[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 10 – 11 maart 2016 te Brussel

Bijlage

Nummer: 2016D08953, datum: 2016-03-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda JBZ-Raad 10 en 11 maart 2016 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers 1e kwartaal 2016 (2016D08952)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van

de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

10 – 11 maart 2016 te Brussel

I. Gemengd Comité

Gemengd Comité

Migratie

- stand van zaken en opvolging genomen maatregelen

- toekomstige acties 

= uitwisseling standpunten

Tijdens de JBZ-Raad van 25 februari jl. werd gesproken over de
uitkomsten van de Europese Raad van 18 en 19 februari jl., de situatie
langs de Westelijke Balkan-route en de samenwerking met Turkije. Het
verslag zal u separaat toekomen. Tijdens deze JBZ-Raad zullen onder dit
agendapunt de laatste ontwikkelingen op het gebied van migratie worden
besproken, mede naar aanleiding van de ingelaste Europese Raad van 7
maart. Ten tijde van het opstellen van deze geannoteerde agenda zijn de
precieze onderwerpen nog niet bekend.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de European Grens- en de Kustwacht en tot intrekking van
Verordening (EG) nr 2007/2004 , Verordening Besluit ( EG) 863/2007 en
Raadsbesluit  2005/267/EC

Interinstitutioneel dossiernummer 2015/0310 (COD)

= stand van zaken/voortgangsrapportage 

De Europese Raad van 18 en 19 februari jl. heeft verzocht om onder het
Nederlands Voorzitterschap tot een politiek akkoord te komen over het
voorstel voor een Europese grens- en kustwacht. Om hieraan tegemoet te
komen, zal het Voorzitterschap het voorstel elke JBZ-Raad agenderen. De
informele bijeenkomst van de JBZ-Raad van 25 januari jl., heeft
politieke sturing op de meest betwiste onderdelen van het voorstel
opgeleverd, zoals gemeld aan beide Kamers in het verslag. In de aanloop
naar de JBZ-Raad van 25 februari jl. hebben de lidstaten een voorlopig
akkoord bereikt over voorgestelde wijzigingen met betrekking tot
kustwachtsamenwerking tussen de Europese grens- en kustwacht, het
Europese agentschap voor visserijcontrole en het Europese agentschap
voor maritieme veiligheid en op enkele andere onderdelen van het
voorstel, zoals het concept voor een Europese geïntegreerd grensbeheer,
het concept van gedeelde verantwoordelijkheid en het
kwetsbaarheidsassessment. Het Voorzitterschap heeft zich ten doel
gesteld voor de JBZ-Raad van 10-11 maart op enkele andere onderdelen van
het voorstel een voorlopig akkoord te bereiken.

Het Europees Parlement heeft een rapporteur aangesteld en er heeft op 29
februari jl. een eerste gedachtewisseling in LIBE plaatsgevonden,
waarbij het Voorzitterschap de ontwikkelingen in de Raad heeft
toegelicht. Het Voorzitterschap staat in nauw contact met de rapporteur
en het Europees Parlement om te zorgen voor een spoedige behandeling van
het voorstel teneinde een politiek akkoord onder het Nederlands
Voorzitterschap te bewerkstelligen. 

 

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot
wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de
verwerving en het voorhanden hebben van wapens 

Interinstitutioneel dossiernummer 2015/0269 (COD)

= beleidsdebat / voortgangsrapportage 

Op 18 november jl. heeft de Commissie een voorstel tot herziening van de
vuurwapenrichtlijn openbaar gemaakt (COM(2015)750). Aanleiding vormden
de terroristische aanslagen in Parijs vorig jaar. 

Doel van de richtlijn is de interne markt beter te laten functioneren
door regels uniformer door lidstaten uit te laten voeren. Tegelijkertijd
worden in de richtlijn hogere en strengere Europese standaarden
vastgelegd. Het betreft de regels rond wapenverkoop, het bezit van
bepaalde vuurwapens, de mogelijkheden voor het ombouwen van alarmwapens
naar vuurwapens en markering van onderdelen van vuurwapens. Als gevolg
van het feit dat de richtlijn met de herziening een bredere werking
krijgt zullen nationale strafrechtelijke bepalingen moeten worden
herzien. Belangrijk element van het voorstel is verbetering van de
informatie-uitwisseling tussen lidstaten over geweigerde wapenverloven.
Wat voor vuurwapens geldt, geldt in het kader van de richtlijn ook voor
munitie en wezenlijke onderdelen van vuurwapens.

De ontwerprichtlijn is momenteel in behandeling in het Europees
Parlement en de Raad. Het streven van zowel EP als Raad is om tegen het
einde van het Nederlands voorzitterschap van de EU een standpunt te
hebben om daarna de triloog te kunnen starten.

Om het behandelproces in de Raad te bevorderen heeft Nederland er als
voorzitter van de EU voor gekozen een beleidsdebat op een vijftal
thema’s voor de JBZ-Raad van 10 en 11 maart a.s. te entameren. Het
betreft onderwerpen als de minimumleeftijd voor het bezit van
vuurwapens, de wenselijkheid van het invoeren van medische tests bij
wapenverlofaanvragen, het verbod op bepaalde semi-automatische
vuurwapens voor civiel gebruik, het formuleren van uitzonderingen
vanwege cultuur-historische redenen op het verbod op het bezit van
bepaalde vuurwapens en het al dan niet invoeren van een verbod op
internetverkoop voor vuurwapens, en zijn wezenlijke onderdelen. Dit zijn
de onderwerpen waar de standpunten van lidstaten vooralsnog het meest
uiteen lopen. Het Nederlandse Voorzitterschap streeft ernaar uitvoering
te geven aan de afspraken in de JBZ-Raad van 20 november 2015 en tracht
nog in de JBZ-raad van juni 2016 een algemene oriëntatie te bereiken.

II. Immigratie en asiel

Raad wetgevende besprekingen

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de European Grens- en de Kustwacht en tot intrekking van
Verordening (EG) nr 2007/2004 , Verordening Besluit ( EG) 863/2007 en
Raadsbesluit  2005/267/EC

Interinstitutioneel dossiernummer 2015/0310 (COD)

= voortgangsrapportage

Zie onder 2.

Diversen wetgevend

Het Voorzitterschap zal de Raad informeren over de stand van zaken van
lopende onderhandelingen over wetgevingsvoorstellen. 

Raad niet-wetgevende besprekingen

Migratie

- stand van zaken en opvolging genomen maatregelen

- toekomstige acties 

= uitwisseling standpunten

Zie onder 1.

7. Diversen niet-wetgevend

	a. Aanbeveling van de Commissie voor een vrijwillig humanitair 
toelatingsprogramma met Turkije

 

Hier zal worden bericht over de stand van zaken naar aanleiding van de
aanbeveling voor een vrijwillig humanitair toelatingsprogramma met
Turkije, welke gepubliceerd is op 15 december 2015.

Tijdens deze JBZ-Raad is de stand van zaken van de uitwerking en
technische voorbereiding van dit mechanisme geagendeerd. De
uiteindelijke tenuitvoerlegging van het humanitair toelatingsprogramma
met Turkije is afhankelijk van een aanzienlijke, duurzame en
verifieerbare daling van de instroom.  

In de Raad hebben verschillende lidstaten zich voorstander getoond van
een dergelijk programma. Andere lidstaten en diverse geassocieerde
landen hebben zich tot nu toe gereserveerder opgesteld. De elementen
vrijwilligheid, flexibiliteit en voorwaardelijkheid worden over het
algemeen goed ontvangen. 

	

III. Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap

Raad wetgevende besprekingen

Digitale Agenda

a. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van
digitale inhoud. 

Interinstitutioneel dossiernummer 2015/0287 (COD)

b. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de online-verkoop
en andere verkoop op afstand van goederen

= Voortgangsrapportage 

De Europese Commissie heeft op 9 december 2015 twee voorstellen voor
richtlijnen uitgebracht met daarin regels voor de levering van 1)
digitale producten, zoals e-boeken, films, muziek en software en 2) de
online verkoop van stoffelijke zaken. De regelingen omvatten niet de
hele contractuele relatie, maar zien op de belangrijkste rechten en
verplichtingen van consumenten en handelaren. Daarbij moet onder meer
gedacht worden aan de rechten van de consument als het product na
levering niet in overeenstemming is met de koopovereenkomst
(non-conformiteitsregels). Het voorstel maakt onderdeel uit van de
Digitale Interne Markt Strategie die door de Voorzitter Juncker van de
Europese Commissie vanwege het daarmee beoogde positieve effect op de
Europese economie is aangemerkt als een prioriteit. De Minister van
Economische Zaken is in nauwe samenwerking met de Minister van
Veiligheid en Justitie binnen het kabinet eerstverantwoordelijk voor de
onderhandelingen over dit voorstel. Uw Kamer is inmiddels geïnformeerd
over het voorstel in het BNC-fiche (Kamerstukken II 2015-16, 22 112, nr.
2058). Het kabinet zet in op een zorgvuldige bespreking van de
voorstellen, waarbij voldoende tijd is gereserveerd voor behandeling op
ambtelijk en politiek niveau. Tijdens de JBZ-raad van 10 en 11 maart zal
een voortgangsverslag worden aangeboden. Een overgrote meerderheid van
de lidstaten wil graag beginnen met de bespreking van de richtlijn met
betrekking tot de levering van digitale inhoud. Dit is mede omdat de
REFIT-evaluatie van de richtlijn koop en garantie van consumptiegoederen
(Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei
1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties
voor consumptiegoederen), die deels wordt vervangen door de richtlijn
met betrekking tot online verkoop van roerende zaken, nog gaande is.
Nederland heeft aan dit verzoek gehoor gegeven. Het streven is het
onderhandelingstraject een stap verder te brengen door de JBZ-Raad in
juni op kernelementen knopen door te laten hakken.

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van het 
Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Interinstitutioneel dossiernummer: 2013/0255 (APP)

= Beleidsdebat

Het Nederlandse Voorzitterschap zal aan de JBZ-Raad verslag doen van de
besprekingen die op technisch niveau zijn gevoerd over enkele onderdelen
van de ontwerpverordening die nog niet eerder inhoudelijk zijn
besproken. Het betreft in het bijzonder de relatie tussen het EOM en
andere EU organisaties (de artikelen 56-58a), de financiële bepalingen
en personele bepalingen (de artikelen 48-55) en horizontale en
slotbepalingen (de artikelen 62-75). Er ligt tijdens deze bijeenkomst
van de Raad geen voorstel voor een gedeeltelijke politieke oriëntatie
voor. De punten waarover nog nader moet worden gesproken op ambtelijk
niveau zijn in de oplegnota gemarkeerd en in de tekst van het
voorliggende document (Doc. 6392/16 EPPO 3) in voetnoten aangeduid. Met
name de relatie met de bepalingen in de ontwerpverordening inzake de
bescherming van persoonsgegevens verdient in dat kader nog zorgvuldige
bestudering op technisch niveau. Eurocommissaris Jourová zal en marge
van de JBZ-Raad een geactualiseerde presentatie geven van de verwachte
financiële implicaties van het EOM, rekening houdend met de ten
opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel gewijzigde structuur
van deze organisatie. De Ministers zullen zich tijdens de Raad kunnen
uitspreken over de vraag welke kosten voortvloeiend uit activiteiten van
het EOM in de deelnemende lidstaten, in het bijzonder voor
onderzoeksmaatregelen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek
onder het budget van de Unie respectievelijk dat van de lidstaten zullen
vallen. Het Europees Parlement heeft, voor zover bekend, recent geen
specifieke opvattingen op de eerdergenoemde bepalingen geuit, maar
daarbij zij aangetekend dat er onlangs een nieuwe rapporteur, Barbara
Matera, voor het dossier is benoemd. Mevrouw Matera beraadt zich naar
verluidt nog op de wijze waarop zij het Europees Parlement optimaal kan
betrekken bij de lopende onderhandelingen.

 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en Raad inzake
terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ
van de Raad inzake terrorismebestrijding 

Interinstitutioneel dossiernummer: 2015/0281 (COD)

= algemene oriëntatie

 

Het Nederlandse voorzitterschap heeft ervoor gekozen om prioriteit te
geven aan de onderhandelingen over de ontwerprichtlijn. Het is immers
van groot belang om overal in de Unie te beschikken over een actueel,
accuraat en onderling afgestemd strafrechtelijk instrumentarium ter
bestrijding van terrorisme. 

Het streven van het voorzitterschap is erop gericht om zo spoedig
mogelijk tot een algemene oriëntatie over de ontwerprichtlijn te komen.
De meeste lidstaten hebben aangegeven het voorzitterschap in dit streven
te steunen. De standpuntbepaling van de lidstaten inzake de
verschillende onderdelen van de ontwerprichtlijn is na grondige
bespreking van de ontwerprichtlijn bekend. In grote lijnen is er steun
voor het Commissievoorstel. Inmiddels is helder dat er geen steun
bestaat voor de opneming van een verplichting tot vestiging van
rechtsmacht ten aanzien van een dader die in het buitenland een
Nederlandse onderdaan of ingezetene traint voor terrorisme. Ook heeft
het de voorkeur van de lidstaten om de zorg voor slachtoffers van
terrorisme te laten plaatsvinden binnen een algemene structuur voor
slachtofferzorg, waarover lidstaten dienen te beschikken op basis van de
richtlijn minimumnormen voor de rechten van slachtoffers van strafbare
feiten (2012/29/EU). In de bepaling over het publiekelijk uitlokken van
het plegen van een terroristisch misdrijf, die is overgenomen uit het
kaderbesluit terrorismebestrijding, is verduidelijkt dat dit uitlokken
mede kan bestaan uit het verheerlijken van daden van terrorisme. Hier is
sprake van als dit geschiedt met het oogmerk tot het aanzetten tot het
plegen van terroristische misdrijven en het gevaar ontstaat dat
dergelijke feiten ook zullen worden gepleegd. De implementatietermijn
voor de richtlijn is in de ontwerprichtlijn aangepast tot 24 maanden.

De onderhandelingen richten zich thans op belangrijke nog openstaande
punten. Deze betreffen onder meer de strafbaarstelling van uitreizen
voor terrorisme, de strafbaarstelling van terrorismefinanciering en de
vraag of in de tekst van de ontwerprichtlijn een bepaling over
fundamentele rechten dient te worden opgenomen. Het voorzitterschap zal
pogen om op zeer korte termijn een compromistekst waarin alle
openstaande punten worden geadresseerd voor te leggen aan de lidstaten.
Deze compromistekst zou als opstap kunnen fungeren naar een algemene
oriëntatie over de ontwerprichtlijn. Ten tijde van de opstelling van
deze geannoteerde agenda was nog onduidelijk of, en zo ja, wanneer
overeenstemming over de tekst zou kunnen worden bereikt. Het streven van
het Nederlandse voorzitterschap blijft onveranderd gericht op het zo
spoedig mogelijk bereiken van een algemene oriëntatie.

 Diversen 

- Informatie van het Voorzitterschap over wetgevende dossiers

Het Voorzitterschap zal informatie geven over de stand van zaken van de
onderhandelingen van diverse wetgevende dossiers. Discussie is niet
voorzien.

Met betrekking tot het voorstel voor een richtlijn betreffende de
strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van
de Unie schaadt, zal worden gemeld dat de besprekingen op technisch
niveau waartoe de Raad in december 2015 heeft besloten zijn gestart en
zullen worden voortgezet.

Met betrekking tot het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van
Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad, betreffende de uitwisseling van
informatie over onderdanen van derde landen en betreffende het Europees
Strafregister Informatiesysteem (ECRIS), en ter vervanging van Besluit
2009/316/JBZ die strekt tot uitbreiding van het Europees Strafregister
Informatiesysteem (ECRIS) met een geautomatiseerde bevraging over
derdelanders, zal het Voorzitterschap melden dat op technisch niveau is
gestart met een thematische bespreking van de diverse aspecten van het
voorstel en dat de Commissie een bijeenkomst voor technische experts
heeft georganiseerd. Ook deze besprekingen zullen worden voortgezet.
Voor de goede orde wordt hier opgemerkt dat de minister van Buitenlandse
Zaken bij brief van 26 februari 2016 het BNC-fiche over de
ontwerprichtlijn heeft toegezonden aan beide Kamers. 

 

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd in de
geannoteerde agenda’s voor de JBZ-Raad los van de agendering van de
Raad, in te gaan op de stand van zaken rond van onderhandelingen over de
voorstellen voor

een richtlijn betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en
beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures
ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel (COM(2013)824);

een richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die
verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure (COM(2013)822);

een richtlijn inzake de versterking van bepaalde aspecten van het
vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij het
proces aanwezig te zijn (COM(2013)821).

Op de agenda van deze JBZ-Raad staan de drie hiervoor vermelde
richtlijnen niet geagendeerd.

Voorlopige gefinancierde rechtsbijstand

 

Tijdens de JBZ-raad van 12 en 13 maart 2015 is een algemene benadering
vastgesteld. Deze houdt op onderdelen een beperking in van het
Commissievoorstel. Hiermee heeft de Raad zijn positie bepaald voor de
onderhandelingen met het Europees Parlement. Zeven lidstaten hebben
weliswaar ingestemd met dit mandaat, maar hebben in een verklaring
aangegeven dat zij teleurgesteld zijn over de mogelijkheden om
uitzonderingen te maken op het recht op voorlopige gefinancierde
rechtsbijstand. Op 6 mei 2015 heeft het Europees Parlement zijn positie
voor de onderhandelingen met de Raad bepaald. Het Europees Parlement
wenst de richtlijn op substantiële onderdelen juist verder uit te
breiden dan het voorstel van de Commissie. Nadat de posities van de Raad
en het Europees Parlement waren bepaald is de triloog in juli 2015
gestart en deze loopt door onder het Nederlandse Voorzitterschap. Inzet
hierbij is om tijdens het Nederlandse Voorzitterschap zo veel mogelijk
voortgang in de onderhandelingen te bereiken.

Procedurele waarborgen voor kinderen

In december 2015 werd tussen de Raad en het Europees Parlement een
compromis bereikt op dit richtlijnvoorstel. Bij brief van 14 december
jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 2036) heb ik de Kamer geïnformeerd over dit
compromis en de belangrijkste elementen daarvan. Het compromis is
gesloten langs de aan de Kamer medegedeelde lijnen. Momenteel wordt het
compromis vertaald in alle officiële talen van de Europese Unie waarna
de richtlijn als I-punt (hamerpunt) voor formele instemming zal worden
voorgelegd aan de Raad. Na goedkeuring door de Raad zal formele
goedkeuring plaatsvinden door de plenaire vergadering van het Europees
Parlement. De goedkeuring door de raad wordt verwacht  in mei 2016. Het
is nog niet bekend op welke Raad het I-punt wordt geagendeerd. De
richtlijn wordt daarna gepubliceerd in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Vanaf het moment van publicatie moet de richtlijn binnen
zesendertig maanden door de lidstaten worden geïmplementeerd.

Onschuldpresumptie

Zoals bij brief van 8 februari jl. aan beide kamers is bericht, is dit
richtlijnvoorstel als 

I-punt (geen discussie voorzien) voor formele instemming voorgelegd aan
de Raad Economische en Financiële Zaken van 12 februari jl. De Raad
heeft met het voorstel ingestemd. Over de inhoud van het bereikte
compromis heb ik u  bij brief van 5 november 2015 (Kamerstuk 32 317, nr.
354) uitvoerig geïnformeerd. Formele goedkeuring door het Europees
parlement zal plaatsvinden in de plenaire vergadering van 9 maart a.s.
De richtlijn wordt daarna gepubliceerd in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Vanaf het moment van publicatie moet de richtlijn binnen
vierentwintig maanden door de lidstaten worden geïmplementeerd.

 

Raad niet-wetgevende besprekingen

12. Bestrijding terrorisme

	- follow-up implementatie Raadsconclusies d.d. 20 november 2015

	= uitwisseling standpunten

	- Debriefing high level meeting “Countering Terrorism Travel” d.d.
1 	maart	2016

	= informatie van het Voorzitterschap

“Countering violent extremism”

= informatie van het Voorzitterschap

Het document voor de bespreking van de uitvoering van de Raadsconclusies
van 20 november 2015 over contraterrorisme is nog niet beschikbaar. De
uitvoering van deze afspraken, in het bijzonder de afspraken op het
gebied van de uitwisseling van informatie bij de aanpak van terrorisme,
is op 25 januari 2016 besproken tijdens in de informele JBZ-raad. De
lidstaten en Europese en internationale organisaties werken reeds hard
aan de verbetering van informatie-uitwisseling. Europol lanceerde
tijdens de informele JBZ-raad het European Counter Terrorism Center ter
versterking van de operationele coördinatie en de uitwisseling van
informatie. De Counter Terrorism Group (samenwerkingsverband van
Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten) kondigde aan voor 1 juli
2016 een platform op te richten om sneller en beter informatie met
elkaar te delen, vooral wat betreft terroristische strijders. 

Er zijn echter nog belangrijke stappen te zetten in de verdere
verbetering van niet alleen de kwantiteit, maar vooral ook de kwaliteit
van de informatie die uitgewisseld wordt tussen nationale en Europese
autoriteiten, in het bijzonder op het gebied van opsporing en
grensbewaking. Het voorstel van het Nederlandse voorzitterschap tijdens
de informele JBZ-raad om onder het adagium collect, check & connect toe
te werken naar het formaliseren van concrete verbeterpunten en
specifieke acties kon op brede steun rekenen. Als vervolg op deze
discussie organiseert het Nederlandse Voorzitterschap op 1 maart 2016 de
hoogambtelijke bijeenkomst “Countering Terrorist Travel”. Het doel
van deze conferentie is het identificeren van obstakels voor effectieve
uitwisseling van informatie en concrete stappen die gezet kunnen worden
om deze verder te verbeteren. Tijdens de JBZ-raad van 10 maart zal het
Nederlandse Voorzitterschap de resultaten van deze conferentie
terugkoppelen. Het Nederlandse Voorzitterschap streeft ernaar om nog
tijdens haar voorzitterschap gezamenlijk geïdentificeerde concrete
acties vast te leggen, op basis van de conclusies van bovengenoemde
conferentie en het werk binnen de raadswerkgroepen van de Europese Unie.

Tijdens de JBZ-Raad zal het Nederlandse Voorzitterschap tevens de
resultaten delen van de conferentie “Think globally, act locally: A
comprehensive approach to countering radicalisation and violent
extremism", die op 1-2 februari 2016 in Amsterdam plaatsvond. Tijdens
deze conferentie stond de integrale lokale aanpak van radicalisering en
gewelddadig extremisme centraal als vervolg op de discussie over dit
onderwerp tijdens informele JBZ-raad op 25 januari. Nationale
beleidsmakers, lokale autoriteiten en eerstelijnsprofessionals uit
twintig EU-landen deelden ervaringen en goede voorbeelden. Zij
onderschreven het belang van een integrale lokale aanpak van
radicalisering voor zowel het tegengaan van radicalisering (preventie),
het tijdig signaleren van potentieel gewelddadig extremisme (detectie)
als gerichte interventie. De meerwaarde van het meer structureel
uitwisselen van lokale ervaringen werd breed onderschreven. Het
Nederlandse Voorzitterschap verkent, onder meer tijdens de JBZ-raad, hoe
deze kennisuitwisseling tussen EU-lidstaten geborgd kan worden.

 Diversen niet-wetgevend 

EU-VS Privacy Shield: hernieuwd raamwerk voor transatlantische
uitwisseling van persoonsgegevens 

	= lunchbespreking

Op 3 februari 2016 bereikten onderhandelingsdelegaties van de Commissie
en de Verenigde Staten op politiek niveau overeenstemming over een nieuw
raamwerk voor de trans-Atlantische doorgifte van persoonsgegevens. Dat
nieuwe raamwerk staat bekend onder de naam "EU-US Privacy Shield". Beide
Kamers zijn per brief van 16 februari 2016, nr 733360, door het kabinet
geïnformeerd over deze ontwikkeling. 

Op 29 februari 2016 heeft de Commissie in een mededeling aan het
Europees Parlement en de Raad de ontwerptekst van het raamwerk bekend
gemaakt. De Commissie zal tijdens de lunchbespreking het akkoord
informeel nader toelichten. Omdat dit raamwerk omvangrijk blijkt en
bovendien een gecompliceerde structuur en inhoud heeft, kan op dit
moment nog geen inhoudelijke appreciatie worden opgesteld. Dit zal zo
spoedig mogelijk gebeuren, in elk geval tijdig voor het algemeen overleg
van 30 maart 2016.

Nederland is positief over het feit dat de Commissie en de Verenigde
Staten verantwoordelijkheid hebben genomen voor de oplossing van het
probleem dat is ontstaan door de ongeldigverklaring van de Safe
Harbour-beschikking in de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU
van 6 oktober 2015.

Het is nu nog onduidelijk hoe de eerste reacties van de lidstaten op het
nieuwe raamwerk zullen luiden. Wel is het zo dat in veel lidstaten met
zorg is gereageerd op de ongeldigverklaring van de Safe
Harbour-beschikking. De eerste reacties uit het Europees Parlement zijn
niet positief.

EU-VS paraplu-overeenkomst

= informatie van de Commissie

Dit betreft de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde
Staten van Amerika inzake de bescherming van persoonsgegevens die
overgedragen en verwerkt worden voor het doel van het voorkomen,
onderzoeken, opsporen of vervolgen van strafbare feiten, waaronder
terrorisme. De Europese Commissie heeft namens de EU onderhandeld met de
Verenigde Staten. In september 2015 werd overeenstemming bereikt over de
inhoud en werd de tekst geparafeerd. Uw Kamer werd hierover in oktober
2015 geïnformeerd (Kamerstuk II 32761, nr. 87). De Europese Commissie
stelde als voorwaarde voor het starten van de goedkeuringsprocedure in
de EU, dat in de VS de “Judicial Redress Bill” zou worden
aangenomen.  Inmiddels is dit gebeurd: Op 24 februari 2016 heeft de
President van de Verenigde Staten deze wet getekend. Dit is een
belangrijke stap vooruit. 

De Europese Commissie zal vervolgens een voorstel doen aan de Raad van
de Europese Unie om een besluit aan te nemen dat mandaat geeft om de
overeenkomst te ondertekenen. De overeenkomst zal voor goedkeuring
worden voorgelegd aan het Europees Parlement. Indien het Europees
Parlement de overeenkomst goedkeurt kan de Raad, wederom op voorstel van
de Commissie, het besluit tot sluiting van de overeenkomst vaststellen.

Cybercrime: jurisdictie in cyberspace

= informatie van het Voorzitterschap

Het Nederlandse Voorzitterschap geeft mondeling informatie over
voorstellen ter vergroting van de effectiviteit van de bestrijding van
het crimineel gebruik van cyberspace. In de informele JBZ-Raad van
januari jl. is daarover een eerste discussie gevoerd. Tijdens deze
formele vergadering zullen de belangrijkste conclusies uit januari nog
eens worden bevestigd, wordt verslag gedaan van de expert-conferentie op
7 en 8 maart in Amsterdam en worden de op te maken stukken,
vervolgstappen bij het concipiëren daarvan en de agendering daarvan op
de JBZ-Raad van 10 en 11 juni  besproken.

Istanbul Verdrag voorstel over voorkoming en bestrijding van geweld
tegen vrouwen en huiselijk geweld

= informatie van de Commissie

Het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, is voor Nederland op 1
maart 2016 in werking getreden. De Commissie zal naar verwachting
informatie geven aan de Raad over actuele ontwikkelingen rond dit
verdrag.

Hate speech online: dialoog met IT-bedrijven

= informatie van de Commissie

De Commissie zal een terugkoppeling geven van de Coördinatiebijeenkomst
met lidstaten, IT-bedrijven en maatschappelijke organisaties in de
context van de Dialoog met IT-bedrijven over online hate speech, die op
4 maart plaatsvindt in Brussel. De organisatie van deze bijeenkomst
volgt op het Jaarlijkse Colloquium over Fundamentele Rechten over het
onderwerp tolerantie en respect (voorkomen en bestrijden van
antisemitisme en moslimhaat), waar lidstaten concludeerden dat
samenwerking met IT-bedrijven noodzakelijk was om hate speech op
internet tegen te gaan en om maatschappelijke tegenspraak te bevorderen.
De bijeenkomst van 4 maart vindt plaats onder de paraplu van het EU
IT-Forum, dat op 3 december 2015 werd gelanceerd.

 PAGE   \* MERGEFORMAT 2