Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 13 december 2016
Bijlage
Nummer: 2016D45722, datum: 2016-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 13 december 2016 (2016D45721)
Preview document (🔗 origineel)
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 13 DECEMBER 2016
Voorbereiding van de Europese Raad van 15 en 16 december 2016
De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal de Europese Raad (ER) van 15 en 16 december 2016 voorbereiden. Voor die ER zijn de volgende onderwerpen geagendeerd.
Migratie
De RAZ zal ter voorbereiding van de ER van 15 en 16 december a.s. spreken over migratie. Tijdens de ER zal naar verwachting opnieuw worden gesproken over een aantal onderwerpen dat ook aan bod is gekomen in de ER van 20 en 21 oktober jl. Zo zal de stand van zaken van de implementatie van migratieafspraken besproken worden, waaronder de afspraken tussen de EU en Turkije. Ook zullen de discussies over de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel alsmede solidariteit en verantwoordelijkheid worden voortgezet. Voortgang bij de uitvoering en uitwerking van de gemaakte afspraken is van groot belang voor het kabinet. De bespreking van bovengenoemde onderwerpen zal naar verwachting plaatsvinden in het licht van de uitkomsten op deze onderwerpen van de JBZ-Raad van 8 en 9 december a.s.
Tevens zal tijdens de RAZ worden ingegaan op de voortgang van brede partnerschappen (de zogenoemde ‘compacts’) met belangrijke herkomst- en transit- en opvanglanden in Afrika. Hierbij zal de Raad stil staan bij de behaalde resultaten, vervolgstappen en mogelijke uitbreiding van deze benadering naar andere landen. Dit laatste zal plaatsvinden op basis van een voorstel van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini (EUHV), dat naar verwachting kort voor de ER zal worden gepresenteerd.
Het kabinetsstandpunt betreffende de Europese migratieproblematiek is uw Kamer bekend. Het kabinet verwijst uw Kamer hiervoor naar de Kamerbrieven van 8 september 2015 (Kamerstuk 19637, nr. 2030), 8 januari 2016 (Kamerstuk 22112, nr. 2). Voor het Europese krachtenveld op het gebied van migratie verwijst het kabinet uw Kamer naar het verslag van de ER van 17 en 18 maart 2016 (Kamerstuk 21501-20 nr. 1112), het verslag van de ER van 28 en 29 juni 2016 (Kenmerk MinBuZa-2016.379556), het verslag van de informele ER van 16 september (Kenmerk MinBuza-2016.629494) en het verslag van de ER van 20 en 21 oktober (Kenmerk MinBuza-2016.706930).
Veiligheid
De ER zal spreken over het EU implementatieplan op gebied van veiligheid en defensie dat ter uitwerking van de EU Global Strategy op 19 november jl. door de EUHV gepresenteerd is aan de Raad Buitenlandse Zaken. Het implementatieplan, waarin de EUHV een reeks voorstellen aankondigt ter versterking van het Gemeenschappelijk Veiligheid en Defensiebeleid, werd unaniem door de RBZ verwelkomd. Daarnaast zal de ER spreken over de follow-up van de gezamenlijke EU-NAVO verklaring die werd aangenomen bij de NAVO Warschau Top van juli jl. Daar werd afgesproken om de samenwerking tussen de EU en de NAVO te intensiveren aan de hand van een aantal concrete projecten. Tot slot zal de Europese Commissie haar binnenkort te presenteren Europese Defensie Actieplan, dat maatregelen bevat ter versterking van de Europese defensie sector, aan de ER voorleggen. Nederland verwelkomt intensievere Europese samenwerking op defensiegebied die in het licht van de huidige veiligheidsomstandigheden rondom Europa hard nodig is. Onrust aan de buitengrenzen van de EU en hybride dreigingen nopen volgens het kabinet tot daadkrachtige samenwerking met onze partners, zowel binnen als buiten Europa. Europa zal op dit punt meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
Economische & Sociale ontwikkelingen
De RAZ zal ter voorbereiding op de ER van 15 en 16 december a.s. tevens spreken over economische en sociale ontwikkelingen. De ER zal nota nemen van de voortgang van strategieën voor de versterking van de Interne Markt, op basis van de door de Commissie gepubliceerde voorstellen voor de Interne Markt (COM(2015) 550 final), de Digitale Interne Markt (COM(2015) 192 final) en de Kapitaalmarktunie (COM(2015) 468 final). Ook zal de ER nota nemen van de voortgang in aan jeugd gerelateerde initiatieven en de strijd tegen jeugdwerkloosheid. Dit naar waarschijnlijkheid in aansluiting op de conclusies die de Raad WSBVC op 8 december a.s. zal aannemen over het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief en de Jeugdgarantie (Kenmerk MinSZW-2016.0000254281). Nederland kan voornoemde strategieën ondersteunen.
De ER zal tevens stil staan bij de ontwikkelingen rondom het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Besluitvorming over een Raadspositie wat betreft aanpassing van de EFSI-verordening ter verlenging en versterking van EFSI, zal naar verwachting in de Ecofin Raad van 6 december a.s. plaatsvinden. Bij de voorafgaande onderhandelingen was de inzet van Nederland er vooral op gericht om in de verordening aandacht te krijgen voor het wegnemen van investeringsbelemmeringen en om de financiering veilig te stellen. Daarnaast heeft het kabinet zich hard gemaakt voor een onafhankelijke evaluatie als basis voor de besluitvorming. Hoewel mogelijk nog discussie zal plaatsvinden in de Ecofin Raad, verwacht het kabinet dat in het voorliggende compromis voldoende aan de Nederlandse inzet tegemoet wordt gekomen en daarmee een solide basis vormt voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. De verwachting is dat de compromistekst ook door andere lidstaten wordt gesteund.
Rusland
De ER van 20 en 21 oktober 2016 jl. sprak uitvoerig over de brede betrekkingen met Rusland (zie ook het verslag van de ER van 20 en 21 oktober, Kenmerk MinBuza-2016.706930). De ER herbevestigde hierbij de vijf uitgangspunten van het EU-beleid ten aanzien van Rusland die tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van maart jl. werden vastgesteld (Kamerstuk 21 501-02 nr. 1594). In aanvulling op deze bespreking, is de verwachting dat de ER van 15 en 16 december a.s. zich zal buigen over de economische sanctiemaatregelen ten aanzien van Rusland. Deze maatregelen zijn van kracht ten gevolge van het destabiliserende optreden van Rusland in het Oosten van Oekraïne en verlopen op 31 januari 2017. De ER van maart 2015 heeft de duur van de sancties gekoppeld aan de volledige implementatie van de afspraken die in februari 2015 door Rusland, Oekraïne, Frankrijk en Duitsland zijn overeengekomen in Minsk. Gezien het gebrek aan vooruitgang in de implementatie van deze Minsk-akkoorden, verwacht het kabinet dat de ER van 15 en 16 december a.s. de economische sanctiemaatregelen tegen Rusland zal verlengen.
EU associatieakkoord met Oekraïne
Zoals in de Kamerbrief (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1163) van 31 oktober jl. is aangegeven, neemt het Kabinet tot de ER van 15 en 16 december a.s. de tijd om een antwoord te formuleren op de uitkomst van het raadgevend referendum. Het kabinet is van mening dat de meest geschikte vorm voor de gezochte juridisch bindende oplossing een besluit is van de staats- en regeringsleiders, bijeen in het kader van de Europese Raad. Dit besluit dient tegemoet te komen aan de voornaamste zorgen zoals naar voren gekomen in het referendumdebat. De gesprekken over de inhoud van de oplossing zijn nog gaande.
Uitbreiding en Stabilisatie- en Associatieproces
De Raad zal spreken over de op 9 november jl. verschenen acht mededelingen1 over het uitbreidingsbeleid en de voortgangsrapportages van alle kandidaat-lidstaten (Turkije, Montenegro, Servië, Macedonië en Albanië) en potentiële kandidaat-lidstaten (Bosnië-Herzegovina en Kosovo). Het strikt en fair-beleid van de Commissie, dat in lijn is met het Nederlandse beleid, wordt door de lidstaten breed gesteund. Uw Kamer is 25 november jl. per brief geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van het pakket. Op 30 november a.s. vindt hierover een separaat Algemeen Overleg plaats met de vaste commissie Europese Zaken.
Tijdens de algemene discussie van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november jl. heeft de minister van Buitenlandse Zaken wederom benadrukt dat het van belang is dat Turkije het rapport van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) vrijgeeft. Hiermee is opvolging gegeven aan de toezegging van de minister van Buitenlandse Zaken aan het Lid Omtzigt tijdens het AO Raad Algemene Zaken van 10 november jl.
Interinstitutioneel Akkoord
Tijdens de RAZ zal het Slowaaks voorzitterschap de Raad op de hoogte stellen van de voortgang van de besprekingen met de Commissie en het Europees Parlement over een gemeenschappelijke verklaring van de drie instellingen. Deze heeft betrekking op de behandeling van de voorstellen uit het Commissie Werkprogramma 20172 in de instellingen. Tijdens de RAZ van 15 november jl. heeft het voorzitterschap brede steun gekregen van de lidstaten voor de gemeenschappelijke verklaring.
Meerjarig Financieel Kader
De tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader (MFK) staat maandelijks op de agenda van de RAZ. Bij de bespreking in de RAZ van 15 november jl. werd een beginselakkoord bereikt over de tussentijdse evaluatie. Hierover ging uw Kamer reeds een verslag toe op 21 november jl. (kenmerk MinBuza-2016.780571). Op basis van dit beginselakkoord volgen besprekingen met het Europees Parlement, aangezien het Europees Parlement dient in te stemmen met de tussentijdse evaluatie. De verwachting is dat in de RAZ van 13 december a.s. een finaal akkoord wordt gesloten. Nederland zal hierbij inzetten op een akkoord dat zo min mogelijk afwijkt van het beginselakkoord. Het beginselakkoord reflecteert immers de precaire balans tussen verschillende groepen lidstaten met zeer uiteenlopende posities. Als hiervan substantieel wordt afgeweken, wordt deze balans verstoord. In de RAZ van 15 november jl. gaf een meerderheid van EU lidstaten aan geen ruimte te zien voor verdere aanpassingen van het beginselakkoord.
Europees Semester 2017
Tijdens de Raad zal de Europese Commissie een presentatie geven over de Annual Growth Survey (AGS), kenmerk: COM (2016) 725 final), het Alert Mechanism Report (AMR, kenmerk: COM (2016) 728 final) en de aanbevelingen voor de eurozone (COM (2016) 726 final). Deze stukken, die op 16 november jl. gepubliceerd zijn, vormen het startsein voor de jaarlijkse budgettaire en economische coördinatie tussen lidstaten in het kader van het Europees Semester.
In de AGS formuleert de Commissie groeiprioriteiten voor de Europese Unie voor het komende jaar. Het bevorderen van investeringen, doorvoeren van structurele hervormingen en verantwoord begrotingsbeleid vormen ook dit jaar centrale thema’s in de AGS. De groei-analyse van de Commissie zal de komende maanden in diverse raadsformaties worden besproken. Tijdens die besprekingen zal meer duidelijk worden over het krachtenveld in Europa.
Het AMR vormt het begin van de jaarlijkse cyclus van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure. Mede aan de hand van scorebordindicatoren stelt de Commissie in het AMR vast welke EU lidstaten onderworpen worden aan nadere analyse in een diepte-onderzoek.
De Commissie heeft de aanbevelingen voor de eurozone als geheel gelijktijdig met de AGS en het AMR gepubliceerd. De aanbevelingen besteden onder meer aandacht aan economische groei, herbalancering en convergentie, arbeidsmarktbeleid, begrotingsbeleid en de begrotingssituatie van eurolidstaten op geaggregeerd niveau. Ook besteden de aanbevelingen aandacht aan de voltooiing van de bankenunie en de Economische en Monetaire Unie (EMU). Deze Commissievoorstellen voor aanbevelingen voor de eurozone worden in december besproken in de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken en in januari in de ECOFIN Raad, en worden daarna voor bekrachtiging voorgelegd aan de Europese Raad van maart. De aanbevelingen worden voor aanname voorgelegd aan de ECOFIN Raad van maart. De Kamer zal per brief op de hoogte worden gesteld van de appreciatie van het kabinet over bovenstaande stukken in het kader van het Europees Semester 2017.
Overig
Met verwijzing naar het verzoek van het lid Monasch (kenmerk 2016Z21264) van 15 november 2016, over uitlatingen van de eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans, deelt het kabinet uw Kamer, onder verwijzing naar schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Bontes over eerdere uitlatingen (ingezonden 16 november 2015, antwoord in Aanhangsel van de Handelingen met Kamerstuknummer 1308), mede dat het kabinet geen enkele aanleiding ziet afstand van de heer Timmermans te nemen c.q. zijn benoemingsproces.
COM(2016) 715 final; SWD(2016) 360 final; SWD(2016) 361 final; SWD(2016) 362 final; SWD(2016) 363 final; SWD(2016) 364 final; SWD(2016) 365 final; SWD(2016) 366 final.↩︎