot stand te brengen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

	In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

	authentiek gegeven: in een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij
of krachtens de wet als authentiek is aangemerkt;

	authentiek model: schematische weergave van de werkelijkheid in twee of
drie dimensies, die authentiek is;

basisregistratie: verzameling gegevens waarvan bij wet is bepaald dat
deze een basisregistratie vormt;

	brondocument: document waarin rechtsfeiten of andere voor de
basisregistratie ondergrond relevante feiten zijn neergelegd;

	bronhouder: Onze Minister, voor zover het betreft een brondocument als
bedoeld in artikel 7, tweede lid, en een bestuursorgaan als bedoeld in
artikel 9, eerste lid;

	constructie: werk in de ondergrond voor het winnen of benutten van in
de ondergrond aanwezige natuurlijke hulpbronnen, voor het opslaan van
stoffen in de ondergrond of voor het meten van een aan de ondergrond
gerelateerde parameter;

	continentaal plat: continentaal plat als bedoeld in artikel 1,
onderdeel c, van de Mijnbouwwet;

gebruiksrecht: door een bestuursorgaan verleende vergunning of aan een
bestuursorgaan gedane melding voor het winnen of benutten van in de
ondergrond aanwezige natuurlijke hulpbronnen of voor het opslaan van
stoffen in de ondergrond, en het aanbrengen van een daarvoor
noodzakelijke constructie;

	maker van de authentieke modellen: partij als bedoeld in artikel 7,
eerste lid, die in opdracht van Onze Minister de authentieke modellen
vervaardigt;

	ondergrond: vast deel van de aarde met de zich daarin bevindende
vloeistoffen en gassen, inclusief de daarin aanwezige holle ruimtes;

	onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 5 van de
Handelsregisterwet 2007;

	Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

	Organisatie: Nederlandse Organisatie voor
toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO als bedoeld in artikel 3
van de TNO-wet;

	rechtspersoon: rechtspersoon als bedoeld in artikel 6 van de
Handelsregisterwet 2007;

	register brondocumenten ondergrond: geautomatiseerd register dat
brondocumenten bevat met betrekking tot verkenningen, gebruiksrechten,
constructies en authentieke modellen;

	register inzake meldingen modellen: geautomatiseerd register dat
meldingen bevat met betrekking tot authentieke modellen en authentieke
gegevens over die modellen;

	registratie ondergrond: geautomatiseerde registratie van gegevens over
verkenningen, gebruiksrechten en constructies alsmede van authentieke
modellen en gegevens over die modellen;

	verkenning: waarneming van de opbouw van de ondergrond op een punt,
langs een lijn of in een vlak.

Artikel 2

	1. Er is een basisregistratie ondergrond, bestaande uit gegevens en
modellen met betrekking tot de ondergrond van Nederland en het
continentaal plat.

	2. De basisregistratie ondergrond wordt gehouden met als doel het aan
een ieder beschikbaar stellen van de gegevens en modellen over de
ondergrond die bij of krachtens de in deze wet gestelde regels in de
basisregistratie ondergrond zijn opgenomen, ter bevordering van:

	a. een goede vervulling van publiekrechtelijke taken, voor zover deze
gegevens en modellen daarvoor noodzakelijk zijn;

	b. een efficiënte uitwisseling en een efficiënt gebruik van
geo-informatie.

Artikel 3

	De basisregistratie ondergrond bestaat uit: het register brondocumenten
ondergrond, de registratie ondergrond en het register inzake meldingen
modellen.

Artikel 4

	1. Onze Minister is houder van de basisregistratie ondergrond.

	2. Onze Minister overlegt periodiek met een representatieve
vertegenwoordiging van bronhouders en afnemers over het strategisch
beheer van de basisregistratie ondergrond.

Artikel 5

	1. Onze Minister draagt er zorg voor dat de basisregistratie ondergrond
zodanig wordt opgezet dat de inhoud daarvan duurzaam wordt bewaard en te
allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar
is.

	2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven
omtrent de technische en administratieve inrichting en de werking,
bijhouding en beveiliging van de basisregistratie ondergrond.

Artikel 6

	1. Aan de Organisatie wordt een uitsluitend recht verleend voor het in
opdracht van Onze Minister uitvoeren van het operationeel beheer van de
basisregistratie ondergrond.

	2. Onze Minister kan mandaat verlenen aan de raad van bestuur van de
Organisatie om namens hem een besluit te nemen als bedoeld in de
artikelen 33, tweede en derde lid, 34 en 35.

Artikel 7

	1. Aan de Organisatie wordt een uitsluitend recht verleend voor het in
opdracht van Onze Minister vervaardigen en actualiseren van de
authentieke modellen.

	2. Onze Minister is bronhouder van een brondocument met betrekking tot
een authentiek model.

3. Onverminderd artikel 37, derde lid, draagt Onze Minister er zorg voor
dat de maker van de authentieke modellen een brondocument met betrekking
tot een authentiek model op een zodanig tijdstip levert, dat een
authentiek model is geactualiseerd uiterlijk op de eerste werkdag na de
datum waarop de looptijd van dat authentieke model eindigt.

Artikel 8

	1. Onze Minister controleert ten minste eens per drie jaar de wijze van
uitvoering van het uitsluitend recht, bedoeld in de artikelen 6, eerste
lid, en 7, eerste lid.

	2. Onze Minister maakt de resultaten van de controle, bedoeld in het
eerste lid, openbaar door publicatie op de website met informatie van
het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gegeven omtrent de
elementen en wijze van uitvoering van de controle, bedoeld in het eerste
lid.

HOOFDSTUK 2 HET REGISTER BRONDOCUMENTEN ONDERGROND

Artikel 9

	1. Een bestuursorgaan dat bij de uitvoering van een wettelijke taak of
bij het verrichten van werkzaamheden een bij algemene maatregel van
bestuur aangewezen brondocument ontvangt met betrekking tot de
ondergrond van Nederland of het continentaal plat, levert dat
brondocument aan Onze Minister.

2. Onze Minister draagt zorg voor de inschrijving van een krachtens het
eerste lid geleverd brondocument in het register brondocumenten
ondergrond.

3. De bronhouder levert een krachtens het eerste lid aangewezen
brondocument in elektronische vorm aan Onze Minister binnen twintig
werkdagen na:

	a. de dagtekening van het in het brondocument opgenomen besluit;

	b. de dag waarop de in het brondocument opgenomen rechterlijke
uitspraak onherroepelijk is geworden, of

	c. de dagtekening van ontvangst van het brondocument indien het
brondocument geen besluit of rechterlijke uitspraak bevat.

	4. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gegeven over de
wijze waarop de levering van een brondocument aan Onze Minister
plaatsvindt. Deze regels hebben geen betrekking op een brondocument met
betrekking tot een authentiek model.

Artikel 10

	1. Een krachtens artikel 9, eerste lid, aangewezen brondocument dat aan
Onze Minister geleverd wordt ter inschrijving in het register
brondocumenten ondergrond, vermeldt in ieder geval:

	a. een aanduiding van de rechtsgrond waarop het is gebaseerd of, bij
afwezigheid daarvan, de activiteit naar aanleiding waarvan het is
opgemaakt;

	b. de data, bedoeld in artikel 9, derde lid, onderdeel a of c.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van het goed
functioneren van de registratie ondergrond nadere regels worden gegeven
ten aanzien van de krachtens artikel 9, eerste lid, aangewezen
brondocumenten.

Artikel 11

	Het inschrijven van een krachtens artikel 9, eerste lid, aangewezen
brondocument in het register brondocumenten ondergrond vindt plaats
binnen een werkdag na ontvangst van het brondocument door Onze Minister.

Artikel 12

	1. In afwijking van artikel 11 zendt Onze Minister een brondocument dat
niet overeenkomstig de bij of krachtens de in artikel 9, vierde lid, of
10 gestelde eisen is opgesteld of geleverd onder opgaaf van redenen
terug naar de bronhouder.

	2. De bronhouder waaraan op grond van het eerste lid een brondocument
is teruggezonden, levert binnen vier werkdagen na ontvangst van dat
brondocument het document opnieuw aan Onze Minister overeenkomstig de
bij of krachtens de artikelen 9, vierde lid, en 10 gestelde eisen.

Artikel 13

	Een krachtens artikel 9, eerste lid, aangewezen brondocument dat is
ingeschreven in het register brondocumenten ondergrond, wordt daaruit
niet verwijderd.

HOOFDSTUK 3 DE REGISTRATIE ONDERGROND

§ 1. Algemeen

 Artikel 14

	1. Onze Minister draagt zorg voor de verwerking in de registratie
ondergrond van de gegevens en modellen die zijn opgenomen in een
brondocument dat in het register brondocumenten ondergrond is
ingeschreven.

	2. Het verwerken, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats binnen een
werkdag nadat een brondocument in het register brondocumenten ondergrond
is ingeschreven.

Artikel 15

	1. In de registratie ondergrond wordt een gegeven dat krachtens deze
wet als authentiek gegeven wordt aangemerkt door middel van een kenmerk
onderscheiden van een in die registratie opgenomen ander gegeven.

	2. In de registratie ondergrond wordt een authentiek gegeven dat is
overgenomen uit een andere basisregistratie door middel van een kenmerk
onderscheiden van gegevens die authentiek zijn ingevolge deze wet.

Artikel 16

	1. Onze Minister draagt er zorg voor dat de weergave van een krachtens
deze wet in de registratie ondergrond opgenomen authentiek gegeven
respectievelijk authentiek model overeenstemt met dat gegeven
respectievelijk model, opgenomen in het desbetreffende brondocument in
het register brondocumenten ondergrond of, ingeval een vorenbedoeld
authentiek gegeven of authentiek model wordt afgeleid uit een
brondocument, dat dat gegeven respectievelijk model juist en volledig
daaruit is afgeleid.

	2. Onze Minister draagt er zorg voor dat voor zover een authentiek
gegeven in de registratie ondergrond wordt overgenomen uit een andere
basisregistratie, de weergave van dat gegeven in de registratie
ondergrond overeenstemt met dat gegeven, opgenomen in die andere
basisregistratie.

Artikel 17

	1. Bij ministeriële regeling wordt een catalogus registratie
ondergrond vastgesteld.

	2. De catalogus registratie ondergrond, bedoeld in het eerste lid,
definieert de gegevens over verkenningen, gebruiksrechten en
constructies en de authentieke modellen en de gegevens over authentieke
modellen die krachtens deze wet in de registratie ondergrond worden
opgenomen.

Artikel 18

	Een in de registratie ondergrond opgenomen authentiek gegeven of
authentiek model wordt niet uit de registratie ondergrond verwijderd.

§ 2. Inhoud registratie ondergrond

Artikel 19

	1. De registratie ondergrond bevat de volgende gegevens over een
verkenning:

	a. de identificatiecode van de verkenning;

	b. het verkenningstype;

	c. de verkenningslocatie;

	d. het tijdstip van de verkenning;

	e. de bronhouder van de verkenning;

	f. de inhoudelijke waarnemingen en meetresultaten die met de verkenning
zijn verkregen;

	g. de ingangsdatum en in voorkomende gevallen de einddatum van de
geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de verkenning,
en

	h. de dagtekening en het inschrijfnummer van het brondocument dat ten
grondslag ligt aan de verkenning, dan wel aan een wijziging van de
gegevens over die verkenning.

	2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met f,
zijn authentieke gegevens.

Artikel 20

	1. De registratie ondergrond bevat de volgende gegevens over een
gebruiksrecht:

	a. de identificatiecode van het gebruiksrecht;

	b. het type gebruiksrecht;

	c. de locatie waarop het gebruiksrecht betrekking heeft;

	d. de ruimtelijke begrenzing of het ruimtelijk begrensd volume in de
ondergrond, waarbinnen respectievelijk waarin de natuurlijke hulpbron of
stof waarop het gebruiksrecht betrekking heeft, voorkomt;

	e. de houder van het gebruiksrecht door middel van de aanduiding van
het in het handelsregister opgenomen unieke nummer, voor zover de houder
van het gebruiksrecht een onderneming of rechtspersoon is;

	f. voor zover van toepassing, de inhoudelijke waarnemingen en
meetresultaten die met de uitoefening van het gebruiksrecht zijn
verkregen;

	g. voor zover van toepassing, de voorschriften en beperkingen waaronder
het gebruiksrecht is verleend;

	h. de ingangsdatum en in voorkomende gevallen de einddatum van de
geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over het
gebruiksrecht, en

	i. de dagtekening en het inschrijfnummer van het brondocument dat ten
grondslag ligt aan het gebruiksrecht, dan wel aan een wijziging van de
gegevens over dat gebruiksrecht.

	2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met g,
zijn authentieke gegevens.

Artikel 21

	1. De registratie ondergrond bevat de volgende gegevens over een
constructie:

	a. de identificatiecode van de constructie;

	b. het type constructie;

	c. de locatie van de constructie;

	d. de eigenaar van de constructie door middel van de aanduiding van het
in het handelsregister opgenomen unieke nummer, voor zover de eigenaar
van de constructie een onderneming of rechtspersoon is;

	e. de kenmerken van de verschillende bestanddelen van de constructie;

	f. voor zover van toepassing, de meetresultaten die in het kader van
het gebruik van de constructie zijn verkregen;

	g. de ingangsdatum en in voorkomende gevallen de einddatum van de
geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de constructie,
en

	h. de dagtekening en het inschrijfnummer van het brondocument dat ten
grondslag ligt aan de constructie, dan wel aan een wijziging van de
gegevens over die constructie.

	2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met f,
zijn authentieke gegevens.

Artikel 22

	1. De registratie ondergrond bevat de volgende authentieke modellen
over de ondergrond:

	a. geomorfologische modellen;

	b. bodemkundige modellen;

	c. geologische modellen;

	d. hydrogeologische modellen.

	2. De registratie ondergrond bevat over elk authentiek model de
volgende gegevens:

	a. de identificatiecode van een in de registratie ondergrond opgenomen
verkenning, voor zover het authentiek model op basis van de resultaten
daarvan is vervaardigd;

	b. de ingangsdatum en in voorkomende gevallen de einddatum van de
geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over het authentiek
model, en

	c. de dagtekening en het inschrijfnummer van het brondocument dat ten
grondslag ligt aan het authentiek model, dan wel aan een wijziging van
dat model.

	3. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zijn
authentieke gegevens.

Artikel 23

	1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen:

	a. andere dan de in de artikelen 19, eerste lid, 20, eerste lid, 21,
eerste lid, en 22, tweede lid, bedoelde gegevens worden aangewezen, die
als niet-authentiek gegeven in de registratie ondergrond worden
opgenomen;

	b. andere dan de in de artikelen 19, eerste lid, 20, eerste lid, 21,
eerste lid, en 22, tweede lid, bedoelde authentieke gegevens worden
aangewezen, die als authentiek gegeven in de registratie ondergrond
worden opgenomen.

	2. Een algemene maatregel van bestuur op grond van het eerste lid,
onderdeel a, wordt slechts vastgesteld, indien:

	a. de kenbaarheid van het desbetreffende gegeven van belang is met het
oog op een goede uitvoering van de registratie ondergrond, en

	b. er geen gewichtige redenen zijn die zich daartegen verzetten.

	3. Een algemene maatregel van bestuur op grond van het eerste lid,
onderdeel b, wordt slechts vastgesteld, indien:

	a. de kenbaarheid van het desbetreffende gegeven van belang blijkt voor
het doel van de basisregistratie ondergrond, bedoeld in artikel 2,
tweede lid, en 

	b. er geen gewichtige redenen zijn die zich daartegen verzetten.

HOOFDSTUK 4 INZAGE, VERSTREKKING EN GEBRUIK VAN GEGEVENS

§ 1. Inzage en verstrekking van gegevens

Artikel 24

	1. Onze Minister verleent aan eenieder inzage in de registratie
ondergrond, het register brondocumenten ondergrond en het register
inzake meldingen modellen en verstrekt aan eenieder op verzoek de in de
registratie ondergrond opgenomen gegevens en authentieke modellen.

	2. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur is van
overeenkomstige toepassing op de inzage in en het verstrekken van
gegevens of authentieke modellen, bedoeld in het eerste lid, met dien
verstande dat:

	a. voor zover aan een bestuursorgaan of andere afnemer inzage wordt
verleend met behulp van zoekdiensten, uitsluitend de gronden, bedoeld in
artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel a, en zevende
lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur van
overeenkomstige toepassing zijn;

	b. voor zover aan een bestuursorgaan met het oog op het vervullen van
een publiekrechtelijke taak die van invloed kan zijn op het milieu
inzage wordt verleend met behulp van raadpleegdiensten, of aan dat
bestuursorgaan met het oog op het vervullen van die taak gegevens of een
model worden verstrekt, uitsluitend de gronden, bedoeld in artikel 10,
eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdelen a en c, en zevende lid,
onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur van overeenkomstige
toepassing zijn.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven over
de inzage in en het verstrekken van gegevens of authentieke modellen,
bedoeld in het eerste lid.

Artikel 25

	1. De inzage in en het verstrekken van gegevens of authentieke
modellen, bedoeld in artikel 24, eerste lid, vinden plaats door middel
van internet. Deze wijze van inzage en verstrekken is kosteloos.

	2. In afwijking van het eerste lid kan het verstrekken van gegevens of
authentieke modellen, bedoeld in artikel 24, eerste lid, desgevraagd op
een andere wijze plaatsvinden tegen vergoeding van de daarvoor gemaakte
kosten. Daarvoor kunnen bij ministeriële regeling tarieven worden
vastgesteld.

Artikel 26

	1. Ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens ter uitvoering
van deze wet is Onze Minister verantwoordelijke in de zin van artikel 1,
onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

	2. Gegevens uit de basisregistratie ondergrond, die kunnen worden
herleid tot een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon
worden slechts verstrekt, indien dit voortvloeit uit het doel, bedoeld
in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, en de afnemer bevoegd is die
gegevens te verwerken op één van de gronden, genoemd in artikel 8,
onderdelen a en c tot en met f, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

§ 2. Gebruik van gegevens

Artikel 27

	1. Een bestuursorgaan dat bij de vervulling van zijn publiekrechtelijke
taak een gegeven nodig heeft dat krachtens deze wet als authentiek
gegeven in de registratie ondergrond beschikbaar is, gebruikt dat
authentieke gegeven.

	2. Een bestuursorgaan kan een ander gegeven gebruiken dan een
authentiek gegeven krachtens deze wet, indien:

	a. bij het desbetreffende authentieke gegeven de aantekening “in
onderzoek” is geplaatst;

	b. het met betrekking tot dat authentieke gegeven een melding als
bedoeld in artikel 30, eerste lid, heeft gedaan;

	c. het door toepassing van het eerste lid zijn publiekrechtelijke taak
niet naar behoren kan vervullen;

	d. bij wettelijk voorschrift anders is bepaald dan in het eerste lid.

Artikel 28

	Een bestuursorgaan dat bij de vervulling van zijn publiekrechtelijke
taak een model dan wel een gegeven uit een model nodig heeft, dat
krachtens deze wet als authentiek model in de registratie ondergrond
beschikbaar is, gebruikt dat authentieke model. Artikel 27, tweede lid,
is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in artikel 27,
tweede lid, onderdeel b, in plaats van “een melding als bedoeld in
artikel 30, eerste lid” wordt gelezen: een melding als bedoeld in
artikel 30, tweede lid.

Artikel 29

	Degene aan wie door een bestuursorgaan wordt gevraagd om een gegeven te
verstrekken dat krachtens deze wet als authentiek gegeven in de
registratie ondergrond beschikbaar is, behoeft dat gegeven niet te
verstrekken, behoudens:

  	a. ingeval bij het desbetreffende authentieke gegeven de aantekening
“in onderzoek” is geplaatst;

	b. ingeval van opsporing of onderzoek naar de naleving van een
wettelijk voorschrift;

	c. ingeval van dreiging van, of het zich voordoen van, een oproerige
beweging, wanordelijkheden, verstoring van de openbare orde, rampen of
zware ongevallen;

	d. ingeval bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

	e. ingeval het desbetreffende authentieke gegeven noodzakelijk is voor
de identificatie van een persoon of object.

HOOFDSTUK 5 WIJZIGING VAN DE IN DE REGISTRATIE ONDERGROND OPGENOMEN
GEGEVENS

Artikel 30

	1. Een bestuursorgaan dat gerede twijfel heeft over de juistheid van
een in de registratie ondergrond opgenomen authentiek gegeven over een
verkenning, gebruiksrecht of constructie of het ontbreken van een
dergelijk gegeven in de registratie ondergrond doet daarvan onder opgaaf
van redenen melding aan Onze Minister.

	2. Een bestuursorgaan dat gerede twijfel heeft over de schematische
weergave van de ondergrond op een bepaalde plaats binnen een in de
registratie ondergrond opgenomen authentiek model of over een authentiek
gegeven over dat model, doet daarvan onder opgaaf van redenen melding
aan Onze Minister. Voor zover de melding betrekking heeft op een
authentiek model, kan het bestuursorgaan aan Onze Minister het verzoek
doen om het authentiek model tussentijds te actualiseren, indien de
noodzaak daartoe dringend aanwezig is.

	3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven
over:

	a. de gevallen waarin een melding als bedoeld in het eerste lid of
tweede lid, eerste volzin, achterwege kan blijven, en

	b. een beperking van de kring van bestuursorganen die verplicht zijn
toepassing te geven aan het eerste of tweede lid.

Artikel 31

	Artikel 30, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de maker
van de authentieke modellen.

Artikel 32

	1. Eenieder die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de
registratie ondergrond opgenomen authentiek gegeven over een verkenning,
gebruiksrecht of constructie of het ontbreken van een dergelijk gegeven
in de registratie ondergrond, kan Onze Minister onder opgaaf van redenen
verzoeken dat gegeven te wijzigen respectievelijk op te nemen in de
registratie ondergrond.

	2. Eenieder die gerede twijfel heeft over de schematische weergave van
de ondergrond op een bepaalde plaats binnen een in de registratie
ondergrond opgenomen authentiek model of over een authentiek gegeven
over dat model, kan daarvan onder opgaaf van redenen melding doen aan
Onze Minister.

Artikel 33

	1. Na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 30, eerste lid,
onderzoekt Onze Minister onmiddellijk het authentieke gegeven waarop de
melding betrekking heeft.

	2. Onze Minister beslist op de melding binnen drie werkdagen na
ontvangst van de melding, tenzij Onze Minister daarvoor nader onderzoek
door de bronhouder van het desbetreffende authentieke gegeven
noodzakelijk acht. In dat geval zendt Onze Minister een afschrift van de
melding naar de bronhouder en plaatst hij bij het desbetreffende
authentieke gegeven in de registratie ondergrond de aantekening “in
onderzoek”.

	3. Voor zover dat ingevolge het tweede lid noodzakelijk is, onderzoekt
de bronhouder het authentieke gegeven. De bronhouder verstrekt de
resultaten van het nader onderzoek zo spoedig mogelijk, maar niet later
dan veertien weken na ontvangst van de melding, aan Onze Minister. Op
basis van de resultaten van het nader onderzoek door de bronhouder
beslist Onze Minister zo spoedig mogelijk op de melding, maar niet later
dan zestien weken na ontvangst van de melding.

	4. Onze Minister verwijdert, voor zover van toepassing, de aantekening
“in onderzoek” bij het desbetreffende authentieke gegeven tegelijk
met de verwerking van de wijziging dan wel opneming van dat gegeven in
de registratie ondergrond, of, indien Onze Minister beslist niet tot
wijziging of opneming van het desbetreffende authentieke gegeven over te
gaan, tegelijk met die beslissing.

	5. Onze Minister maakt zijn beslissing omtrent de wijziging
respectievelijk opneming van het desbetreffende authentieke gegeven in
de registratie ondergrond onmiddellijk bekend aan het bestuursorgaan dat
de melding heeft gedaan.

Artikel 34

	Op een verzoek als bedoeld in artikel 32, eerste lid, is artikel 33 van
overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat Onze Minister de
beslissing op het verzoek, in afwijking van artikel 33, vijfde lid,
bekend maakt aan de indiener van het verzoek. Indien de verzoeker
belanghebbende is, is de beslissing op een zodanig verzoek een besluit.

Artikel 35

	Op de behandeling van een melding als bedoeld in de artikelen 30,
tweede lid, 31, of 32, tweede lid, voor zover deze betrekking heeft op
een authentiek gegeven over een authentiek model, is artikel 33 van
overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat Onze Minister, in
afwijking van artikel 33, tweede lid, tweede volzin, de melding
registreert in het register inzake meldingen modellen en daarin het
desbetreffende authentieke gegeven vermeldt alsmede de aantekening “in
onderzoek” bij dat gegeven.

Artikel 36

	1. Na ontvangst van een melding met betrekking tot een authentiek model
als bedoeld in de artikelen 30, tweede lid, 31, of 32, tweede lid,
registreert Onze Minister die melding binnen een werkdag in het register
inzake meldingen modellen en plaatst hij in dat register bij het
desbetreffende deel van het authentieke model de aantekening “in
onderzoek”. Onze Minister zendt binnen die termijn een afschrift van
de melding naar de maker van de authentieke modellen, tenzij de melding
van de maker van de authentieke modellen zelf afkomstig is.

	2. De maker van de authentieke modellen betrekt de melding, bedoeld in
de artikelen 30, tweede lid, 31, of 32, tweede lid, bij de reguliere
actualisering van het model, bedoeld in artikel 7, derde lid, tenzij bij
een melding een verzoek is gedaan om het model tussentijds te
actualiseren en artikel 37, derde lid, van toepassing is.

	3. Onze Minister verwijdert de aantekening “in onderzoek” uit het
register inzake meldingen modellen tegelijk met de opneming van het
geactualiseerde authentieke model in de registratie ondergrond. Indien
de melding afkomstig is van een bestuursorgaan, bericht Onze Minister
dat bestuursorgaan over de wijze waarop de maker van de authentieke
modellen de melding bij de actualisering heeft betrokken.

Artikel 37

	1. Indien bij de melding, bedoeld in artikel 30, tweede lid, of 31 een
verzoek tot tussentijdse actualisering van het authentieke model is
gedaan, verricht de maker van de authentieke modellen onmiddellijk nader
onderzoek naar de melding.

	2. De maker van de authentieke modellen verstrekt de resultaten van het
nader onderzoek, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk veertien weken na
ontvangst van het verzoek tot tussentijdse actualisering aan Onze
Minister. Op basis van de resultaten van het nader onderzoek beslist
Onze Minister zo spoedig mogelijk op het verzoek tot tussentijdse
actualisering, maar niet later dan zestien weken na ontvangst van het
verzoek.

	3. Indien Onze Minister beslist om aan het verzoek tot tussentijdse
actualisering gevolg te geven, stelt hij de maker van de authentieke
modellen daartoe een termijn.

	4. Onze Minister maakt zijn beslissing op het verzoek tot tussentijdse
actualisering, bedoeld in het tweede lid, onmiddellijk bekend aan het
bestuursorgaan dat of de maker van de authentieke modellen die de
melding, bedoeld in artikel 30, tweede lid, of 31 heeft gedaan. De
beslissing op een zodanig verzoek is een besluit.

Artikel 38

	1. Indien tegen een besluit als bedoeld in artikel 34 bezwaar wordt
gemaakt of beroep wordt ingesteld, plaatst Onze Minister in de
registratie ondergrond bij het desbetreffende authentieke gegeven de
aantekening “in onderzoek”.

	2. Zodra op het bezwaar of het beroep onherroepelijk is beslist,
wijzigt Onze Minister indien nodig het authentieke gegeven of neemt dat
gegeven op en verwijdert hij de aantekening “in onderzoek”.

HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 39

	1. Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip levert de
beheerder van de Registratie Data en Informatie Nederlandse Ondergrond
dan wel het Bodemkundig Informatie Systeem de actuele gegevens en
modellen, bedoeld in de artikelen 19 tot en met 22, die deel uitmaken
van de genoemde informatiesystemen, als brondocument aan Onze Minister
ter inschrijving in het register brondocumenten ondergrond.

	2. Ten aanzien van een brondocument als bedoeld in het eerste lid
blijft artikel 10, eerste lid, buiten toepassing. De artikelen 11, 13 en
14 zijn op een dergelijk brondocument van overeenkomstige toepassing.

	3. Vanaf de inschrijving in het register brondocumenten ondergrond van
het brondocument, bedoeld in het eerste lid, is Onze Minister bronhouder
van dat brondocument.

Artikel 40

	1. Een bronhouder kan een krachtens artikel 9, eerste lid, aangewezen
brondocument dat dateert van vóór het tijdstip van inwerkingtreding
van de hoofdstukken 2 en 3 en de grondslag vormt voor een op dat
tijdstip actueel gegeven over een verkenning, gebruiksrecht of
constructie als bedoeld in de artikelen 19 tot en met 21 dat vóór dat
tijdstip niet was opgenomen in de informatiesystemen, bedoeld in artikel
39, eerste lid, uiterlijk tot vijf jaar na genoemd tijdstip aan Onze
Minister ter inschrijving aanbieden. In afwijking van artikel 11 vindt
inschrijving van dat brondocument plaats binnen twee werkdagen na
ontvangst van het brondocument. Artikel 10, eerste lid, blijft buiten
toepassing ten aanzien van een dergelijk brondocument.

	2. In afwijking van artikel 14, tweede lid, vindt de verwerking in de
registratie ondergrond van een gegeven als bedoeld in het eerste lid
plaats binnen twee werkdagen nadat het desbetreffende brondocument in
het register brondocumenten ondergrond is ingeschreven.

Artikel 41

Voor zover een krachtens artikel 9 aangewezen brondocument dat de
grondslag vormt voor een gegeven over een verkenning als bedoeld in
artikel 19, ontstaat in het kader van de uitvoering of het ontwerp en de
uitvoering van een werk waarvoor een bronhouder schriftelijk opdracht
heeft verleend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de krachtens
artikel 9 gegeven bepalingen tot aanwijzing van dat brondocument, zijn
de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11, niet van
toepassing tot drie jaar na dat tijdstip. 

Artikel 42

	Onze Minister zendt vier jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van
deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 43

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 44

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet basisregistratie ondergrond.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1