[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Informele Sportraad op 6 en 7 juli 2015

Bijlage

Nummer: 2015D34123, datum: 2015-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Informele Sportraad op 6 en 7 juli 2015 (2015D34122)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de Informele Sportraad 6 en 7 juli 2015 in Luxemburg

Tijdens de informele Sportraad is de EU coördinatie en vertegenwoordiging in de WADA (World Anti Doping Agency) besproken. Luxemburg gaf aan te streven naar een resolutie over deze vertegenwoordiging tijdens de formele raad. Meeste lidstaten kunnen zich vinden in de huidige regeling, maar staan open voor mogelijke verbeteringen. Daarnaast is de samenwerking tussen nationale overheden, Europese autoriteiten en de sportwereld aan de orde gesteld. Ook de huidige ontwikkelingen binnen de FIFA werden daarin meegenomen. Meerdere lidstaten benadrukten dat zij zich grote zorgen maken over de huidige ontwikkelingen en het ontbreken van goed bestuur bij de FIFA. Deze ontwikkelingen tasten het imago en de positieve waarden van de sport aan. Vertegenwoordigers van de sportwereld gaven aan dat de samenwerking noodzakelijk is om de uitdagingen waar de sportwereld voor staat het hoofd te bieden.

Ten slotte is de versterking van de samenwerking en verbetering van de afstemming tussen de Europese Unie en de Raad van Europa op het terrein van sport besproken. Lidstaten gaven aan dat hier nog vooruitgang op te boeken is.

Luxemburgs minister voor Sport, Romain Schneider, presenteerde de Luxemburgse prioriteiten:

  • EU representatie in WADA;

  • Lichamelijke opvoeding en fysieke activiteiten op scholen en de motorische ontwikkeling van jonge kinderen;

  • Duale Carrière van atleten

  • Ondertekening EU van de matchfixing conventie van de Raad van Europa.

  • Sociale integratie in en door sport

Luxemburg wil deze punten benaderen vanuit de positieve waarden die sport heeft voor de samenleving.

EU Commissaris Tibor Navracsics informeerde de raad over de voornemens om te komen tot meer vereenvoudigde procedures voor het aanvragen van internationale breedtesport projecten binnen het Erasmus+ programma. Ook meldde hij het initiatief van het instellen van twee high level expert groepen door de Commissie om op het terrein van sportdiplomatie en de sociaal-maatschappelijke betekenis van breedtesport te komen tot concrete aanbevelingen in juni 2016. Verder presenteerde hij de eerste Europese Week van de Sport die zal plaatsvinden van 7-13 september 2015 in nagenoeg alle lidstaten met specifieke internationale evenementen in Brussel en Luxemburg. Voetballers Clarence Seedorf en Steven Gerrard, kleiduifschieter Danka Barteková en Paralympisch alpine skiër Marie Bochet worden ingezet als ambassadeur om de breedtesport en de positieve waarden van sport te promoten.

Debat over de EU representatie in WADA

In de resolutie over de EU representatie in WADA van 2011 is afgesproken dat de vertegenwoordiging eind 2015 geëvalueerd wordt. Luxemburg gaf aan te streven naar een herziening van deze resolutie op de formele sportraad van 24 november 2015.

Luxemburg, raadssecretariaat en lidstaten benadrukten het belang van een sterke EU vertegenwoordiging waarbij de samenstelling van de vertegenwoordigers niet teveel wisselt. De meeste landen meldden dat het huidige systeem nu goed werkt – beter dan eerdere vormen van vertegenwoordiging, maar dat verbeteringen mogelijk en bespreekbaar zijn. De huidige manier van de EU coördinatie verloopt eveneens goed, inclusief de afstemming met CAHAMA en de Council of Europe (2 zetels in WADA), met name vanwege het spreken met één stem door Europa. Maar geconstateerd werd ook dat de EU voorzitter alles voorbereidt en coördineert, maar uiteindelijk zelf niet bij de WADA vergadering is. Ook hebben sommige lidstaten problemen met de kosten die gemaakt worden voor het drie jaar lang bezoeken van de WADA vergaderingen.

Suggesties ter verbetering of veranderingen die werden genoemd: een meer centrale rol voor de voorzitter van de EU (Bel, Ier), een extra zetel voor een expert op hoog niveau (een minister of oud minister), een zetel voor de Commissie (Pol, Fin, Hongarije) en een vorm van vooroverleg met doping experts voorafgaand aan de werkgroepen en CAHAMA (Ier). Het belang van hoog niveau en expertise werd hierbij onderstreept. Kritiek was er op de late aanlevering van de documenten door WADA. Dit bemoeilijkt de voorbereiding. De commissie gaf aan open te staan voor een positie in WADA, dan wel voor het praktisch en technisch voorbereiden van de WADA bijeenkomsten, uiteraard indien het mandaat hiertoe door de lidstaten wordt gegeven.

Debat over de relatie tussen nationale en Europese publieke autoriteiten en de sport beweging inclusief de huidige ontwikkelingen binnen FIFA.

Sessie 1

De meeste landen gaven aan zich grote zorgen te maken over de huidige ontwikkelingen en het ontbreken van goed bestuur bij de FIFA, maar ook bij andere organisaties in de sport op nationaal (Gr) en internationaal niveau. Deze ontwikkelingen tasten het imago en de positieve waarden van de sport aan terwijl integriteit in en van de sport op alle niveaus zeer belangrijk is. Benadrukt werd de autonomie van de sport en het belang deze te respecteren. Dit betekent dat de sport zelf zorg moet dragen voor goed bestuur binnen haar gelederen. Waar mogelijk moeten de EU en de lidstaten samenwerken met de sport en de sport hierin ondersteunen. De uitkomsten van de EU expertgroep op het gebied van goed bestuur kunnen daarbij als richtsnoeren dienen. Andere suggesties waren het opstellen van richtsnoeren zoals de UN ‘Global impact guidelines’ (op vrijwillige basis), ondersteunen van UEFA om de zaken binnen FIFA op orde te brengen, het opstellen van een Europese verklaring van goed bestuur in de sport en het invoeren van ethische criteria bij subsidie verstrekking op nationaal en internationaal niveau.

Ook Nederland heeft aangegeven verontrust te zijn over het ontbreken van goed bestuur binnen de FIFA en zei daarbij net als het Verenigd Koninkrijk te willen aansluiten bij een eventueel gezamenlijk af te geven politiek signaal, rekening houdend met de autonomie van de sport. Nederland heeft tevens aangekondigd dat het tijdens het Nederlands voorzitterschap de integriteit van de sport centraal zal stellen. Daarbij zal speciale aandacht worden besteed aan goed bestuur en transparantie bij de toewijzing van grote sportevenementen en doping. Ook is daarbij gezegd dat samenwerking met de sport hierbij onontbeerlijk is.

Sessie 2

Lidstaten achtten het van groot belang dat er een gestructureerde uitwisseling van gedachten over de EU-samenwerking op sportgebied met alle betrokkenen in de sportsector plaatsvindt. De gestructureerde dialoog voorafgaand aan de Raad en ook het door de commissie georganiseerde Sportforum werden niet voldoende geacht. Nederland heeft aangegeven bereid te zijn om tijdens het voorzitterschap de gestructureerde dialoog van gezamenlijke lidstaten met de sport te intensiveren en overweegt een extra informele bijeenkomst te organiseren bij de start van het voorzitterschap, waarin de Nederlandse prioriteiten tijdens het voorzitterschap worden gepresenteerd. Voorts bracht Nederland in dat een meer periodiek gestructureerd overleg tussen EU en sportorganisaties gelegenheid biedt tot een voortgaande uitwisseling over prioriteiten, uitvoering en follow-up van de EU inzet op het gebied van sport. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met de eigenheid van sport en het principe van de subsidiariteit. Verder kan de effectiviteit van raadsbesluiten worden verbeterd indien er met sportwereld gewerkt wordt aan een follow-up ervan bijvoorbeeld via ‘joint declarations’, een gezamenlijk pledgeboard met sportorganisaties.

De commissie deelde de opvatting dat er ruimte is voor verdere verbetering van de dialoog met de sport twee keer per jaar een dialoog te voeren op hoog niveau bijvoorbeeld eén over breedtesport en één over topsport.

Sessie 3

Vertegenwoordigers uit de sportwereld gingen in op het belang van integriteit van de sport, de maatschappelijke impact, de economische dimensie van sport en het belang van het samen optrekken met de overheden. Verder meenden zij dat ten aanzien van de specificiteit van de sport de huidige benadering van de commissie (van geval tot geval) het slechtst denkbare scenario is. Sport heeft behoefte aan zekerheid ten aanzien van Europese wetgeving niet alleen bepaald door uitspraken van het Europese hof. Ook verdient de huidige Home Grown Players rule verdere aanscherping omdat anders de nationale sport gedoemd is in te storten bij gebrek aan eigen jeugdige talenten. Aangegeven werd dat de samenwerking verbeterd kan worden op het niveau van de totstandkoming van het werkplan, de integriteit van de sport, de media en de rol van de sport bij gezondheid bevorderende onderwerpen. Verder werd geconstateerd dat raadsconclusies niet bekend zijn in de sportwereld en dat de sport geconsulteerd en geïnformeerd zou moeten worden voordat raadsconclusies worden aangenomen. Ook werd het belang van de structurele dialoog benadrukt op terreinen en competenties naast artikel 165 omdat sport ook daardoor beïnvloed wordt zoals bij de bescherming van persoonsgegevens en visa. Verder heeft de sport meer ondersteuning nodig als het meer expliciet maatschappelijke taken moet uitvoeren. Meer aandacht zou nodig zijn voor de implementatie van goede initiatieven met een duidelijke Europese toegevoegde waarde en zaken waar de EU daadwerkelijk invloed op heeft. Ook specifieke uitdagingen binnen de voetbalwereld vragen om goede samenwerking met publieke autoriteiten zoals bij a. juridische zekerheid over het traject van financiële fair play waarover een klacht is ingediend bij het Europese hof; b. derde partij eigendom van spelers wat grote risico’s heeft voor de integriteit van het voetbal; c. de bevordering van training van jeugdspelers door de clubs zelf omdat de huidige Home Grown Players Rule onvoldoende werkt; d. matchfixing en corruptie in het voetbal; e. de positie van spelersmakelaars die soms een ontoelaatbaar hoog percentage van transferopbrengsten opeisen. De basis voor oplossingen voor deze uitdagingen vormt een goede structurele dialoog, maar dat is niet altijd voldoende. Steun van de lidstaten en van de EU zou de ontwikkeling van een gezonde en duurzame voetbalwereld helpen.

Voorzitter dankte de vertegenwoordigers van de sportbeweging en benadrukte het belang van een overzicht van goede praktijkvoorbeelden met een duidelijke Europese meerwaarde. Een aantal lidstaten ondersteunde het belang om nogmaals de problematiek van de jeugdopleidingen bij professionele sportclubs te bezien in samenhang met Home Grown Players Rule. Uitdagingen inzake financiële fair play en derde partij eigendom worden gedeeld en verder werd de suggestie gedaan om een toolkit voor sociale integratie in en door sport te ontwikkelen die gebruikt kan worden door sportclubs.

Commissie verwelkomde de samenwerkingsovereenkomst met UEFA en de vele partnerships die in het kader van de Europese Week van de Sport ondertekend zijn. De structurele dialoog wordt heel belangrijk gevonden en de Commissie gaf aan open te staan voor verbeteringen.

Debat over de relatie met de Raad van Europa op het terrein van sport

Directeur-generaal van de Raad van Europa, Snezana Samardzic-Markovic, wees op de basis voor de samenwerking in artikel 165 van het Lissabon verdrag en het belang en toegevoegde waarde van samenwerking van beide Europese instituties. Meerdere modellen van mogelijke samenwerking werden gepresenteerd daarbij aandacht vragend voor de onderwerpen zoals matchfixing, doping, gendergelijkheid en goed bestuur. Volgens haar zou die samenwerking op diverse niveaus verbeterd kunnen worden inclusief die tussen beide parlementen.

Meerdere lidstaten steunden de versterking van de samenwerking en het voorkomen van overlap tussen beide instituties en meerdere suggesties worden gedaan hoe dit geconcretiseerd zou kunnen worden zoals een (jaarlijkse) samenwerkingsovereenkomst tussen beide instituties of het jeugd samenwerkingsmodel. Hongarije kondigt aan dat de volgende Raad van Europa sportministers bijeenkomst plaatsvindt in Boedapest in oktober 2016.

Commissie gaf aan dat beide instituties hun eigen grondslag hebben en dat de Europese Unie op meerdere terreinen samenwerkt met de Raad van Europa, juist om overlap van activiteiten te voorkomen. Sport is daarin geen bijzonder beleidsterrein. Onderzocht wordt of die samenwerking ook in Erasmus+ gestalte kan krijgen.