Advies Afdeling advisering Raad van State
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2016
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2015D33787, datum: 2015-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2015Z16147:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: E.D. Wiebes, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2015-09-15 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-09-16 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-10-08 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2015-10-15 14:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2016 (34300-B) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2015-11-17 20:15: Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (34 300-VII) Eerste Termijn Kamer (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2015-11-18 15:30: Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (34 300-VII) Voortzetting (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2015-12-03 18:15: Stemmingen (over alle begrotingen (amendementen en wetsvoorstellen), behalve de begroting Economische Zaken (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W04.15.0289/I 's-Gravenhage, 7 september 2015
Bij Kabinetsmissive van 28 augustus 2015, no.2015001428, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds (B) voor het jaar 2016, met memorie van toelichting.
Artikel 3 van het wetsvoorstel stelt voor het uitkeringsjaar 2016 onder andere het verplichtingenbedrag vast ter zake van de integratie-uitkering sociaal domein als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet (Fvw).
Artikel 5, tweede lid, Fvw bepaalt dat in de begroting integratie-uitkeringen als verplichting kunnen worden opgenomen om aan gemeenten te worden uitgekeerd op een andere wijze dan door middel van de algemene uitkering. Ingevolge artikel 13, eerste lid, Fvw wordt de verdeling van integratie-uitkeringen bij algemene maatregel van bestuur (amvb) geregeld; dat geldt ook voor de wijze van verdeling en de wijze van vaststellen van het volume. Artikel 13, derde lid, Fvw bepaalt dat integratie-uitkeringen binnen een bij de amvb te bepalen termijn worden opgenomen in de algemene uitkering. Eén en ander is uitgewerkt in het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen.
Bij de bestuurlijke afspraken die in 2014 tussen Rijk en Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn gemaakt na het intrekken van het wetsvoorstel voor het deelfonds sociaal domein, is in het kader van de decentralisatie van taken in het sociale domein gesproken over een integratie-uitkering sociaal domein.1 Deze afspraken hebben echter niet geleid tot aanpassing van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Dat Besluit kent dan ook geen integratie-uitkeringen met betrekking tot het sociale domein. Verder is noch in de Fvw, noch in de daarop gebaseerde regelgeving een grondslag gecreëerd voor het maken van onderscheid tussen integratie-uitkeringen in het sociale domein en de overige integratie-uitkeringen, zoals in het voorliggende begrotingsvoorstel gebeurt.
Tegen die achtergrond adviseert de Afdeling het wetsvoorstel aan te passen in die zin dat in artikel 3 niet wordt gerefereerd aan de integratie-uitkering sociaal domein en deze uitkering (inclusief het daarvoor geraamde bedrag) onder te brengen bij de (overige) integratie-uitkeringen.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
Kamerstukken II 2013/14, 33 935, nr. 7 en bijlage.↩︎