[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Informele Sportraad 6 en 7 juli 2015 in Luxemburg

Bijlage

Nummer: 2015D27392, datum: 2015-07-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag sportonderdeel OJCS Raad 19 mei en geannoteerde agenda informele Sportraad 6-7 juli 2015 (2015D27390)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda Informele Sportraad 6 en 7 juli 2015 in Luxemburg

Introductie

Tijdens de informele sportraad onder het Luxemburgs voorzitterschap staan drie thema’s geagendeerd:

  1. de EU coördinatie en de representatie binnen de World Anti Doping Agency (WADA) en hoe de positie van de Europese Unie hierbinnen kan worden versterkt.

  2. Over de samenwerking tussen de sportwereld met zowel de nationale als Europese autoriteiten.

  3. Over de vraag hoe de coördinatie tussen de Europese Unie en de Raad van Europa op het gebied van sport kan worden verbeterd.

De uitwisseling van standpunten over punt 1 vinden plaats in het kader van de voorbereidingen van een mogelijke resolutie op de formele raad in november 2015.

De thematiek rondom de FIFA zal aan de orde komen onder punt 2.

  1. Agendapunt Beleidsdebat over de representatie en coördinatie van de Europese Unie in WADA

Achtergrond

Op basis van raadsconclusies van 4 december 2000 en 18 november 2010 over de strijd tegen doping en artikel 165 VWEU heeft de Europese Unie een inspannings­verplichting om een EU-standpunt in de internationale strijd tegen doping te coördineren. Hieronder valt ook de EU-inzet in de WADA bestuursvergaderingen. Uitgangspunt is dat Europa meer invloed kan uitoefenen op besluitvormings­processen in het WADA anti-dopingbeleid als er met één stem wordt gesproken. Er is afgesproken dat de huidige afspraken over representatie en coördinatie van de Europese Unie in WADA in 2015 geëvalueerd worden.

Het algemeen bestuur van WADA bestaat uit 38 leden die gelijkmatig zijn verdeeld tussen de sportorganisaties en overheden. Daarvan zijn 3 van de 18 overheidszetels beschikbaar voor de EU. De huidige regeling dateert van 1 januari 2013 en alleen in functie zijnde bewindslieden op het terrein van sport kunnen deze zetels innemen. In 2010 is afgesproken is dat de EU-zetels worden bezet volgens het TROIKA-principe:

  • Eén zetel voor één van de lidstaten uit het fungerende voorzitterschapstrio;

  • Eén zetel voor één van de lidstaten uit het toekomstige voorzitterschapstrio;

  • En één gezamenlijke expert door de lidstaten.

Het is de taak van het vigerend EU voorzitterschap (in 2016 Nederland) om de EU standpuntbepaling in de Raadsformaties voor te bereiden en te coördineren. Volgens de huidige regeling vertegenwoordigen Luxemburg en Malta de voorzitterschapstrio’s en België heeft de gezamenlijke expert geleverd tot en met 2015.

Ten aanzien van de onderwerpen die tot de competentie van de EU behoren zal het Voorzitterschap een EU-standpunt coördineren. De EU kan op het terrein van doping verder alleen aanvullend en ter ondersteuning van de lidstaten optreden. Zo vindt er op verzoek van lidstaten over nominaties en budgettaire zaken overleg plaats. Het is tevens van belang dat bij de totstandkoming van het EU-standpunt op het terrein van doping rekening wordt gehouden met de posities van de overige Europese landen en de Europese Anti-Doping Conventie van de Raad van Europa. Deze Raad heeft één zetel in het WADA-bestuur. De coördinatie voor de RvE-inbreng in het WADA-bestuur verloopt via CAHAMA (Ad Hoc European Committee for the World Anti-Doping Agency).

Inzet Nederland

  • Nederland vindt de strijd tegen doping en het gezamenlijk mondiaal optrekken van sport en overheden erg belangrijk.

  • Nederland kan zich vinden in het huidige systeem van vertegenwoordiging in WADA. Van belang is dat de continuïteit en expertise over dopingbeleid van de EU-vertegenwoordigers gewaarborgd is.

  • Van Nederlandse zijde is er bijzondere aandacht voor de opvatting van lidstaten over de rol van het voorzitterschap, mede gezien het aankomend Nederlands voorzitterschap, en de verkiezingsprocedure voor de gezamenlijke expert.

  • Nederland kan zich vinden in de coördinatie van het EU-standpunt zoals nu gebeurt in de Raadsformaties voorafgaand aan de WADA bestuursvergaderingen.

  • Nederland zal aandacht vragen voor het feit dat de EU en de Raad van Europa-vertegenwoordigers beide Europa vertegenwoordigen, waarbij met één stem zou moeten worden gesproken.

  • Nederland zal de discussie in deze Raad aanhoren en aangeven eerst de geplande evaluatie hierover af te willen wachten alvorens een definitief standpunt in te nemen. Tijdens de formele raad op 24 november 2015 zal een definitief standpunt worden ingenomen.

  1. Agendapunt Beleidsdebat betrekkingen tussen nationale overheidsinstanties en de sportwereld

Achtergrond

Het debat over de betrekkingen tussen nationale overheidsinstanties en de sportwereld zal deels worden bijgewoond door vertegenwoordigers van internationale sportorganisaties. In 3 workshops komen vervolgens de problematiek rondom de FIFA, de inbreng van sportorganisaties in het beleidsproces (gestructureerde dialoog) inclusief de follow-up van raadsconclusies en resoluties aan de orde.

FIFA

Niet alleen Nederland maakt zich ongerust over de situatie rondom de FIFA. Vanuit diverse lidstaten is gevraagd de situatie rondom FIFA aan de orde te stellen op de informele Raad. Naast de direct betrokken landen bij de gunning van de WK voetbal 2018 en 2022 (België, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) zijn ook andere lidstaten en de Europese Commissie bezorgd over het gebrek aan goed bestuur binnen de FIFA.

Met de lidstaten en de Commissie zal bezien worden of en in welke vorm een politiek signaal moet worden voorbereid met respect voor de eigen autonomie van de sport. Nederland zal aangegeven dat tijdens het Nederlands voorzitterschap aandacht zal worden geschonken aan de integriteit van de sport met aandacht voor de toewijzing van grote sportevenementen

Ten aanzien van mogelijke stappen in verband met de gunningsprocedure van de WK’s voetbal in 2018 en 2022 is het standpunt van Nederland dat wij eerst de resultaten van de Zwitserse en Amerikaanse onderzoeken naar corruptie bij de FIFA afwachten. Wel zal tijdens de informele raad contact gezocht worden met die Europese landen die destijds ook bij de gunning betrokken zijn geweest.

Gestructureerde dialoog en samenwerking met sportorganisaties

Een gestructureerde uitwisseling van gedachten over de EU-samenwerking op sportgebied met alle betrokken in de sportsector is van groot belang. Dat wordt door alle lidstaten onderschreven in de resolutie die onder het Belgisch Voorzitterschap in 2010 is aanvaard. Op dit moment is de gestructureerde dialoog vooral een instrument van de Europese Commissie via het EU Sportforum. Op het niveau van de gezamenlijke lidstaten is het beperkt tot een korte bijeenkomst voorafgaand aan de formele raad. De onderwerpen, de deelnemerslijst en de timing van de dialoog worden bepaald door de agenda van het vigerende Voorzitterschap.

Inzet Nederland

  • Nederland wil actief bijdragen aan dit debat over de samenwerking tussen de sportwereld en de nationale en de Europese autoriteiten.

  • Nederland vindt de gestructureerde dialoog op het niveau van de gezamenlijke lidstaten met de sportwereld van belang ook om thema’s als integriteit in de sport te bespreken.

  • Integriteit in de sport is dan ook één van de thema’s tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap, met aandacht voor doping, matchfixing, goed bestuur en transparantie bij de toewijzing van grote sportevenementen

  • Nederland is bereid om tijdens het voorzitterschap de gestructureerde dialoog van gezamenlijke lidstaten met de sport te intensiveren en overweegt een extra bijeenkomst te organiseren bij de start van het voorzitterschap, waarin de sportorganisaties geïnformeerd worden over de Nederlandse prioriteiten in het voorzitterschap.

  • Een meer periodiek gestructureerd overleg tussen EU en sportorganisaties biedt gelegenheid tot een voortgaande uitwisseling over prioriteiten, uitvoering en follow-up van de EU inzet op het gebied van sport. Uiteraard rekening houdend met de eigenheid van sport (artikel 165 Verdrag van Lissabon) en bezien in het licht van de subsidiariteit.

  • De Europese Commissie en de lidstaten kunnen de uitkomsten van de dialoog gebruiken om te anticiperen op ontwikkelingen in de sport daarbij rekening houdend met de eigenheid van sport en het subsidiariteitsbeginsel.

  • Nederland kan zich vinden in de opvatting van het Luxemburgs Voorzitterschap dat de effectiviteit van raadsbesluiten kan worden verbeterd indien er met sportwereld gewerkt wordt aan een follow-up ervan bijvoorbeeld via ‘joint declarations’, een gezamenlijk pledgeboard met sportorganisaties.

  • Hierover zal nationaal afstemming plaatsvinden met NOC*NSF.

  1. Agendapunt Beleidsdebat betrekkingen op sportgebied tussen de Europese Unie en Raad van Europa

Achtergrond

Overleg vindt plaats over het verbeteren van de coördinatie tussen de Europese Unie en de Raad van Europa op het gebied van Sport. Er is de laatste jaren betere afstemming bereikt tussen de EU en de Raad van Europa over die onderwerpen waar onderling raakvlak is, zoals ondermeer op het vlak van doping, matchfixing, supportersgeweld en goed bestuur. Deze afstemming geschiedt door overleg, inzet van elkaars experts en door uitvoering van projecten van de Raad van Europa binnen het EU Erasmus+ programma. In verschillende raadswerkgroepen is door lidstaten gevraagd voor een verdere aanscherping van de samenwerking gebaseerd op duidelijke afspraken over rolverdeling op diverse niveaus (Raad EU, Europese Commissie, Raad van Europa, EPAS) en ondersteuning. Dit is om overlap van werkzaamheden en ondersteuning te voorkomen.

Inzet Nederland

  • Nederland is van mening dat er sprake is van een toegevoegde waarde als de Europese Unie, Europese Commissie, de Raad van Europa en EPAS op het terrein van sport met elkaar afstemmen, samenwerken en elkaar versterken.

  • Mogelijke overlap en tegenstrijdigheden kunnen worden voorkomen door beleidsplannen, programma’s en activiteiten van de organisaties op elkaar af te stemmen, rekening houdend met elkaars rechtsgrondslag en expertise.

  • Nederland is van mening dat samenwerking van de EU met de Raad van Europa alleen meerwaarde heeft op het terrein van grensoverschrijdende thema’s, goed bestuur en integriteit in de sport en de conventies van de Raad van Europa op het terrein van doping, matchfixing, bestrijding van supportersgeweld bij grote sportevenementen.

  • Nederland is er voorstander van dat de samenwerking en afstemming verder uitgewerkt wordt in een voorstel dat op DG niveau verder besproken wordt leidend tot een heldere samenwerkingsovereenkomst tussen beide instituties.