[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overzicht Voortgang Agenda Integratie per november 2015

Bijlage

Nummer: 2015D50616, datum: 2015-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voortgang Agenda Integratie 2015 (2015D50615)

Preview document (🔗 origineel)


Overzicht Voortgang Agenda Integratie per november 2015

Bijlage bij brief Voortgang Agenda Integratie

In de Agenda Integratie van dit kabinet zijn de verschillende
programmaonderdelen ondergebracht langs de drie lijnen:

‘Meedoen en zelfredzaamheid’;

‘Grenzen stellen en opvoeden’;

‘Omgaan met anderen en verinnerlijken van waarden’.

In dit schematische overzicht zijn per programma de doelstellingen,
ontwikkelingen en resultaten weergegeven. Tevens is een vooruitblik op
de komende activiteiten en de vermelding van de stand van zaken met
betrekking tot het parlementaire verkeer (Kamervragen daargelaten)
opgenomen. De Roma zijn als aandachtsgroep in 2013 aan de Agenda
Integratie toegevoegd en worden hier onder de lijn ‘grenzen stellen en
opvoeden’ behandeld. Onder ‘IV) ‘Kennisontwikkeling’ is de
kennisfunctie toegelicht. 

I	‘Meedoen en zelfredzaam zijn’

Programma

	Tel mee met Taal en Taalakkoord Werkgevers

Maatschappelijke doelstelling programma 

De aanpak Taal van SZW kent twee hoofdingrediënten: de
interdepartementale aanpak Tel mee met Taal (OCW, VWS, SZW) en het
Taalakkoord Werkgevers.

Het programma Tel mee met Taal richt zich op de verbetering van de
taalvaardigheid voor het zelfstandig kunnen functioneren en participeren
in de Nederlandse samenleving. Het Taalakkoord Werkgevers stimuleert
werkgevers Nederlands op de werkvloer te faciliteren. Bij het
taalakkoord gaat het om taalvaardigheid als werknemersvaardigheid.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

In 2015 is het programma Tel mee met Taal opgestart met de volgende
doelstellingen:

1. In de periode 2016-2018 verbeteren tenminste 45.000 Nederlanders hun
taalbeheersing zodanig dat zij aantoonbaar beter scoren op
taalbeheersing en maatschappelijke participatie, waaronder
arbeidsdeelname. 

2. In 2018 worden in totaal 1 miljoen jonge kinderen tot en met de
basisschoolleeftijd bereikt met leesbevorderingsactiviteiten, zodat hun
taalvaardigheid en leesplezier toenemen. 

Medio november 2015 hebben inmiddels 70 organisaties zich aan het
Taalakkoord Werkgevers verbonden.

Belangrijkste punten voor 2016

In 2016 start het programma Tel mee met Taal met de volgende
actielijnen: 

Lokale netwerkaanpak

Regionale Taalakkoorden

Leesbevordering

Experimenten

Kennis en communicatie

De succesvolle aanpak van het Taalakkoord werkgevers wordt in 2016
voorgezet, waarbij in samenwerking met het netwerk van bedrijven,
branches en taalaanbieders het bereik verder wordt vergroot. De aanpak
kent 4 sporen:

Werving en advisering van bedrijven

Benaderen van het MKB via brancheorganisaties

Partnerschappen met koepelorganisaties en intermediairs (zoals UWV,
AWVN, MVO Nederland, STAR)

Partnerschappen met taalaanbieders om het taalaanbod op de markt te
stimuleren en te mobiliseren

In 2016 zal gewerkt worden aan versterking van de wisselwerking tussen
enerzijds de interdepartementale aanpak Taal en anderzijds het
Taalakkoord Werkgevers. 



Programma

	Inburgering

Maatschappelijke doelstelling 

Met de uitvoering van de Wet inburgering Buitenland (Wib) wordt beoogd
om gezinsmigranten in eigen land voor te bereiden op het leven in
Nederland. De uitvoering van de Wet inburgering (Wi) is erop gericht om
nieuwkomers in Nederland de taal eigen te laten maken en kennis op te
laten doen van de samenleving en de arbeidsmarkt, zodat zij in staat
zijn om een zelfredzaam bestaan op te bouwen.

Resultaten en relevante ontwikkelingen 

Bij brieven van 30 maart (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 32 824,
nr. 90) en 2 september (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 32 824,
nr. 105) is de Tweede Kamer geĂŻnformeerd over diverse ontwikkelingen en
resultaten op het terrein van inburgering, zoals:

het inzagerecht bij de inburgeringsexamens

de ontwikkeling van voorbeeld- en oefenexamens

het nieuwe examenonderdeel Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt

onderzoek naar het examenonderdeel leesvaardigheid

de overgang van oude naar nieuwe examenonderdelen

mogelijkheden tot ontheffing van de inburgeringsplicht

de voortgang van de inburgering van nieuwkomers die in 2013
inburgeringsplichtig zijn geworden   

de technische ontwikkelingen bij de afname van het basisexamen
inburgering in het buitenland

de uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake het basisexamen
inburgering.

Voorts is de monitor basisexamen inburgering buitenland over de periode
van 1 november 2014 tot 1 juli 2015 uitgebracht (bijgevoegd). Hieruit
blijkt m.b.t. de slagingspercentages het volgende: 

Het slagingspercentage van KNS is hoog, 99% van de kandidaten slaagt in
1 keer. Voor lezen is het slagingspercentage nu 79%, dat is 10% lager
dan voor de vorige toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen. De oorzaak
hiervan wordt thans onderzocht. Bij het onderdeel spreken ligt het
percentage op 61%, ook dit is gedaald ten opzichte van de 88% bij de
Toets Gesproken Nederlands. De reden hiervoor is de nieuwe gebruikswijze
bij dit onderdeel. Er wordt hard aan gewerkt om dit te verhelpen.

Belangrijkste punten voor 2016

De blijvend hoge instroom van asielmigranten met als gevolg hogere
uitgaven voor leningen, maatschappelijke begeleiding en voorinburgering.

De inburgeringsresultaten en de handhaving van de inburgeringsplicht van
nieuwkomers van wie de inburgeringstermijn in 2016 afloopt.

Wijziging van de Wi als gevolg van de invoering van de
participatieverklaring.

Wijziging van de Wib als gevolg van de uitspraak van het Europese Hof
van Justitie

Stand van zaken parlementaria

Motie-Schouw over de kwaliteit en de prijs van inburgeringscursussen:
rapportage is voorzien eind 2015/begin 2016 

Motie-Dibi over het monitoren van de effecten van de gewijzigde wet
(participatie d.m.v. scholing en/of (vrijwilligers)werk: onderzoek staat
gepland voor 2017



Programma

	Participatieverklaring

Maatschappelijke doelstelling

De participatieverklaring draagt eraan bij dat nieuwkomers, ten behoeve
van hun integratie en participatie aan de Nederlandse samenleving,
kennis hebben van zowel hun rechten en plichten als de fundamentele
kernwaarden van de Nederlandse samenleving.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Pilot participatieverklaring

In de periode maart 2014 tot en met maart 2015 hebben 13 gemeenten en
regio’s met uiteenlopende projecten deelgenomen aan de pilot
participatieverklaring. Doelen van de pilot waren naast het wijzen op de
rechten en plichten en de fundamentele waarden van de Nederlandse
samenleving  verwelkoming van de nieuwkomers, het tot stand brengen van
een band tussen de nieuwkomer, de gemeente en de Nederlandse
samenleving, de nieuwkomers wegwijs maken in Nederland en de gemeente
waarin zij zich vestigen, nieuwkomers informeren zodat zij weerbaarder
worden tegen misbruik en uitbuiting, en nieuwkomers in aanraking brengen
met relevante voorzieningen ten dienste van een snelle inburgering en
integratie. Een centraal onderdeel van de pilot was de ondertekening van
de participatieverklaring door nieuwkomers. In de participatieverklaring
staan de belangrijke basisprincipes van de Nederlandse samenleving
centraal. Het ondertekenen van de participatieverklaring was ingebed in
een breder traject (het ‘participatieverklaringstraject’). De pilot
is geëvalueerd. Het evaluatierapport is opgeleverd.  

Internationale verkenning naar toepassingen van participatieverklaringen
en integratiecontracten

Naar aanleiding van vragen uit de Kamer[2] heeft ook een studie
plaatsgevonden naar Europese voorbeelden van soortgelijke
participatieverklaringen en integratiecontracten in Duitsland,
Denemarken, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk en België (Vlaanderen).
Doel van de verkenning was het verkrijgen van inzicht in de inhoud en
juridische context van de verschillende participatieverklaringen en
contracten en de daarbij gehanteerde toepassingsmodellen. Deze studie is
in het voorjaar van 2015 afgerond. 

Belangrijkste punten voor 2016

Het kabinet zal de participatieverklaring breed invoeren voor alle
inburgeringsplichtige nieuwkomers. Dit gebeurt voor asielgerechtigden
vanaf begin 2016. 

Ten behoeve van invoering van participatieverklaringstraject voor alle
inburgeringsplichtigen wordt in 2016 een Wetsvoorstel ingediend om de
Wet Inburgering aan te passen.

Gemeenten krijgen een centrale  rol in de uitvoering van het
participatieverklaringstraject waardoor ook de verbinding kan worden
gelegd met lokale voorzieningen en instellingen.

Stand van zaken parlementaria

Per brief van 27 november jl. is de kamer geĂŻnformeerd over de
resultaten van de pilot, de internationale juridische verkenning en de
vervolgstappen waaronder de uitrol.



Programma

	EU-migratie en Integratie

Maatschappelijke doelstelling

EU- arbeidsmigranten zowel in de landen van herkomst als in Nederland
beter en eerder informeren zodat:

Zij goed op de hoogte zijn van zowel rechten en plichten als de
fundamentele waarden van de Nederlandse samenleving;

Zij weerbaarder worden tegen misbruik en uitbuiting;

Een binding tot stand wordt gebracht tussen de migrant en de Nederlandse
samenleving;

Zij relevante voorzieningen (zoals onderwijs en zorg) weten te vinden;

Zij bewuster nadenken over de migratiegevolgen en - indien men voor
langere tijd in Nederland wil verblijven - men bereid is meer te
investeren in de Nederlandse samenleving (leren van de Nederlandse taal,
kennisnemen van de rechten en plichten en Nederlandse waarden en goede
lange termijn huisvesting). 

Dit draagt bij aan een betere maatschappelijke aansluiting in de
Nederlandse samenleving en vergroot de acceptatie van EU-migranten en
hun kinderen door de ontvangende samenleving.

Vanuit de Europese Commissie is meer draagvlak en ondersteuning voor
participatiebeleid van EU-burgers in een ander lidstaat. De Commissie
ziet Nederland niet meer als land dat mogelijk inbreuk wil maken op de
richtlijn vrij verkeer, maar als land dat de richtlijn door middel van
participatiebeleid een stap verder wil helpen.

Om te kunnen anticiperen op mogelijke integratieproblemen vindt
doorlopend onderzoek plaats en wordt een actief netwerk binnen de
doelgroep onderhouden. 

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Onderzoek ‘Roemeense migranten: De leefsituatie in Nederland kort na
migratie’ is afgerond.

SCP-onderzoek ‘Langer in Nederland’ -> Ontwikkelingen in de
leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na
migratie (april 2015), Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 29 407,
nr. 202

Stichting Lize is ondersteund om een landelijk netwerk zelforganisaties
op te richten. 

De Brochures ‘Nieuw in Nederland’ (voor Europese arbeidsmigranten)
worden op dit moment geĂŒpdate en beschikbaar gesteld aan nieuwe
migranten.

Belangrijkste punten voor 2016

Verdiepend SCP-hoofdonderzoek kinderen van EU-arbeidsmigranten. Het
onderzoek wordt in de zomer van 2016 afgerond.

Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie organiseert
Nederland een bijeenkomst voor de ‘Nationale Contactpunten voor
Integratie’ over het thema sociale inclusie. Tevens organiseert
Nederland een werkbezoek voor onder meer ambtenaren van de Europese
Commissie waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de participatie
van EU burgers.

De Europese Commissie heeft aangekondigd in maart 2016 met nieuwe
voorstellen te komen op het terrein van legale migratie en integratie.

Stand van zaken parlementaria

Toezegging brief “Verkenning Poolse, Bulgaarse en Roemeense kinderen
in Nederland” van 23 september 2014; Tweede Kamer, vergaderjaar
2014–2015, 29 407, nr. 196.

Verdiepend SCP-hoofdonderzoek kinderen van EU-arbeidsmigranten wordt in
de zomer van 2016 afgerond en in het najaar aan de TK aangeboden.



Programma	Aanpak Jeugdwerkloosheid



Maatschappelijke doelstelling

Een relatief grote investering is al geleverd en begint vruchten af te
werpen: het onderwijssucces van migrantenjongeren stijgt. Desondanks
hebben migrantenjongeren een veel zwakkere arbeidsmarktpositie dan
autochtone jongeren. Migrantenjongeren hebben door de omgeving waarin
zij opgroeien in verhoogde mate te maken met een kwalitatieve mismatch
op de arbeidsmarkt als gevolg van een ‘verkeerde’ studiekeuze,
gebrekkige werknemersvaardigheden, ineffectief zoekgedrag en het
ontbreken van een startkwalificatie. Ook negatieve
beeldvorming/discriminatie lijkt een belangrijke verklaring te zijn. 

Waar we derhalve nog in moeten investeren is jongeren beter voorbereiden
op de arbeidsmarkt. Dat begint al in het onderwijs. Dit betekent
jongeren ondersteunen bij het maken van een weloverwogen studiekeuze,
hun werknemersvaardigheden versterken, jongeren helpen bij de overgang
naar werk en jongeren handvatten bieden om negatieve
beeldvorming/discriminatie te overbruggen.

Ook moet de beeldvorming over migrantenjongeren kantelen. Niet langer
moet worden gedacht vanuit problemen, maar moet het wenkende perspectief
worden geboden van een generatie vol potentie.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Over de resultaten van de aanpak Jeugdwerkloosheid is uw kamer in maart
geĂŻnformeerd. Bij die brief stuurde ik u ook de Agenda Aanpak
Jeugdwerkloosheid 2015 – 2016.  De Aanpak Jeugdwerkloosheid zet in op
vier speerpunten. 

Loopbaanleren: samen met onderwijsinstellingen en hun partners zorgt de
aanpak voor de ontwikkeling van loopbaancompetenties bij jongeren
gericht op het maken van een passende studiekeuze met
arbeidsmarktperspectief en het ontwikkelen van goede
werknemersvaardigheden en effectief zoekgedrag. Deze vaardigheden zijn
minder ontwikkeld bij migrantenjongeren. 

Matchen op werk: samen met gemeenten, UWV en hun partners worden
jongeren met matige werknemersvaardigheden, ineffectief zoekgedrag en
jongeren zonder startkwalificatie gematched op vacatures. Relatief veel
migrantenjongeren maken deel uit van deze groep.  De ambitie van de
arbeidsmarktregio`s is om 23 duizend jongeren binnen twee jaar vanuit
een uitkering (WW en bijstand) aan de slag te krijgen. Aanvullende
bestuurlijke afspraken worden gemaakt om jongeren zonder
startkwalificatie aan het werk te helpen.

Afspraken met werkgevers: samen met werkgevers wordt de kans op werk
vergroot voor jongeren, door in te zetten op loopbaanleren, instroom,
leerwerkcombinaties en culturele diversiteit. Over anderhalf jaar zijn
100 nieuwe Werkakkoorden afgesloten (zoals aangekondigd in de Kamerbrief
van 31 maart 2015 over de aanpak jeugdwerkloosheid).

City Deal: de Rijksoverheid en vijf steden (Amsterdam, Den Haag,
Eindhoven, Leeuwarden en Zaanstad) zijn gestart met een City Deal. Met
een brede coalitie gaan zij aan de slag met vernieuwende oplossingen
gericht op (migranten)jongeren woonachtig in zwakke buurten, die in
principe goed functioneren (geen grote voorliggende problematiek die
onderwijs- of arbeidsmarktdeelname verhinderen), maar desondanks de boot
dreigen te missen.

Belangrijkste punten voor 2016

De City Deal zal doorlopen in 2016. Over anderhalf jaar zal duidelijk
zijn hoeveel migrantenjongeren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt
zijn bereikt in de vijf steden. Dan zal duidelijk zijn wat voor aanpak
werkt. Ook gaan dan minimaal vijf andere steden aan de slag met een
brede coalitie om de arbeidsmarktpositie van (migranten)jongeren te
verbeteren. 

De minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
sturen in het voorjaar 2016 een sectoroverstijgende brief Loopbaanleren
aan de Tweede Kamer.

Stand van zaken parlementaria

In de brief aan de Tweede Kamer van 31 maart is aangekondigd dat vijf
steden met de Rijksoverheid aan de slag gaan om (migranten)jongeren uit
zwakke buurten in het onderwijs beter voor te bereiden op de
arbeidsmarkt en hen meer perspectief te bieden op werk. De City Deal is
een uitwerking hiervan. Daarmee is tegemoet gekomen aan de gewijzigde
motie Karabulut/YĂŒcel (29544, nr. 612), waarin de regering wordt
verzocht om zo spoedig mogelijk concrete, buurtgerichte plannen te
presenteren.



Programma

	Toegankelijkheid en Bereik Zorginstellingen

Maatschappelijke doelstelling

Migranten verschillen in het algemeen niet zozeer van de algemene
bevolking t.a.v. gezondheid en welbevinden, maar op bepaalde thema’s
blijken sommige groepen migranten meer met bepaalde problemen te kampen.
De hulpverlening is daar nog onvoldoende op toegesneden: migranten
worden nog onvoldoende op tijd bereikt met geschikte hulp. 

Verbeteren bereik en effectiviteit van het generieke beleid in de zorg.

Faciliteren samenwerking lokaal bestuur, professionals, experts en
migrantenzelforganisatie rond te verbeteren themaÂŽs zoals jeugd- en
opvoedhulp en geestelijke gezondheidszorg.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Door ZonMW wordt in enkele academische werkplaatsen transitie jeugd
gewerkt aan implementatie en borging van de resultaten van het programma
Diversiteit in het jeugdbeleid (2008-2013). Het gaat om in dit programma
ontwikkelde cultuursensitieve competentieprofielen, scholingsaanbod ter
aanvulling van relevante curricula, hulpverleningsmethodieken en
bereikstrategien (beter bereiken van de doelgroep). 

Voorzetting leerstoel “opvoeden in de Multi-etnische stad” VU,
benutten resultaten pedagogische infrastructuur kenniswerkplaats 10+/
kenniswerkplaats transitie jeugd Amsterdam.

In het EIF-programma “Verbetering GGZ kwetsbare (migranten)jeugd” is
gewerkt aan effectieve aanpakken voor vroegsignalering, doorgeleiding en
tijdige, effectieve ggz/lvb-hulpverlening en psycho-educatie aan
kwetsbare migrantenjongeren en hun ouders. De gemeenten Nijmegen,
Rotterdam, Ede en Gouda hebben zich twee jaar lang ingezet samen met de
GGZ en andere lokale samenwerkingspartners in de 0e en 1e lijn (zoals
MEE, JGZ, migrantenorganisaties) om de signalering van psychische
problematiek bij migrantenjeugdigen en de hulp aan deze jongeren
structureel te verbeteren. Enkele resultaten:

Er is een train-de-trainer ontwikkeld waarbij professionals (0e, 1e, 2
lijn) 

getraind worden in vroegsignalering GGZ-/LVB-problematiek migrantenjeugd
en cultuursensitief werken.

Bij de aanpakken is ingezet op vroegsignalering, snelle screening van
GGZ- en LVB problemen en licht hulpaanbod op scholen en in wijken.

Laagdrempelige psycho-educatie aan migrantenouders (en jongeren): in
alle 4 gemeenten zijn er zo’n 135 voorlichtingsbijeenkomsten
(wijken/scholen) geweest waarbij circa 1000 ouders zijn bereikt.

Er is gewerkt aan een structurele verankering van de werkwijzen binnen
de keten van Jeugd-GGZ/LVB-partners (o.a. lokale netwerken gevormd en
aansluiting bij transitie Jeugdzorg).

Het programma is na twee jaar afgerond en de resultaten zijn tijdens het
slotcongres op 19 november 2015 landelijk ontsloten. 



Belangrijkste punten voor 2016

Kennis uit o.a. de leerstoel “Opvoeden in de multi-etnische stad”
wordt ingezet in een door SZW te faciliteren samenwerking van lokaal
bestuur, professionals, experts en migrantenzelforganisatie rond het
thema “weerbaar opvoeden” in relatie tot preventie van
radicalisering.

Stand van zaken parlementaria

N.v.t.



II	Grenzen stellen en opvoeden

Programma

	Aanpak Jeugdcriminaliteit

Maatschappelijke doelstelling 

Er is nog steeds een oververtegenwoordiging van migrantenjongeren in de
criminaliteitscijfers. Met name de aanwas onder 12-minners en het aantal
veelplegers is zorgelijk. Er bestaat handelingsverlegenheid t.o.v. jonge
criminelen. Bij een deel van de criminele jongeren zijn de huidige
interventies niet effectief en sluiten niet aan op hun leefwereld. Er is
een gebrek aan opvoedingsvaardigheden, goede rolmodellen en
succesverhalen in hun leefomgeving. Daarnaast is een overvloed aan
verleiding van het snelle geld.

Aanpak Jeugdcriminaliteit zet zich in voor het:

- Voorkomen van nieuwe aanwas i.s.m. MinVenJ bij de werkgroep
“Vroegtijdig signaleren en ingrijpen” - effectievere aanpak van
12-minners van het Programma Kindermishandeling en Jeugdgroepen en vijf
proeftuingemeenten. 

- “Alleen jij bepaalt wie je bent” - Sportief preventieprogramma van
MinVenJ gericht op risicojongeren uit achterstandswijken van het
speciaal onderwijs en laagste niveaus van het VO. Dit programma wordt
door SZW versterkt met twee trajecten: het vergroten van
ouderbetrokkenheid en het versterken van de identiteitsvorming onder
deze risicojongeren. Steeds minder ouders zijn betrokken bij de
sportclub van hun kind, m.n. onder deze groep. Zij kunnen zich niet
vinden in de traditionele clubs of weten niet wat het effect is van hun
afwezigheid bij de vrijetijdsbesteding van hun kind. Daarnaast is er een
probleem met problematische gedrag van jongeren op en rond het
sportveld. 

- Terugdringen van recidive onder ex-gedetineerde migrantenjongeren.
Nazorg van maatschappelijk werk wordt aangevuld met maatjes en
moedernetwerken: Forsa! en Al Nour. De maatjes fungeren als rolmodellen
die de jongeren in detentie en daarna nog een jaar in vrijheid bijstaan.
De maatjes, van dezelfde leeftijd en achtergrond, hebben een positieve
invloed op de jongere.  

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Vroegtijdig signaleren: drie landelijke werkconferenties in 2015 hebben
ertoe geleid dat in de vijf proeftuingemeenten een daadkrachtige
integrale aanpak is opgezet voor de multiprobleemgezinnen van
12-minners. Gemeenten hebben onderling ervaringen uitgewisseld en
knelpunten zijn benoemd. In 2016 wordt de aanpak verfijnd en verbeterd.

 “Alleen jij bepaalt”: Twee organisaties zijn inmiddels gestart om
ouderbetrokkenheid bij de aangesloten sportclubs te vergroten en de
train-de-trainer identiteitstraining te realiseren. Via de
ouder-betrekt-ouder-methode betrekt men nu een groter aantal ouders bij
de sportclubs. Daarnaast wordt gekeken hoe de traditionele activiteiten
van de sportclubs aangevuld kunnen worden met activiteiten die passen
bij een divers ledenbestand, bijvoorbeeld familiedagen. De
rolmodellen/sporttrainers krijgen inmiddels training in het herkennen
van identiteitsproblemen bij de risicojongeren en handvatten om hiermee
om te gaan. Beide trajecten voorzien in een grote behoefte bij
sportclubs.

Forsa!-pilots zijn gestart in Den Haag, Almere en Delft. In
cofinanciering met deze gemeenten en het Rijk zijn in totaal 34
trajecten voor ex-gedetineerde jongeren ingekocht. De eerste resultaten
van de Forsa-methodiek in Den Haag zijn zeer goed: jongeren
re-integreren sneller en slechts twee van de 35 ex-gedetineerde
migrantenjongeren zijn (na Ă©Ă©n jaar) gerecidiveerd. Deze Haagse
trajecten waren gefinancierd door het Rijk, de gemeente en diverse
fondsen. 

Aangezien detentie Ă©Ă©n van de plaatsen is waar jongeren radicaliseren
zijn de Forsa!-maatjes speciaal getraind in het signaleren van
radicalisering. 

Belangrijkste punten voor 2016

Vroegtijdig signaleren – Afsluitende  werkconferentie en tools voor
het opzetten van een integrale aanpak voor gemeenten t.b.v. aanpak
12-minners in  multiprobleemgezinnen.

Handreikingen ouderbetrokkenheid bij sportclubs en identiteitstrainingen
uit de trajecten “Alleen jij bepaalt” t.b.v. sportclubs en
gemeenten. Verspreiding kennis i.s.m. MinVenJ en het CCV (Centrum voor
Criminaliteitspreventie en Veiligheid) 

Forsa!-methodiek – start van pilots in drie Brabantse gemeenten.
Afsluiting van pilots in Den Haag, Almere en Delft. Borging van de
methodiek in gemeenten en uitrol via o.a. het CCV

Stand van zaken parlementaria

N.v.t.



Programma

	Ouderbetrokkenheid

Maatschappelijke doelstelling

Het programma Ouderbetrokkenheid richt zich op het vergroten van het
bewustzijn van migrantenouders van de rol die van hen verwacht wordt als
opvoeder, en het verbeteren van hun toerusting daarvoor. 

Methodiekontwikkeling om zelfstandige oudernetwerken in de wijk op te
zetten en te koppelen aan professionals (project Wijkacademies).

 Methodiekontwikkeling vergroten ouderbetrokkenheid migrantenouders bij
de school.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Wijkacademies zijn succesvol. Methodiek is beschreven en toegankelijk.
Aandachtspunt is de inpassing in regulier gemeentelijk beleid. 

Project Rotterdam Zuid loopt nog. Resultaten komen in loop van 2016.
Hogeschool Rotterdam verzorgt monitoring.

Onderzoek ouderbetrokkenheid migrantenouders MBO is in september 2015
gestart.

Belangrijkste punten voor 2016

Afronden wijkacademies. Breder bekend stellen methodiek met aandacht
voor het inpassen in lokaal beleid.

Afronden project Ouderbetrokkenheid in onderwijs Rotterdam Zuid.
Resultaatmeting komt beschikbaar via Hogeschool Rotterdam.

Afronden onderzoek ouderbetrokkenheid migrantenouders in het MBO met
handelingsgerichte rapportage (augustus 2016)

Stand van zaken parlementaria

N.v.t.



Programma

	Integratie van Roma

Maatschappelijke doelstelling 

 Aandacht voor de positie van Roma en Sinti In Nederland vanuit het
generieke integratiebeleid, specifiek t.a.v. het vergroten van de
toegankelijkheid van publieke instellingen.

Resultaten en relevante ontwikkelingen 

Op een aantal beleidsterreinen monitort het Kabinet de positie van Roma
en Sinti in de Nederlandse samenleving. De eerste Monitor Inclusie is in
2013 uitgebracht; de tweede Monitor Inclusie is als bijlage bij de
voortgangsbrief Agenda Integratie gevoegd. In bijlage 2 treft u de
belangrijkste uitkomsten van deze monitor aan en de reactie van het
kabinet op deze aan.

Om dialoog op lokaal niveau verder te bevorderen heeft het ministerie
SZW in 2015 drie dialoogbijeenkomsten georganiseerd met een vijftal
lokale bestuurders en een select aantal Roma en Sinti. 

In de door Nederland voorgezeten EU-werkgroep Bescherming Rechten van
Romakinderen wordt ingezet op het uitwisselen van promising practices
waar het gaat om de onderwijsparticipatie van met name Romameisjes. 

Daarnaast is in de expertwerkgroep CAHROM (Raad van Europa) expliciet
aandacht gevraagd voor de schadelijke effecten van en tevens de
verantwoordelijkheid van Roma zelf bij huwelijksdwang en mensenhandel.

Belangrijkste punten voor 2016

Afronding programma Aanpak Uitbuiting Romakinderen (2014-2016) door met
name in te zetten op de borging van de ontwikkelde beleids- en
handelingsinstrumenten.

Stand van zaken parlementaria

N.v.t. 



III	Omgaan met anderen en verinnerlijken van waarden

Programma

	Pluriformiteit & Burgerschap

Maatschappelijke doelstelling

De Nederlandse democratische rechtsstaat is een belangrijk kader in onze
pluriforme samenleving die steeds diverser wordt. De rechtsstaat biedt
houvast aan alle burgers, ongeacht etniciteit, leefstijl, religie, sekse
of land van herkomst. In het integratiebeleid heeft het thema
grondrechten in een pluriforme samenleving een belangrijke functie. De
samenleving verandert voortdurend door ontwikkelingen in binnen- en
buitenland, dat maakt het debat over burgerschap en pluriformiteit
doorlopend actueel. Dat geldt ondermeer daar waar mensen worden
buitengesloten of worden aangetast in hun fundamentele vrijheden.
Samenleven vraagt voortdurende aandacht en onderhoud en vraagt tevens
een concretisering en operationalisering van de kernwaarden en
verworvenheden van onze democratische rechtsstaat. Concreet zijn daartoe
in 2015 activiteiten uitgevoerd op de onderwerpen 

1) Burgerschap en onderwijs; 

2) Maatschappelijke codes en grenzen van de rechtsstaat (parallelle
gemeenschappen) en 

3) Sociaal ondernemerschap en opwaartse mobiliteit.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Burgerschap en onderwijs

Project leerlingenparticipatie VO: Op een tiental middelbare scholen is
in 2015 gewerkt aan een opzet waarbij leerlingen een rol spelen in de
inrichting van het burgerschapsonderwijs op hun school. Afsluiting vindt
plaats op de SLO-conferentie Burgerschap in het Onderwijs op 19 januari
2016. 

Handreiking ‘Values. Op zoek naar gedeelde waarden’ voor het
curriculum burgerschap in het onderwijs: Een handreiking  waarmee
scholen de basiswaarden kunnen bepalen die zij centraal willen stellen
in hun onderwijsbeleid en hun burgerschapsonderwijs. De handreiking gaat
nader in op de manier waarop scholen van visie naar praktische
toepassing kunnen komen. Het  concept van de handreiking is beoordeeld
door experts en gebruikers. Deze handreiking is bedoeld om schoolleiders
te ondersteunen in het vormen van die visie en om het proces van
waardenontwikkeling in de school te bevorderen. De handreiking is
beschikbaar op   HYPERLINK "http://burgerschapindeschool.nl/" 
http://burgerschapindeschool.nl/  en als losse publicatie.

Methodiek “Dialoog als burgerschapsinstrument” voor
lerarenopleidingen: In nauwe samenwerking met de lerarenopleidingen
Rotterdam en Amsterdam is in samenwerking met SLO en Diversion een
methodiek ontwikkeld voor lerarenopleidingen om moeilijk bespreekbare
onderwerpen in de klas bespreekbaar te maken. De basis van de peer
education methodiek is ontwikkeld. .

Methode burgerschap MBO “De maatschappij dat ben jij”: Op MBO
scholen is burgerschapslesmateriaal ontwikkeld, ter aanvulling op het
huidige ‘loopbaan’ curriculum in het MBO.

Pilot transformatieve school: De pilot ‘transformatieve school’ is
begin 2015 gestart ; een scholenproject met VO en MBO leerlingen in drie
aandachtswijken (Feyenoord, Schilderswijk, Slotervaart) om de opwaartse
mobiliteit van jongeren te versterken en de liftfunctie van de betrokken
onderwijslocaties te herstellen. 

Website   HYPERLINK "http://burgerschapindeschool.nl/" 
http://burgerschapindeschool.nl/  (Portal leermiddelen discriminatie
(islamofobie, antisemitisme): Website is gelanceerd. Vanuit SZW zijn
verschillende methodieken aangedragen die op deze SLO  site worden
aangeboden.

Op 19 januari 2016 wordt door SLO een grote conferentie over burgerschap
in het onderwijs georganiseerd. Bij deze conferentie worden alle
trajecten op burgerschap bij elkaar gebracht om kennis te delen en
vooral vooruit te kijken. Vanuit SZW zal een bijdrage worden geleverd
vanuit het traject lerarenopleidingen, transformatieve school. Ook
worden de resultaten van lokale gesprekken antisemitisme meegenomen.

Verbreding pilot lerarenopleidingen: OCW is als cofinancier in het
lopende schooljaar ingestapt in de pilot ‘dialoog als
burgerschapsinstrument’ zodat naast de hogescholen van Rotterdam en
Amsterdam ook een eerstegraadsopleiding en een pabo kunnen participeren.


Parallelle gemeenschappen / TRSO’s

Gesprekken met Milli GörĂŒs, Diyanet, GĂŒlen en SICN: Zowel in breder
verband met de verschillende Turkse gemeenschappen als met de vier
TRSO’s afzonderlijk wordt ambtelijk en bestuurlijk de dialoog
opgezocht en onderhouden.

Werkbezoek Duitsland: Op 28-29 en 30 april is een werkbezoek aan
Duitsland gebracht met het ‘Turkije dossier’ als thema. Er zijn
gesprekken met zowel de Duitse autoriteiten als Turks-Duitse
organisaties gevoerd.

Gesprekken tussen minister SZW en ambassadeur van Turkije: Op 19 januari
2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen MSZW en ambassadeur Arslan
waarbij de MSZW uit naam van de Turkse premier is uitgenodigd een bezoek
aan Turkije te brengen. Op 17 april 2015 heeft MSZW met vice-premier
Kurtulmus van Turkije gesproken.

Sociaal ondernemerschap

SER Advies Sociale ondernemingen: De SER heeft 22 mei unaniem het
verkennende advies Sociale ondernemingen vastgesteld. Met het advies
levert de raad belangrijk grondwerk voor het vaststellen van de rol en
positie van sociale ondernemingen. Ook doet de raad aanbevelingen aan
sociale ondernemingen hoe zij hun maatschappelijke waarde zichtbaar
kunnen maken en kunnen vergroten. Het advies is een reactie op een
adviesaanvraag van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Kabinetsreactie SER-advies: In het vierde kwartaal 2015 wordt een
kabinetsreactie op het SER-advies naar de Tweede Kamer verzonden.

Project ‘Van Deal Flow naar Social Deal’: Voor het project ‘Van
Deal Flow naar Social Deal’, is stichting Society Impact vanuit SZW,
BZK en  VWS een projectsubsidie toegekend. Activiteiten richten zich op
een programmalijn BZK met accent op kennisvergaring, kennisontwikkeling
en kennisdeling bij BZK-stakeholders zoals gemeenten, woningcorporaties
en welzijninstellingen. Een programmalijn VWS rond mantelzorgontlasting,
het continueren van de activiteiten rond Dementelcoach, de ontwikkeling
van Health Impact Bonds en het opzetten van projectenpijplijn/dealflow
rond Health Impact Bonds met stakeholders in het zorgdomein. En een
programmalijn SZW rond taal, taalvaardigheid, arbeidsparticipatie en
integratie.

Belangrijkste punten voor 2016

Verdere verspreiding methodiek “Dialoog als burgerschapsinstrument”
voor lerarenopleidingen en verbreding pilot lerarenopleidingen

Conferentie Burgerschap in het Onderwijs januari 2016

Pilot transformatieve school

Stand van zaken parlementaria

Motie Potters/Karabulut over Diyanet imams waarin het Kabinet wordt
verzocht geen cursussen Nederlands aan te bieden of te financieren voor
imams die vanuit Turkije of Marokko worden uitgezonden naar Nederland,
de samenwerking met Diyanet te staken en zich niet afhankelijk te maken
van de landen van herkomst voor de integratie. (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2014–2015, 32 824, nr. 96). Deze motie is afgedaan door
de beantwoording van de Kamervragen van de Leden Karabulut (SP) en
Potters (VVD) over "import van imams uit Marokko en Turkije en
bondgenootschap met de Marokkaanse en Turkse overheid voor integratie en
de-radicalisering” 2015Z11221 (ingezonden 15 juni 2015).

In navolging van mijn toezegging om u in deze voortgangsrapportage te
informeren over de uitvoering van de motie Karabulut/Potters over het
vervolgonderzoek naar de TRSO’s (Tweede Kamer, vergaderjaar
2014–2015, 32 824, nr. 103) het volgende: op dit moment is de opzet en
uitvoering van dit onderzoek in voorbereiding. De resultaten zal ik naar
verwachting voor de zomer van 2016 aan uw Kamer toesturen.



Programma

	Aanpak discriminatie en sociale inclusie

Maatschappelijke doelstelling

De inzet vanuit SZW richt zich op:

bevordering van kennis en bewustwording t.a.v. negatieve vooroordelen en
discriminatie;

aanpak daarvan door gemeenten, maatschappelijke organisaties,
instellingen en werkgevers; 

versterking van de ‘weerbaarheid’ van jongeren en gemeenschappen
tegen discriminatie en vooroordelen;

zorg voor toegankelijkheid van discriminatievoorzieningen en verhoging
meldingsbereidheid voor bepaalde groepen; 

uitvoering actieplan arbeidsdiscriminatie (zie onder 3). 

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Moslimdiscriminatie 

Najaar 2015: oplevering vervolgonderzoek naar risico- en
beschermingsfactoren moskeeën (geeft inzicht in vraag waarom er bij
sommige moskeeën wel en bij andere geen agressieve incidenten
plaatsvinden). 

In oktober 2015 heeft de Ronde Tafel Islamofobie en Moslimdiscriminatie
plaatsgevonden (met vertegenwoordigers van migranten- en
moslimorganisaties, onderzoekers, ADV’s en politie). Dit heeft input
opgeleverd voor diverse onderwerpen, o.m. nieuw nationaal actieprogramma
discriminatie, meldingsbereidheid discriminatie en discriminatie binnen
het onderwijs.

Antisemitisme

Eerste helft 2015: project van Inspraak Orgaan Turken om antisemitisme
bespreekbaar te maken in Turkse gemeenschap (o.m. 26 bijeenkomsten door
hele land).  Evaluatie NIOD: geconstateerd dat lokaal de eerste stappen
zijn gezet voor contacten tussen de beide gemeenschapen. 

Juni 2015: onderzoek ‘Oorzaken en triggerfactoren antisemitisme’ aan
Kamer aangeboden. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 30 950, nr.
78). Onderzoek gericht op de doorwerking van het Midden-Oosten in
Nederland in relatie tot antisemitisme als ook op het voetbal. In
aanvulling is in oktober 2015 nader onderzoek aan Kamer aangeboden over
‘beelden van islamitische jongeren over het zionisme’. 

(Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 30 950, nr. 79).

Sinds juni 2015: leraren worden bij het bespreekbaar maken van moeilijke
thema’s in de klas (o.m. ontkenning Holocaust, moslimdiscriminatie,
homofobie, heftige gebeurtenissen in de media) beter ondersteund: 

Ministerie van OCW heeft Stichting School en Veiligheid gevraagd om hun
helpdesk voor leraren te verbeteren en regionale bijeenkomsten te
organiseren (hiermee wordt in najaar begonnen); 

Ministerie van SZW ondersteunt traject ‘Rechtstaat in de Klas’:
lokale bijeenkomsten voor leraren in het voortgezet onderwijs in
verschillende regio’s.

Nederlandse invulling van het decennium voor mensen van Afrikaanse
afkomst

Decade zal worden gebruikt om aanpak van racisme in Nederland te
versterken

Analyse van de problematiek waar mensen van Afrikaanse afkomst tegenaan
lopen zal de basis vormen van de focus van activiteiten; die
activiteiten zullen aansluiten bij generieke maatregelen gericht op
inclusiviteit en verbinding.

Bij de invulling en uitvoering van het decennium zal erop worden ingezet
om ruim baan te geven aan maatschappelijk initiatief.

Arbeidsmarkt

Uw Kamer is in het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie van 16 mei 2014
geĂŻnformeerd over specifieke maatregelen met betrekking tot het
tegengaan van stereotypering, vooroordelen en de inzet op bevordering
van culturele diversiteit op de werkvloer. Met de Voortgangsrapportage
actieplan arbeidsmarktdiscriminatie van 1 september jl. is uw Kamer over
de voortgang bij de uitvoering van het actieplan geĂŻnformeerd.  (Tweede
Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 29 544, nr.  649). 

Juli 2015:  Diversiteitcharter publiek is  gepresenteerd. Tot op heden
hebben 23 organisaties uit verschillende sectoren (zowel publiek als
privaat), inclusief het ministerie van SZW, de politie en de vier grote
gemeenten het charter ondertekend. Ook de overige departementen binnen
de Rijksoverheid hebben het voornemen uitgesproken om zich te
committeren aan het charter.

Discriminatie in social media

Oktober 2015: expertmeeting bij SZW plaatsgevonden, waarbij o.a.
Twitter, Facebook en Youtube aan tafel zaten. Vastgesteld is dat er het
nodige wordt gedaan om internetdiscriminatie te bestrijden, maar dat er
meer stappen gezet kunnen worden, waarbij de samenwerking tussen social
media-bedrijven en meldpunten internetdiscriminatie van bijzonder belang
is. De eerste afspraken hiertoe, met onder meer het meldpunt MiND, zijn
tijdens het overleg gemaakt.

Belangrijkste punten voor 2016

Nieuw nationaal actieprogramma discriminatie (BZK, SZW, V&J, OCW, VWS). 

M.b.t. bestrijden moslimdiscriminatie: bijeenkomsten met
migrantenorganisaties/ moskeebesturen, ADV’s en politie, om
moslimdiscriminatie lokaal te agenderen. Hierbij zal bredere bekendheid
gegeven worden aan voorbeelden van goede samenwerking tussen de lokale
actoren. 

Onderzoek triggerfactoren moslimdiscriminatie (geeft inzicht in mate/
oorzaken daarvan en factoren die kunnen leiden tot incidenten
moslimdiscriminatie onder jongeren).

M.b.t. bestrijden antisemitisme: in februari 2016 organiseert de
minister van SZW een overleg met sleutelfiguren uit Joodse en
Islamitische gemeenschap over hun inzet om doorwerking in Nederland van
het Israëlisch-Palestijnse conflict te verminderen. 

M.b.t. decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst: 

I.h.k.v. decennium zal begin 2016 een conferentie georganiseerd worden
waarin geĂŻnteresseerden met elkaar in dialoog kunnen gaan en plannen en
activiteiten kunnen ontwikkelen.

Daarnaast wordt ondermeer een rondetafelnetwerk met maatschappelijke
ambassadeurs opgezet die ook zelf eigen activiteiten uitvoeren tijdens
het decennium.

Onderzoek naar anti-zwart racisme (najaar 2016).

2016: Kennisplatform Integratie & Samenleving doet in opdracht van SZW
onderzoek naar mogelijke discriminatie bij het vinden van een stage door
MBO-studenten. Op basis van de onderzoeksresultaten zullen in 2016
potentieel kansrijke methoden of interventies als pilot worden ingezet.

De landelijke campagne discriminatie is in 2015 door BZK gelanceerd. SZW
zal de campagne in 2016 invullen met het onderwerp arbeidsdiscriminatie.


Stand van zaken parlementaria

In het kader van Motie Bisschop c.s. over de aanpak van antisemitisme in
Europa (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 166, nr. 17), zal
tijdens het Nederlands Voorzitterschap van de Europese Unie aandacht
besteed worden aan de versterking van de rechtstaat en de bestrijding
van discriminatie en antisemitisme. 



Programma

	Zelfbeschikking

Maatschappelijke doelstelling

Op 6 januari 2016 is het actieplan zelfbeschikking naar de Tweede Kamer
gestuurd·. Het actieplan bouwt voort op het plan van aanpak preventie
huwelijksdwang 2012-2014. Het actieplan zelfbeschikking moet ertoe
leiden dat mensen zich bewust zijn dat ze het recht hebben om zelf
keuzes te maken over hun eigen leven, bijvoorbeeld bij keuzes die spelen
bij school, opleiding, werk of vrije tijd, partnerkeuze, scheiding,
religie etc. In Nederland mag je zijn wie je bent. Je hebt recht om zelf
keuzes te maken over je eigen leven, zonder druk of dwang.

Resultaten en relevante ontwikkelingen

1. Positieve kentering naar keuzevrijheid

Professionalisering voorlichters: het Kennisplatform Integratie &
Samenleving heeft de reeds getrainde voorlichters verder
geprofessionaliseerd om hen actief in te zetten via een trainers- en
voorlichterspool. In november en december 2015 starten de eerste
trainingen. 

Trouwen tegen je wil: ieder jaar voor de zomervakantie wordt de campagne
“Trouwen tegen je wil” herhaalt met informatie wat je moet doen als
je bang bent te moeten trouwen tegen je wil of bang bent te worden
achtergelaten. De campagne is online gevoerd van 11 mei tot 8 juni 2015
waarbij een filmpje centraal stond waarin een slachtoffer van
huwelijksdwang haar weg vindt naar de website. Het filmpje is ruim
725.000 keer uitgekeken, waarbij zo’n 70 procent van de views zijn
gedaan door vrouwen in de leeftijd van 16 tot 25. Ook de website is ruim
8.500 keer bezocht, waarbij de pagina ‘wat kan ik doen’ ruim 2.000
keer is bekeken. In totaal heeft de campagne 57.547 clicks gehaald.  
HYPERLINK "http://www.trouwentegenjewil.nl"  www.trouwentegenjewil.nl  

2. Vergroten bewustzijn schending mensenrechten

Brochure ‘Wat zegt de wet. Wat kun jij doen als professional’: het
Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating  heeft in opdracht
van SZW een brochure ontwikkeld die sinds 8 oktober 2015 beschikbaar is.
Het doel is niet-juristen op hoofdlijnen inzicht te geven in het
juridisch kader bij de aanpak van huwelijksdwang en achterlating.
Professionals weten vaak niet welke rechten slachtoffers hebben en hoe
zij slachtoffers hierover kunnen adviseren.  De brochure gaat onder meer
in op mensen- en kinderrechten en de aanpak via het strafrecht en
civielrecht. Zo gelden er strikte regels rond het wettig huwelijk: eerst
wettig en dan pas religieus trouwen. Professionals in het veld kunnen
met deze kennis mensen van waardevolle informatie voorzien.   HYPERLINK
"http://www.huwelijksdwangenachterlating.nl" 
www.huwelijksdwangenachterlating.nl  en   HYPERLINK
"http://www.huwelijksdwangenachterlating.nl/sites/www.huwelijksdwangenac
hterlating.nl/files/4076.1001_a5_brochure_lkha_web.pdf" 
http://www.huwelijksdwangenachterlating.nl/sites/www.huwelijksdwangenach
terlating.nl/files/4076.1001_a5_brochure_lkha_web.pdf 

3. Lokale agendering en facilitering 

Het Kennisplatform Integratie en Samenleving ondersteunt en adviseert
gemeenten en sociale wijkteams bij de preventie, signalering en aanpak
van huwelijksdwang. Op 14 augustus 2015 is een vernieuwde factsheet over
huwelijksdwang verschenen (  HYPERLINK
"http://www.kis.nl/publicatie/factsheet-huwelijksdwang" 
http://www.kis.nl/publicatie/factsheet-huwelijksdwang ). Er wordt
voortdurend informatie verstrekt via de website   HYPERLINK
"http://www.huiselijkgeweld.nl"  www.huiselijkgeweld.nl .

4. Een sterk en actief netwerk: Platform Eer & Vrijheid

Het platform Eer & Vrijheid is voor alle partijen die zich bezighouden
met huwelijksdwang, achterlating, verborgen vrouwen en eergerelateerd
geweld·. Professionals en vrijwilligers die zich dagelijks inzetten om
deze problemen aan te pakken kunnen kennis delen, netwerken, verbinden,
maar ook onderwerpen agenderen. Dit kan op landelijke bijeenkomsten,
kleinere bijeenkomsten, maar ook digitaal. Op 15 januari 2015 en 8
oktober 2105 vonden de halfjaarlijkse landelijke bijeenkomst plaats. Er
waren 130 deelnemers aanwezig uit alle provincies met een zeer diverse
achtergrond.   HYPERLINK "http://www.eerenvrijheid.nl" 
www.eerenvrijheid.nl 

5. Versterking signalering door professionals: Landelijk trainingsaanbod
aan onderwijsinstellingen

Fier Fryslan en Kompaan en de Bocht hebben van SZW de opdracht gekregen
om docenten en betrokken zorgprofessionals binnen het VO, MBO en HBO met
een gratis training deskundiger en vaardiger te maken bij signalen van
huwelijksdwang, achterlating en eergerelateerd geweld. Deze trainingen
worden in de periode van september 2015 tot juli 2017 aangeboden.
Voorafgaand aan de training wordt gestart met een e-learning module om
de basiskennis op peil te brengen. De bestaande e-learning module is
speciaal hiervoor geschikt gemaakt voor docenten.   HYPERLINK
"http://www.huwelijksdwang.info"  www.huwelijksdwang.info 

6. Evaluatieonderzoek

SZW heeft Panteia en Bureau Omlo de opdracht gegeven om het Actieplan
Zelfbeschikking te evalueren. Om de effectiviteit van het beleid te
kunnen volgen, en zo nodig bij te stellen, wordt een evaluatieonderzoek
uitgevoerd met een nulmeting (2015), tussenmeting (2016) en eindmeting
(2017).

7. Sociale acceptatie van LHBT’s

OCW en SZW financieren het programma ‘Coming In’ gericht op het
versterken van de positie van bi-culturele LHBT’s. Het driejarige
programma wordt door Rutgers, Movisie en COC Nederland uitgevoerd. Het
programma bevat activiteiten voor het sensitiveren van professionals en
vrijwilligers die te maken krijgen met bi-culturele LHBT’s en voor het
versterken (empoweren) van bi-culturele LHBT’s zelf.

Belangrijkste punten 2016

Nieuwe campagne met verhalen: er wordt een campagne ontwikkeld waarin
verhalen centraal staan. Het gaat om positieve, hoopgevende verhalen
over het maken van keuzes en het vinden van een balans met de familie.
Voor een grote groep mensen in Nederland is het nog niet vanzelfsprekend
om eigen keuzes te maken. Met de campagne willen we de eerste
voorzichtige stap zetten om daar verandering in te brengen; namelijk
door in korte documentaires voorbeelden te laten zien die goed hebben
uitgepakt. En andere mensen, met deze goede voorbeelden in de hand, het
initiatief te laten nemen om over eigen keuzes te praten. De campagne
start in het voorjaar van 2016.

Stand van zaken parlementaria

Onderzoek informele (kind)huwelijken: naar aanleiding van een aangenomen
motie (PvdA/SP) wordt in opdracht van SZW door de Universiteit van
Maastricht en het Verwey Jonker Instituut een onderzoek uitgevoerd naar
informele huwelijken. Het doel van dit onderzoek is zicht te krijgen op
de omvang en mogelijke interventies van informele (kind)huwelijken die
worden gesloten binnen bepaalde (geloofs)gemeenschappen in Nederland. De
resultaten worden verwacht begin 2016.



Programma

	Toezicht jeugdverblijven

Maatschappelijke doelstelling

Een aantal jeugdverblijven (waarvan een groot deel met een
Turkse-Nederlandse signatuur) vangen doordeweeks groepen minderjarigen
op (inclusief overnachting). De (sociale) veiligheid en het welzijn van
deze minderjarigen zijn niet gewaarborgd vanwege het ontbreken van
(wettelijk) toezicht. 

Meer zicht en transparantie bij deze jeugdverblijven door het
introduceren van toezicht, om de (sociale) veiligheid en het welzijn van
de kinderen in jeugdverblijven zo veel mogelijk  te waarborgen.

In februari 2013 is gestart met het invoeren van vrijwillig toezicht op
deze jeugdverblijven in opdracht van het bestuurlijk overleg onder
leiding van de minister van SZW. Een ambtelijke werkgroep bestaande uit
SZW, VWS en de gemeenten met jeugdverblijven, heeft in overleg en nauwe
samenspraak met (vertegenwoordigers van) de (Turkse) jeugdverblijven een
kwaliteit- en toetsingskader tot stand gebracht. 

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Geboekte resultaten en relevante ontwikkelingen vrijwillig toezicht

Bij 21 van de 25 jeugdverblijven is inmiddels in opdracht van (14)
gemeenten een 0-meting uitgevoerd door de GGD. De 0-metingen hadden tot
doel de startsituatie te inventariseren en vormden de basis voor
aanbevelingen voor het doorvoeren van verbeteringen om te kunnen voldoen
aan de afspraken die in 2013 vrijwillig zijn gemaakt tussen rijk,
gemeenten en jeugdverblijven. Bij een groot deel van de jeugdverblijven
vindt in de loop van 2015 een eerste meting plaats. Het algemene beeld
is dat als impact van het vrijwillige traject de relatie tussen
jeugdverblijf en gemeente zich in positieve zin ontwikkelt en dat er
wederzijds begrip is gegroeid over elkaars positie en
verantwoordelijkheden. Daarnaast is de ‘koud watervrees’ voor het
overheidstoezicht dat bij sommige jeugdverblijven bestond door het
vrijwillige traject weggenomen. 

Geboekte resultaten en relevante ontwikkelingen voorstel van Wet op de
jeugdverblijven en onderliggend ontwerpbesluit op de jeugdverblijven

De Wet op de jeugdverblijven is in juli 2015 met 148 stemmen aangenomen
in de Tweede Kamer en is in behandeling bij de Eerste Kamer. De beoogde
datum van inwerkingtreding ligt in het eerste kwartaal van 2016.

De memorie van antwoord is verzonden naar de EK (EK 2015-2016: 34053.D)

Het ontwerpbesluit op de jeugdverblijven is gereed, en is aan de
Afdeling advisering van de Raad van State aangeboden ter advisering.

De TK (behandeld in het AO integratie d.d. 29-10-2015) en de EK
(ontwerpbesluit gaf geen aanleiding tot opmerkingen) zijn gekend in het
ontwerpbesluit.

Belangrijkste punten voor 2016

Het vrijwillig toezicht staat in 2016 in het teken van de
voorbereidingen op de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdverblijven.


Beëindigen vrijwillig toezicht op de jeugdverblijven bij de
inwerkingtreding van het wetsvoorstel.

Behandeling van het wetsvoorstel in de EK.

Indien de wet in de EK wordt aangenomen: de inwerkingtreding van de Wet
op de jeugdverblijven en de overdracht van de wet aan VWS.

Stand van zaken parlementaria

De memorie van antwoord is naar de EK verzonden. De Motie Azmani/Yucel
(Tweede Kamer, 2012-2013, 33400-XV, nr 99) is met de wet afgehandeld.  



Programma

	Tegengaan van sociale spanningen

Maatschappelijke doelstelling 

Tegengaan van: 

Sociale spanningen in Nederland incl. import van spanningen uit het
buitenland zoals de Turks/Koerdische spanningen 

Resultaten en  relevante ontwikkelingen

Toegenomen spanningen tussen Turken en Koerden

Op 3 december 2014 en op 28 oktober 2015 hebben Turkse en Koerdische
organisaties onder voorzitterschap van minister Asscher overleg
gepleegd.

Zowel op 3 december 2014 als op 28 oktober 2015 is afgesproken dat
Turkse en Koerdische organisaties hun achterban actief oproepen om
beheerst om te gaan met meningsverschillen en dat zij (op lokaal niveau)
gezamenlijk in gesprek gaan om bedreigingen en andere escalaties in ons
land te voorkomen. Minister Asscher is bereid om lokale initiatieven die
de spanningen verminderen te willen ondersteunen. 

 Beleidsreactie Salafisme in Nederland 

Onder regie van SZW is de kabinetsreactie opgesteld over de notitie van
NCTV en AIVD over Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek. In de
kabinetsreactie wordt beargumenteerd waarom vanuit maatschappelijk
oogpunt, de bescherming van de samenleving en sociale stabiliteit,
stelling wordt genomen tegen problematische gedragingen. Gedragingen die
zeker op de lange termijn de sociale stabiliteit kunnen ondermijnen. De
kabinetsreactie is normstellend en schetst op hoofdlijnen de voorgestane
aanpak. De Kamer zal, conform het besprokene in het AO Preventie
radicalisering van 10 december jl., op korte termijn een brief van het
kabinet ontvangen.

Deze aanpak wordt, conform de motie Potters c.s. (TK 2016-2015, 32824
nr. 112), in afstemming met onder andere relevante gemeenten die met het
vraagstuk van salafisme te maken hebben, nader ontwikkeld,
geconcretiseerd en geĂŻmplementeerd. Aan de basis ervan ligt de
versterking van de kennis- en informatiepositie van zowel nationale en
lokale overheid ten behoeve van een structurele interbestuurlijke
samenwerking. 



Belangrijkste punten 2016 

De dialoog met de diverse gemeenschappen rondom het onderwerp spanningen
wordt actief gevoerd wanneer nodig:

Driemaandelijkse overleggen met Turkse, Koerdische en Alevitische
gemeenschappen, eerstvolgend overleg februari 2016: los van het
bespreken van spanningen, het formuleren van een agenda over andere
zaken als onderwijs, jeugdwerkloosheid, discriminatie e.d.

In samenwerking met FAON en HTIB proberen Turks/Armeense dialoog op gang
te brengen met bijzondere aandacht voor de herdenking van de Armeense
tragedie op 24 april 2016.

Daarnaast zullen wij in dialoog blijven met de diverse gemeenschappen om
tijdig actie te kunnen nemen wanneer spanningen opkomen zodat escalatie
wordt voorkomen. 

Aanpak salafisme 

De aanpak van het salafisme richt zich op problematische gedragingen en
de (lokale) sociale stabiliteit. De aanpak ervan is gericht op de opbouw
van een duurzame en gedegen kennis- en informatiepositie van relevante
gemeenten en het tot stand brengen van een adequate interbestuurlijke
samenwerking. Ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van salafisme is
reeds begonnen.

Stand van zaken parlementaria

Motie Potters c.s. 29 oktober 2015 (Tweede Kamer, vergaderjaar
2015-2016, 32824 , nr. 112): op korte termijn wordt een brief aan de
Tweede Kamer gezonden met de concrete aanpak

Motie Roemer/Zijlstra over een lijst van salafistische organisaties die
in ons land actief zijn (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 29 754,
nr. 337): kabinet komt terug op hoe deze motie zal worden uitgevoerd;
dit wordt meegenomen bij bovengenoemde brief



IV Kennisfunctie

Programma

	Kennisontwikkeling

Maatschappelijke doelstelling 

Betrouwbare kennis vormt een van de onderlegger voor de ontwikkeling en
uitvoering van effectief beleid.

SZW ontwikkelt daarom kennis ten behoeve van de onderbouwing van het
eigen beleid, maar stelt ook actief kennis beschikbaar aan derden, zoals
gemeenten en partijen in het veld, zodat zij in staat zijn hun eigen
verantwoordelijk zo goed mogelijk te nemen.

De oprichting van de Expertise-unit Sociale stabiliteit van dit voorjaar
kent twee directe aanleidingen. Enerzijds is dat de aankondiging van een
expertisecentrum radicalisering in het Actieplan Jihadisme van d.d. 29
augustus 2014 (TK 29 754, nr. 253). Anderzijds is dat de wens om de
kennisfunctie op het terrein van sociale stabiliteit te continueren. De
signalering, praktijk- en netwerkkennis en ondersteuning van
uitvoeringspartijen bij de aanpak van radicalisering is daarmee
voorlopig binnen SZW georganiseerd, gezien de urgentie op het thema en
het ontbreken van geschikte externe partijen. Uit gesprekken met
gemeenten, professionals en burgers is opgehaald dat er een grote
behoefte bestaat aan kennis en expertise: inhoudelijke kennis over
processen en inhoud van maatschappelijke spanningen en radicalisering,
kennis over welke interventies werken, kennis over met wie je kunt /
moet samenwerken en kennis die leidt tot juist handelen met duurzaam
effect.

De ESS richt zich op het versterken van praktijkkennis die leidt tot
blijvende handelingsvaardigheid. De ‘scope’ van onderwerpen varieert
daarbij van radicalisering en (islamitisch) extremisme, maatschappelijke
spanningen die ontstaan bij het bouwen van een moskee, tot ook
maatschappelijke onrust in publieke debatten over bijvoorbeeld ‘zwarte
piet’. Daarbij werkt de ESS dienstverlenend: vraaggericht en op maat.
De ESS richt zich primair op overheden (gemeenten / Rijk), professionals
in de eerste lijn (docenten, opbouwwerkers, wijkagenten etc) en
migrantengemeenschappen (jongeren / ouderen / specifieke groepen).

Resultaten en relevante ontwikkelingen

Op 1 januari 2015 is het Kennisplatform Samenleving en Integratie (KIS)
gestart. Dit platform waarbinnen het Verwey-Jonker Instituut en Movisie
samenwerken, stelt op vraaggerichte wijze kennis beschikbaar aan
partijen in het veld (zie:   HYPERLINK "http://www.kis.nl"  www.kis.nl
). Het eerste jaar heeft het programma zich gevestigd als een
hoogwaardig kennisplatform. Met name door middel van de portaalfunctie
heeft KIS een laagdrempelig bereik onder uiteenlopende kennisafnemers.

In 2015 is, zoals op 5-9-2013 toegezegd aan de Tweede Kamer, de
‘buurtmonitor Integratie’ gelanceerd. Dit instrument geeft op
buurniveau een landsdekkend beeld van de stand en ontwikkeling van de
integratie. Het is toegankelijk via de website   HYPERLINK
"http://www.buurtintegratie.nl"  www.buurtintegratie.nl .

In 2015 is een nieuwe editie van het Survey Integratie Migranten
(SIM2015) uitgevoerd. Dit levert een grootschalig databestand op met
gegevens over de integratie van diverse herkomstgroepen, dat de basis
vormt voor onderzoek (o.a. van het SCP) in de komende jaren.

Voor de Expertise Unit Sociale Stabiliteit:

De quickscan Radicalisering en Maatschappelijke Spanningen (toezegging
gedaan tijdens het Kamerdebat d.d. 14 januari 2015). De quickscan is een
verkennend onderzoek onder 49 gemeenten naar het staande lokale beleid
en de aanwezige kennis en expertise bij gemeenten en eerstelijns
professionals ten aanzien van de preventie van radicalisering. 

Het verdiepende onderzoek ‘triggerfactoren in het
Radicaliseringsproces’ (uitwerking van actiepunt 25f van het
Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme) Het onderzoek zorgt voor meer
inzicht in triggerfactoren, in kwetsbare groepen voor radicalisering en
in de invloed van (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van
maatschappelijke spanningen. Dit onderzoeksrapport bestaat uit een
literatuurstudie naar gebeurtenissen die een doorslaggevende rol spelen
in het radicaliserings proces van een individu en is aangevuld met een
expertmeeting met praktijkdeskundigen.

Het ontwikkelen van een handreiking moskee-incidenten voor moskeeën,
gemeenten, politie en anti-discriminatievoorzieningen. 

Trainingen aan professionals in onderwijs en welzijnswerk.

Belangrijke punten voor 2016

KIS zal zich verder ontwikkelen, een inhoudelijke verdiepingsslag maken
en richten op het verstevigen van de positie in het veld.

Het SIM2015 is beschikbaar voor analyse;

In 2016 verschijnt er een nieuwe editie van het Jaarrapport Integratie
bij het CBS;

De buurtmonitor Integratie zal met nieuwe jaargangen worden
geactualiseerd;

Bij het SCP zal op basis van het SIM2015 een verdiepende studie
verschijnen naar de effecten van het integratiebeleid, dat een
belangrijke hoeksteen vormt voor de beleidsdoorlichting van artikel 13.

De beleidsdoorlichting artikel 13 Samenleving en Integratie, zal in 2016
aan de Kamer worden aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016,
30982, nr.23)

Voor de Expertise Unit Sociale Stabiliteit:

Verdere opbouw van de ESS en van netwerken onder gemeenten,
gemeenschappen en professionals

Advisering op maat aan gemeenten, gemeenschappen en professionals 

Stand van zaken parlementaria

De toezegging uit de parlementaire agenda [05-09-2013] naar aanleiding
van het debat over Shariawijken is met de publicatie van de Buurtmonitor
Integratie afgedaan.



 Het betreft de gemeenten en regio’s, Amersfoort, Amsterdam, Den Haag,
Deventer, Doetinchem, Enschede, ‘s- Hertogenbosch, Noord Limburg (Peel
en Maas, Horst aan de Maas en Venray), Nissewaard, Veluwerand (Ermelo,
Harderwijk en Zeewolde), Waalwijk, Westland en West Brabant (Zundert).

[2] Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32 824, nr. 48 (Algemeen
overleg integratieonderwerpen).

3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 – 2016, 32 824, nr. 115

 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 29 544, nr 599

  HYPERLINK
"http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2013Z
17987&did=2013D37209" Kabinetsreactie op advies Gezondheidsraad
psychische gezondheid en zorggebruik van migrantenjeugd , Tweede Kamer,
vergaderjaar 2013–2014 25424, nr. 232

 Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 32 175, nr. 35

 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32 824, nr. 37 nader gewijzigd,
onderdeel 4

  PAGE   \* MERGEFORMAT  1