Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2015

Bij deze ontvangt u het afschrift van de brief die op 7 augustus 2015,
als antwoord op de brief van 6 juli 2015, aan mevrouw M.M. D. is
verstuurd. 

In mijn antwoordbrief heb ik aangegeven dat ik het ten zeerste betreur
wat er is gebeurd, maar aangegeven dat het mij niet past als minister
van Veiligheid en Justitie te treden in individuele zaken en aangegeven
dat mevrouw M.M. D. een inhoudelijke reactie kan verwachten van het
College van Procureurs-generaal welke is verzonden op 26 augustus 2015. 

Over het vervolg van het proces geeft het College aan dat het
voorbereidend onderzoek is afgerond. Het ressortparket heeft de zaak
aangeboden aan het Hof en de zittingsdatum is 9 december a.s.. Vorige
week is er telefonisch contact geweest tussen mevrouw M.M. D. en het
Parket-Generaal. Hierin vroeg mevrouw. M.M. D. aandacht voor een snelle
en goede behandeling van de strafzaak. Tevens vroeg zij om een gesprek
met de hoofdadvocaat-generaal. Dit verzoek is ingewilligd en mevrouw
M.M. D. heeft volgende week een gesprek met de hoofdadvocaat-generaal en
de nieuwe behandelend advocaat-generaal.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

  DOCPROPERTY ondertekening