[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inleiding politie

Vliegramp MH17

Bijlage

Nummer: 2015D38507, datum: 2015-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Openbaar maken documenten inzake intern feitenonderzoek politie inzake professor Maat (2015D38402)

Preview document (🔗 origineel)


Presentaties prof. Maat

Naar aanleiding van de berichtgeving over de presentaties van prof.
G.J.R. Maat over het identificatieproces MH17 is opdracht gegeven tot
een politie-intern feitenonderzoek. 

 

Al openbaar

Over de uitkomsten heeft de minister van Veiligheid en Justitie de
Tweede Kamer geïnformeerd bij brief van 15 juni 2015 (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2014–2015, 33 997, nr. 47).

Daarna heeft de minister van Veiligheid en Justitie op 23 september 2015
vragen beantwoord van leden van de Tweede Kamer (Aanhangsel van de
Handelingen vergaderjaar 2015-12016 nummer 94).  Nu deze documenten al
openbaar zijn, is de Wob hierop niet van toepassing.

Ontvangen verzoeken

De politie heeft diverse verzoeken ontvangen om het rapport van het
interne feitenonderzoek en de correspondentie daarover openbaar te
maken.

Al openbaar en verdere gedeeltelijke openbaarmaking

De resultaten van het feitenonderzoek zijn door de minister van
Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer verstrekt en als antwoord op
Kamervragen gegeven. Deze informatie is daardoor al openbaar. Het geheel
van brief en antwoorden geeft een complete samenvatting van de feiten.

Op zich zouden daarmee de Wob-verzoeken afgedaan kunnen worden als het
gaat om het rapport.

De politie vindt openbaar maken van documenten van groot belang, maar
zal slechts gedeeltelijk overgaan tot het openbaar maken van documenten
die betrekking hebben op het politie-intern onderzoek. 

De reden is dat de Wob weigeringsgronden kent die, na afweging van de
diverse belangen, naar, het oordeel van de korpschef, van groter gewicht
zijn dan openbaar maken van documenten.

In dit Wob-verzoek zijn vier weigeringsgronden die een rol spelen. In
willekeurige volgorde zijn dat:

inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; (art. 10, lid2
onder 2 Wob)

onevenredige benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke
personen of rechtspersonen dan wel van derden ( art. 10 lid 2 onder g
Wob);

intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen (art. 11 lid 1 Wob);

het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (art. 10
lid 2 onder e Wob).

Ad 1 en 2. Inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen en
onevenredige benadeling 

Doelen 

De politie verricht regelmatig interne feitenonderzoeken. Het doel van
een intern feitenonderzoek kan zeer uiteenlopend zijn. Onderzoek kan
ingesteld worden om de korpschef of politiechef van een regionale of de
Landelijke eenheid te informeren en zodoende te bepalen of een
strafrechtelijk en/of disciplinair onderzoek ingesteld moet worden.
Daarnaast om, via de korpschef van politie, de minister van Veiligheid
en Justitie te informeren zodat de Tweede Kamer geïnformeerd kan
worden, zoals nu het geval. Ook worden feitenonderzoeken verricht om
controle en toezicht te kunnen houden op processen en uitvoering van
werkzaamheden binnen het bestuursorgaan. Hoewel geen doel op zich zal
het resultaat vaak zijn dat procedures gewijzigd moeten worden om fouten
van de politie zo mogelijk te vermijden, maar zeker om in de toekomst te
voorkomen. Ook combinaties van deze doelen zijn mogelijk.

Groot belang

Resultaten van interne (feiten)onderzoeken zijn voor de politie van
groot belang. Dat collega’s en externen (vrijwillig) medewerking
verlenen aan dit type onderzoeken is essentieel om tot een juiste
uitkomst te komen. Interne onderzoeken, de naam zegt het al, zijn
bedoeld om intern te blijven. Dit is dan ook de lijn die de politie al
jaren volgt. De medewerkers van de politie weten dit en zij verlenen
vaak medewerking aan deze onderzoeken in de veronderstelling dat er een
mate van vertrouwelijkheid is van wat zij verklaren of verstrekken.
Afwijken van die lijn zal tot gevolg hebben dat de toekomstige
bereidheid van medewerkers en externen om mee te werken aan dergelijke
onderzoeken afneemt. Dit heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van
de interne onderzoeken en de resultaten. Daarmee wordt de organisatie
benadeeld. 

Afweging

Bij de belangenafweging wordt eveneens de informatie betrokken die al
openbaar is. Beide hiervoor genoemde documenten van de Tweede Kamer
geven een goede weergave van de feiten rondom de presentaties van
professor Maat en zijn feitelijk een samenvatting van het interne
feitenonderzoek. Nu deze samenvatting al openbaar is, is aan het belang
dat met openbaarmaking is gemoeid al gehoor gegeven. Openbaarmaking van
het rapport kan daarom, gezien de nadelige gevolgen die dit heeft voor
de organisatie en haar medewerkers, achterwege blijven. Het belang van
een integere organisatie, waarin medewerkers zich veilig voelen om te
verklaren en op andere wijze mee te werken, weegt naar het oordeel van
de korpschef zwaarder dan het belang van openbaarmaking van het gehele
rapport, nu de samenvatting en de conclusie al openbaar zijn. Het grote
belang dat de organisatie en haar medewerkers heeft om feitenonderzoeken
op dezelfde vertrouwelijke wijze te kunnen voortzetten prevaleert. De
politie wordt daarom onevenredig benadeeld als bepaalde delen van het
rapport openbaar worden gemaakt.

Ad 3. Intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen.

Intern beraad

Het rapport is een document dat bestemd is voor intern beraad. De wet
zegt: ‘het beraad over een bestuurlijke aangelegenheid binnen een
bestuursorgaan, dan wel binnen een kring van bestuursorganen in het
kader van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een bestuurlijke
aangelegenheid’ 

Het hoeft geen uitleg dat het rapport van het feitenonderzoek een
document is dat bestemd is voor de korpschef en dat hij de Minister van
Veiligheid en Justitie informeert over dat rapport.

Persoonlijke beleidsopvattingen

Ook een document dat bestemd is voor intern beraad kan openbaar worden
gemaakt. Alleen wordt geen informatie verstrekt over persoonlijke
beleidsopvattingen in dat document. Dat hoeft niet omdat de wetgever een
ongestoorde uitwisseling van opvattingen zeker gesteld wilde hebben.
Vele delen van documenten kunnen ook informatie, niet zijnde
persoonlijke beleidsopvattingen, bevatten die zozeer met dergelijke
opvattingen verweven zijn dat openbaarmaking kan worden geweigerd.

Ad 4. Persoonlijke levenssfeer

Gedraging individuele medewerker

Een medewerker die voor de politie werkzaamheden verricht, heeft naar
het oordeel van de korpschef recht op eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer. Dit wordt gedaan door geen informatie openbaar te maken
voor zover die informatie de eerbiediging van zijn persoonlijke
levenssfeer raakt en deel uitmaakt van rapporten van interne
feitenonderzoeken.

Het verrichte interne feitenonderzoek heeft betrekking op een gedraging
van een individuele medewerker die werkzaamheden verricht voor het LTFO.
Informatie in de documenten van dit feitenonderzoek heeft betrekking op
de (gedraging van) die betreffende medewerker. 

Het feit dat de naam van medewerker al openbaar is, doet er niet aan af
om de lijn voort te zetten. Het is niet aan de politie om die informatie
openbaar te maken. 

Het zal daarnaast voor een ieder duidelijk zijn dat persoonsgegevens van
mensen, zoals namen, adressen, telefoonnummers en e-mailadressen niet
openbaar worden gemaakt voor zover zij betrokkenen zijn in dit
feitenonderzoek.

Openbaarmaking

Hieronder worden grote delen van het rapport niet openbaar gemaakt
waarbij de hiervoor vermelde weigeringsgronden vaak in combinatie zijn
gebruikt.

In cursief blauw is op de documenten aangegeven welk artikel van de Wet
openbaarheid van bestuur (Wob) van toepassing is.