[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen aan de minister van Financiën over het rapport “Begrotingsreserves; het opzij zetten van geld als begrotingsinstrument” (31 865, nr. 78)

Verbetering verantwoording en begroting

Lijst van vragen

Nummer: 2016D14694, datum: 2016-04-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2016Z06142:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2015-2016





31 865	Verbetering verantwoording en begroting









	Nr. 	LIJST VAN VRAGEN 

	Vastgesteld … april 2016



	

	De vaste commissie voor Financiën heeft over het rapport
“Begrotingsreserves; het opzij zetten van geld als
begrotingsinstrument” (31 865, nr. 78) de navolgende vragen ter
beantwoording aan de minister van Financiën voorgelegd.

De vragen zijn op 7 april 2016 voorgelegd. Bij brief van ... zijn ze
door de minister van Financiën beantwoord.





De voorzitter van de commissie,

Duisenberg 





De adjunct-griffier van de commissie,

Elferink



Nr	Vraag	Bijlage	Blz

van	

tot

1	Er wordt voorgesteld om van een kas-verplichtingenstelsel naar een
baten/lastenstelsel te gaan. Is dit eerder overwogen, zo ja, waarom is
daar eerder van af gezien?

0	 

2	Waarom heeft u geen begrotingsfonds ingesteld voor duurzame energie in
plaats van een begrotingsreserve?

3	 

3	Hoe kan het dat het aantal kasschuiven in 2014 niet bekend is, maar
het totale bedrag (275 miljoen euro) wel?

4	 

4	Hoe kan het dat de fondsen buiten de rijksbegroting niet bekend zijn?
Om welke fondsen gaat het hierbij en om welke bedragen?

4	 

5	Hoe verhoudt zich volgens u de verplichting dat middelen uit heffingen
die worden geheven met een bepaald doel, zoals de Opslag Duurzame
Energie (ODE), met het hevelen van deze middelen vanuit de
begrotingsreserve duurzame energie in het algehele budget van het
Ministerie van Economische Zaken bij het leegboeken van de
begrotingsreserve? Kunt u inzichtelijk maken op welke wijze middelen
geheven voor een bepaald doel, en de besteding daarvan, gemonitord
worden bij het opmaken van de balans bij een kabinetswissel?

4	 

6	Waarom is het aantal begrotingsreserves bij het Rijk in de afgelopen
jaren zo sterk toegenomen: van 11 in 2009 naar 23 in 2014?

7	 

7	Wanneer wordt gekozen voor een begrotingsreserve? Wat zijn de criteria
voor het instellen van een begrotingsreserves?

11	 

8	Zijn  risicovoorzieningen juridisch verplicht?

12	 

9	Bij het debat over de Voorjaarsnota 2015 was er discussie over de
onttrekking van 398 miljoen euro en kasschuif bij de begrotingsreserve
duurzame energie, waarbij gevraagd werd om inzichtelijk te maken welk
deel van deze 398 miljoen euro die onttrokken wordt juridisch verplicht
is en in hoeverre deze 398 miljoen euro voortkomt uit rijksmiddelen in
het kader van de SDE en MEP regeling en in hoeverre uit opbrengsten uit
de ODE. Bent u bereid om dit alsnog inzichtelijk te maken?

13	14 

10	Kunt u specifiek aangeven waaraan de 398 miljoen euro die wordt
onttrokken aan de begrotingsreserve duurzame energie wordt besteed?

13	14 

11	Welk deel van de begrotingsreserve duurzame energie is juridisch
verplicht?

13	14 

12	Kunt u aangeven welk deel van de onttrokken 398 miljoen euro uit de
begrotingsreserve die in 2021-2026 wordt teruggestort naar verwachting
juridisch verplicht is in de periode 2021-2026?

13	14 

13	Kunt u garanderen dat de onttrekking van 398 miljoen euro van de
begrotingsreserve duurzame energie terugkomt in de periode 2021-2026?

13	14 

14	Wanneer wordt gekozen voor een begrotingsfonds? Wat zijn de criteria
voor het instellen van een begrotingsfonds?

13	 

15	Kunt u inzicht geven hoe bij het opmaken van de balans bij een
kabinetswissel rekening gehouden wordt met begrotingsreserves en
niet-verplichte middelen daarin en heffingen met een bepaald doel zoals
de ODE?

13	14 

16	Welke garanties kunt u geven dat niet-verplichte middelen in een
begrotingsreserve na het leegboeken bij een kabinetswissel worden
besteed aan het doel van de begrotingsreserve of terug in dezelfde
begrotingsreserve worden geplaatst?

13	14 

17	Hoe wordt door u gegarandeerd dat de opbrengsten uit de ODE gebruikt
worden voor investeringen in de duurzame energie?

13	14 

18	Waarom is er geen actueel overzicht beschikbaar van fondsen buiten de
rijksbegroting, die door zelfstandige rechtspersonen worden beheerd?
Wanneer kan dit wel weer beschikbaar zijn?

16	 

19	Waarom krijgt het parlement over kasschuiven, eindejaarsmarges en
fondsen buiten de rijksbegroting aanzienlijk minder informatie dan over
begrotingsfondsen en begrotingsreserves? Hoe kan dit verbeterd worden?

20	 

20	Wat is de oorzaak van een stijgend aantal risicoregelingen in de
begrotingsreserves maar een vrijwel stabiele omvang in euro’s?

22	 

21	Is het gebruikelijk dat begrotingsreserves bij een kabinetswisseling
worden leeggeboekt?

25	 

22	Kunt u een overzicht geven van alle huidige begrotingsreserves en
daarbij aangeven of ze wel of niet bij een kabinetswisseling worden
leeggeboekt?

25	 

23	Wanneer heeft u de Kamer voor het eerst geïnformeerd over het feit
dat de begrotingsreserve duurzame energie bij een kabinetswisseling
wordt leeggeboekt?

25	 

24	Wat gebeurt er bij een kabinetswisseling met de middelen in de
begrotingsreserve duurzame energie indien er niet expliciet een keuze
wordt gemaakt om de middelen opnieuw in een begrotingsreserve onder te
brengen?

25	 

25	Waarom heeft u ervoor gekozen om de begrotingsreserve duurzame
energie bij een kabinetswisseling leeg te boeken?

25	 

26	Hoeveel procent van de begrotingsreserve duurzame energie bestaat uit
geld dat is opgehaald via een opslag op de energierekening voor duurzame
energie, en worden deze middelen ook leeggeboekt bij een
kabinetswisseling?

25	 

27	Wanneer de begrotingsreserve duurzame energie wordt leeggeboekt bij
een kabinetswisseling en indien er geen nieuwe begrotingsreserve voor
duurzame energie door het nieuwe kabinet wordt ingesteld, komt de 398
miljoen euro die onlangs aan de begrotingsreserve was onttrokken na 2020
dan  nog steeds automatisch ten goede aan duurzame energie, of moet dat
dan eerst expliciet door een nieuw kabinet geregeld worden?

25	 

28	Blijven de middelen in de begrotingsreserve duurzame energie bij een
kabinetswisseling automatisch geoormerkt voor duurzame energie of moet
daar door een nieuw kabinet dan eerst expliciet een keuze voor gemaakt
worden?

25	 

29	Op welke manier wordt het voor de Kamer bij een kabinetswisseling
inzichtelijk gemaakt wat er met het geld in de begrotingsreserve
duurzame energie is gebeurd?

25	 

30	Wat zijn de doelstellingen van de begrotingsreserve duurzame
energieproductie en op welke manier wordt getoetst of de aanwending van
de reserve in overeenstemming is met de doelstellingen?

25	 

31	Wanneer is de beoogde Rekenkamer-Financiën werkgroep over een
baten-lasten stelsel naar verwachting klaar en in staat te rapporteren?

31	 

32	Kan de minister nu al een overzicht geven van de eventueel
aanvullende c.q. niet-openbare afspraken over begrotingsreserves?

31	 

33	Waarom neemt het belang van het aanhouden van reserves toe?

31	 

34	Hoe draagt een baten-lastenboekhouding bij aan een beter zicht op de
begrotingsreserves door de Tweede Kamer? In hoeverre zijn er in een
baten-lastenboekhouding ook gewoon reserves mogelijk c.q. nodig? Hoe
verschilt dit van (begrotings-)reserves bij een
verplichtingen-kasboekhouding?

31	 

35	Wat zijn de kosten van een rijksbrede toevoeging van een
baten-lastenboekhouding aan een strakke verplichtingen-kasboekhouding?
In hoeverre wordt het aspect van kosten meegenomen in het werk van de
aangekondigde werkgroep?

31	 

36	Wat is het tijdpad van de werkgroep? Wanneer kunnen de uitkomsten en
dus de voor- en nadelen worden gecommuniceerd aan de Tweede Kamer?

31	 

37	Hoe moet het werk van de werkgroep gezien worden in relatie met de
nieuwe Comptabiliteitswet 2016? En hoe moet het werk van de werkgroep
gezien worden tot de eerdere discussie over het baten-lastenstelsel en
het verplichtingen-kasstelsel bij de hoofdlijnennotitie voor de nieuwe
Comptabiliteitswet en het standpunt van de minister van Financiën
daarover?

31	 

38	Om welke internationale ontwikkelingen gaat het, die de minister
benoemd in zijn reactie?

31	 

39	Waarom zou moeten worden gekozen voor een rijksbrede toevoeging en
niet voor een beperkte toevoeging daar bijvoorbeeld daar waar juist veel
investeringen worden gedaan die over meerdere jaren lopen?

31	 

40	Zijn er specifieke voorwaarden voor het toekennen van een onbeperkte
eindejaarsmarge?

31	 

41	Wat is de reden dat vooral het Ministerie van EZ veel gebruikt maakt
van begrotingsreserves?

31	 

42	Kan de Minister de verdere gang van zaken rond de werkgroep schetsen?
Blijft de Tweede Kamer nog op enige wijze betrokken?

31	 

43	Welke risicoregelingen hebben nog geen risicovoorziening?

35	 



 PAGE    

 PAGE   1