Appreciatie van de aanbevelingen
Bijlage
Nummer: 2016D00451, datum: 2016-01-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Beleidsreactie evaluaties Matra Pre-accessie en Matra (Maatschappelijke transformatie) voor de landen van het Oostelijk Partnerschap en nieuw beleidskader Matra 2016-2020 (2016D00450)
Preview document (š origineel)
Bijlage: Kabinetsreactie
Appreciatie van de aanbevelingen
Onderstaand worden de aanbevelingen uit de evaluaties vetgedrukt weergegeven, gevolgd door de
Kabinetsappreciatie hiervan.
Matra landen van het Oostelijk Partnerschap (Matra OP)
Algemeen:
Langdurige betrokkenheid en resultatenkader
De IOB benadrukt het Nederlandse en Europese belang bij stabiliteit, veiligheid en welvaart in de landen van het Oostelijk Partnerschap (OP-landen). Hieraan effectief bijdragen vraagt volgens de IOB om langdurige betrokkenheid, een sterke nadruk op resultaten en inzicht in de specifieke kracht van Nederland. De IOB beveelt daarom aan om tot een concreet resultatenkader te komen waarbij eveneens ruimte is voor de landenspecifieke context.
Het kabinet kan zich goed vinden in het inzicht van de evaluatoren over de structurele aard van de problematiek en de noodzakelijkheid van langdurige betrokkenheid bij de regio. Het nieuwe Matra-programma zal daarom de komende 10 jaar doorlopen. Daarna wordt het nieuwe programma geĆ«valueerd. In het nieuwe beleidskader, zoals verwoord in de Kamerbrief, is daarnaast op advies van de evaluatoren specifiek gekeken naar de problematiek waarop het Matra-programma in de verschillende regioās inhaakt en de specifieke bijdrage die Nederland hieraan kan leveren. Eveneens is er in het hernieuwde Matra-programma ruimte voor een landenspecifieke aanpak. Om de focus op resultaten te vergroten zijn daarnaast zes uitgangspunten geformuleerd waaraan Matra-interventies moeten voldoen. Deze kunnen gelden als meetlat voor de beoordeling van het Matra-programma.
Differentieer zonder verdeeldheid te creƫren
De OP-landen zijn grofweg in te delen in de landen met een Associatie Akkoord (AA-landen) met de EU en de landen zonder, aldus de evaluatie. De IOB beveelt daarom aan onderscheid te maken in aanpak, maar waarschuwt ervoor niet te dogmatisch hieraan vast te houden. Het kabinet kan zich volledig vinden in deze aanbeveling.
In het huidige beleidskader is daarom onderscheid gemaakt tussen AA-landen en niet-AA landen. De AA-landen hebben toegang tot andere instrumenten, voornamelijk die instrumenten waarbij sprake is van kennisoverdracht tussen Nederlandse en lokale overheidsinstanties. Het gaat daarbij om de trainingen van ambtenaren en jonge diplomaten en om de centrale projecten. Wanneer de omstandigheden in de niet-AA landen substantieel wijzigen, zal het Ministerie deze scheiding herzien. Daarbij plaats ik wel de kanttekening niet op korte termijn een dergelijke substantiƫle verandering te voorzien.
Verduidelijk het belang en de verwachte bijdrage van Matra aan de versterking van bilaterale relaties
Het verbeteren van de bilaterale relaties tussen Nederland en de OP-landen is een kerndoel van Matra. Het belang van de versterking van de bilaterale banden als onderdeel van Matra is echter onvoldoende duidelijk voor alle betrokkenen, aldus de evaluatie. Het kabinet onderkent de tweeledige doelstelling van Matra zoals deze wordt gesignaleerd door de IOB. De verbetering van de bilaterale relaties is voor het kabinet geen doel op zich, maar integraal onderdeel van de Nederlandse bijdrage aan de maatschappelijke transformatie van de Matra-landen. Het kabinet onderkent dan ook de signalering uit de evaluatie en heeft in het nieuwe Matra-beleidskader expliciet aandacht gegeven aan het belang van de verbetering van de bilaterale relaties als onderdeel van de bredere Matra-doelstelling.
Toewijzing van het Matra-beheer
De IOB beveelt aan het centrale beheer vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Matra te verbeteren. Het kabinet erkent dat de sturing vanuit het Ministerie voor verbetering vatbaar is. Mede door de oorspronkelijke keuze (kamerstuk Sociale transformatie/herziening Matra Programma Kst 33 000 V, nr. 57, 2011) om Matra voor de landen van het Oostelijk Partnerschap te schrappen, is er binnen het Ministerie beperkter aandacht geweest voor de uitvoering van Matra in de regio. Daar staat tegenover dat de OP-landen, voornamelijk OekraĆÆne, juist extra aandacht hebben gekregen vanuit het Ministerie door de recente ontwikkelingen. In de vernieuwing van het Matra-programma heeft het Ministerie expliciet aandacht besteed aan de invulling en versterking van Matra-OP. De keuze om Matra-OP de komende jaren voort te zetten is hiervan o.a. het resultaat. Daarnaast is er capaciteit vrijgemaakt om meer sturing te geven aan het Matra-programma. Er is een Matra-coƶrdinator aangesteld op het Ministerie om het beheer te versterken.
Vergroot de interactie tussen uitvoerende instanties
De IOB beveelt aan om de interactie tussen de betrokken ambassades te verbeteren. Daarnaast kunnen de ambassades meer betrokken worden bij de uitvoering van het MPPP en het V4EaP programma, aldus de evaluatie. Het kabinet is het gedeeltelijk eens met de aanbeveling van de IOB om de interactie tussen de betrokken ambassades te verbeteren. De diversiteit onder de landen van het Oostelijk Partnerschap is echter groot waardoor het belang om van elkaar te leren niet altijd evident is. Tegelijkertijd zijn er overeenkomsten die de uitwisseling van ideeƫn mogelijkerwijs opportuun maken. Het Ministerie zal in overleg met de ambassades bezien hoe de samenwerking beter ingevuld kan worden. De betrokkenheid met het MPPP en het V4EaP wordt hieronder apart behandeld.
Per sub-programma:
Gedelegeerde projecten:
Herzie de verdeling van de financiƫle middelen onder de posten
De verdeling van de Matra-middelen onder de posten moet worden onderzocht, vooral de beperkte inzet in Armeniƫ en Azerbeidzjan moet tegen het licht worden gehouden, meent de IOB. Het kabinet kan zich vinden in de opmerking uit de evaluatie over de beperkte inzet in Armeniƫ en Azerbeidzjan. Het gedelegeerde programma voor Armeniƫ en Azerbeidzjan wordt beheerd door de ambassade in Tbilisi, Georgiƫ. De mogelijkheden om in de genoemde landen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld worden beperkt door het ongunstige politieke klimaat. In overleg met de post in Tbilisi zullen de mogelijkheden om de bijdrage daar desondanks te vergroten worden besproken.
Behoud flexibiliteit en versterk de resultaatgerichtheid
De kracht van Matra ligt o.a. in de flexibiliteit van de gedelegeerde projecten, aldus de IOB. De posten zijn uitstekend gepositioneerd om relevante uitdagingen in landen te herkennen en hierop adequaat te reageren. De IOB beveelt aan deze flexibiliteit te behouden en tegelijkertijd te streven naar maximale impact door waar mogelijk specifieke accenten te leggen. In de AA-landen kan Matra zich richten op de versterking van het maatschappelijk middenveld gericht op de overname van het Associatie Akkoord en de overige landen op mensenrechten, bevordering van maatschappelijke participatie, media en het ondersteunen van maatschappelijke organisaties.
Het kabinet kan zich volledig vinden in deze aanbeveling van de IOB. Mede door de flexibiliteit en de kwaliteit van de posten heeft Matra een positief imago weten op te bouwen. De aanbeveling wat betreft de focus in de AA-landen en niet-AA-landen heeft het kabinet overgenomen en verwerkt in het nieuwe beleidskader.
Creƫer toegevoegde waarde, complementariteit en synergie in het donorlandschap.
De toegevoegde waarde van Matra is dat Matra kleine en nieuwe lokale organisaties steunt die soms over het hoofd worden gezien door grotere donoren, aldus de IOB. Daarnaast is Matra flexibel en daardoor beter dan grotere donoren in staat op korte termijn op problemen te reageren. De IOB beveelt aan deze complementariteit te behouden en synergie te creƫren door aansluiting te zoeken bij andere donoren, voornamelijk in het AA-implementatieproces.
Het kabinet onderkent het belang van complementariteit tussen donoren. De posten worden al aangemoedigd om complementair te zijn met andere donoren zonder daarbij hun eigen niche te verliezen. De posten behouden de vrijheid en flexibiliteit om hieraan zelf invulling te geven.
Werk samen met gemarginaliseerde groepen
De IOB beveelt de ambassades aan waar mogelijk te werken met gemarginaliseerde groepen die vaak geen toegang hebben tot andere donoren, daarmee kan Matra toegevoegde waarde hebben.
Het kabinet neemt deze aanbeveling ter harte, maar signaleert tegelijkertijd dat de posten dit reeds doen. Net als de IOB hecht het kabinet waarde aan het steunen van gemarginaliseerde groepen en minderheden. De posten houden tegelijkertijd de vrijheid en flexibiliteit om hierin zelf keuzes te maken gebaseerd op de landenspecifieke context.
Betrek Nederlandse maatschappelijke organisaties, maar in beperkte mate
Nederlandse organisaties kunnen eventueel een waardevolle rol spelen bij gedelegeerde projecten, meent de IOB, maar de kosten voor honoraria voor trainers en reiskosten moeten beperkt blijven.
Het kabinet deelt het inzicht van de IOB dat Nederlandse maatschappelijke organisaties een waardevolle rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in de OP-landen. Binnen de kaders van het Matra-programma was het reeds mogelijk om naar eigen inzicht van de posten met Nederlandse organisaties te werken. Dit beleid blijft bij Matra 2016-2020 ongewijzigd.
Behoud voldoende capaciteit op de posten
De rol van de Matra-medewerkers op de posten is volgens de IOB integraal onderdeel van het succes van Matra aangezien de medewerkers een vitale rol spelen bij de projectontwikkeling en de opbouw van banden tussen de ambassades en lokale maatschappelijke organisaties.
Het kabinet waardeert de aanbeveling van de IOB en is eveneens van mening dat de lokale Matra-medewerkers een waardevolle rol vervullen in de Matra-programmaās. Mede door hun ervaring en netwerk is Matra in staat succesvol te zijn. De aanbeveling wordt daarom door het kabinet overgenomen en blijft in het nieuwe Matra-programma behouden.
Matra Politieke Partijen Programma (MPPP)
Verduidelijk de logica achter het programmaonderdeel
Matra MPPP is gericht op de opbouw van netwerken van de Nederlandse politieke partijen en de bevordering van het democratisch bestel in de OP-landen. Door het beheer naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) te plaatsen, bestaat het risico dat de bevordering van het democratisch bestel onderbelicht wordt, aldus de evaluatie.
Voor het kabinet is de ontwikkeling van een democratisch politiek bestel integraal onderdeel van Matra. Het MPPP wordt ingevolge de Wet financiering politieke partijen gefinancierd via het Ministerie van BZK. Naar het oordeel van het kabinet is dit een goede wijze om het MPPP te financieren, en het kabinet deelt de vrees van de evaluatoren dan ook niet dat de bevordering van het democratisch bestel als gevolg daarvan onderbelicht wordt. Gevolg van financiering door de minister van BZK is wel dat een afstand is ontstaan tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het MPPP. Overeenkomstig mijn brief aan uw Kamer over Matra-Zuid zal in overleg met de politieke partijstichtingen worden bezien op welke wijze de inzet effectiever kan worden gemaakt.
Werk aan de hand van een strategie
Het bevorderen van democratie in de OP-landen vereist volgens de evaluatie een strategische aanpak gebaseerd op de expertise van politieke partijen, ambassades, het Ministerie, academici en het NIMD.
Het kabinet deelt de mening van de IOB dat het MPPP kan profiteren van een strategische en meer integrale aanpak. Het kabinet hecht tegelijkertijd veel waarde aan de vrijheid die de politieke partijen hebben bij de invulling van het MPPP. In gesprek met de politieke partijstichtingen zal mijn Ministerie de partijen aanmoedigen om tot een strategische aanpak te komen.
Versterk het management van het MPPP
De IOB beveelt aan dat de resultaatgerichtheid een belangrijkere rol zou moeten spelen in het beheer van het programma.
Hiervoor geldt hetzelfde antwoord als op de vorige aanbeveling.
Verbeter de financiƫle voorspelbaarheid
De evaluatoren bevelen aan de voorspelbaarheid omtrent de financiƫle middelen voor partijen te vergroten door de financiƫle consequenties van verkiezingen voor de verdeling van de middelen te verzachten. Daarbij onderkennen de evaluatoren dat dit moeilijk te realiseren is door de Wet financiering politieke partijen.
Het kabinet neemt deze aanbeveling niet over. De Wet financiering politieke partijen schrijft voor dat het variabele gedeelte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van enerzijds het aantal Kamerzetels dat de politieke partijen bij de laatste verkiezing hebben behaald, en anderzijds de ledenaantallen van de politieke partijen. Genoemde wet laat geen ruimte voor een andere verdeelsystematiek. Het kabinet heeft deze keuze welbewust gemaakt bij het opstellen van de Wet financiering politieke partijen en heeft thans geen plannen voor een wetswijziging op dit punt.
Cofinanciering Visegrad Fonds (V4EaP)
Heroverweeg de logica onderliggend aan de cofinanciering
De IOB beveelt aan de logica onderliggend aan het besluit om cofinanciering aan te gaan opnieuw te bezien nu besloten is Matra-OP de komende jaren structureel voort te zetten.
Ik heb op aanbeveling van de IOB de cofinanciering heroverwogen en besloten de cofinanciering door te zetten. Voor mij is de logica achter deze financiƫle bijdrage dat de OP-landen kunnen leren van de ervaringen van de Visegrad landen op het gebied van maatschappelijke transformatie. Ik ben van mening dat deze logica nog steeds actueel is en de huidige samenwerking derhalve van nut blijft.
Betrek minder landen in de uitvoering van projecten
In de huidige opzet van het V4EaP programma moeten organisaties van drie van de vier Visegrad landen meedoen aan ieder project. De IOB noemt dit te zwaar en bevelen aan deze eis te herzien.
Het kabinet kan zich vinden in de aanbeveling en neemt deze over. Het kabinet is voornemens de ondergrens te verlagen van organisaties uit twee in plaats van drie V4-landen. Over deze aanpassing treedt mijn Ministerie in overleg met het Visegrad Fonds.
Versterk de communicatie met de ambassades
De IOB constateert dat de ambassades in de OP-landen onvoldoende betrokken worden bij de projecten waardoor niet wordt voldaan aan de doelstelling omtrent de Nederlandse zichtbaarheid in de OP-landen.
Het kabinet herkent het beeld van de gebrekkige communicatie tussen het Visegrad Fonds en de ambassades in de OP-landen. In het overleg met het Visegrad Fonds zal mijn Ministerie dit punt aankaarten om de samenwerking en communicatie te verbeteren.
Verbeter de resultaatgerichtheid in landen
De IOB is van mening dat het Ministerie het Visegrad fonds moet stimuleren om resultaatgerichter te werken.
Het Kabinet hecht waarde aan de aanbeveling van de IOB en neemt deze ter harte. In het overleg met het Visegrad Fonds zal mijn Ministerie dit punt aankaarten en met het Fonds komen tot heldere afspraken om meer resultaatgericht te werken en te rapporteren.
Ontwikkeling van andere modaliteiten
Wanneer het Ministerie overgaat tot de beƫindiging van de cofinanciering moet rekening gehouden worden met de relaties met de V4 landen, aldus de evaluatie. Eveneens stellen de evaluatoren dat wanneer er gekozen wordt voor een andere modaliteit dat daarbij een element van trilaterale samenwerking in overweging moet worden genomen. Aangezien de cofinanciering zal worden voortgezet, is dit momenteel niet aan de orde.
Matra Pre-accessie
Algemeen:
Onderken en adresseer het "hybride" karakter van het programma. Matra dient de belangen van de doellanden door deze te ondersteunen in hun transitie en tegelijkertijd dient Matra het Nederlandse belang van een verbetering van de bilaterale relaties
Het kabinet hecht veel waarde aan de hybride doelstelling van Matra. De versterking van de bilaterale banden is integraal onderdeel van Matra. Reagerend op de aanbeveling heeft het kabinet besloten om de hybride doelstelling te behouden en uitgebreider uit te leggen in het nieuwe beleidskader. De versterking van de bilaterale banden is daarom expliciet opgenomen bij de uitgangspunten van het beleidskader Matra 2016-2020.
Construeer een grondige en uitgebreide Theory of Change voor het programma dat alle drie de takken van de staat dekt (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht) en het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector
Deze ToC kan daarna worden gebruikt om een duidelijker resultatenkader op te zetten waarbij gereflecteerd wordt op keuzes aangaande de verschillende prioriteiten
Matra bestaat inmiddels ruim 20 jaar en heeft succesvol bijgedragen aan de maatschappelijke transformatie van de landen in Oost-Europa. Landen waar Matra oorspronkelijk op was gericht, zijn inmiddels tot de Europese Unie toegetreden. Maar Matra is ook na deze toetreding blijven bestaan. Tegelijkertijd is er sprake geweest van een regionale verschuiving en een thematische focus. De veranderingen van de grenzen van Europa waarop Matra inhaakte gingen gepaard met thematische veranderingen van het programma. Na 20 jaar was er sprake van een breed scala aan doelstellingen, sub-programmaās en instrumenten.
De doelstelling en interventielogica zijn daarom integraal opnieuw geanalyseerd. Het nieuwe beleidskader 2016-2020 is daarvan het resultaat. In het nieuwe beleidskader ligt meer nadruk op de interventielogica en het bereiken van resultaten. Op deze manier heeft het kabinet invulling gegeven aan deze aanbevelingen.
Creƫer een ToC op (regionaal) landelijk niveau met een landelijk Matra raamwerk waarin in de verwachtingen omtrent de bijdrage van de Matra interventies aan het proces richting toetreding tot de EU worden vastgelegd
Het kabinet kan zich goed vinden in deze aanbeveling en staat eveneens een landenspecifieke aanpak voor. In overleg met de posten zal daarom worden vastgesteld welke prioriteiten en verwachtingen er bestaan betreffende het Matra-programma. Er wordt gestreefd naar het zwaluwstaarten van regionale inbreng in deze landenstrategieƫn. De kracht van Matra ligt tegelijkertijd bij de flexibiliteit en vrijheid van de posten. Het vastleggen van deze prioriteiten en verwachtingen mogen daar niets aan af doen.
Gebruik de regionale/nationale kaders om grensoverschrijdende 'uitdagingen / niches' te identificeren die door regionale Matra interventies kunnen worden aangepakt
Het kabinet geeft momenteel met het Rule of Law netwerk invulling aan deze aanbeveling. Het Rule of Law netwerk bestaat uit gespecialiseerde beleidsmedewerkers in de landen van de Westelijke Balkan. Het netwerk heeft en een eigen budget (300.000 EUR) om grensoverschrijdende projecten te pakken. Wanneer de resultaten van het netwerk positief worden beoordeeld in 2016 blijft het netwerk behouden.
Verduidelijk binnen het Ministerie de verantwoordelijkheden omtrent de monitoring van de resultaten hoger niveau, de samenhang binnen het programma en ten aanzien van de Europese programma's, risicomanagement en beleidsprioriteiten. Daarbij is de systematische terugkoppeling van gemonitorde informatie (twee) jaarlijkse bijsturing van belang.
Deze aanbeveling is in grote mate verwerkt in het Matra-beleidskader 2016-2020 waarbij aandacht is voor duurzame impact, samenhang met de EU en beleidsprioriteiten. Door de flexibiliteit van het programma is risicomanagement minder aan de orde. Het kabinet neemt de aanbeveling om tot een (twee) jaarlijkse systematische terugkoppeling te komen niet over. Het programma zal na 5 jaar worden geĆ«valueerd. Wanneer tussentijdse aanpassingen noodzakelijk zijn, is daar ruimte voor. De Matra-programmaās zijn in het verleden eveneens tussentijds aangescherpt en aangepast; die flexibiliteit blijft bestaan. Het is daarom overbodig om deze terugkoppeling systematisch in te bouwen.
Per sub-programma:
Cooperation with Pre-accession countries on Rule Of Law (CoPROL):
Kom tot een meer gefaseerde aanpak voor de aanvraag van projecten. Het moet voor aanvragers in een eerder stadium duidelijk zijn wat hun kansen voor een succesvolle aanvraag zijn. De rol van de ambassades bij de projectontwikkeling moet hiervan integraal onderdeel worden
Beoordeel de interesse en de middelen van de belangrijkste overheidsinstellingen in Nederland opnieuw om te komen tot een aangepast financieringskader gericht op de versterking van de Government-to-Government samenwerking
Kom tot een vast financieringsmoment om de samenwerking van het maatschappelijk middenveld in Nederland en de Matra-landen te stimuleren
Neem āhet versterken van de bilaterale relatiesā op in het resultatenkader van de projecten, zodat men dit expliciet kan monitoren
Het kabinet neemt de aanbevelingen in grote mate over. De vorige tenderprocedure was onnodig zwaar voor de grootte van het Matra-budget. De te zwaar geachte tenderprocedure wordt daarom losgelaten en er komt een nader uit te werken subsidiekader waarin rekening is gehouden met de kritiek op de vorige procedure. In het vernieuwde Matra-programma is daarmee blijvend ruimte voor de stimulering van kennisoverdracht op het gebied van de rechtsstaat tussen Nederlandse overheidsinstanties en hun tegenhangers in de Matra-landen. De betrokkenheid van Nederlandse maatschappelijke organisaties blijft hierbij een vereiste.
Om het vraaggestuurde karakter van Matra te behouden, moet er bij projectaanvragen sprake zijn van een duidelijke behoefte bij een overheidsinstantie in Ć©Ć©n van de Matra-landen. Eveneens moet de lokale Nederlandse post de meerwaarde, gegeven de Matra-kaders, van het project onderkennen. De toetsing van de projectvoorstellen gebeurd door het Ministerie aan de hand van een uit te werken subsidiekader waarin aandacht is voor de behoeftes in de Matra-landen en de doelstellingen en de beleidsprioriteiten van de Nederlandse overheid. In dat subsidiekader zal expliciet āhet versterken van bilaterale relatiesā worden opgenomen. De nadruk zal liggen bij de ontwikkeling van de rechtsstaat in lijn met de EU-toetredingscriteria voor de pre-accessie landen en het voldoen aan het Associatieakkoord voor de AA-landen.
Pre-Accession Training programme on the Rule of Law (PATROL) en Diplomatencursussen:
Ga door met de nauwe samenwerking met de ambassades wat betreft de formele promotie van PATROL cursussen. Maak daarnaast een koppeling met het lopende of komende RoL hervormingsproces als voorwaarde in de aanvraagprocedure
Het kabinet neemt de aanbeveling over om de nauwe samenwerking met de ambassades op dit gebied te behouden, o.a. via behoud van het regionale āback to the regionā programma. Een harde koppeling als voorwaarde voor de aanvraagprocedure gaat het kabinet te ver. De ambassade selecteert samen met de uitvoeringsorganisatie de deelnemers. Samen zijn zij goed in staat de relevante deelnemers te selecteren. Een harde koppeling hierin belemmert hen hierin. Bovendien worden met een dergelijke harde koppeling beroepsgroepen belast met de implementatie van deze hervormingen uitgesloten van deelname aan trainingen. Dit acht het kabinet onwenselijk.
Voeg een āTraining voor Trainersā toe aan het programma. Deze Training voor Trainers zou kunnen worden georganiseerd in de regio
Een belangrijk onderdeel van de trainingen is de overdracht van kennis over Rule of Law gebaseerd op Nederlandse ervaringen. Het betreft vaak specialistische kennis en wordt overwegend onderwezen door experts met ervaring uit het veld. Deze kennis en ervaring gaan verloren bij training voor trainers en dit wordt onwenselijk geacht door het kabinet. Het kabinet volgt de aanbeveling daarom niet op.
Creƫer een overzicht van de andere trainingsmogelijkheden in de regio en zorg dat de trainingen hierop aansluiten. Daarbij is het relevant om sessies te houden in Nederland maar ook in de regio
Het kabinet erkent het belang van complementariteit bij de trainingen en onderschrijft daarmee deze aanbeveling. Voor Matra 2016-2020 wordt een nieuwe tenderprocedure voor de trainingen van ambtenaren uitgezet. De tenderprocedure zal inzetten op een programma voor 5 jaar waarna het geƫvalueerd zal worden. Daarin zal expliciet aandacht zijn voor de relevantie van de trainingen in het kader van andere trainingsmogelijkheden.
Gedelegeerde projecten:
Houd de gedelegeerde projecten klein en simpel om het zo te laten passen bij het absorptie vermogen van de lokale NGOās.
De ambassades geven momenteel naar eigen inzicht in de invulling van hun projectenportfolio. Daarbij houden de ambassades rekening met de absorptiecapaciteit van de lokale NGOās. De richtlijn om in principe projecten van meer dan 25.000 EUR te doen blijft bestaan. Het maatschappelijk middenveld is inmiddels ontwikkeld genoeg in deze regio om dergelijke bedragen te kunnen behapstukken. Deze richtlijn acht het kabinet van belang om versnippering tegen te gaan. Ambassades kunnen in uitzonderlijke gevallen en alleen in overleg met het Ministerie afzien van deze richtlijn.
Laat het management van de projecten bij de ambassades en behoudt hun vrijheid om acute uitdagingen te identificeren en daarop te reageren. Onderdeel hiervan is de ambassades de vrijheid te geven langdurigere projecten en follow-up projecten te accepteren
Ga met de ambassades aan de slag om bij de gedelegeerde projecten aandacht te hebben voor de hogere doelen van het Matraprogramma. Dit kan o.a. bereikt worden door het opschalen en repliceren van projecten
Deze aanbevelingen wordt volledig overgenomen door het kabinet. In Matra 2016-2020 behouden de ambassades hun flexibiliteit en vrijheid om naar eigen inzicht uitdagingen te identificeren en daarop te reageren. Eveneens krijgen ze de mogelijkheid om naar eigen inzicht langdurigere projecten en follow-up projecten te accepteren. Daardoor zullen de ambassades beter in staat zijn om langdurige en duurzame impact te hebben.
Zoals aangegeven in de brief zal in het nieuwe programma worden gekomen met een landenspecifieke aanpak. De Nederlandse ambassades in de betrokken landen krijgen een prominente rol in de formulering van een interventiestrategie per land. De aandacht voor de hogere doelen is een belangrijk uitgangspunt hierbij.
Gebruik het nieuw opgerichte regionale netwerk van RoL experts om een impuls te geven aan grensoverschrijdend leren voor de identificatie, ontwerp en beheer van RoL interventies in de regio
Zoals eerder aangegeven in de brief zal het kabinet met de voortzetting van het Rule of Law netwerk invulling aan deze aanbeveling wanneer de resultaten van het netwerk positief beoordeeld worden. Het Rule of Law netwerk bestaat uit gespecialiseerde beleidsmedewerkers in de landen van de Westelijke Balkan. Het netwerk heeft en een eigen budget (300.000 EUR) om grensoverschrijdende projecten op te pakken. Wanneer het regionale netwerk positief wordt beoordeeld in de zomer van 2016 zal het worden voorgezet.
NB: Daarnaast is er een regionaal netwerk justitie samenwerking gericht op Bulgarije, Hongarije, Roemeniƫ en Moldaviƫ. Doel van het netwerk is om bij te dragen aan het goed functioneren van de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. De nadruk ligt daarbij op het bevorderen van de (bilaterale) justitiƫle samenwerking op beleids-/expert niveau. Hier wordt ook naar synergie gezocht om de samenwerking tussen Roemeniƫ en Moldaviƫ (als buurlanden) met Matra middelen te bevorderen.
Matra Politieke Partijen Programma (MPPP):
Intensifieer de connectie tussen MPPP en de andere Matra-onderdelen en onderzoek de mogelijkheden voor het Matra-programma om via politieke entiteiten in de regio de democratie te bevorderen
Onderzoek de mogelijkheden voor het aanhalen van de bilaterale banden via het MPPP netwerk
Ga de dialoog aan met de MPPP partijen over het beter rapporteren van de activiteiten
Het kabinet onderkent de observatie uit de evaluatie dat Matra kan profiteren van een sterkere synergie tussen het MPPP en de andere Matra onderdelen. Zoals eerder aangegeven hecht het kabinet tegelijkertijd veel waarde aan de vrijheid van invulling die de politieke partijen hebben bij de invulling van het MPPP. In gesprek met de politieke partijstichtingen zal mijn Ministerie de partijen aanmoedigen om o.a. via de posten synergie te bewerkstelligen waar mogelijk. De samenwerking op het gebied van netwerk tussen de partijen en de posten wordt daarbij eveneens aangemoedigd. In het overleg zal de rapportering van de partijen worden aangekaart.