Overzicht Voortgang Agenda Integratie per november 2015
Bijlage
Nummer: 2015D50616, datum: 2015-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgang Agenda Integratie 2015 (2015D50615)
Preview document (đ origineel)
Overzicht Voortgang Agenda Integratie per november 2015 Bijlage bij brief Voortgang Agenda Integratie In de Agenda Integratie van dit kabinet zijn de verschillende programmaonderdelen ondergebracht langs de drie lijnen: âMeedoen en zelfredzaamheidâ; âGrenzen stellen en opvoedenâ; âOmgaan met anderen en verinnerlijken van waardenâ. In dit schematische overzicht zijn per programma de doelstellingen, ontwikkelingen en resultaten weergegeven. Tevens is een vooruitblik op de komende activiteiten en de vermelding van de stand van zaken met betrekking tot het parlementaire verkeer (Kamervragen daargelaten) opgenomen. De Roma zijn als aandachtsgroep in 2013 aan de Agenda Integratie toegevoegd en worden hier onder de lijn âgrenzen stellen en opvoedenâ behandeld. Onder âIV) âKennisontwikkelingâ is de kennisfunctie toegelicht. I âMeedoen en zelfredzaam zijnâ Programma Tel mee met Taal en Taalakkoord Werkgevers Maatschappelijke doelstelling programma De aanpak Taal van SZW kent twee hoofdingrediĂ«nten: de interdepartementale aanpak Tel mee met Taal (OCW, VWS, SZW) en het Taalakkoord Werkgevers. Het programma Tel mee met Taal richt zich op de verbetering van de taalvaardigheid voor het zelfstandig kunnen functioneren en participeren in de Nederlandse samenleving. Het Taalakkoord Werkgevers stimuleert werkgevers Nederlands op de werkvloer te faciliteren. Bij het taalakkoord gaat het om taalvaardigheid als werknemersvaardigheid. Resultaten en relevante ontwikkelingen In 2015 is het programma Tel mee met Taal opgestart met de volgende doelstellingen: 1. In de periode 2016-2018 verbeteren tenminste 45.000 Nederlanders hun taalbeheersing zodanig dat zij aantoonbaar beter scoren op taalbeheersing en maatschappelijke participatie, waaronder arbeidsdeelname. 2. In 2018 worden in totaal 1 miljoen jonge kinderen tot en met de basisschoolleeftijd bereikt met leesbevorderingsactiviteiten, zodat hun taalvaardigheid en leesplezier toenemen. Medio november 2015 hebben inmiddels 70 organisaties zich aan het Taalakkoord Werkgevers verbonden. Belangrijkste punten voor 2016 In 2016 start het programma Tel mee met Taal met de volgende actielijnen: Lokale netwerkaanpak Regionale Taalakkoorden Leesbevordering Experimenten Kennis en communicatie De succesvolle aanpak van het Taalakkoord werkgevers wordt in 2016 voorgezet, waarbij in samenwerking met het netwerk van bedrijven, branches en taalaanbieders het bereik verder wordt vergroot. De aanpak kent 4 sporen: Werving en advisering van bedrijven Benaderen van het MKB via brancheorganisaties Partnerschappen met koepelorganisaties en intermediairs (zoals UWV, AWVN, MVO Nederland, STAR) Partnerschappen met taalaanbieders om het taalaanbod op de markt te stimuleren en te mobiliseren In 2016 zal gewerkt worden aan versterking van de wisselwerking tussen enerzijds de interdepartementale aanpak Taal en anderzijds het Taalakkoord Werkgevers. Programma Inburgering Maatschappelijke doelstelling Met de uitvoering van de Wet inburgering Buitenland (Wib) wordt beoogd om gezinsmigranten in eigen land voor te bereiden op het leven in Nederland. De uitvoering van de Wet inburgering (Wi) is erop gericht om nieuwkomers in Nederland de taal eigen te laten maken en kennis op te laten doen van de samenleving en de arbeidsmarkt, zodat zij in staat zijn om een zelfredzaam bestaan op te bouwen. Resultaten en relevante ontwikkelingen Bij brieven van 30 maart (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 32 824, nr. 90) en 2 september (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 32 824, nr. 105) is de Tweede Kamer geĂŻnformeerd over diverse ontwikkelingen en resultaten op het terrein van inburgering, zoals: het inzagerecht bij de inburgeringsexamens de ontwikkeling van voorbeeld- en oefenexamens het nieuwe examenonderdeel OriĂ«ntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt onderzoek naar het examenonderdeel leesvaardigheid de overgang van oude naar nieuwe examenonderdelen mogelijkheden tot ontheffing van de inburgeringsplicht de voortgang van de inburgering van nieuwkomers die in 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden de technische ontwikkelingen bij de afname van het basisexamen inburgering in het buitenland de uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake het basisexamen inburgering. Voorts is de monitor basisexamen inburgering buitenland over de periode van 1 november 2014 tot 1 juli 2015 uitgebracht (bijgevoegd). Hieruit blijkt m.b.t. de slagingspercentages het volgende: Het slagingspercentage van KNS is hoog, 99% van de kandidaten slaagt in 1 keer. Voor lezen is het slagingspercentage nu 79%, dat is 10% lager dan voor de vorige toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen. De oorzaak hiervan wordt thans onderzocht. Bij het onderdeel spreken ligt het percentage op 61%, ook dit is gedaald ten opzichte van de 88% bij de Toets Gesproken Nederlands. De reden hiervoor is de nieuwe gebruikswijze bij dit onderdeel. Er wordt hard aan gewerkt om dit te verhelpen. Belangrijkste punten voor 2016 De blijvend hoge instroom van asielmigranten met als gevolg hogere uitgaven voor leningen, maatschappelijke begeleiding en voorinburgering. De inburgeringsresultaten en de handhaving van de inburgeringsplicht van nieuwkomers van wie de inburgeringstermijn in 2016 afloopt. Wijziging van de Wi als gevolg van de invoering van de participatieverklaring. Wijziging van de Wib als gevolg van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie Stand van zaken parlementaria Motie-Schouw over de kwaliteit en de prijs van inburgeringscursussen: rapportage is voorzien eind 2015/begin 2016 Motie-Dibi over het monitoren van de effecten van de gewijzigde wet (participatie d.m.v. scholing en/of (vrijwilligers)werk: onderzoek staat gepland voor 2017 Programma Participatieverklaring Maatschappelijke doelstelling De participatieverklaring draagt eraan bij dat nieuwkomers, ten behoeve van hun integratie en participatie aan de Nederlandse samenleving, kennis hebben van zowel hun rechten en plichten als de fundamentele kernwaarden van de Nederlandse samenleving. Resultaten en relevante ontwikkelingen Pilot participatieverklaring In de periode maart 2014 tot en met maart 2015 hebben 13 gemeenten en regioâs met uiteenlopende projecten deelgenomen aan de pilot participatieverklaring. Doelen van de pilot waren naast het wijzen op de rechten en plichten en de fundamentele waarden van de Nederlandse samenleving verwelkoming van de nieuwkomers, het tot stand brengen van een band tussen de nieuwkomer, de gemeente en de Nederlandse samenleving, de nieuwkomers wegwijs maken in Nederland en de gemeente waarin zij zich vestigen, nieuwkomers informeren zodat zij weerbaarder worden tegen misbruik en uitbuiting, en nieuwkomers in aanraking brengen met relevante voorzieningen ten dienste van een snelle inburgering en integratie. Een centraal onderdeel van de pilot was de ondertekening van de participatieverklaring door nieuwkomers. In de participatieverklaring staan de belangrijke basisprincipes van de Nederlandse samenleving centraal. Het ondertekenen van de participatieverklaring was ingebed in een breder traject (het âparticipatieverklaringstrajectâ). De pilot is geĂ«valueerd. Het evaluatierapport is opgeleverd. Internationale verkenning naar toepassingen van participatieverklaringen en integratiecontracten Naar aanleiding van vragen uit de Kamer[2] heeft ook een studie plaatsgevonden naar Europese voorbeelden van soortgelijke participatieverklaringen en integratiecontracten in Duitsland, Denemarken, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk en BelgiĂ« (Vlaanderen). Doel van de verkenning was het verkrijgen van inzicht in de inhoud en juridische context van de verschillende participatieverklaringen en contracten en de daarbij gehanteerde toepassingsmodellen. Deze studie is in het voorjaar van 2015 afgerond. Belangrijkste punten voor 2016 Het kabinet zal de participatieverklaring breed invoeren voor alle inburgeringsplichtige nieuwkomers. Dit gebeurt voor asielgerechtigden vanaf begin 2016. Ten behoeve van invoering van participatieverklaringstraject voor alle inburgeringsplichtigen wordt in 2016 een Wetsvoorstel ingediend om de Wet Inburgering aan te passen. Gemeenten krijgen een centrale rol in de uitvoering van het participatieverklaringstraject waardoor ook de verbinding kan worden gelegd met lokale voorzieningen en instellingen. Stand van zaken parlementaria Per brief van 27 november jl. is de kamer geĂŻnformeerd over de resultaten van de pilot, de internationale juridische verkenning en de vervolgstappen waaronder de uitrol. Programma EU-migratie en Integratie Maatschappelijke doelstelling EU- arbeidsmigranten zowel in de landen van herkomst als in Nederland beter en eerder informeren zodat: Zij goed op de hoogte zijn van zowel rechten en plichten als de fundamentele waarden van de Nederlandse samenleving; Zij weerbaarder worden tegen misbruik en uitbuiting; Een binding tot stand wordt gebracht tussen de migrant en de Nederlandse samenleving; Zij relevante voorzieningen (zoals onderwijs en zorg) weten te vinden; Zij bewuster nadenken over de migratiegevolgen en - indien men voor langere tijd in Nederland wil verblijven - men bereid is meer te investeren in de Nederlandse samenleving (leren van de Nederlandse taal, kennisnemen van de rechten en plichten en Nederlandse waarden en goede lange termijn huisvesting). Dit draagt bij aan een betere maatschappelijke aansluiting in de Nederlandse samenleving en vergroot de acceptatie van EU-migranten en hun kinderen door de ontvangende samenleving. Vanuit de Europese Commissie is meer draagvlak en ondersteuning voor participatiebeleid van EU-burgers in een ander lidstaat. De Commissie ziet Nederland niet meer als land dat mogelijk inbreuk wil maken op de richtlijn vrij verkeer, maar als land dat de richtlijn door middel van participatiebeleid een stap verder wil helpen. Om te kunnen anticiperen op mogelijke integratieproblemen vindt doorlopend onderzoek plaats en wordt een actief netwerk binnen de doelgroep onderhouden. Resultaten en relevante ontwikkelingen Onderzoek âRoemeense migranten: De leefsituatie in Nederland kort na migratieâ is afgerond. SCP-onderzoek âLanger in Nederlandâ -> Ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na migratie (april 2015), Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 29 407, nr. 202 Stichting Lize is ondersteund om een landelijk netwerk zelforganisaties op te richten. De Brochures âNieuw in Nederlandâ (voor Europese arbeidsmigranten) worden op dit moment geĂŒpdate en beschikbaar gesteld aan nieuwe migranten. Belangrijkste punten voor 2016 Verdiepend SCP-hoofdonderzoek kinderen van EU-arbeidsmigranten. Het onderzoek wordt in de zomer van 2016 afgerond. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie organiseert Nederland een bijeenkomst voor de âNationale Contactpunten voor Integratieâ over het thema sociale inclusie. Tevens organiseert Nederland een werkbezoek voor onder meer ambtenaren van de Europese Commissie waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de participatie van EU burgers. De Europese Commissie heeft aangekondigd in maart 2016 met nieuwe voorstellen te komen op het terrein van legale migratie en integratie. Stand van zaken parlementaria Toezegging brief âVerkenning Poolse, Bulgaarse en Roemeense kinderen in Nederlandâ van 23 september 2014; Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 29 407, nr. 196. Verdiepend SCP-hoofdonderzoek kinderen van EU-arbeidsmigranten wordt in de zomer van 2016 afgerond en in het najaar aan de TK aangeboden. Programma Aanpak Jeugdwerkloosheid Maatschappelijke doelstelling Een relatief grote investering is al geleverd en begint vruchten af te werpen: het onderwijssucces van migrantenjongeren stijgt. Desondanks hebben migrantenjongeren een veel zwakkere arbeidsmarktpositie dan autochtone jongeren. Migrantenjongeren hebben door de omgeving waarin zij opgroeien in verhoogde mate te maken met een kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt als gevolg van een âverkeerdeâ studiekeuze, gebrekkige werknemersvaardigheden, ineffectief zoekgedrag en het ontbreken van een startkwalificatie. Ook negatieve beeldvorming/discriminatie lijkt een belangrijke verklaring te zijn. Waar we derhalve nog in moeten investeren is jongeren beter voorbereiden op de arbeidsmarkt. Dat begint al in het onderwijs. Dit betekent jongeren ondersteunen bij het maken van een weloverwogen studiekeuze, hun werknemersvaardigheden versterken, jongeren helpen bij de overgang naar werk en jongeren handvatten bieden om negatieve beeldvorming/discriminatie te overbruggen. Ook moet de beeldvorming over migrantenjongeren kantelen. Niet langer moet worden gedacht vanuit problemen, maar moet het wenkende perspectief worden geboden van een generatie vol potentie. Resultaten en relevante ontwikkelingen Over de resultaten van de aanpak Jeugdwerkloosheid is uw kamer in maart geĂŻnformeerd. Bij die brief stuurde ik u ook de Agenda Aanpak Jeugdwerkloosheid 2015 â 2016. De Aanpak Jeugdwerkloosheid zet in op vier speerpunten. Loopbaanleren: samen met onderwijsinstellingen en hun partners zorgt de aanpak voor de ontwikkeling van loopbaancompetenties bij jongeren gericht op het maken van een passende studiekeuze met arbeidsmarktperspectief en het ontwikkelen van goede werknemersvaardigheden en effectief zoekgedrag. Deze vaardigheden zijn minder ontwikkeld bij migrantenjongeren. Matchen op werk: samen met gemeenten, UWV en hun partners worden jongeren met matige werknemersvaardigheden, ineffectief zoekgedrag en jongeren zonder startkwalificatie gematched op vacatures. Relatief veel migrantenjongeren maken deel uit van deze groep. De ambitie van de arbeidsmarktregio`s is om 23 duizend jongeren binnen twee jaar vanuit een uitkering (WW en bijstand) aan de slag te krijgen. Aanvullende bestuurlijke afspraken worden gemaakt om jongeren zonder startkwalificatie aan het werk te helpen. Afspraken met werkgevers: samen met werkgevers wordt de kans op werk vergroot voor jongeren, door in te zetten op loopbaanleren, instroom, leerwerkcombinaties en culturele diversiteit. Over anderhalf jaar zijn 100 nieuwe Werkakkoorden afgesloten (zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 31 maart 2015 over de aanpak jeugdwerkloosheid). City Deal: de Rijksoverheid en vijf steden (Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Leeuwarden en Zaanstad) zijn gestart met een City Deal. Met een brede coalitie gaan zij aan de slag met vernieuwende oplossingen gericht op (migranten)jongeren woonachtig in zwakke buurten, die in principe goed functioneren (geen grote voorliggende problematiek die onderwijs- of arbeidsmarktdeelname verhinderen), maar desondanks de boot dreigen te missen. Belangrijkste punten voor 2016 De City Deal zal doorlopen in 2016. Over anderhalf jaar zal duidelijk zijn hoeveel migrantenjongeren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt zijn bereikt in de vijf steden. Dan zal duidelijk zijn wat voor aanpak werkt. Ook gaan dan minimaal vijf andere steden aan de slag met een brede coalitie om de arbeidsmarktpositie van (migranten)jongeren te verbeteren. De minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sturen in het voorjaar 2016 een sectoroverstijgende brief Loopbaanleren aan de Tweede Kamer. Stand van zaken parlementaria In de brief aan de Tweede Kamer van 31 maart is aangekondigd dat vijf steden met de Rijksoverheid aan de slag gaan om (migranten)jongeren uit zwakke buurten in het onderwijs beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt en hen meer perspectief te bieden op werk. De City Deal is een uitwerking hiervan. Daarmee is tegemoet gekomen aan de gewijzigde motie Karabulut/YĂŒcel (29544, nr. 612), waarin de regering wordt verzocht om zo spoedig mogelijk concrete, buurtgerichte plannen te presenteren. Programma Toegankelijkheid en Bereik Zorginstellingen Maatschappelijke doelstelling Migranten verschillen in het algemeen niet zozeer van de algemene bevolking t.a.v. gezondheid en welbevinden, maar op bepaalde themaâs blijken sommige groepen migranten meer met bepaalde problemen te kampen. De hulpverlening is daar nog onvoldoende op toegesneden: migranten worden nog onvoldoende op tijd bereikt met geschikte hulp. Verbeteren bereik en effectiviteit van het generieke beleid in de zorg. Faciliteren samenwerking lokaal bestuur, professionals, experts en migrantenzelforganisatie rond te verbeteren themaÂŽs zoals jeugd- en opvoedhulp en geestelijke gezondheidszorg. Resultaten en relevante ontwikkelingen Door ZonMW wordt in enkele academische werkplaatsen transitie jeugd gewerkt aan implementatie en borging van de resultaten van het programma Diversiteit in het jeugdbeleid (2008-2013). Het gaat om in dit programma ontwikkelde cultuursensitieve competentieprofielen, scholingsaanbod ter aanvulling van relevante curricula, hulpverleningsmethodieken en bereikstrategien (beter bereiken van de doelgroep). Voorzetting leerstoel âopvoeden in de Multi-etnische stadâ VU, benutten resultaten pedagogische infrastructuur kenniswerkplaats 10+/ kenniswerkplaats transitie jeugd Amsterdam. In het EIF-programma âVerbetering GGZ kwetsbare (migranten)jeugdâ is gewerkt aan effectieve aanpakken voor vroegsignalering, doorgeleiding en tijdige, effectieve ggz/lvb-hulpverlening en psycho-educatie aan kwetsbare migrantenjongeren en hun ouders. De gemeenten Nijmegen, Rotterdam, Ede en Gouda hebben zich twee jaar lang ingezet samen met de GGZ en andere lokale samenwerkingspartners in de 0e en 1e lijn (zoals MEE, JGZ, migrantenorganisaties) om de signalering van psychische problematiek bij migrantenjeugdigen en de hulp aan deze jongeren structureel te verbeteren. Enkele resultaten: Er is een train-de-trainer ontwikkeld waarbij professionals (0e, 1e, 2 lijn) getraind worden in vroegsignalering GGZ-/LVB-problematiek migrantenjeugd en cultuursensitief werken. Bij de aanpakken is ingezet op vroegsignalering, snelle screening van GGZ- en LVB problemen en licht hulpaanbod op scholen en in wijken. Laagdrempelige psycho-educatie aan migrantenouders (en jongeren): in alle 4 gemeenten zijn er zoân 135 voorlichtingsbijeenkomsten (wijken/scholen) geweest waarbij circa 1000 ouders zijn bereikt. Er is gewerkt aan een structurele verankering van de werkwijzen binnen de keten van Jeugd-GGZ/LVB-partners (o.a. lokale netwerken gevormd en aansluiting bij transitie Jeugdzorg). Het programma is na twee jaar afgerond en de resultaten zijn tijdens het slotcongres op 19 november 2015 landelijk ontsloten. Belangrijkste punten voor 2016 Kennis uit o.a. de leerstoel âOpvoeden in de multi-etnische stadâ wordt ingezet in een door SZW te faciliteren samenwerking van lokaal bestuur, professionals, experts en migrantenzelforganisatie rond het thema âweerbaar opvoedenâ in relatie tot preventie van radicalisering. Stand van zaken parlementaria N.v.t. II Grenzen stellen en opvoeden Programma Aanpak Jeugdcriminaliteit Maatschappelijke doelstelling Er is nog steeds een oververtegenwoordiging van migrantenjongeren in de criminaliteitscijfers. Met name de aanwas onder 12-minners en het aantal veelplegers is zorgelijk. Er bestaat handelingsverlegenheid t.o.v. jonge criminelen. Bij een deel van de criminele jongeren zijn de huidige interventies niet effectief en sluiten niet aan op hun leefwereld. Er is een gebrek aan opvoedingsvaardigheden, goede rolmodellen en succesverhalen in hun leefomgeving. Daarnaast is een overvloed aan verleiding van het snelle geld. Aanpak Jeugdcriminaliteit zet zich in voor het: - Voorkomen van nieuwe aanwas i.s.m. MinVenJ bij de werkgroep âVroegtijdig signaleren en ingrijpenâ - effectievere aanpak van 12-minners van het Programma Kindermishandeling en Jeugdgroepen en vijf proeftuingemeenten. - âAlleen jij bepaalt wie je bentâ - Sportief preventieprogramma van MinVenJ gericht op risicojongeren uit achterstandswijken van het speciaal onderwijs en laagste niveaus van het VO. Dit programma wordt door SZW versterkt met twee trajecten: het vergroten van ouderbetrokkenheid en het versterken van de identiteitsvorming onder deze risicojongeren. Steeds minder ouders zijn betrokken bij de sportclub van hun kind, m.n. onder deze groep. Zij kunnen zich niet vinden in de traditionele clubs of weten niet wat het effect is van hun afwezigheid bij de vrijetijdsbesteding van hun kind. Daarnaast is er een probleem met problematische gedrag van jongeren op en rond het sportveld. - Terugdringen van recidive onder ex-gedetineerde migrantenjongeren. Nazorg van maatschappelijk werk wordt aangevuld met maatjes en moedernetwerken: Forsa! en Al Nour. De maatjes fungeren als rolmodellen die de jongeren in detentie en daarna nog een jaar in vrijheid bijstaan. De maatjes, van dezelfde leeftijd en achtergrond, hebben een positieve invloed op de jongere. Resultaten en relevante ontwikkelingen Vroegtijdig signaleren: drie landelijke werkconferenties in 2015 hebben ertoe geleid dat in de vijf proeftuingemeenten een daadkrachtige integrale aanpak is opgezet voor de multiprobleemgezinnen van 12-minners. Gemeenten hebben onderling ervaringen uitgewisseld en knelpunten zijn benoemd. In 2016 wordt de aanpak verfijnd en verbeterd. âAlleen jij bepaaltâ: Twee organisaties zijn inmiddels gestart om ouderbetrokkenheid bij de aangesloten sportclubs te vergroten en de train-de-trainer identiteitstraining te realiseren. Via de ouder-betrekt-ouder-methode betrekt men nu een groter aantal ouders bij de sportclubs. Daarnaast wordt gekeken hoe de traditionele activiteiten van de sportclubs aangevuld kunnen worden met activiteiten die passen bij een divers ledenbestand, bijvoorbeeld familiedagen. De rolmodellen/sporttrainers krijgen inmiddels training in het herkennen van identiteitsproblemen bij de risicojongeren en handvatten om hiermee om te gaan. Beide trajecten voorzien in een grote behoefte bij sportclubs. Forsa!-pilots zijn gestart in Den Haag, Almere en Delft. In cofinanciering met deze gemeenten en het Rijk zijn in totaal 34 trajecten voor ex-gedetineerde jongeren ingekocht. De eerste resultaten van de Forsa-methodiek in Den Haag zijn zeer goed: jongeren re-integreren sneller en slechts twee van de 35 ex-gedetineerde migrantenjongeren zijn (na Ă©Ă©n jaar) gerecidiveerd. Deze Haagse trajecten waren gefinancierd door het Rijk, de gemeente en diverse fondsen. Aangezien detentie Ă©Ă©n van de plaatsen is waar jongeren radicaliseren zijn de Forsa!-maatjes speciaal getraind in het signaleren van radicalisering. Belangrijkste punten voor 2016 Vroegtijdig signaleren â Afsluitende werkconferentie en tools voor het opzetten van een integrale aanpak voor gemeenten t.b.v. aanpak 12-minners in multiprobleemgezinnen. Handreikingen ouderbetrokkenheid bij sportclubs en identiteitstrainingen uit de trajecten âAlleen jij bepaaltâ t.b.v. sportclubs en gemeenten. Verspreiding kennis i.s.m. MinVenJ en het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) Forsa!-methodiek â start van pilots in drie Brabantse gemeenten. Afsluiting van pilots in Den Haag, Almere en Delft. Borging van de methodiek in gemeenten en uitrol via o.a. het CCV Stand van zaken parlementaria N.v.t. Programma Ouderbetrokkenheid Maatschappelijke doelstelling Het programma Ouderbetrokkenheid richt zich op het vergroten van het bewustzijn van migrantenouders van de rol die van hen verwacht wordt als opvoeder, en het verbeteren van hun toerusting daarvoor. Methodiekontwikkeling om zelfstandige oudernetwerken in de wijk op te zetten en te koppelen aan professionals (project Wijkacademies). Methodiekontwikkeling vergroten ouderbetrokkenheid migrantenouders bij de school. Resultaten en relevante ontwikkelingen Wijkacademies zijn succesvol. Methodiek is beschreven en toegankelijk. Aandachtspunt is de inpassing in regulier gemeentelijk beleid. Project Rotterdam Zuid loopt nog. Resultaten komen in loop van 2016. Hogeschool Rotterdam verzorgt monitoring. Onderzoek ouderbetrokkenheid migrantenouders MBO is in september 2015 gestart. Belangrijkste punten voor 2016 Afronden wijkacademies. Breder bekend stellen methodiek met aandacht voor het inpassen in lokaal beleid. Afronden project Ouderbetrokkenheid in onderwijs Rotterdam Zuid. Resultaatmeting komt beschikbaar via Hogeschool Rotterdam. Afronden onderzoek ouderbetrokkenheid migrantenouders in het MBO met handelingsgerichte rapportage (augustus 2016) Stand van zaken parlementaria N.v.t. Programma Integratie van Roma Maatschappelijke doelstelling Aandacht voor de positie van Roma en Sinti In Nederland vanuit het generieke integratiebeleid, specifiek t.a.v. het vergroten van de toegankelijkheid van publieke instellingen. Resultaten en relevante ontwikkelingen Op een aantal beleidsterreinen monitort het Kabinet de positie van Roma en Sinti in de Nederlandse samenleving. De eerste Monitor Inclusie is in 2013 uitgebracht; de tweede Monitor Inclusie is als bijlage bij de voortgangsbrief Agenda Integratie gevoegd. In bijlage 2 treft u de belangrijkste uitkomsten van deze monitor aan en de reactie van het kabinet op deze aan. Om dialoog op lokaal niveau verder te bevorderen heeft het ministerie SZW in 2015 drie dialoogbijeenkomsten georganiseerd met een vijftal lokale bestuurders en een select aantal Roma en Sinti. In de door Nederland voorgezeten EU-werkgroep Bescherming Rechten van Romakinderen wordt ingezet op het uitwisselen van promising practices waar het gaat om de onderwijsparticipatie van met name Romameisjes. Daarnaast is in de expertwerkgroep CAHROM (Raad van Europa) expliciet aandacht gevraagd voor de schadelijke effecten van en tevens de verantwoordelijkheid van Roma zelf bij huwelijksdwang en mensenhandel. Belangrijkste punten voor 2016 Afronding programma Aanpak Uitbuiting Romakinderen (2014-2016) door met name in te zetten op de borging van de ontwikkelde beleids- en handelingsinstrumenten. Stand van zaken parlementaria N.v.t. III Omgaan met anderen en verinnerlijken van waarden Programma Pluriformiteit & Burgerschap Maatschappelijke doelstelling De Nederlandse democratische rechtsstaat is een belangrijk kader in onze pluriforme samenleving die steeds diverser wordt. De rechtsstaat biedt houvast aan alle burgers, ongeacht etniciteit, leefstijl, religie, sekse of land van herkomst. In het integratiebeleid heeft het thema grondrechten in een pluriforme samenleving een belangrijke functie. De samenleving verandert voortdurend door ontwikkelingen in binnen- en buitenland, dat maakt het debat over burgerschap en pluriformiteit doorlopend actueel. Dat geldt ondermeer daar waar mensen worden buitengesloten of worden aangetast in hun fundamentele vrijheden. Samenleven vraagt voortdurende aandacht en onderhoud en vraagt tevens een concretisering en operationalisering van de kernwaarden en verworvenheden van onze democratische rechtsstaat. Concreet zijn daartoe in 2015 activiteiten uitgevoerd op de onderwerpen 1) Burgerschap en onderwijs; 2) Maatschappelijke codes en grenzen van de rechtsstaat (parallelle gemeenschappen) en 3) Sociaal ondernemerschap en opwaartse mobiliteit. Resultaten en relevante ontwikkelingen Burgerschap en onderwijs Project leerlingenparticipatie VO: Op een tiental middelbare scholen is in 2015 gewerkt aan een opzet waarbij leerlingen een rol spelen in de inrichting van het burgerschapsonderwijs op hun school. Afsluiting vindt plaats op de SLO-conferentie Burgerschap in het Onderwijs op 19 januari 2016. Handreiking âValues. Op zoek naar gedeelde waardenâ voor het curriculum burgerschap in het onderwijs: Een handreiking waarmee scholen de basiswaarden kunnen bepalen die zij centraal willen stellen in hun onderwijsbeleid en hun burgerschapsonderwijs. De handreiking gaat nader in op de manier waarop scholen van visie naar praktische toepassing kunnen komen. Het concept van de handreiking is beoordeeld door experts en gebruikers. Deze handreiking is bedoeld om schoolleiders te ondersteunen in het vormen van die visie en om het proces van waardenontwikkeling in de school te bevorderen. De handreiking is beschikbaar op HYPERLINK "http://burgerschapindeschool.nl/" http://burgerschapindeschool.nl/ en als losse publicatie. Methodiek âDialoog als burgerschapsinstrumentâ voor lerarenopleidingen: In nauwe samenwerking met de lerarenopleidingen Rotterdam en Amsterdam is in samenwerking met SLO en Diversion een methodiek ontwikkeld voor lerarenopleidingen om moeilijk bespreekbare onderwerpen in de klas bespreekbaar te maken. De basis van de peer education methodiek is ontwikkeld. . Methode burgerschap MBO âDe maatschappij dat ben jijâ: Op MBO scholen is burgerschapslesmateriaal ontwikkeld, ter aanvulling op het huidige âloopbaanâ curriculum in het MBO. Pilot transformatieve school: De pilot âtransformatieve schoolâ is begin 2015 gestart ; een scholenproject met VO en MBO leerlingen in drie aandachtswijken (Feyenoord, Schilderswijk, Slotervaart) om de opwaartse mobiliteit van jongeren te versterken en de liftfunctie van de betrokken onderwijslocaties te herstellen. Website HYPERLINK "http://burgerschapindeschool.nl/" http://burgerschapindeschool.nl/ (Portal leermiddelen discriminatie (islamofobie, antisemitisme): Website is gelanceerd. Vanuit SZW zijn verschillende methodieken aangedragen die op deze SLO site worden aangeboden. Op 19 januari 2016 wordt door SLO een grote conferentie over burgerschap in het onderwijs georganiseerd. Bij deze conferentie worden alle trajecten op burgerschap bij elkaar gebracht om kennis te delen en vooral vooruit te kijken. Vanuit SZW zal een bijdrage worden geleverd vanuit het traject lerarenopleidingen, transformatieve school. Ook worden de resultaten van lokale gesprekken antisemitisme meegenomen. Verbreding pilot lerarenopleidingen: OCW is als cofinancier in het lopende schooljaar ingestapt in de pilot âdialoog als burgerschapsinstrumentâ zodat naast de hogescholen van Rotterdam en Amsterdam ook een eerstegraadsopleiding en een pabo kunnen participeren. Parallelle gemeenschappen / TRSOâs Gesprekken met Milli GörĂŒs, Diyanet, GĂŒlen en SICN: Zowel in breder verband met de verschillende Turkse gemeenschappen als met de vier TRSOâs afzonderlijk wordt ambtelijk en bestuurlijk de dialoog opgezocht en onderhouden. Werkbezoek Duitsland: Op 28-29 en 30 april is een werkbezoek aan Duitsland gebracht met het âTurkije dossierâ als thema. Er zijn gesprekken met zowel de Duitse autoriteiten als Turks-Duitse organisaties gevoerd. Gesprekken tussen minister SZW en ambassadeur van Turkije: Op 19 januari 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen MSZW en ambassadeur Arslan waarbij de MSZW uit naam van de Turkse premier is uitgenodigd een bezoek aan Turkije te brengen. Op 17 april 2015 heeft MSZW met vice-premier Kurtulmus van Turkije gesproken. Sociaal ondernemerschap SER Advies Sociale ondernemingen: De SER heeft 22 mei unaniem het verkennende advies Sociale ondernemingen vastgesteld. Met het advies levert de raad belangrijk grondwerk voor het vaststellen van de rol en positie van sociale ondernemingen. Ook doet de raad aanbevelingen aan sociale ondernemingen hoe zij hun maatschappelijke waarde zichtbaar kunnen maken en kunnen vergroten. Het advies is een reactie op een adviesaanvraag van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kabinetsreactie SER-advies: In het vierde kwartaal 2015 wordt een kabinetsreactie op het SER-advies naar de Tweede Kamer verzonden. Project âVan Deal Flow naar Social Dealâ: Voor het project âVan Deal Flow naar Social Dealâ, is stichting Society Impact vanuit SZW, BZK en VWS een projectsubsidie toegekend. Activiteiten richten zich op een programmalijn BZK met accent op kennisvergaring, kennisontwikkeling en kennisdeling bij BZK-stakeholders zoals gemeenten, woningcorporaties en welzijninstellingen. Een programmalijn VWS rond mantelzorgontlasting, het continueren van de activiteiten rond Dementelcoach, de ontwikkeling van Health Impact Bonds en het opzetten van projectenpijplijn/dealflow rond Health Impact Bonds met stakeholders in het zorgdomein. En een programmalijn SZW rond taal, taalvaardigheid, arbeidsparticipatie en integratie. Belangrijkste punten voor 2016 Verdere verspreiding methodiek âDialoog als burgerschapsinstrumentâ voor lerarenopleidingen en verbreding pilot lerarenopleidingen Conferentie Burgerschap in het Onderwijs januari 2016 Pilot transformatieve school Stand van zaken parlementaria Motie Potters/Karabulut over Diyanet imams waarin het Kabinet wordt verzocht geen cursussen Nederlands aan te bieden of te financieren voor imams die vanuit Turkije of Marokko worden uitgezonden naar Nederland, de samenwerking met Diyanet te staken en zich niet afhankelijk te maken van de landen van herkomst voor de integratie. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 32 824, nr. 96). Deze motie is afgedaan door de beantwoording van de Kamervragen van de Leden Karabulut (SP) en Potters (VVD) over "import van imams uit Marokko en Turkije en bondgenootschap met de Marokkaanse en Turkse overheid voor integratie en de-radicaliseringâ 2015Z11221 (ingezonden 15 juni 2015). In navolging van mijn toezegging om u in deze voortgangsrapportage te informeren over de uitvoering van de motie Karabulut/Potters over het vervolgonderzoek naar de TRSOâs (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 32 824, nr. 103) het volgende: op dit moment is de opzet en uitvoering van dit onderzoek in voorbereiding. De resultaten zal ik naar verwachting voor de zomer van 2016 aan uw Kamer toesturen. Programma Aanpak discriminatie en sociale inclusie Maatschappelijke doelstelling De inzet vanuit SZW richt zich op: bevordering van kennis en bewustwording t.a.v. negatieve vooroordelen en discriminatie; aanpak daarvan door gemeenten, maatschappelijke organisaties, instellingen en werkgevers; versterking van de âweerbaarheidâ van jongeren en gemeenschappen tegen discriminatie en vooroordelen; zorg voor toegankelijkheid van discriminatievoorzieningen en verhoging meldingsbereidheid voor bepaalde groepen; uitvoering actieplan arbeidsdiscriminatie (zie onder 3). Resultaten en relevante ontwikkelingen Moslimdiscriminatie Najaar 2015: oplevering vervolgonderzoek naar risico- en beschermingsfactoren moskeeĂ«n (geeft inzicht in vraag waarom er bij sommige moskeeĂ«n wel en bij andere geen agressieve incidenten plaatsvinden). In oktober 2015 heeft de Ronde Tafel Islamofobie en Moslimdiscriminatie plaatsgevonden (met vertegenwoordigers van migranten- en moslimorganisaties, onderzoekers, ADVâs en politie). Dit heeft input opgeleverd voor diverse onderwerpen, o.m. nieuw nationaal actieprogramma discriminatie, meldingsbereidheid discriminatie en discriminatie binnen het onderwijs. Antisemitisme Eerste helft 2015: project van Inspraak Orgaan Turken om antisemitisme bespreekbaar te maken in Turkse gemeenschap (o.m. 26 bijeenkomsten door hele land). Evaluatie NIOD: geconstateerd dat lokaal de eerste stappen zijn gezet voor contacten tussen de beide gemeenschapen. Juni 2015: onderzoek âOorzaken en triggerfactoren antisemitismeâ aan Kamer aangeboden. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 30 950, nr. 78). Onderzoek gericht op de doorwerking van het Midden-Oosten in Nederland in relatie tot antisemitisme als ook op het voetbal. In aanvulling is in oktober 2015 nader onderzoek aan Kamer aangeboden over âbeelden van islamitische jongeren over het zionismeâ. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 30 950, nr. 79). Sinds juni 2015: leraren worden bij het bespreekbaar maken van moeilijke themaâs in de klas (o.m. ontkenning Holocaust, moslimdiscriminatie, homofobie, heftige gebeurtenissen in de media) beter ondersteund: Ministerie van OCW heeft Stichting School en Veiligheid gevraagd om hun helpdesk voor leraren te verbeteren en regionale bijeenkomsten te organiseren (hiermee wordt in najaar begonnen); Ministerie van SZW ondersteunt traject âRechtstaat in de Klasâ: lokale bijeenkomsten voor leraren in het voortgezet onderwijs in verschillende regioâs. Nederlandse invulling van het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst Decade zal worden gebruikt om aanpak van racisme in Nederland te versterken Analyse van de problematiek waar mensen van Afrikaanse afkomst tegenaan lopen zal de basis vormen van de focus van activiteiten; die activiteiten zullen aansluiten bij generieke maatregelen gericht op inclusiviteit en verbinding. Bij de invulling en uitvoering van het decennium zal erop worden ingezet om ruim baan te geven aan maatschappelijk initiatief. Arbeidsmarkt Uw Kamer is in het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie van 16 mei 2014 geĂŻnformeerd over specifieke maatregelen met betrekking tot het tegengaan van stereotypering, vooroordelen en de inzet op bevordering van culturele diversiteit op de werkvloer. Met de Voortgangsrapportage actieplan arbeidsmarktdiscriminatie van 1 september jl. is uw Kamer over de voortgang bij de uitvoering van het actieplan geĂŻnformeerd. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014â2015, 29 544, nr. 649). Juli 2015: Diversiteitcharter publiek is gepresenteerd. Tot op heden hebben 23 organisaties uit verschillende sectoren (zowel publiek als privaat), inclusief het ministerie van SZW, de politie en de vier grote gemeenten het charter ondertekend. Ook de overige departementen binnen de Rijksoverheid hebben het voornemen uitgesproken om zich te committeren aan het charter. Discriminatie in social media Oktober 2015: expertmeeting bij SZW plaatsgevonden, waarbij o.a. Twitter, Facebook en Youtube aan tafel zaten. Vastgesteld is dat er het nodige wordt gedaan om internetdiscriminatie te bestrijden, maar dat er meer stappen gezet kunnen worden, waarbij de samenwerking tussen social media-bedrijven en meldpunten internetdiscriminatie van bijzonder belang is. De eerste afspraken hiertoe, met onder meer het meldpunt MiND, zijn tijdens het overleg gemaakt. Belangrijkste punten voor 2016 Nieuw nationaal actieprogramma discriminatie (BZK, SZW, V&J, OCW, VWS). M.b.t. bestrijden moslimdiscriminatie: bijeenkomsten met migrantenorganisaties/ moskeebesturen, ADVâs en politie, om moslimdiscriminatie lokaal te agenderen. Hierbij zal bredere bekendheid gegeven worden aan voorbeelden van goede samenwerking tussen de lokale actoren. Onderzoek triggerfactoren moslimdiscriminatie (geeft inzicht in mate/ oorzaken daarvan en factoren die kunnen leiden tot incidenten moslimdiscriminatie onder jongeren). M.b.t. bestrijden antisemitisme: in februari 2016 organiseert de minister van SZW een overleg met sleutelfiguren uit Joodse en Islamitische gemeenschap over hun inzet om doorwerking in Nederland van het IsraĂ«lisch-Palestijnse conflict te verminderen. M.b.t. decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst: I.h.k.v. decennium zal begin 2016 een conferentie georganiseerd worden waarin geĂŻnteresseerden met elkaar in dialoog kunnen gaan en plannen en activiteiten kunnen ontwikkelen. Daarnaast wordt ondermeer een rondetafelnetwerk met maatschappelijke ambassadeurs opgezet die ook zelf eigen activiteiten uitvoeren tijdens het decennium. Onderzoek naar anti-zwart racisme (najaar 2016). 2016: Kennisplatform Integratie & Samenleving doet in opdracht van SZW onderzoek naar mogelijke discriminatie bij het vinden van een stage door MBO-studenten. Op basis van de onderzoeksresultaten zullen in 2016 potentieel kansrijke methoden of interventies als pilot worden ingezet. De landelijke campagne discriminatie is in 2015 door BZK gelanceerd. SZW zal de campagne in 2016 invullen met het onderwerp arbeidsdiscriminatie. Stand van zaken parlementaria In het kader van Motie Bisschop c.s. over de aanpak van antisemitisme in Europa (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 166, nr. 17), zal tijdens het Nederlands Voorzitterschap van de Europese Unie aandacht besteed worden aan de versterking van de rechtstaat en de bestrijding van discriminatie en antisemitisme. Programma Zelfbeschikking Maatschappelijke doelstelling Op 6 januari 2016 is het actieplan zelfbeschikking naar de Tweede Kamer gestuurd·. Het actieplan bouwt voort op het plan van aanpak preventie huwelijksdwang 2012-2014. Het actieplan zelfbeschikking moet ertoe leiden dat mensen zich bewust zijn dat ze het recht hebben om zelf keuzes te maken over hun eigen leven, bijvoorbeeld bij keuzes die spelen bij school, opleiding, werk of vrije tijd, partnerkeuze, scheiding, religie etc. In Nederland mag je zijn wie je bent. Je hebt recht om zelf keuzes te maken over je eigen leven, zonder druk of dwang. Resultaten en relevante ontwikkelingen 1. Positieve kentering naar keuzevrijheid Professionalisering voorlichters: het Kennisplatform Integratie & Samenleving heeft de reeds getrainde voorlichters verder geprofessionaliseerd om hen actief in te zetten via een trainers- en voorlichterspool. In november en december 2015 starten de eerste trainingen. Trouwen tegen je wil: ieder jaar voor de zomervakantie wordt de campagne âTrouwen tegen je wilâ herhaalt met informatie wat je moet doen als je bang bent te moeten trouwen tegen je wil of bang bent te worden achtergelaten. De campagne is online gevoerd van 11 mei tot 8 juni 2015 waarbij een filmpje centraal stond waarin een slachtoffer van huwelijksdwang haar weg vindt naar de website. Het filmpje is ruim 725.000 keer uitgekeken, waarbij zoân 70 procent van de views zijn gedaan door vrouwen in de leeftijd van 16 tot 25. Ook de website is ruim 8.500 keer bezocht, waarbij de pagina âwat kan ik doenâ ruim 2.000 keer is bekeken. In totaal heeft de campagne 57.547 clicks gehaald. HYPERLINK "http://www.trouwentegenjewil.nl" www.trouwentegenjewil.nl 2. Vergroten bewustzijn schending mensenrechten Brochure âWat zegt de wet. Wat kun jij doen als professionalâ: het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating heeft in opdracht van SZW een brochure ontwikkeld die sinds 8 oktober 2015 beschikbaar is. Het doel is niet-juristen op hoofdlijnen inzicht te geven in het juridisch kader bij de aanpak van huwelijksdwang en achterlating. Professionals weten vaak niet welke rechten slachtoffers hebben en hoe zij slachtoffers hierover kunnen adviseren. De brochure gaat onder meer in op mensen- en kinderrechten en de aanpak via het strafrecht en civielrecht. Zo gelden er strikte regels rond het wettig huwelijk: eerst wettig en dan pas religieus trouwen. Professionals in het veld kunnen met deze kennis mensen van waardevolle informatie voorzien. HYPERLINK "http://www.huwelijksdwangenachterlating.nl" www.huwelijksdwangenachterlating.nl en HYPERLINK "http://www.huwelijksdwangenachterlating.nl/sites/www.huwelijksdwangenac hterlating.nl/files/4076.1001_a5_brochure_lkha_web.pdf" http://www.huwelijksdwangenachterlating.nl/sites/www.huwelijksdwangenach terlating.nl/files/4076.1001_a5_brochure_lkha_web.pdf 3. Lokale agendering en facilitering Het Kennisplatform Integratie en Samenleving ondersteunt en adviseert gemeenten en sociale wijkteams bij de preventie, signalering en aanpak van huwelijksdwang. Op 14 augustus 2015 is een vernieuwde factsheet over huwelijksdwang verschenen ( HYPERLINK "http://www.kis.nl/publicatie/factsheet-huwelijksdwang" http://www.kis.nl/publicatie/factsheet-huwelijksdwang ). Er wordt voortdurend informatie verstrekt via de website HYPERLINK "http://www.huiselijkgeweld.nl" www.huiselijkgeweld.nl . 4. Een sterk en actief netwerk: Platform Eer & Vrijheid Het platform Eer & Vrijheid is voor alle partijen die zich bezighouden met huwelijksdwang, achterlating, verborgen vrouwen en eergerelateerd geweld·. Professionals en vrijwilligers die zich dagelijks inzetten om deze problemen aan te pakken kunnen kennis delen, netwerken, verbinden, maar ook onderwerpen agenderen. Dit kan op landelijke bijeenkomsten, kleinere bijeenkomsten, maar ook digitaal. Op 15 januari 2015 en 8 oktober 2105 vonden de halfjaarlijkse landelijke bijeenkomst plaats. Er waren 130 deelnemers aanwezig uit alle provincies met een zeer diverse achtergrond. HYPERLINK "http://www.eerenvrijheid.nl" www.eerenvrijheid.nl 5. Versterking signalering door professionals: Landelijk trainingsaanbod aan onderwijsinstellingen Fier Fryslan en Kompaan en de Bocht hebben van SZW de opdracht gekregen om docenten en betrokken zorgprofessionals binnen het VO, MBO en HBO met een gratis training deskundiger en vaardiger te maken bij signalen van huwelijksdwang, achterlating en eergerelateerd geweld. Deze trainingen worden in de periode van september 2015 tot juli 2017 aangeboden. Voorafgaand aan de training wordt gestart met een e-learning module om de basiskennis op peil te brengen. De bestaande e-learning module is speciaal hiervoor geschikt gemaakt voor docenten. HYPERLINK "http://www.huwelijksdwang.info" www.huwelijksdwang.info 6. Evaluatieonderzoek SZW heeft Panteia en Bureau Omlo de opdracht gegeven om het Actieplan Zelfbeschikking te evalueren. Om de effectiviteit van het beleid te kunnen volgen, en zo nodig bij te stellen, wordt een evaluatieonderzoek uitgevoerd met een nulmeting (2015), tussenmeting (2016) en eindmeting (2017). 7. Sociale acceptatie van LHBTâs OCW en SZW financieren het programma âComing Inâ gericht op het versterken van de positie van bi-culturele LHBTâs. Het driejarige programma wordt door Rutgers, Movisie en COC Nederland uitgevoerd. Het programma bevat activiteiten voor het sensitiveren van professionals en vrijwilligers die te maken krijgen met bi-culturele LHBTâs en voor het versterken (empoweren) van bi-culturele LHBTâs zelf. Belangrijkste punten 2016 Nieuwe campagne met verhalen: er wordt een campagne ontwikkeld waarin verhalen centraal staan. Het gaat om positieve, hoopgevende verhalen over het maken van keuzes en het vinden van een balans met de familie. Voor een grote groep mensen in Nederland is het nog niet vanzelfsprekend om eigen keuzes te maken. Met de campagne willen we de eerste voorzichtige stap zetten om daar verandering in te brengen; namelijk door in korte documentaires voorbeelden te laten zien die goed hebben uitgepakt. En andere mensen, met deze goede voorbeelden in de hand, het initiatief te laten nemen om over eigen keuzes te praten. De campagne start in het voorjaar van 2016. Stand van zaken parlementaria Onderzoek informele (kind)huwelijken: naar aanleiding van een aangenomen motie (PvdA/SP) wordt in opdracht van SZW door de Universiteit van Maastricht en het Verwey Jonker Instituut een onderzoek uitgevoerd naar informele huwelijken. Het doel van dit onderzoek is zicht te krijgen op de omvang en mogelijke interventies van informele (kind)huwelijken die worden gesloten binnen bepaalde (geloofs)gemeenschappen in Nederland. De resultaten worden verwacht begin 2016. Programma Toezicht jeugdverblijven Maatschappelijke doelstelling Een aantal jeugdverblijven (waarvan een groot deel met een Turkse-Nederlandse signatuur) vangen doordeweeks groepen minderjarigen op (inclusief overnachting). De (sociale) veiligheid en het welzijn van deze minderjarigen zijn niet gewaarborgd vanwege het ontbreken van (wettelijk) toezicht. Meer zicht en transparantie bij deze jeugdverblijven door het introduceren van toezicht, om de (sociale) veiligheid en het welzijn van de kinderen in jeugdverblijven zo veel mogelijk te waarborgen. In februari 2013 is gestart met het invoeren van vrijwillig toezicht op deze jeugdverblijven in opdracht van het bestuurlijk overleg onder leiding van de minister van SZW. Een ambtelijke werkgroep bestaande uit SZW, VWS en de gemeenten met jeugdverblijven, heeft in overleg en nauwe samenspraak met (vertegenwoordigers van) de (Turkse) jeugdverblijven een kwaliteit- en toetsingskader tot stand gebracht. Resultaten en relevante ontwikkelingen Geboekte resultaten en relevante ontwikkelingen vrijwillig toezicht Bij 21 van de 25 jeugdverblijven is inmiddels in opdracht van (14) gemeenten een 0-meting uitgevoerd door de GGD. De 0-metingen hadden tot doel de startsituatie te inventariseren en vormden de basis voor aanbevelingen voor het doorvoeren van verbeteringen om te kunnen voldoen aan de afspraken die in 2013 vrijwillig zijn gemaakt tussen rijk, gemeenten en jeugdverblijven. Bij een groot deel van de jeugdverblijven vindt in de loop van 2015 een eerste meting plaats. Het algemene beeld is dat als impact van het vrijwillige traject de relatie tussen jeugdverblijf en gemeente zich in positieve zin ontwikkelt en dat er wederzijds begrip is gegroeid over elkaars positie en verantwoordelijkheden. Daarnaast is de âkoud watervreesâ voor het overheidstoezicht dat bij sommige jeugdverblijven bestond door het vrijwillige traject weggenomen. Geboekte resultaten en relevante ontwikkelingen voorstel van Wet op de jeugdverblijven en onderliggend ontwerpbesluit op de jeugdverblijven De Wet op de jeugdverblijven is in juli 2015 met 148 stemmen aangenomen in de Tweede Kamer en is in behandeling bij de Eerste Kamer. De beoogde datum van inwerkingtreding ligt in het eerste kwartaal van 2016. De memorie van antwoord is verzonden naar de EK (EK 2015-2016: 34053.D) Het ontwerpbesluit op de jeugdverblijven is gereed, en is aan de Afdeling advisering van de Raad van State aangeboden ter advisering. De TK (behandeld in het AO integratie d.d. 29-10-2015) en de EK (ontwerpbesluit gaf geen aanleiding tot opmerkingen) zijn gekend in het ontwerpbesluit. Belangrijkste punten voor 2016 Het vrijwillig toezicht staat in 2016 in het teken van de voorbereidingen op de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdverblijven. BeĂ«indigen vrijwillig toezicht op de jeugdverblijven bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Behandeling van het wetsvoorstel in de EK. Indien de wet in de EK wordt aangenomen: de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdverblijven en de overdracht van de wet aan VWS. Stand van zaken parlementaria De memorie van antwoord is naar de EK verzonden. De Motie Azmani/Yucel (Tweede Kamer, 2012-2013, 33400-XV, nr 99) is met de wet afgehandeld. Programma Tegengaan van sociale spanningen Maatschappelijke doelstelling Tegengaan van: Sociale spanningen in Nederland incl. import van spanningen uit het buitenland zoals de Turks/Koerdische spanningen Resultaten en relevante ontwikkelingen Toegenomen spanningen tussen Turken en Koerden Op 3 december 2014 en op 28 oktober 2015 hebben Turkse en Koerdische organisaties onder voorzitterschap van minister Asscher overleg gepleegd. Zowel op 3 december 2014 als op 28 oktober 2015 is afgesproken dat Turkse en Koerdische organisaties hun achterban actief oproepen om beheerst om te gaan met meningsverschillen en dat zij (op lokaal niveau) gezamenlijk in gesprek gaan om bedreigingen en andere escalaties in ons land te voorkomen. Minister Asscher is bereid om lokale initiatieven die de spanningen verminderen te willen ondersteunen. Beleidsreactie Salafisme in Nederland Onder regie van SZW is de kabinetsreactie opgesteld over de notitie van NCTV en AIVD over Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek. In de kabinetsreactie wordt beargumenteerd waarom vanuit maatschappelijk oogpunt, de bescherming van de samenleving en sociale stabiliteit, stelling wordt genomen tegen problematische gedragingen. Gedragingen die zeker op de lange termijn de sociale stabiliteit kunnen ondermijnen. De kabinetsreactie is normstellend en schetst op hoofdlijnen de voorgestane aanpak. De Kamer zal, conform het besprokene in het AO Preventie radicalisering van 10 december jl., op korte termijn een brief van het kabinet ontvangen. Deze aanpak wordt, conform de motie Potters c.s. (TK 2016-2015, 32824 nr. 112), in afstemming met onder andere relevante gemeenten die met het vraagstuk van salafisme te maken hebben, nader ontwikkeld, geconcretiseerd en geĂŻmplementeerd. Aan de basis ervan ligt de versterking van de kennis- en informatiepositie van zowel nationale en lokale overheid ten behoeve van een structurele interbestuurlijke samenwerking. Belangrijkste punten 2016 De dialoog met de diverse gemeenschappen rondom het onderwerp spanningen wordt actief gevoerd wanneer nodig: Driemaandelijkse overleggen met Turkse, Koerdische en Alevitische gemeenschappen, eerstvolgend overleg februari 2016: los van het bespreken van spanningen, het formuleren van een agenda over andere zaken als onderwijs, jeugdwerkloosheid, discriminatie e.d. In samenwerking met FAON en HTIB proberen Turks/Armeense dialoog op gang te brengen met bijzondere aandacht voor de herdenking van de Armeense tragedie op 24 april 2016. Daarnaast zullen wij in dialoog blijven met de diverse gemeenschappen om tijdig actie te kunnen nemen wanneer spanningen opkomen zodat escalatie wordt voorkomen. Aanpak salafisme De aanpak van het salafisme richt zich op problematische gedragingen en de (lokale) sociale stabiliteit. De aanpak ervan is gericht op de opbouw van een duurzame en gedegen kennis- en informatiepositie van relevante gemeenten en het tot stand brengen van een adequate interbestuurlijke samenwerking. Ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van salafisme is reeds begonnen. Stand van zaken parlementaria Motie Potters c.s. 29 oktober 2015 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 32824 , nr. 112): op korte termijn wordt een brief aan de Tweede Kamer gezonden met de concrete aanpak Motie Roemer/Zijlstra over een lijst van salafistische organisaties die in ons land actief zijn (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 29 754, nr. 337): kabinet komt terug op hoe deze motie zal worden uitgevoerd; dit wordt meegenomen bij bovengenoemde brief IV Kennisfunctie Programma Kennisontwikkeling Maatschappelijke doelstelling Betrouwbare kennis vormt een van de onderlegger voor de ontwikkeling en uitvoering van effectief beleid. SZW ontwikkelt daarom kennis ten behoeve van de onderbouwing van het eigen beleid, maar stelt ook actief kennis beschikbaar aan derden, zoals gemeenten en partijen in het veld, zodat zij in staat zijn hun eigen verantwoordelijk zo goed mogelijk te nemen. De oprichting van de Expertise-unit Sociale stabiliteit van dit voorjaar kent twee directe aanleidingen. Enerzijds is dat de aankondiging van een expertisecentrum radicalisering in het Actieplan Jihadisme van d.d. 29 augustus 2014 (TK 29 754, nr. 253). Anderzijds is dat de wens om de kennisfunctie op het terrein van sociale stabiliteit te continueren. De signalering, praktijk- en netwerkkennis en ondersteuning van uitvoeringspartijen bij de aanpak van radicalisering is daarmee voorlopig binnen SZW georganiseerd, gezien de urgentie op het thema en het ontbreken van geschikte externe partijen. Uit gesprekken met gemeenten, professionals en burgers is opgehaald dat er een grote behoefte bestaat aan kennis en expertise: inhoudelijke kennis over processen en inhoud van maatschappelijke spanningen en radicalisering, kennis over welke interventies werken, kennis over met wie je kunt / moet samenwerken en kennis die leidt tot juist handelen met duurzaam effect. De ESS richt zich op het versterken van praktijkkennis die leidt tot blijvende handelingsvaardigheid. De âscopeâ van onderwerpen varieert daarbij van radicalisering en (islamitisch) extremisme, maatschappelijke spanningen die ontstaan bij het bouwen van een moskee, tot ook maatschappelijke onrust in publieke debatten over bijvoorbeeld âzwarte pietâ. Daarbij werkt de ESS dienstverlenend: vraaggericht en op maat. De ESS richt zich primair op overheden (gemeenten / Rijk), professionals in de eerste lijn (docenten, opbouwwerkers, wijkagenten etc) en migrantengemeenschappen (jongeren / ouderen / specifieke groepen). Resultaten en relevante ontwikkelingen Op 1 januari 2015 is het Kennisplatform Samenleving en Integratie (KIS) gestart. Dit platform waarbinnen het Verwey-Jonker Instituut en Movisie samenwerken, stelt op vraaggerichte wijze kennis beschikbaar aan partijen in het veld (zie: HYPERLINK "http://www.kis.nl" www.kis.nl ). Het eerste jaar heeft het programma zich gevestigd als een hoogwaardig kennisplatform. Met name door middel van de portaalfunctie heeft KIS een laagdrempelig bereik onder uiteenlopende kennisafnemers. In 2015 is, zoals op 5-9-2013 toegezegd aan de Tweede Kamer, de âbuurtmonitor Integratieâ gelanceerd. Dit instrument geeft op buurniveau een landsdekkend beeld van de stand en ontwikkeling van de integratie. Het is toegankelijk via de website HYPERLINK "http://www.buurtintegratie.nl" www.buurtintegratie.nl . In 2015 is een nieuwe editie van het Survey Integratie Migranten (SIM2015) uitgevoerd. Dit levert een grootschalig databestand op met gegevens over de integratie van diverse herkomstgroepen, dat de basis vormt voor onderzoek (o.a. van het SCP) in de komende jaren. Voor de Expertise Unit Sociale Stabiliteit: De quickscan Radicalisering en Maatschappelijke Spanningen (toezegging gedaan tijdens het Kamerdebat d.d. 14 januari 2015). De quickscan is een verkennend onderzoek onder 49 gemeenten naar het staande lokale beleid en de aanwezige kennis en expertise bij gemeenten en eerstelijns professionals ten aanzien van de preventie van radicalisering. Het verdiepende onderzoek âtriggerfactoren in het Radicaliseringsprocesâ (uitwerking van actiepunt 25f van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme) Het onderzoek zorgt voor meer inzicht in triggerfactoren, in kwetsbare groepen voor radicalisering en in de invloed van (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke spanningen. Dit onderzoeksrapport bestaat uit een literatuurstudie naar gebeurtenissen die een doorslaggevende rol spelen in het radicaliserings proces van een individu en is aangevuld met een expertmeeting met praktijkdeskundigen. Het ontwikkelen van een handreiking moskee-incidenten voor moskeeĂ«n, gemeenten, politie en anti-discriminatievoorzieningen. Trainingen aan professionals in onderwijs en welzijnswerk. Belangrijke punten voor 2016 KIS zal zich verder ontwikkelen, een inhoudelijke verdiepingsslag maken en richten op het verstevigen van de positie in het veld. Het SIM2015 is beschikbaar voor analyse; In 2016 verschijnt er een nieuwe editie van het Jaarrapport Integratie bij het CBS; De buurtmonitor Integratie zal met nieuwe jaargangen worden geactualiseerd; Bij het SCP zal op basis van het SIM2015 een verdiepende studie verschijnen naar de effecten van het integratiebeleid, dat een belangrijke hoeksteen vormt voor de beleidsdoorlichting van artikel 13. De beleidsdoorlichting artikel 13 Samenleving en Integratie, zal in 2016 aan de Kamer worden aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 30982, nr.23) Voor de Expertise Unit Sociale Stabiliteit: Verdere opbouw van de ESS en van netwerken onder gemeenten, gemeenschappen en professionals Advisering op maat aan gemeenten, gemeenschappen en professionals Stand van zaken parlementaria De toezegging uit de parlementaire agenda [05-09-2013] naar aanleiding van het debat over Shariawijken is met de publicatie van de Buurtmonitor Integratie afgedaan. Het betreft de gemeenten en regioâs, Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Deventer, Doetinchem, Enschede, âs- Hertogenbosch, Noord Limburg (Peel en Maas, Horst aan de Maas en Venray), Nissewaard, Veluwerand (Ermelo, Harderwijk en Zeewolde), Waalwijk, Westland en West Brabant (Zundert). [2] Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32 824, nr. 48 (Algemeen overleg integratieonderwerpen). 3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 â 2016, 32 824, nr. 115 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 29 544, nr 599 HYPERLINK "http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2013Z 17987&did=2013D37209" Kabinetsreactie op advies Gezondheidsraad psychische gezondheid en zorggebruik van migrantenjeugd , Tweede Kamer, vergaderjaar 2013â2014 25424, nr. 232 Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 32 175, nr. 35 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32 824, nr. 37 nader gewijzigd, onderdeel 4 PAGE \* MERGEFORMAT 1