[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsreactie septemberrapportage begrotingstoezicht 2016

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Bijlage

Nummer: 2016D35202, datum: 2016-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Septemberrapportage 2016 Afdeling advisering Raad van State en Kabinetsreactie (2016D35168)

Preview document (🔗 origineel)


Geachte heer Donner,

Het kabinet dankt de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) voor haar oordeel over de ontwikkeling van de overheidsfinanciën en in hoeverre deze ontwikkeling voldoet aan de regels uit het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).

Met genoegen heeft het kabinet kennisgenomen van het oordeel van de Afdeling dat de begroting voor 2016 voldoet aan de Europese begrotingsregels. De Afdeling merkt ook op dat de begroting voor 2017 op onderdelen niet in lijn is met de eisen voor (de ontwikkeling van) het structureel saldo en de ontwikkeling van de overheidsuitgaven, maar dat de afwijkingen niet als significant worden aangemerkt. Als een lidstaat afwijkt van de indicatoren, maar de afwijkingen niet significant zijn, valt de begroting binnen de marges van de preventieve arm. In die situaties maakt de Europese Commissie een nadere analyse van de budgettaire situatie, zonder aanvullende maatregelen op te leggen. Het kabinet ziet de analyse van de Europese Commissie met vertrouwen tegemoet.

Ook op middellange termijn verbeteren de overheidsfinanciën namelijk sterk, zoals de Afdeling ook concludeert. De overheid laat naar verwachting – zonder aanvullend beleid – in 2019 zowel een feitelijk als een structureel overschot zien op de begroting. Ook de overheidsschuld daalt in de Miljoenennota in 2019 onder de grenswaarde van 60 procent van het bbp uit het SGP voorschrijft. Daarnaast kent Nederland een houdbaarheidsoverschot; ook op lange termijn kunnen volgende generaties tegen dezelfde belastingdruk gebruikmaken van dezelfde voorzieningen als de huidige generaties.

Het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Asscher steunt op drie pijlers. Naast het op orde brengen van de overheidsfinanciën wil het kabinet de welvaart eerlijk delen en duurzame economische groei stimuleren. De overheidsfinanciën heeft het kabinet op orde gebracht en dat is gegeven de lagere aardgasbaten een prestatie op zich, zoals de Afdeling het formuleert. De overheidsfinanciën op orde brengen is hand in hand gegaan met offers die groepen in de samenleving hebben gebracht.

Vanuit deze achtergrond acht het kabinet het wenselijk om in 2017 geld vrij te maken voor beleidsterreinen die door de actualiteit om extra aandacht vragen. Denk bijvoorbeeld aan de veranderende veiligheidssituatie aan de randen van Europa. Ook draait het kabinet een voorgenomen bezuiniging op de verpleeghuiszorg terug en heeft het kabinet het koopkrachtbeeld voor 2017 evenwichtig gemaakt.

De financiële ruimte voor deze maatschappelijke prioriteiten heeft het kabinet gevonden door aanpassing van het uitgavenkader en het inkomstenkader, zoals de Afdeling memoreert in haar oordeel. Het trendmatig begrotingsbeleid is een groot goed en een goed gebruik in Nederland; het biedt handvatten om de overheidsfinanciën zich gezond te laten ontwikkelen. Het handhaven van de kaders is dan ook het startpunt geweest voor het kabinet in de begrotingsvoorbereiding. De inspanningen die dit vereiste, waaronder een forse opgave als gevolg van de ruilvoetproblematiek, hebben er al in een vroeg stadium van de begrotingsvoorbereiding voor gezorgd dat Nederland voldoet aan het Stabiliteits- en Groeipact. In de uiteindelijke keuzes over de begroting heeft het kabinet de balans gezocht tussen de drie pijlers uit het regeerakkoord. Met het perspectief op een overschot op binnen enkele jaren en een overheidsschuld die op dezelfde termijn onder de grens van 60 procent van het bbp zal komen, acht het kabinet het verantwoord extra middelen beschikbaar te stellen nu de actualiteit daar naar het oordeel van het kabinet om vraagt.

Hoogachtend,

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem