[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34276 ARvS inzake Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2014, L 359) en om uitvoering te geven aan de door de OESO ontwikkelde Common Reporting Standard (Wet uitvoering Common Reporting Standard)

Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2014, L 359) en om uitvoering te geven aan de door de OESO ontwikkelde Common Reporting Standard (Wet uitvoering Common Reporting Standard)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2015D33400, datum: 2015-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z16366:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


No.W06.15.0175/III	's-Gravenhage, 3 juli 2015

Bij Kabinetsmissive van 5 juni 2015, no.2015000983, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Financiƫn, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de internationale
bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES
in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/107/EU van de Raad
van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft
verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied
(PbEU 2014, L359) en om uitvoering te geven aan de door de OESO
ontwikkelde Common Reporting Standard (Wet uitvoering Common Reporting
Standard), met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet voorziet in de implementatie van Richtlijn
2014/107/EU (hierna: de Wijzigingsrichtlijn) en van identificatie- en
rapportagestandaarden (de zogenoemde Common Reporting Standard: CRS) die
door de OESO zijn ontwikkeld voor de automatische uitwisseling van
bepaalde financiƫle gegevens tussen staten. 

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan
de Tweede Kamer te zenden, maar acht op onderdelen een nadere
toelichting op het voorstel en aanpassing ervan aangewezen. Bepaalde
rekeningen en financiƫle instellingen, die een laag risico hebben om te
worden gebruikt voor belastingontduiking, kunnen worden uitgezonderd van
de verplichting tot gegevensverstrekking. Voor de aanwijzing van de
rekeningen en instellingen die daarvoor in aanmerking komen ontbreekt
echter een wettelijke grondslag en de toelichting maakt bovendien niet
duidelijk om welke rekeningen en instellingen het gaat. Daarnaast schiet
de transponeringstabel tekort, aangezien het voor een groot aantal
onderdelen van de Wijzigingsrichtlijn zeer lastig is om na te gaan of en
zo ja waar implementatie plaatsvindt.

1.	Inleiding

Het voorstel strekt ertoe ā€œrapporterende financiĆ«le instellingenā€
te verplichten om met betrekking tot bepaalde ā€œte rapporteren
personenā€ bepaalde financiĆ«le gegevens inzake een ā€œte rapporteren
rekeningā€ (bijvoorbeeld saldi van bankrekeningen die worden
aangehouden door in het buitenland wonende personen), te verstrekken aan
de Belastingdienst. De Belastingdienst wisselt deze gegevens vervolgens
automatisch uit met de (lid)staat waar (in dit voorbeeld) de houder van
de rekening woont. Bij het vaststellen of sprake is van een rekening
waarover moet worden gerapporteerd, worden financiƫle instellingen
verplicht om de in de Wijzigingsrichtlijn en in de CRS voorgeschreven
identificatie- en rapportagestandaarden toe te passen. Voor het in
Europa gelegen deel van Nederland vindt implementatie (van de
Wijzigingsrichtlijn en de CRS) plaats in de Wet op de internationale
bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) en daarop
gebaseerde regelgeving. Voor de BES-eilanden vindt implementatie van de
CRS plaats in de Belastingwet BES (BelBES). 

2.	Uitgezonderde rekeningen/niet-rapporterende financiƫle instellingen

De verplichting om aan de Belastingdienst gegevens te verstrekken geldt
niet met betrekking tot gegevens over ā€œuitgezonderde rekeningenā€ als
bedoeld in de Wijzigingsrichtlijn. Bij deze uitgezonderde rekeningen
gaat het, voor zover hier van belang, om ā€œrekeningen met een laag
risico om te worden gebruikt voor belastingontduikingā€. Deze
rekeningen met een laag risico dienen volgens de Wijzigingsrichtlijn te
zijn opgenomen op een lijst die uiterlijk 31 juli 2015 aan de Europese
Commissie ter beschikking moet zijn gesteld.

Voorts geldt de verplichting tot gegevensverstrekking niet voor een
ā€œniet-rapporterende financiĆ«le instellingā€ als bedoeld in de
Wijzigingsrichtlijn. Daarbij gaat het, voor zover hier van belang, om
ā€œentiteiten met een laag risico om te worden gebruikt voor
belastingontduikingā€. Ook deze entiteiten met een laag risico dienen
volgens de Wijzigingsrichtlijn te zijn opgenomen op de lijst voor de
Europese Commissie.

De toelichting op het voorstel vermeldt dat Nederland uiterlijk 31 juli
2015 deze lijst met uitgezonderde rekeningen en entiteiten aan de
Europese Commissie ter beschikking stelt. 

a.	De Afdeling merkt op dat in de definitiebepalingen van
ā€œuitgezonderde rekeningenā€ en ā€œniet-rapporterende financiĆ«le
instellingenā€ weliswaar wordt verwezen naar deze door Nederland op te
stellen lijst, maar dat daarmee nog geen wettelijke grondslag bestaat
voor het aanwijzen van de rekeningen en entiteiten die op lijst komen.
Deze grondslag en de criteria die daarbij dienen te worden gehanteerd,
dienen alsnog in het voorstel te worden opgenomen. Voor het in Europa
gelegen deel van Nederland dienen die criteria overeen te komen met de
in de Wijzigingsrichtlijn gehanteerde criteria. Voor de BES-eilanden is
die overeenstemming met de Wijzigingsrichtlijn niet noodzakelijk
(aangezien de verplichtingen van de Wijzigingsrichtlijn niet gelden voor
de BES-eilanden), maar lijkt die overeenstemming wel de bedoeling van
het voorstel te zijn (door het van overeenkomstige toepassing verklaren
van de voor het in Europa gelegen deel van Nederland geldende definities
van ā€œuitgezonderde rekeningenā€ en ā€œniet-rapporterende financiĆ«le
instellingenā€).

De Afdeling adviseert bedoelde grondslag en criteria, zowel voor het in
Europa gelegen deel van Nederland als voor de BES-eilanden, in het
voorstel op te nemen.

b.	Daarnaast merkt de Afdeling op dat de toelichting niet duidelijk
maakt om welke uitgezonderde rekeningen en entiteiten het concreet gaat.
Die duidelijkheid zal er voor het in Europa gelegen deel van Nederland
inmiddels zijn, nu de toelichting vermeldt dat Nederland de lijst
uiterlijk op 31 juli 2015 aan de Europese Commissie ter beschikking
stelt. Door het voor de BES-eilanden van overeenkomstige toepassing
verklaren van de relevante artikelen van de WIB, lijkt het voor de
BES-eilanden om dezelfde rekeningen en entiteiten te gaan. Duidelijk is
dat echter niet. Bovendien komt de vraag op of er ook sprake is van
specifiek voor de BES-eilanden geldende rekeningen en entiteiten, die
immers niet vermeld zullen staan op de lijst voor de Europese Commissie.
Ook hierover is de toelichting niet duidelijk.

De Afdeling adviseert in de toelichting aan te geven welke de
uitgezonderde rekeningen en entiteiten zijn, zowel voor het in Europa
gelegen deel van Nederland als voor de BES-eilanden.

3.	Verhouding Wijzigingsrichtlijn/BES-eilanden

De toelichting maakt duidelijk dat het merendeel van de bepalingen van
de Wijzigingsrichtlijn voortvloeit uit het overnemen van de door de OESO
ontwikkelde CRS. Daarbij zijn in de Wijzigingsrichtlijn, voor zover in
de CRS (en in het OESO-commentaar daarop) aan staten keuzeruimte is
gelaten, voor de EU-lidstaten keuzes gemaakt die een consistente
toepassing binnen de EU garanderen.

De Afdeling merkt op dat het in EU-verband maken van keuzes te begrijpen
valt vanuit een oogpunt van consistente toepassing (binnen de EU) van de
CRS. De toelichting maakt echter niet duidelijk waarom die keuzes ook
voor de BES-eilanden de beste keuzes zijn. Voor het Caribische deel van
Nederland is immers een consistente toepassing binnen de EU niet aan de
orde, terwijl in dat deel van Nederland bovendien sprake is van (handel
met) andere rechtsgebieden, en derhalve andere keuzes gerechtvaardigd
kunnen zijn. Niet duidelijk is of de bestuurscolleges van de
BES-eilanden hierover zijn geraadpleegd, welke opmerkingen zij daarover
naar voren hebben gebracht en wat daarop de reactie van de regering is.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het vorenstaande in te gaan
en zo nodig het voorstel aan te passen. 

4.	Verschillen Wijzigingsrichtlijn/WIB

In het voorstel bestaat op enkele punten een verschil in terminologie
tussen de voorgestelde wijzigingen van de WIB en de dienovereenkomstige
bepalingen van de Wijzigingsrichtlijn. Deze verschillen zijn overigens
eerst te vinden na een lastige zoektocht naar de bepalingen van de
Wijzigingsrichtlijn waar de desbetreffende artikelen van het voorstel op
zijn gebaseerd (zie daarover ook adviesopmerking 5 hierna). 

a.	Zo gebruikt het voorstel in de definitie van ā€œte rapporteren
persoonā€ op drie plaatsen het begrip ā€œentiteitā€ waar de
Wijzigingsrichtlijn steeds het beperktere begrip ā€œondernemingā€
gebruikt. Daarnaast is in het voorstel op verschillende plaatsen sprake
van het gebruik van het begrip ā€œpersoon uit een deelnemend
rechtsgebiedā€ waar de Wijzigingsrichtlijn het beperktere ā€œpersoon
van een lidstaatā€ gebruikt. De toelichting op de desbetreffende
artikelen van het voorstel gaat niet op deze verschillen in, maar
verwijst wel naar het OESO-commentaar op de CRS. Indien deze verwijzing
is bedoeld om de keuze voor een ruimer begrip (ruimer dan
Europeesrechtelijk noodzakelijk is) te verklaren, dan dient dit (minder
impliciet dan thans het geval), in de toelichting tot uitdrukking te
worden gebracht.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het vorenstaande in te gaan. 

b.	Ingevolge de Wijzigingsrichtlijn dient, in het geval van een
kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering, in de waarde daarvan
ook de geldswaarde of waarde bij afkoop te worden begrepen. Ook de
toelichting op het voorstel duidt daar op, maar dit is niet in de tekst
van het voorstel tot uitdrukking gebracht.

De Afdeling adviseert het voorstel aan te passen door het in
overeenstemming met de tekst van de Wijzigingsrichtlijn te brengen.

c.	De Wijzigingsrichtlijn omschrijft de met betrekking tot een
bewaarrekening te verstrekken gegevens als het ā€œgestorte of
bijgeschreven totale brutobedrag aan rente, totale brutobedrag aan
dividenden en totale brutobedrag aan overige inkomstenā€. Ook de
toelichting hanteert deze formulering, terwijl het voorstel de
navolgende formulering kent: het ā€œgestorte of bijgeschreven totale
brutobedrag aan rente, dividenden en overige inkomstenā€. Niet
duidelijk is waarom het voorstel afwijkt van de Wijzigingsrichtlijn, te
meer niet nu daarmee onduidelijkheid kan ontstaan over de vraag of het
gaat om ƩƩn brutobedrag (het voorstel duidt daar op) of om drie
brutobedragen (waar de Wijzigingsrichtlijn op duidt).

De Afdeling adviseert het voorstel aan te passen door het in
overeenstemming met de tekst van de Wijzigingsrichtlijn te brengen.  

5.	Transponeringstabel	

In de transponeringstabel is aangeduid dat artikel 1, tweede lid,
onderdeel b, van de Wijzigingsrichtlijn is geĆÆmplementeerd ā€œin de
artikelen 2a en 6c en afdeling 4A van de WIBā€. De Afdeling merkt
hierover het volgende op. 

Bij genoemd onderdeel b van de Wijzigingsrichtlijn gaat het om de kern
van het voorstel. Die kern betreft niet alleen het in dat onderdeel b
opgenomen nieuwe artikel 3bis, maar ook de 21 pagina’s tekst van de
bijlagen I en II bij de Wijzigingsrichtlijn. Mede omdat de voorgestelde
wijzigingen van de WIB niet de volgorde en de systematiek van die
bijlagen kennen, is het, zonder een duidelijke transponeringstabel, zeer
lastig om na te gaan welke onderdelen van genoemd onderdeel b en van die
bijlagen I en II op welke plaatsen in de WIB (of in de algemene
maatregel van bestuur) zijn (of zullen worden) geĆÆmplementeerd.
Daarnaast is het ook niet duidelijk of en zo ja waar uitvoering is
gegeven aan facultatieve bepalingen van de Wijzigingsrichtlijn. Het
alleen in de artikelsgewijze toelichting verwijzen naar een bepaling van
de Wijzigingsrichtlijn waar het desbetreffende artikel de implementatie
van vormt (hetgeen hier en daar gebeurt) biedt nauwelijks soelaas.

De Afdeling adviseert om de transponeringstabel aan te vullen en
inzichtelijk te maken op welke plaatsen in de WIB (of in de algemene
maatregel van bestuur) artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de
Wijzigingsrichtlijn, daaronder begrepen de bijlagen I en II bij de
Wijzigingsrichtlijn, zijn (of zullen worden) geĆÆmplementeerd.

6.	Inwerkingtreding

De Afdeling merkt op dat de toelichting op artikel III
(inwerkingtreding) niet ingaat op de gevolgen van de inwerkingtreding
van de Wet raadgevend referendum (Wrr) voor de inwerkingtreding van dit
voorstel. Nu zowel de voorgestelde wijziging van de BelBES als de
implementatie van de CRS met het oog op de automatische uitwisseling van
financiƫle gegevens met andere CRS-staten dan EU-lidstaten, niet
rechtstreeks voortvloeien uit de Wijzigingsrichtlijn, is er geen sprake
van een uitzondering op grond van artikel 5, onder e, van de Wrr.

De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen.

7.	De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele
bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de
Raad van State betreffende no.W06.15.0175/III

Nu in het bestaande artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de WIB al
een definitie is opgenomen van het begrip ā€œNederlandā€ en het
voorstel het begrip ā€œland Nederlandā€ thans introduceert in de WIB
(zie onder meer onderdeel f, onder 2°, van het in artikel I, onderdeel
B, voorgestelde artikel 2a, eerste lid), in dit artikel 2a, eerste lid,
van de WIB tevens een definitie opnemen van het begrip ā€œland
Nederlandā€ (vergelijk ook artikel 2, derde lid, onderdeel d, van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen), zodat mogelijke verwarring wordt
voorkomen.

In het in artikel I, onderdeel B, van het voorstel opgenomen artikel 2a,
eerste lid, onderdeel g, (nieuw) van de WIB de zinsnede ā€œniet zijnde
een uitgezonderde rekeningā€ wijzigen in ā€œniet zijnde een
uitgezonderde rekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel
C, onder 17, van Richtlijn 2011/16/EUā€, en onderdeel h van genoemd
eerste lid schrappen.

In het in artikel I, onderdeel B, van het voorstel opgenomen artikel 2a,
eerste lid, onderdeel k, onder 2°, van de WIB ā€œeen bestaande
rekeningā€ wijzigen in ā€œeen financiĆ«le rekeningā€, in
overeenstemming met bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 9, b),
van de Wijzigingsrichtlijn. 

In het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 2a, eerste lid,
onderdeel l, van de WIB ā€œeen nieuwe rekeningā€ wijzigen in ā€œeen
financiĆ«le rekeningā€, in overeenstemming met bijlage I, sectie VIII,
onderdeel C, onder 10, van de Wijzigingsrichtlijn.

Voorzien in een aanpassing van artikel 25 van de WIB, aangezien de
daarin opgenomen zinsnede ā€œof inzake inkomsten en vermogens onder een
minimumbedragā€ vervalt ingevolge het in artikel 1, tweede lid,
onderdeel a, van de Wijzigingsrichtlijn opgenomen artikel 8, derde lid,
eerste volzin, van Richtlijn 2011/16/EU.

In de transponeringstabel de toelichting op artikel 1, eerste lid, derde
volzin, van de Wijzigingsrichtlijn aanpassen, aangezien bedoelde volzin
een te implementeren bepaling bevat, en van een opdracht voor de
Europese Commissie (en voor de lidstaten) dus geen sprake is, en
bedoelde volzin evenmin deels door de Wbp wordt bestreken.

 	Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging
van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische
uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2014, L 359).

 	Gedefinieerd in het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel a,
van de WIB (artikel I, onderdeel B), welke definitie ingevolge het
voorgestelde artikel 8.133a van de Belastingwet BES (BelBES) (artikel
II) van overeenkomstige toepassing is voor de BES-eilanden.

 	Zie de voorgestelde artikelen 10b tot en met 10f van de nieuwe
Afdeling 4A (Verplichtingen ten behoeve van de automatische verstrekking
van inlichtingen volgens de Common Reporting Standard) van de WIB
(artikel I, onderdeel E) en het voorgestelde artikel 8.133a van de
BelBES (artikel II). 

 	Gedefinieerd in het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel n,
van de WIB (artikel I, onderdeel B), welke definitie ingevolge het
voorgestelde artikel 8.133a van de BelBES (artikel II) van
overeenkomstige toepassing is voor de BES-eilanden.

 	Gedefinieerd in het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel m,
van de WIB (artikel I, onderdeel B), welke definitie ingevolge het
voorgestelde artikel 8.133a van de BelBES (artikel II) van
overeenkomstige toepassing is voor de BES-eilanden.

 	Ingevolge het voorgestelde artikel 6c van de WIB (voor lidstaten) en
het bestaande artikel 6 van de WIB (voor andere staten dan lidstaten).
Voor de BES-eilanden ingevolge het bestaande artikel 8.126 van de
BelBES.

 	Zie het voorgestelde artikel 10a, eerste volzin, van de WIB (artikel
I, onderdeel E), welke artikel ingevolge het voorgestelde artikel 8.133a
van de BelBES (artikel II) van overeenkomstige toepassing is voor de
BES-eilanden. 

 	Gedefinieerd in het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel h,
van de WIB (artikel I, onderdeel B), welke definitie ingevolge het
voorgestelde artikel 8.133a van de BelBES (artikel II) van
overeenkomstige toepassing is voor de BES-eilanden.

 	Bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 17, g), bij de
Wijzigingsrichtlijn.

 	Ingevolge het in artikel 1, tweede lid, onderdeel e, van de
Wijzigingsrichtlijn opgenomen nieuwe artikel 7bis, eerste alinea, van
Richtlijn 2011/16/EU. 

 	Gedefinieerd in het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel d,
van de WIB (artikel I, onderdeel B), welke definitie ingevolge het
voorgestelde artikel 8.133a van de BelBES (artikel II) van
overeenkomstige toepassing is voor de BES-eilanden. Het gaat daarbij
onder meer om - ruwweg - overheidsinstanties, internationale
organisaties en pensioenfondsen. 

 	Bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 1, c), bij de
Wijzigingsrichtlijn.

 	Toelichting op het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdelen d
en g, van de WIB (artikel I, onderdeel B). 

 	Het gaat daarbij (voor uitgezonderde rekeningen) om de criteria van
bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 17, g), bij de
Wijzigingsrichtlijn en (voor uitgezonderde entiteiten) om de criteria
van bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 1, c), bij de
Wijzigingsrichtlijn. 

 	Toelichting, paragraaf 3.2, eerste tekstblok.

 	Het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel n, onder 1° en
2°, van de WIB (artikel I, onderdeel B). 

 	Bijlage I, sectie VIII, onderdeel D, onder 2, i) en ii), bij de
Wijzigingsrichtlijn.

 	Zie bijvoorbeeld het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, onderdeel o,
onder 1° en 2°, van de WIB (artikel I, onderdeel B).

 	Bijlage I, sectie VIII, onderdeel D, onder 3, eerste volzin, bij de
Wijzigingsrichtlijn.

 	Bijlage I, sectie I, onderdeel A, onder 4, bij de Wijzigingsrichtlijn.

 	Zie het voorgestelde artikel 10b, eerste lid, onderdeel f, van de WIB
(artikel I, onderdeel E) en de toelichting daarop (achtste tekstblok).

 	Bijlage I, sectie I, onderdeel A, onder 5, a), bij de
Wijzigingsrichtlijn.

 	Zie het voorgestelde artikel 10c, eerste lid, onderdeel a, onder 1°,
van de WIB (artikel I, onderdeel E) en de toelichting daarop (eerste
tekstblok).

 	Toelichting, paragraaf 7 (Transponeringstabel).

 	In essentie geĆÆmplementeerd in de voorgestelde artikelen 6c, eerste
lid, en 10a, eerste volzin, van de WIB (artikel I, onderdeel D
respectievelijk onderdeel E).

 	Zo benoemt de toelichting op artikel I, onderdeel E (artikel 10a), van
het voorstel - voor de inhoud van de algemene maatregel van bestuur -
slechts de secties III, IV, V en VI van bijlage I. Echter, ook sectie II
(alleen A tot en met C) alsmede sectie VII van bijlage I bevatten
voorschriften (waarvan niet duidelijk is waar die worden
geĆÆmplementeerd). Dat geldt ook voor bijlage II, onder 1, 2 en 6. 

	Anderzijds bevat sectie I van bijlage I uitsluitend voorschriften die
niet in de algemene maatregel van bestuur worden geĆÆmplementeerd maar
in de WIB zelf. Dat geldt (grotendeels) ook voor sectie VIII van bijlage
I; van deze sectie VIII is met betrekking tot de onderdelen C (onder 11
tot en met 16) en E (onder 2, 5 en 6) daarentegen niet duidelijk waar
deze worden geĆÆmplementeerd. 

 	Zie bijvoorbeeld de facultatieve onderdelen D en E van bijlage I,
sectie II, bij de Wijzigingsrichtlijn.

 PAGE   1 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

........................................................................
...........

AAN DE KONING