[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2015D35120, datum: 2015-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Filipijnen inzake de export van sociale verzekeringsuitkeringen (2015D35119)

Preview document (🔗 origineel)


Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de Republiek der Filipijnen inzake de export van sociale
verzekeringsuitkeringen; Filipijnen, Manilla, 21 april 2015 (Trb. 2015,
100 en 135).

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Met het onderhavige Protocol wordt het op 10 april 2001 te Manilla tot
stand gekomen Verdrag inzake de export van sociale
verzekeringsuitkeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Republiek der Filipijnen (Trb. 2001, 96) (hierna: het Verdrag) in
overeenstemming gebracht met de Nederlandse wetgeving inzake de
exportbeperking in de Algemene Kinderbijslagwet (hierna: AKW).

In de AKW vormt het zogenoemde territorialiteitsbeginsel het
uitgangspunt. Dit uitgangspunt houdt in dat kinderbijslag en
kindgebonden budget slechts worden toegekend of uitbetaald indien de
verzekerde dan wel het kind woonachtig is op het eigen grondgebied.
Daarbij bestaat een uitzondering voor de situatie waarin met het
woonland van de verzekerde dan wel het kind afspraken zijn gemaakt over
kinderbijslag in een socialezekerheidsverdrag. In dat geval is export
van kinderbijslag mogelijk wanneer de verzekerde dan wel het kind in het
land woont waar Nederland een verdrag mee heeft gesloten. In relatie tot
de Filipijnen zijn deze afspraken gemaakt in het Verdrag, teneinde
kinderbijslag naar de Filipijnen te kunnen exporteren. 

Op 1 januari 2015 is de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van enkele
socialezekerheidswetten in verband met een andere vormgeving van de
exportbeperking in de Algemene Kinderbijslagwet en het regelen van
overgangsrecht voor de situatie van opzegging of wijziging van een
verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie (Stb. 238)
(hierna: Whek) in werking treden. Daarbij vervalt de uitzondering bij
socialezekerheidsverdrag op het territorialiteitsbeginsel. Uitgangspunt
van de Whek is dat uit belastingmiddelen gefinancierde uitkeringen in de
eerste plaats bedoeld zijn voor een ondersteuning in het onderhoud van
kinderen die in Nederland wonen. Voor zover voor het onderhoud van
kinderen van staatswege ondersteuning moet worden geboden is dit niet de
verantwoordelijkheid van het land waar de ouder verblijft, maar het land
waar de kosten voor het kind worden gemaakt. 

Voor landen waarbij in het bilaterale verdrag afspraken zijn gemaakt
over de export van kinderbijslag is een aanpassing van het verdrag nodig
om de Whek in praktijk te brengen. Dit is het geval bij de Filipijnen.
Bij de Filipijnen is naast de Whek het onderhavige Protocol nodig om de
exportbeperking voor de kinderbijslag ten aanzien van de Filipijnen te
kunnen effectueren. Hiertoe wordt de kinderbijslag uit de materiële
werkingssfeer van het Verdrag gehaald.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Wanneer de export van kinderbijslag en kindgebonden budget is gestopt
wordt de verwijzing in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van het
Verdrag naar kinderbijslagen in artikel 2, eerste lid, overbodig. 

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in artikel 1, eerste lid,
onderdeel e, de foutieve verwijzing naar de letters a-f in artikel 2,
eerste lid, te corrigeren in i-vi.

Artikel II

In artikel 2 van het Verdrag zijn de wetten genoemd waarop het verdrag
van toepassing is, de zogenaamde materiele werkingssfeer. Door de
kinderbijslagen uit de materiële werkingssfeer te verwijderen wordt de
verdragsrechtelijke verplichting opgeheven om kinderbijslag en
kindgebonden budget te betalen voor kinderen die in de Filipijnen wonen.


Artikel III

Het Protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand
volgend op de ratificatie van beide partijen. 

Voorlopige toepassing

In afwachting van de inwerkingtreding wordt het Protocol voorlopig 
toegepast per 1 juli 2015. De voorlopige toepassing bewerkstelligt dat
Nederland het Protocol al voorafgaand aan inwerkingtreding kan
uitvoeren. De Filipijnen hebben ingestemd met voorlopige toepassing. Bij
de ondertekening van het Protocol werd naar schatting voor 234 kinderen
kinderbijslag ontvangen ter waarde van ca. € 125.000 en ontvingen 60
uitkeringsgerechtigden voor 96 kinderen kindgebonden budget ter waarde
van jaarlijks ca. € 120.000. De voorlopige toepassing heeft tot gevolg
dat per 1 juli 2015 op basis van het Verdrag geen nieuwe rechten meer
kunnen ontstaan op kinderbijslag en kindgebonden budget in de
Filipijnen. Ook heeft voorlopige toepassing tot gevolg dat voor lopende
gevallen kinderbijslag en kindgebonden budget welke zijn ingegaan vóór
1 juli 2015 in overeenstemming met de Whek per 1 januari 2016 worden
stopgezet. Het belang van de voorlopige toepassing voor Nederland is dat
het wettelijk voorschrift tot stopzetting van de export van
kinderbijslag wordt uitgevoerd. Bovendien heeft Nederland belang bij de
bezuiniging die de stopzetting van de export oplevert. 

Koninkrijkspositie

Het Protocol zal wat het Koninkrijk betreft, evenals het Verdrag, alleen
voor het Europese deel van Nederland gelden.

 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,	

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 In dit verband wordt onder kinderbijslag telkens ook verstaan het
kindgebonden budget.

 Bron: SVB 4e kwaartaal 2014.

 Bron: De Belastindienst, stand maart 2015

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet
openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26,
zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).