[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Informele Raad WSBVC 14-15 juli 2016 te Bratislava

Bijlage

Nummer: 2016D28107, datum: 2016-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 14-15 juli 2016 te Bratislava (2016D28106)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
(WSBVC) 14-15 juli te Bratislava

Op 14-15 juli vindt in Bratislava een informele bijeenkomst plaats van
ministers van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid over “Facing the
social and technological challenges in the world of work – Demographic
changes, migration and Digitalization” en “The effect of
technological developments on the social security system and labour
law”. Op dit moment is nog niet duidelijk waar het Slowaakse
voorzitterschap in de discussies rond de thema’s de nadruk op zal
leggen. Dit,  omdat er nog geen discussiestukken zijn ontvangen. 

Facing the social and technological challenges in the world of work –
Demographic changes, migration and digitalization 

Wat betreft het thema “Facing the social and technological challenges
in the world of work – Demographic changes, migration and
digitalization” kan in algemene zin opgemerkt worden dat sociale en
technologische ontwikkelingen zoals vergrijzing, migratie en
digitalisering naar verwachting een belangrijke invloed zullen hebben op
arbeidsmarkten in Nederland en de rest van Europa. Hoe deze
ontwikkelingen in de toekomst precies gaan uitwerken is niet te
voorspellen, maar ze brengen in ieder geval nieuwe vragen, nieuwe
uitdagingen en nieuwe onzekerheden met zich mee. 

Nederland vindt technologische vooruitgang van belang voor welvaart,
economische groei en werkgelegenheid. Ook is werk, mede als gevolg van
technologie, over het algemeen veiliger en minder belastend geworden.
Het is van belang er wel voor te zorgen dat iedereen hiervan profiteert
en er geen groepen langs de kant blijven staan. De afgelopen twintig
jaar is er in Nederland en Europa bijvoorbeeld sprake van een daling van
de werkgelegenheid in het middensegment van de arbeidsmarkt, doordat
routinematige taken door technologie worden overgenomen. Technologische
verandering kan er bovendien toe leiden dat kennis en vaardigheden snel
verouderen. Blijven investeren in scholing is daarom van groot belang.
Technologische ontwikkelingen kunnen kosten verlagen om taken, werk en
diensten uit te besteden, waardoor de relatie tussen de werkende en de
werkgever of opdrachtgever losser kan worden. Hiermee verschuift werk en
ontstaan nieuwe vormen van werk. Fysieke toegang tot de arbeidsmarkt zal
niet in alle gevallen noodzakelijk zijn en kan zo gevolgen hebben voor
migratiestromen. Nieuwe ontwikkelingen, zoals robotisering hebben grote
impact op de manier waarop gewerkt wordt en daarmee consequenties hebben
voor de stabiliteit in arbeidsverhoudingen, inkomen en baanzekerheid.
Het kabinet heeft mede daarom de Sociaal-Economische Raad (SER) advies
gevraagd over de gevolgen van technologische ontwikkelingen - waaronder
robotisering - voor de arbeidsmarkt.

The effect of technological developments on the social security system
and labour law

Het Slowaakse voorzitterschap wil ook een discussie voeren over de
impact van technologische ontwikkelingen op het sociale
zekerheidsstelsel en de arbeidswetgeving.  

Een opinie van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) zal
naar verwachting centraal staan in de discussie. In deze opinie stelt
het EESC dat snelle ontwikkeling van technologieĂ«n – in het bijzonder
digitalisering - in combinatie met andere economische en
maatschappelijke ontwikkelingen heeft geleid tot een stijging van het
aantal nieuwe vormen van werk. hierdoor veranderen arbeidsverhoudingen
en gaat het arbeidsmarktlandschap er complexer uitzien. Bij deze nieuwe
arbeidsverhoudingen gaat het onder andere om nul-urencontracten,
oproepcontracten, "mini-jobs", portfoliowerk, op vouchers gebaseerd
werk, civielrechtelijke overeenkomsten of duobaanregelingen. Dit gaat
gepaard met verschillende contractvormen waarbij werkzaamheden worden
georganiseerd via bijvoorbeeld bemiddelaars of bureaus voor
zelfstandigen. 

De EESC stelt dat een groot deel van de bevolking toegang heeft tot het
internet en op elk moment en op elke locatie kan worden bereikt voor
werkgerelateerde doeleinden. Digitalisering ondersteunt de mogelijkheden
van werkgevers om gebruik te maken van de wereldwijde arbeidsmarkt voor
werk. Dit biedt Europese burgers kansen om over de hele wereld te
werken, ongeacht hun locatie. Het kan echter ook zorgen voor ongelijke
concurrentie voor werknemers en ondernemingen, aangezien ze voor deze
banen moeten wedijveren met concurrenten uit lagelonenlanden,die
bijvoorbeeld niet de ILO-arbeidsnormen respecteren.

Het EESC vindt het van belang om een evenwicht te vinden tussen het
bevorderen van de economische en sociale voordelen van deze nieuwe
ontwikkelingen en het garanderen van de noodzakelijke bescherming voor
werknemers en ondernemingen. Hierbij moet worden voorkomen dat deze
nieuwe ontwikkelingen misbruikt worden om eerlijke arbeidspraktijken
(zoals een fatsoenlijk salaris) te omzeilen.

Nederland staat positief tegenover de toepassing van nieuwe
technologieën die het concurrentievermogen van economieën van de EU in
een globaliserende wereld kunnen versterken. en werkgelegenheid
stimuleren. De baan voor het leven volgens een standaard vast contract
heeft aan betekenis ingeboet. Nieuwe vormen van arbeid (zoals
flexwerken) worden belangrijker. Die nieuwe vormen kunnen ook als opstap
fungeren naar een meer duurzame inschakeling in het arbeidsproces.
Tegelijkertijd is Nederland groot voorstander van een ‘fatsoenlijk
werk’ agenda. Nieuwe technologieĂ«n die leiden tot nieuwe vormen van
werk- en arbeidsverhoudingen en uitbesteding van arbeid mag niet
resulteren in een negatieve spiraal wat betreft de arbeidsrechtelijke en
sociale bescherming van werkenden.