[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Transponeringstabel

Bijlage

Nummer: 2016D22762, datum: 2016-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Informatie over de kenmerken die in een algemene maatregel van bestuur (amvb) zullen worden opgenomen om postbusondernemingen en schijnzelfstandigheid te herkennen en toezending van een aangepaste transponeringstabel (2016D22760)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage: Transponeringstabel

Artikel Richtlijn 14/67/EU	Bepaling in implementatieregeling of in
bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit
zijn aard geen implementatie behoeft	Omschrijving beleidsruimte

Artikel 1 (Onderwerp)	Behoeft geen implementatie.	De bepaling behoeft
naar zijn aard geen implementatie. 

Artikel 2 (Definities)	De definitie ‘bevoegde instantie’ is
overgenomen in artikel 1, eerste lid, van de implementatiewet. 	De
bepaling behoeft naar zijn aard geen implementatie. Toch is er deels
gebruikt van de bepaling m.b.t. de definitie van ‘bevoegde
instantie’. Voor zover noodzakelijk wordt naar de overige begrippen
verwezen.

Artikel 3 (bevoegde instanties en verbindingsbureaus)	In artikel 4,
eerste lid, van de implementatiewet wordt het verbindingsbureau benoemd.


De Inspectie SZW is op grond van artikel 5, eerste lid, belast met de
handhaving van de implementatiewet.	Sociale partners worden niet
aangewezen als bevoegde instantie. Wel maakt artikel 10a van de Wet op
het

algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van

bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

(artikel 17, onderdeel B, van de implementatiewet) het

mogelijk dat sociale partners over informatie beschikken

om toezicht uit te oefenen op de naleving van

kernarbeidsvoorwaarden uit algemeen verbindend

verklaarde cao’s.

Artikel 4 (substantiële activiteiten onderneming)	Geïmplementeerd in
artikel 6, derde lid, van de

implementatiewet. Het eerste lid van artikel 4 staat in

het derde lid. Het tweede lid van artikel 4 is

geïmplementeerd in artikel 6, derde lid, onderdeel a.

Het derde lid van artikel 4 is opgenomen in onderdeel

b. Het vierde lid van artikel 4 vloeit voort uit de

beoordeling die de Inspectie SZW maakt. Dit is tevens

toegelicht.

Het vijfde lid van artikel 4 vloeit voort uit onderdeel b,

waarin wordt bezien of de gedetacheerde werknemer

tijdelijk in Nederland arbeid verricht.	In het wetsvoorstel is een
delegatiegrondslag opgenomen. De elementen worden vastgesteld in een
algemene maatregel van bestuur. 

Artikel 5 (toegang tot informatie)	Dit artikel behoeft geen
implementatie. Het betreft praktische uitvoering. Het verbindingsbureau,
dat wordt aangewezen in artikel 4, zal in de praktijk het aanspreekpunt
zijn voor gedetacheerde werknemers en dienstverrichters. Zij kunnen hier
onder andere terecht met vragen over het toepasselijke nationale recht.
De bepaling behoeft naar zijn aard geen implementatie.

Artikel 6, eerste lid (administratieve samenwerking)	Geïmplementeerd in
artikel 4, eerste lid. De overige leden uit artikel 4 vloeien hieruit
voort.

	Artikel 6, tweede lid	Geïmplementeerd in artikel 4, zesde lid.

	Artikel 6, derde lid	Geïmplementeerd in artikel 4, eerste lid. Het
verwerken van gegevens kan tevens het toezenden en betekenen van stukken
omvatten.

	Artikel 6, vierde lid	Geïmplementeerd in artikel 6, eerste lid. Het
niet-naleven van de informatieverplichting door dienstverrichters wordt
gesanctioneerd met een bestuurlijke boete. De verplichting uit de
richtlijn tot het nemen van adequate maatregelen in het geval dat de
informatie niet wordt verstrekt is ingevuld door het opleggen van een
bestuurlijke boete.	Er is daarnaast voor gekozen om de

informatieverplichting op grond van artikel 6, tweede lid,

van de implementatiewet ook van toepassing te verklaren

op de zelfstandigen, bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de

implementatiewet. Ook het niet-naleven van artikel 6,

tweede lid, kan leiden tot het opleggen van een

bestuurlijke boete.

Artikel 6, vijfde lid	Behoeft geen implementatie. Praktische uitvoering
van hetgeen geïmplementeerd is in artikel 4.	De bepaling behoeft naar
zijn aard geen implementatie.

Artikel 6, zesde lid	Delegatiegrondslag in artikel 4, zevende lid.	De
grondslag voor de termijnen voor het verstrekken van informatie is
opgenomen in de implementatiewet. De termijnen worden uitgewerkt in een
algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 4, zevende lid.

Artikel 6, zevende lid	Behoeft geen implementatie. Dit betreft
praktische uitvoering. Overigens volgt uit artikel 4, tweede lid,
Handelsregisterwet 2007 dat de Kamer van Koophandel zorg draagt voor een
goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van het Handelsregister.
In het Handelsregister dient uitdrukkelijk te worden vermeld dat 
ondernemingen zich bezighouden met detachering in de zin van de Wet
allocatie arbeidskrachten door intermediairs.	De bepaling is reeds
geïmplementeerd door middel van bestaand recht.

Artikel 6, achtste tot en met het tiende lid	Behoeft geen implementatie,
betreft praktische

uitvoering. Het gebruik van de informatie ten behoeve

van de naleving van de detacheringsrichtlijn volgt uit

het eerste lid van artikel 4 van de implementatiewet.

In verband met het negende lid, is niet geregeld dat er

kosten verbonden zijn aan de wederzijdse bijstand.

Toegelicht is tevens dat de bijstand kosteloos

geschied. Op grond van artikel 11 van de

implementatiewet is wel geregeld dat boetes die op

verzoek van een andere lidstaat worden geïnd,

toekomen aan het Rijk.	De bepalingen behoeven naar hun aard geen
implementatie.

Artikel 7  (rol van lidstaten in het kader van administratieve
samenwerking)	Geïmplementeerd in artikel 4. Onder het verwerken van
gegevens wordt tevens verstaan het verzoeken om informatie bij bevoegde
instanties uit andere lidstaten

	Artikel 8, eerste tot en met het derde lid (begeleidende maatregelen)
Behoeft geen implementatie. Betreft praktische uitvoering en taken voor
de Commissie.	De bepalingen behoeven naar hun aard geen implementatie.



Artikel 9, eerste lid en tweede lid (administratieve eisen en
controlemaatregelen)	Het eerste lid van artikel 9 is opgenomen in
artikel 8,

eerste lid, van de implementatiewet. Dat er een

contactpersoon opgenomen moet worden is apart

geregeld in artikel 7.

Op grond van het tweede lid is aan artikel 8, eerste

lid, van de implementatiewet toegevoegd dat ook de

betaalde bijdrage aan socialezekerheidspremies en de

verantwoordelijke voor de uitbetaling van het loon

gemeld moet worden. Zie hiervoor par. 2 van het

algemene deel van de memorie van toelichting.	Daarnaast is ervoor
gekozen het artikel ook van toepassing te verklaren op zelfstandigen in
bepaalde sectoren en bepaalde categorieën gedetacheerde werknemers uit
te sluiten. Voorts is er in het tweede en derde lid van artikel 8 de
implementatiewet bepaald dat de dienstontvanger een gedeelte van de
melding moet controleren en eventuele onjuistheden moet melden.



Artikel 9, derde lid	Behoeft geen implementatie.	De bepalingen behoeven
naar hun aard geen implementatie.

Artikel 9, vierde lid	Geïmplementeerd in artikel 8, eerste lid. Het is
mogelijk om de melding schriftelijk of elektronisch te doen. 

	Artikel 9, vijfde lid	Behoeft geen implementatie, gaat om praktische
uitvoering.	De bepalingen behoeven naar hun aard geen implementatie.

Artikel 10 (inspecties)	Behoeft geen implementatie. Nationaal recht
biedt voldoende waarborgen. 	De bepaling is reeds geïmplementeerd door
middel van bestaand recht.

Het vierde lid van artikel 10 bepaalt dat sociale partners toezicht
mogen houden. Dit is niet nieuw, maar sociale partners hebben hier wel
informatie voor nodig. Daarom is in artikel 10a van de Wet op het
algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten (artikel 17, onderdeel B, van de
implementatiewet) informatieuitwisseling geregeld.

Artikel 11, eerste lid tot en met het vierde lid (verdediging van
rechten – facilitering van klachten – nabetalingen)	Behoeft geen
implementatie. Het staat de gedetacheerde werknemer vrij een klacht in
te dienen bij de (uitlenende) werkgever. Verder kunnen civielrechtelijke
vorderingen worden gebaseerd op artikel 6 en 100 Rv. Dit is verder nog
verduidelijkt in artikel 2 van de implementatiewet. 

Vakorganisaties kunnen ook vorderingen instellen namens gedetacheerde
werknemers op grond van artikel 305a en 305b Boek 3 BW.	De bepaling is
reeds geïmplementeerd door middel van bestaand recht.

Artikel 11, vijfde lid	Behoeft geen implementatie. Is geregeld in
artikel 646, lid 1 en 4 en 648, lid 4, Boek 7 BW en toepasselijk op
grond van artikel 2 van de implementatiewet .	De bepaling is reeds
geïmplementeerd door middel van bestaand recht.

Artikel 11, zesde lid	Behoeft geen implementatie. De desbetreffende
vorderingen kunnen worden gebaseerd op de WML, die van toepassing is op
iedere werknemer die werkzaam is op Nederlands grondgebied.

Via de Wet aanpak schijnconstructies is een regeling voor
ketenaansprakelijkheid voor betaling van loon opgenomen in de artikelen
616a tot en met 616f van Boek 7 BW.	De bepaling is reeds
geïmplementeerd door middel van bestaand recht.

Artikel 12 (aansprakelijkheid in het geval van onderaanneming)	Reeds
geïmplementeerd via de Wet aanpak schijnconstructies. 

In het BW is een regeling van ketenaansprakelijkheid voor betaling van
loon opgenomen: artikelen 616 t/m 616f van Boek 7 in het Burgerlijk
Wetboek. Deze regeling is van toepassing ongeacht het recht dat van
toepassing is op de overeenkomsten, incl. de arbeidsovereenkomst. De
aansprakelijkheid is van toepassing op loonbetaling op grond van een
arbeidsovereenkomst (waaronder de uitzendovereenkomst), en verrichten
van arbeid in ketens van uitvoering van overeenkomsten van opdracht en
aanneming van werk. Dat deze vorderingen ook gelden voor gedetacheerde
werknemers is verduidelijkt door de artikelen 616a tot en met f toe te
voegen in artikel 2 van de implementatiewet. 	De bepaling is reeds
geïmplementeerd door middel van bestaand recht, omdat de Wet aanpak
schijnconstructies met ingang van 1 juli 2015 in werking is getreden. Er
is daarbij geen onderscheid gemaakt naar sectoren of aard van de
werkzaamheden.

Artikel 13 (toepassingsgebied)	Behoeft geen implementatie.	De bepaling
behoeft naar zijn aard geen implementatie.

Artikel 14 (aanwijzing bevoegde instantie)	Behoeft geen implementatie.
Het betreft hier praktische uitvoering.	De bepaling behoeft naar zijn
aard geen implementatie.

Artikel 15 (Algemene beginselen – wederzijdse bijstand en erkenning)
Geïmplementeerd in artikel 10, eerste, tweede en vierde lid. Op grond
van het vierde lid wordt titel 4.4. van de Awb van overeenkomstige
toepassing verklaard.

	Artikel 16, (verzoek om invordering kennisgeving)	Geïmplementeerd in
artikel 10, vijfde lid. Er is een delegatiegrondslag opgenomen. De
vereisten die aan de inhoud van het verzoek worden gesteld, worden
uitgewerkt in een ministeriële regeling (zie lid 5 van artikel 10).

	Artikel 17 (weigeringsgronden)	Geïmplementeerd in artikel 10, zesde
lid. Er is een delegatiegrondslag opgenomen. Bij algemene maatregel van
bestuur worden gronden geformuleerd waarop niet aan het verzoek van de
bevoegde instantie hoeft te worden voldaan.

	Artikel 18 (schorsing van de procedure)	Behoeft geen implementatie.
Indien de administratieve sanctie of boete onherroepelijk is geworden
kan deze niet meer aangevochten worden. Dit kan niet geregeld worden. De
procedure hoeft niet te worden geschorst. Dit is een artikel waaraan
geen uitvoering gegeven hoeft te worden.	De bepaling behoeft naar zijn
aard geen implementatie.

Artikel 19, eerste lid (kosten)	Geïmplementeerd in artikel 11 van de

implementatiewet.	De geldsom komt toe aan het Rijk.

Artikel 20 sancties	Geïmplementeerd in artikel 12 van de

implementatiewet.	De bestuurlijke boete wordt geïntroduceerd voor
overtredingen van verplichtingen voor dienstverrichters,
dienstontvangers en zelfstandigen op grond van artikel 6, eerste en
tweede lid, artikel 8 en artikel 9, eerste en tweede lid, van de
implementatiewet.

Artikel 21 (informatiesysteem interne markt)	Behoeft geen implementatie.
Betreft praktische uitwerking.	De bepaling behoeft naar zijn aard geen
implementatie.

Artikel 22 (wijziging van verordening (EU) nr. 1024/2012)	Behoeft geen
implementatie.	De bepaling behoeft naar zijn aard geen implementatie.

Artikel 23 (omzetting)	Behoeft geen implementatie. Betreft de uiterlijke
datum van omzetting, 18 juni 2016.	De bepaling behoeft naar zijn aard
geen implementatie.

Artikel 24 (evaluatiebepaling)	Geen implementatie	De bepaling behoeft
naar zijn aard geen implementatie.

Artikel 25 (inwerkingtreding)	Geen implementatie	De bepaling behoeft
naar zijn aard geen implementatie.

Artikel 26 (adressanten)	Behoeft geen implementatie. Betreft de
aanduiding dat de richtlijn is gericht tot de lidstaten.	De bepaling
behoeft naar zijn aard geen implementatie.



Artikel Richtlijn 96/71/EG	Bepaling in implementatieregeling of in
bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit
zijn aard geen implementatie behoeft	Omschrijving beleidsruimte

Artikel 1, eerste lid	Geïmplementeerd in artikel 1, eerste lid, van de
implementatiewet.

	Artikel 1, tweede lid	De implementatie van deze uitzondering van
zeevarenden binnen koopvaardijondernemingen is opgenomen in artikel 1,
tweede lid, van de implementatiewet. Er is in het derde lid opgenomen
dat de begrippen in algemene maatregel van bestuur zullen worden
omschreven.

	Artikel 1, derde lid	Geïmplementeerd in artikel 1, eerste lid, van de
implementatiewet.

	Artikel 2	Geïmplementeerd in artikel 1, eerste lid, van de
implementatiewet.

	Artikel 3, eerste lid	Geïmplementeerd in artikel 2 van de
implementatiewet, waarbij bepalingen uit het BW die betrekking hebben op
de in a tot en met g bedoelde onderwerpen van toepassing zijn verklaard
en voorzover dit niet is geregeld in algemene wetten die gelden voor
alle arbeid die in Nederland wordt verricht en artikel 2 , zesde lid,
Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van
bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, waarbij alle in de
onderdelen a tot en met g genoemde onderwerpen voor regeling in
collectieve arbeidsovereenkomsten in de opsomming in het zesde lid zijn
opgenomen.



	Artikel 3, zevende lid	Geïmplementeerd in artikel 2, zesde lid, Wet op
het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten. Daarnaast kunnen op grond van het
voorgestelde artikel 2, zevende lid (artikel 17, onderdeel A, onder 2
van de implementatiewet) bij amvb nadere regels worden gesteld met
betrekking tot de arbeidsvoorwaarden uit het zesde lid.





	Artikel 4, eerste en tweede lid	Geïmplementeerd in artikel 4, eerste
lid, van de implementatiewet.