[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Volksrepubliek China; ’s-Gravenhage, 12 september 2016 (Trb. 2016, 146)

Bijlage

Nummer: 2017D00609, datum: 2017-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Volksrepubliek China; ’s-Gravenhage, 12 september 2016 (Tweede herdruk) (2017D00608)

Preview document (🔗 origineel)


Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden en de Regering van de Volksrepubliek China; 
’s-Gravenhage, 12 september 2016 (Trb. 2016, 146)

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Tussen Nederland en China bestaat thans geen verdragsrelatie op het
terrein van sociale zekerheid. Als gevolg van gewijzigde
socialezekerheidswetgeving in China zijn Nederlandse bedrijven sinds
oktober 2011 verplicht om voor gedetacheerde werknemers (expats) in
China premies af te dragen aan het Chinese socialezekerheidsstelsel. Qua
dekking krijgt men hier naar Nederlandse maatstaven weinig voor terug.
Daarom kiezen bedrijven en expats er doorgaans voor hun Nederlandse
verzekering te behouden dan wel een particuliere verzekering af te
sluiten. Het gevolg is dubbele premiebetaling. Dit kan voorkomen worden
door het sluiten van een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Hoewel in
het verdrag de regeringen van beide staten als partijen worden genoemd,
zal het gelden tussen de staten.

Nederland heeft China in april 2012 verzocht om een verdrag te sluiten
ter voorkoming van dubbele premieafdracht op het terrein van sociale
zekerheid. Een verdrag draagt bij aan de versterking van de relatie met
China, dat de tweede economie van de wereld is. Nederland heeft een
sterke economische relatie met China; Nederland is China’s tweede
handelspartner binnen de Europese Unie. Het potentieel voor groei in de
handel is aanzienlijk. Nederland geeft met het sluiten van het verdrag
blijk van de wens de relatie te verdiepen op het terrein van de sociale
zekerheid.

Het verdrag beoogt dubbele premieafdrachten te vermijden van Nederlandse
werknemers die worden gedetacheerd naar China en van Chinese werknemers
die worden gedetacheerd naar Nederland. Het verdrag ziet niet op de
export van socialezekerheidsuitkeringen van Nederland naar China of vice
versa.

Momenteel zijn er circa 1100 Nederlandse bedrijven in China en werken er
minimaal 1100 Nederlandse expats. De meeste Nederlandse multinationals
hebben een vestiging in China. Het verdrag met China draagt bij aan de
verbetering van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven; het
verdrag drukt de premiekosten voor Nederlandse bedrijven met expats. Het
verdrag raakt ook aan de verzekeringspositie van Chinese expats in
Nederland. Momenteel zijn zij bij legaal verblijf in Nederland
verzekerd. Met het onderhavige verdrag blijven Chinese expats voor die
wetten waar het verdrag op ziet in China verzekerd. Het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft in 2015 aan 2029
personen met de Chinese nationaliteit een tewerkstellingsvergunning
verleend. Hoeveel daarvan expats zijn is niet bekend. Tegelijk met
Nederland hebben meerdere landen China verzocht om een verdrag te
sluiten. Inmiddels hebben onder meer Denemarken, Finland en Zuid-Korea
een soortgelijk bilateraal socialezekerheidsverdrag met China gesloten.
Duitsland had al eerder een bilateraal socialezekerheidsverdrag met
China. 

Het onderhavige verdrag ziet op coördinatiebepalingen ten aanzien van
werknemers die tijdelijk werkzaamheden verrichten op het grondgebied van
de andere verdragsluitende partij. Inzet van Nederland was om slechts
één wetgeving op de betrokken werknemer van toepassing te laten zijn.
Voor China was dat op dit moment niet haalbaar omdat het
socialezekerheidsstelsel daar nog in opbouw is. China wenst vooralsnog
alleen afspraken te maken over de wetten die zien op ouderdomspensioen,
werkloosheid en nabestaandenpensioen. Wel is in het onderhavige verdrag
de afspraak gemaakt dat partijen binnen tien jaar na inwerkingtreding
van het verdrag zullen bezien of het verdrag zodanig kan worden
aangepast dat slechts één socialezekerheidswetgevingsregime op een
gedetacheerde werknemer van toepassing zal zijn. 

Omdat na inwerkingtreding van dit verdrag voor de wetten waarop het
verdrag ziet geen dubbele socialezekerheidspremieheffing meer mogelijk
is op het inkomen uit arbeid van tussen Nederland en China migrerende
werknemers, is dit verdrag gunstig voor zowel Chinese investeerders in
Nederland als voor Nederlandse investeerders in China.

De Sociale Verzekeringsbank en het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen zijn betrokken geweest bij de
verdragsonderhandelingen. Daarnaast heeft afstemming met de
Belastingdienst plaatsgevonden in verband met de premie-inning in
Nederland.

Het onderhavige verdrag heeft geen invloed op het bestaande bilaterale
socialezekerheidsverdrag tussen Nederland en de Speciale Administratieve
Regio Hong Kong. Dit verdrag blijft onverkort van kracht. 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel geeft een omschrijving van de belangrijkste begrippen uit
het verdrag. In de definitiebepalingen is zoveel mogelijk aansluiting
gezocht bij de terminologie in andere (bilaterale) verdragen op het
gebied van sociale zekerheid. 

Begrippen die voorkomen in het onderhavige verdrag en die niet zijn
gedefinieerd, hebben de betekenis die de toepasselijke wetgeving er aan
toekent. 

Artikel 2

In dit artikel is de materiële werkingssfeer van het verdrag
vastgelegd. Voor China betreft dit de basisouderdomsverzekering voor
werknemers en werkloosheidsverzekering. Voor Nederland betreft dit
ouderdom, werkloosheid en nabestaanden. Aan Nederlandse zijde is ervoor
gekozen om ook nabestaandenpensioen onder de werkingssfeer te brengen.
De reden hiervoor is dat de premie-inningen van de ouderdomspensioen en
nabestaandenpensioen in Nederland aan elkaar gekoppeld zijn. Splitsing
van premie is mogelijk, maar zou een ingrijpende aanpassing van het
aanslagsysteem vergen.

Het tweede lid van dit artikel regelt dat er geen sprake kan zijn van
doorwerking van een sociale zekerheidsverdrag dat een van de
verdragssluitende partijen heeft gesloten met een derde land en ook niet
van doorwerking van de wetgeving ter uitvoering van zo’n verdrag.

Artikel 3

Dit artikel bepaalt dat het verdrag van toepassing is op alle personen
op wie de onder de werkingssfeer van het verdrag vallende wetgeving van
één van de partijen van toepassing is, alsmede op personen die rechten
kunnen ontlenen aan deze personen.

Artikel 4

Dit artikel regelt de gelijkheid van behandeling van de personen
beschreven onder artikel 3, waarmee ongelijkheid van behandeling van
nationaliteit wordt voorkomen.

Artikel 5

Dit artikel bevat de hoofdregel voor de toepasselijke
socialezekerheidswetgeving. Voor werknemers geldt als hoofdregel dat op
hen de wetgeving van toepassing is van de verdragssluitende partij waar
zij hun werkzaamheden uitoefenen, zelfs al wonen zij op het grondgebied
van de andere partij (het zogenaamde werklandbeginsel). 

Artikel 6

Dit artikel bevat een afwijkende regel op de hoofdregel voor
gedetacheerde werknemers. Voor een gedetacheerde werknemer die tijdelijk
op het grondgebied van het andere land werkt blijft de
socialezekerheidswetgeving van toepassing van het land van waaruit ze
worden gedetacheerd voor zover deze valt onder de materiële
werkingssfeer zoals benoemd in artikel 2. 

Teneinde schijnconstructies zoveel mogelijk te voorkomen is de eis
gesteld, dat de gedetacheerde werknemer onmiddellijk voorafgaand aan de
detachering tenminste één maand werkzaamheden moet hebben verricht in
het uitzendende land voor de werkgever die hem detacheert. Deze
werkgever dient in het uitzendende land een plaats van
bedrijfsuitoefening (vestiging) te hebben en gewoonlijk activiteiten te
verrichten op het grondgebied van het uitzendende land. 

De maximale duur van detachering bedraagt 60 maanden. Opeenvolgende
periodes van detachering binnen deze duur worden bij elkaar opgeteld
voor zover ze niet worden onderbroken door een periode van minimaal 12
maanden.

Op de echtgeno(o)t(e) en kinderen die een gedetacheerde werknemer
vergezellen blijft eveneens de socialezekerheidswetgeving van toepassing
van het land van waaruit de werknemer wordt gedetacheerd, althans voor
zover zij zelf geen werkzaamheden als werknemer of zelfstandige
verrichten op het grondgebied van het land waarnaar de gedetacheerde
werknemer is uitgezonden. 

Het vierde lid van artikel 6 maakt doordetachering mogelijk. Daardoor
wordt het voor werknemers die eerder in een ander verdragsland
gedetacheerd waren en onder de socialzekerheidswetgeving van het
uitzendende land bleven vallen, mogelijk om te blijven voldoen aan het
vereisten uit het eerste lid. 

Artikelen 7 en 8 

In deze artikelen zijn specifieke bepalingen opgenomen voor werknemers
die als zeevarende werken aan boord van een zeeschip dat vaart onder de
Chinese of de Nederlandse vlag (artikel 7) en werknemers aan boord van
een vliegtuig (artikel 8). 

De hoofdregel is dat zeevarenden aan boord van schepen voor de
socialezekerheidswetten genoemd in de materiële werkingssfeer van het
verdrag zijn verzekerd in Nederland als het schip in Nederland is
geregistreerd en onder Nederlandse vlag vaart en in China als het schip
in China is geregistreerd en onder de Chinese vlag vaart.

Van deze hoofdregel wordt afgeweken wanneer de in Nederland wonende
zeevarende werkt aan boord van een Chinees schip voor een in Nederland
gevestigde werkgever, dan blijft de zeevarende voor ouderdomspensioen,
nabestaandenpensioen en werkloosheid verzekerd in Nederland. Zo zal ook
de Chinese zeevarende in dienst van een Chinese werkgever aan boord van
een schip dat geregistreerd is in Nederland voor ouderdomspensioen en
werkloosheid verzekerd zijn in China.

Nederland en China hebben beide het Maritiem Arbeidsverdrag goedgekeurd.
Op grond van dit verdrag moeten verdragsstaten voor de zeevarenden, die
werken aan boord van schepen waarvan zij de vlaggenstaat zijn, regelen
dat de scheepsbeheerder van het schip tijdens hun werkzaamheden
aansprakelijk is voor medische zorg (waaronder ook tandheelkundige zorg)
aan de zeevarenden en voor uitkeringen bij overlijden of langdurige
arbeidsongeschiktheid van de zeevarenden veroorzaakt door een
arbeidsongeval, beroepsziekte of enig ander risico aan boord van het
schip. 

Een werknemer die werkzaam is als bemanningslid in een vliegtuig is
onderworpen aan de in artikel 2 genoemde sociale zekerheidswetten van
het land waar de werkgever voornamelijk zijn activiteiten uitoefent.
Deze regel geldt niet wanneer de werknemer in een nevenvestiging van het
betreffende bedrijf in het andere land werkzaam is of in de aldaar
gevestigde statutaire zetel. 

Artikel 9 

Dit artikel bevat een specifieke bepaling voor personeel van
diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen. Op hen blijft de
socialezekerheidswetgeving van toepassing van de staat van waaruit ze
worden gezonden.

Voor gedetacheerde ambtenaren die tijdelijk op het grondgebied van het
andere land werken, geldt dat de socialezekerheidswetgeving van
toepassing blijft van het land van waaruit ze worden gedetacheerd voor
zover deze valt onder de materiële werkingssfeer zoals benoemd in
artikel 2. Hetzelfde geldt voor de echtgeno(o)t(e) en kinderen die de
ambtenaar vergezellen voor zover zij zelf geen werkzaamheden als
werknemer of zelfstandige verrichten op het grondgebied van het land
waarheen betrokkene is uitgezonden.

Voor werknemers die lokaal zijn aangesteld bij diplomatieke en
consulaire vertegenwoordigingen geldt dat de wetgeving van toepassing is
van het land waar de vertegenwoordiging gevestigd is.

Artikel 10

Dit artikel biedt de bevoegde autoriteiten of bevoegde organen van beide
verdragssluitende Partijen de mogelijkheid om in het belang van
individuele personen of groepen van personen uitzonderingen overeen te
komen op de artikelen 5 tot en met 8 en paragraaf 2, 3 en 4 van
artikel 9.

Artikel 11

In dit artikel wordt een woonplaatsfictie gecreëerd voor personen die
onderworpen zijn aan de wetgeving van één van beide verdragsluitende
Partijen. Dit artikel is van belang voor de toepassing van de
Nederlandse volksverzekeringen. Het artikel bepaalt dat indien de
Nederlandse wetgeving als toepasselijke wetgeving is aanwezen als
bedoeld in artikel 2, de desbetreffende persoon geacht wordt in
Nederland te wonen.

Artikel 12

Dit artikel regelt de uitgifte van certificaten voor gedetacheerde
personen. De bevoegde organen geven certificaten af waaruit blijkt welke
wetgeving van toepassing is zoals bedoeld in artikel 2. Daar waar de
Nederlandse wetgeving van toepassing is, zal de rechtspersoon in China
waar de medewerker gedetacheerd is binnen zes maanden na start van de
detachering het certificaat overleggen aan de bevoegde organen in China.


Artikelen 13, 14, 15 en 16 

Deze artikelen bevatten bepalingen over het sluiten van een Memorandum
van Overeenstemming ter uitvoering van het verdrag, een wederzijdse
informatieplicht in het geval van gewijzigde nationale wetgeving die
relevant is voor de uitvoering van dit verdrag (artikel 13), het
wederzijds verstrekken van de noodzakelijke informatie en hulp in de
uitvoering van de verschillende wetten (artikelen 14 en 15) en de wijze
van beslechting van geschillen (artikel 16).

Artikel 17

Dit artikel regelt de bescherming van persoonsgegevens die in het kader
van het verdrag worden uitgewisseld. Het eerste lid regelt dat alleen
informatie wordt verstrekt voor zover deze informatie noodzakelijk is
voor de uitvoering van het verdrag. Daarnaast regelt dit lid dat bij
verstrekking de wetten en regels van het verstrekkende land van
toepassing zijn. Dat betekent dat bij verstrekken van gegevens door
Nederland de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) in
acht moeten worden genomen. Met deze wet is Richtlijn 95/46/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG
L 281) geïmplementeerd. Voor de uitvoering van dit verdrag voor wat
betreft de gegevensverstrekking is artikel 77, lid 1, onderdeel c, Wbp
van toepassing. Dat betekent dat verstrekking van gegevens 

plaatsvindt wanneer dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een
verdrag, namelijk in casu om vast te stellen waar iemand verzekerd is.

In het tweede lid is geregeld dat - tenzij de wetten of regelingen van
dat land anders voorschrijven - het ontvangende land de informatie over
een individu alleen mag gebruiken met het doel om het onderhavige
verdrag uit te voeren. Voor het ontvangende land gelden, met betrekking
tot de over een individu ontvangen informatie, de eigen wetten en
regelingen over de bescherming van persoonsgegevens. 

Artikel 18

Dit artikel voorziet in overgangsrecht voor werknemers  die voorafgaand
aan de inwerkingtreding van het verdrag reeds waren gedetacheerd. 

Artikel 19

Aangezien het socialezekerheidsstelsel in China nog in opbouw is en het
om deze reden voor China nog niet haalbaar is om de volledige
socialezekerheidswetgeving van één partij - of meer onderdelen van de
sociale zekerheidswetgeving van één partij - op een betrokken
medewerker van toepassing te laten zijn, is in dit artikel afgesproken
dat partijen binnen tien jaar na inwerkingtreding van het verdrag zullen
bezien of het verdrag zodanig gewijzigd kan worden dat slechts één
socialezekerheidswetgevingsregime op een gedetacheerde werknemer van
toepassing zal zijn.

Artikelen 20 en 21

Deze artikelen handelen over de ingangsdatum en de duur van het verdrag.
Het verdrag wordt voor onbepaalde tijd aangegaan en kan met inachtneming
van een opzegtermijn worden opgezegd.

Memorandum van Overeenstemming

Voor de uitvoering van het verdrag is conform artikel 13, eerste lid,
van het onderhavige verdrag een Memorandum van Overeenstemming
overeengekomen. Hierin zijn afspraken opgenomen waarin de samenwerking
tussen de bevoegde organen nader vorm wordt gegeven voor wat betreft de
afgifte van certificaten van toepasselijke wetgeving voor gedetacheerde
werknemers. Hoewel dit Memorandum van Overeenstemming geen onderdeel
vormt van de goedkeuringsprocedure door het parlement is deze
volledigheidshalve ter informatie toegevoegd. 

Koninkrijkspositie

Het verdrag zal, voor wat het Koninkrijk betreft, alleen voor het
Europese deel van Nederland gelden. Zie ook artikel 1, eerste lid,
onderdeel a, van het verdrag.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 

De Minister van Buitenlandse Zaken

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet
openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26,
zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).