Enkele Europese samenwerkingsverbanden op defensiegebied waarbij Nederland niet is betrokken
Bijlage
Nummer: 2015D19159, datum: 2015-05-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag Raad Buitenlandse Zaken met de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie van 18 mei 2015 (2015D19141)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage
Naar aanleiding van het verzoek van het lid Eijsink tijdens het algemeen overleg over de Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie van 30 april jl., wordt in deze bijlage ingegaan op enkele Europese samenwerkingsverbanden op defensiegebied waarbij Nederland niet is betrokken.
Nordefco
Dit is een samenwerkingsverband op defensiegebied van Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden. Het betreft samenwerking op de gebieden van militaire capaciteiten, materieelprogramma’s, personeel en onderwijs, opleiding en training, en operaties. De landen werken bijvoorbeeld samen bij luchttransport, C-IED, cyber, simulatoren, mijnenbestrijding, de ontwikkeling van een bataljonstaakgroep, veteranenzorg, en in Afghanistan op het gebied van Medevac en de mentoring van het Afghaanse leger.
Visegrad-groep
Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije werken op uiteenlopende gebieden samen waaronder op defensiegebied. Daarbij streven zij naar samenwerking bij de versterking van defensiecapaciteiten, waaronder de gezamenlijke ontwikkeling en aanschaf van materieel en samenwerking op industriegebied, naar de samenstelling van multinationale eenheden, naar grensoverschrijdende samenwerking, en naar samenwerking bij opleidingen en training waaronder gezamenlijke oefeningen. Bij de meest recente bijeenkomst van de ministers van Defensie op 23 april jl. werden als kansrijke gebieden benoemd: gezamenlijke training en oefeningen, een gezamenlijke logistieke ondersteuningseenheid, bescherming tegen chemische, bacteriologische, radiologische en nucleaire wapens, Joint Terminal Attack Controllers en training voor speciale eenheden. Verder bestuderen de landen de gezamenlijke ontwikkeling van een nieuw pantservoertuig en de gezamenlijke luchtruimbewaking.
Frans-Britse samenwerking
Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben in 2010 met de ‘Lancaster House’ overeenkomsten afspraken gemaakt over een versterking van de defensiesamenwerking op uiteenlopende gebieden, waaronder materieel en terrorismebestrijding. Tevens is besloten tot de oprichting van een gezamenlijke operationele eenheid voor inzet in crisissituaties, de Combined Joint Expeditionary Force (CJEF). Het betreft een eenheid die per geval zal worden samengesteld uit beschikbare eenheden van beide marines, landmachten en luchtmachten als de situatie daar om vraagt. De CJEF kan worden ingezet in het kader van operaties van Navo, EU of VN maar ook als binationale operatie. De taken van de CJEF kunnen bijvoorbeeld betreffen een interventie in een crisisgebied, maar ook de evacuatie van eigen burgers of hulpverlening bij rampen. De CJEF moet in 2016 operationeel inzetbaar zijn en is in taken en opzet vergelijkbaar met de door het Verenigd Koninkrijk geleide Joint Expeditionary Force (JEF) in oprichting waaraan Nederland meedoet.
Duits-Poolse samenwerking
Behalve met Nederland werkt Duitsland intensief samen met vooral Frankrijk en Polen. Duitsland en Polen hebben in oktober 2014 een intentieverklaring getekend over de versterking van de onderlinge defensiesamenwerking, nadat in mei 2013 de marines van de twee landen dat al hadden gedaan. Het betreft onder meer samenwerking bij tank- en verkenningseenheden van de landmacht, eenheden voor inzet in hooggebergte en artillerie-eenheden. Verder heeft Polen Leopard-tanks van Duitsland overgenomen. Bij de marines gaat het onder meer om samenwerking op het gebied van onderzeeboten en geleide raketten. De twee landen zijn samen met Denemarken de leidende landen van het Navo-hoofdkwartier Multinational Corps North East in het Poolse Szczecin. In maart 2015 kondigden de ministers van Defensie van de twee landen aan dat een Duits bataljon onder Pools bevel zou worden gesteld en een Pools bataljon onder Duits bevel. Ook wordt gestreefd naar een geïntegreerde bemanning van een onderzeeboot.
Franse-Duitse samenwerking
Frankrijk en Duitsland werken op uiteenlopende gebieden samen. Het meest zichtbare resultaat van de Frans-Duitse defensiesamenwerking is de gezamenlijke infanteriebrigade van ongeveer 6.000 militairen. De brigade bestaat uit twee Franse en twee Duitse infanteriebataljons plus ondersteunende eenheden en de commandant is afwisselend een Franse of een Duitse officier. Deze eenheid is het voornaamste bestanddeel van het Eurokorps (zie onder). De brigade is enkele malen ingezet voor operaties op de Balkan en in Afghanistan.
Eurokorps
Het Eurokorps is een gezamenlijk legerkorpshoofdkwartier van België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Spanje en vanaf 2016 ook Polen. De Frans-Duitse brigade vormt de kern van het Eurokorps en daarnaast kunnen de genoemde landen eenheden ter beschikking stellen indien daar behoefte aan is. Het Eurokorps is maakt geen deel uit van de Navo of EU-structuren maar kan wel voor een bepaalde periode voor deze organisaties worden ingezet, zoals in het verleden is gebeurd voor ISAF in Afghanistan of de NATO Response Force.