[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2017D00885, datum: 2017-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de 15e Vergadering van Verdragspartijen bij het Statuut van Rome ter oprichting van het Internationaal Strafhof (2017D00884)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag van de 15e Vergadering van Verdragspartijen bij het Statuut van
Rome, 

ter oprichting van het Internationaal Strafhof

Van 16 tot en met 24 november 2016 vond de 15e Vergadering van
Verdragspartijen (hierna: Vergadering) van het Internationaal Strafhof
(hierna: Strafhof) plaats in Den Haag. Over de Nederlandse inzet werd u
eerder geĆÆnformeerd in de Kamerbrief over het Internationaal Strafhof
van 16 november 2016 (vergaderjaar 2016-2017, Kamerstuk   HYPERLINK
"https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26150-132.html"  28 498,
nr. 3 8).

De Vergadering vond dit jaar plaats tegen de achtergrond van de recente
terugtrekking van Zuid-Afrika, Gambia en Burundi uit het Statuut van
Rome. Gevreesd werd dat dit het begin kon zijn van een ā€˜exodusā€™ van
Afrikaanse staten uit het Strafhof. Nederland heeft met succes een
voortrekkersrol gespeeld om dit te voorkomen. Onder meer door
voorafgaand aan de Vergadering actief aan outreach te doen richting
zowel kritische verdragspartijen als verdragspartijen die het Strafhof
steunen, richting maatschappelijk middenveld, de EU, de voorzitter van
de Vergadering van Verdragspartijen en de President van het Strafhof.
Tijdens de Vergadering zelf organiseerde Nederland een ministeriƫle
dialoog met een aantal ministers uit Afrika en andere delen van de
wereld, waar op respectvolle wijze de zorgen van sommige Afrikaanse
staten ten aanzien van het Strafhof werden besproken. Dit overleg was
instrumenteel om de gemoederen rondom terugtrekking enigszins te bedaren
en om het internationale draagvlak voor de bestrijding van
straffeloosheid en de rol die het Strafhof daarin vervult te
consolideren. Nederland organiseerde ook een bezoek van een groep
buitenlandse journalisten aan de Vergadering, omdat goede en juiste
informatievoorziening ter plaatse over het Strafhof van groot belang is
voor het draagvlak voor het Strafhof.

Hieronder volgt een verslag van de Vergadering op hoofdlijnen. Zoals
toegezegd aan uw Kamer tijdens het notaoverleg Mensenrechten op 16
november jl. wordt daarbij specifiek aandacht besteed aan de uitkomsten
van het ministeriƫle overleg. Achtereenvolgend wordt ingegaan op de
zorgen over de terugtrekking van verdragspartijen uit het Statuut van
Rome, de samenwerking van verdragspartijen met het Strafhof, de
wijziging van het Statuut van Rome en ten slotte financiƫle zaken.

Zorgen over terugtrekking van verdragspartijen uit het Statuut van Rome

Zoals bekend zijn sinds enkele jaren diverse, vooral Afrikaanse,
verdragspartijen aanhoudend kritisch over de vermeende ā€˜Africa biasā€™
van het Strafhof. Drie kritische verdragspartijen trokken zich, elk met
hun eigen overwegingen, recent terug uit het Statuut van Rome. Zoals
eerder met uw Kamer gedeeld, vindt het kabinet dit zeer zorgwekkend en
wil het kabinet een sneeuwbaleffect voorkomen. Het bespreken en
adresseren van de zorgen is daarom essentieel om deze landen te bewegen
hun beslissing te herzien en andere kritische verdragspartijen aan boord
te houden. Het algemeen debat, een apart thematisch debat over de
relatie tussen het Strafhof en Afrika en het door Nederland
georganiseerde ministeriƫle overleg boden hiervoor een goede
gelegenheid. Daarnaast werd vanzelfsprekend en marge van de Vergadering
ook bilateraal overleg gevoerd met diverse landen.

Tijdens het algemeen debat betuigden de meeste verdragspartijen in hun
nationale interventies steun voor het Strafhof. De verklaringen werden
afgelegd in een sfeer van constructieve dialoog. Tot genoegen van het
kabinet kondigde geen andere verdragspartij terugtrekking uit het
Statuut van Rome aan. Wel informeerde Namibiƫ de Vergadering dat de
beslissing over het al dan niet terugtrekken uit het Statuut van Rome
zal worden voorgelegd aan het parlement. Namens Nederland legde
staatssecretaris Dijkhoff een verklaring af waarin hij benadrukte dat
terugtrekking uit het Strafhof geen oplossing biedt voor de geuite
kritiek. Hij deed de oproep om in plaats daarvan dialoog te blijven
opzoeken om zorgen te adresseren. 

De kritiek van een aantal Afrikaanse landen op het Strafhof stond
centraal in het door de voorzitter van de Vergadering, de Senegalese
minister van Justitie Kaba, geĆÆnitieerde debat over ā€œThe relationship
between Africa and the International Criminal Court: Resuming dialogue
to win the fight against impunityā€. Tijdens dit debat herhaalde een
aantal verdragspartijen kritiekpunten met betrekking tot de vermeende
ā€˜Africa biasā€™ (de selectieve focus op Afrika en de selectie van
zaken door de Aanklager waar vervolging wordt ingesteld) en de
afwezigheid van immuniteit van staatshoofden. De rol van de
VN-Veiligheidsraad bij het al dan niet doorverwijzen van situaties naar
het Strafhof in combinatie met de afwezigheid van universeel
lidmaatschap werden benoemd als factoren die de legitimiteit van het
Strafhof ondermijnen. Zo was er veel kritiek op het feit dat drie van de
vijf permanente leden van de Veiligheidsraad zelf geen partij zijn bij
het Statuut van Rome. In de Nederlandse bijdrage werd de noodzaak
benadrukt om in plaats van terugtrekking uit het Strafhof juist
gezamenlijk te blijven streven naar uitbreiding van het lidmaatschap van
het Strafhof.

Het door Nederland georganiseerde ministeriƫle overleg met een aantal
Afrikaanse en andere ministers bood een zeer gewaardeerde gelegenheid
voor dialoog. In een openhartige en respectvolle discussie bleek dat
frustratie over de vermeende selectieve gerechtigheid van het Strafhof
bij diverse Afrikaanse landen diepgeworteld is. Zuid-Afrika maakte
opnieuw bezwaar tegen de afwezigheid van immuniteit voor staatshoofden,
waardoor deelname van de Soedanese president Al-Bashir aan Toppen van de
Afrikaanse Unie of vredesbesprekingen werd gefrustreerd. Hierdoor zou
Zuid-Afrika zijn rol van regionale vredesmacht niet adequaat kunnen
vervullen. EĆ©n van de conclusies van het overleg was dat het belang van
de bestrijding van straffeloosheid niet ter discussie staat. Ook was er
overeenstemming over de wenselijkheid de rechtsmacht van het Strafhof
verder uit te breiden waardoor ook ernstige misdrijven in andere delen
van de wereld binnen het bereik van het Strafhof komen en de vermeende
selectiviteit kan worden geadresseerd. 

Tijdens de ministeriƫle bijeenkomst bestond daarnaast overeenstemming
over het belang van het voortzetten van de dialoog over bovengenoemde
themaā€™s, ook na afronding van de Vergadering van Verdragspartijen.
Gezien de bijzondere verbondenheid die Nederland in de hoedanigheid van
gastland en verdragspartij voelt met het Strafhof, zullen de
mogelijkheden worden verkend voor voortzetting van een voortrekkersrol
om de dialoog met de kritische landen gaande te houden en het draagvlak
voor het Strafhof te behouden.

 

EĆ©n van de fora voor dialoog in 2017 is de werkgroep van de Vergadering
van Verdragspartijen over artikel 97 van het Statuut van Rome,
betreffende consultatieprocedures met het Strafhof. Op verzoek van
Zuid-Afrika is deze werkgroep begin 2016 opgericht om te spreken over de
consultatieprocedure tussen verdragspartijen en het Strafhof in het
geval verdragspartijen obstakels ondervinden bij de uitvoering van een
samenwerkingsverzoek van het Hof. Het kabinet ziet de Zuid-Afrikaanse
wens om de discussie over dit thema voort te zetten, alsmede de bredere
bereidheid van Zuid-Afrika voor dialoog, als een positief signaal.
Tegelijkertijd dient opgemerkt te worden dat in deze werkgroep niet
gesproken zal worden over immuniteit voor staatshoofden en via dit
gremium dus geen oplossing zal worden gevonden voor de essentie van de
Zuid-Afrikaanse zorgen. Nederland zal zich daarom ook buiten dit forum
om blijven inzetten voor heroverweging van de Zuid-Afrikaanse beslissing
uit het Statuut van Rome te treden. 

Samenwerking van verdragspartijen met het Strafhof

De samenwerking van verdragspartijen met het Strafhof (los van
voorgaande discussies) was net als voorgaande jaren Ć©Ć©n van de
belangrijkste onderwerpen van de Vergadering. In het door Nederland en
Senegal geĆÆnitieerde thematische debat over samenwerking lag de nadruk
op de diverse nationale, regionale en internationale initiatieven op het
terrein van onderzoek en vervolging van internationale misdrijven. Deze
initiatieven leveren een belangrijke bijdrage aan nationale
capaciteitsopbouw en ondersteuning van het werk van het Strafhof. Een
aantal sprekers, werkzaam bij diverse organisaties, deelden hun
ervaringen met deze initiatieven en de samenwerking met het Strafhof.
Het was een zeer informatief debat dat naar verwachting heeft
bijgedragen aan meer bewustzijn over de diverse initiatieven om
straffeloosheid te bestrijden en hoe deze zich verhouden tot het werk
van het Strafhof. Met name het belang van steun voor deze initiatieven
evenals het voorkomen van dubbel werk door diverse organisaties werd
benadrukt. 

En marge van de Vergadering organiseerde en ondersteunde Nederland
diverse bijeenkomsten om aandacht te vestigen op enkele voor Nederland
belangrijke themaā€™s. Zo organiseerde Nederland samen met ArgentiniĆ«,
Belgiƫ en Sloveniƫ een bijeenkomst om aandacht te vragen voor de
totstandkoming van een multilateraal verdrag voor rechtshulp en
uitlevering inzake internationale misdrijven. Er was veel belangstelling
voor deze bijeenkomst. Na afloop van het event heeft Mali schriftelijk
steun toegezegd, waarmee het aantal steuntoezeggingen op 53 komt. 

Daarnaast ondersteunde Nederland diverse bijeenkomsten georganiseerd
door ngoā€™s, bijvoorbeeld over de mogelijkheden voor versterking van de
legitimiteit van het Strafhof. Tijdens de Vergadering waren ngoā€™s in
grote getale aanwezig, wat heeft bijgedragen aan een inclusief en
kritisch dialoog. De bijdrage van ngoā€™s aan het werk van het Strafhof
en de bevordering van naleving van het internationaal strafrecht is
groot. Het kabinet hecht hier groot belang aan en zet zich zowel
nationaal als in het Nederlands buitenlandse mensenrechtenbeleid in voor
ondersteuning van deze organisaties. Het kabinet geeft vanzelfsprekend
gevolg aan de motie Kuzu (Motie 34 550 V, nr. 37) om
mensenrechtenverdedigers in Nederland die ten aanzien van het Strafhof
werkzaam zijn en die bedreigd of anderszins tegengewerkt worden passende
bescherming en ondersteuning te bieden. Zoals het kabinet eerder heeft
aangegeven zijn intimidatie, bedreiging en belemmering van hun werk
onacceptabel.

Wijziging van het Statuut van Rome 

Tot teleurstelling van het kabinet is tijdens de Vergadering geen
overeenstemming bereikt over een door de rechters van het Strafhof
geĆÆntroduceerd voorstel om een bepaalde categorie zaken door een
kleiner aantal rechters te laten behandelen. Het grootste deel van de
verdragspartijen heeft geen bezwaar tegen deze maatregel, aangezien het
de efficiƫntie van het functioneren van het Strafhof ten goede komt.
Echter, enkele verdragspartijen hebben hier principiƫle bezwaren tegen.
Het is de verdragspartijen niet gelukt consensus te bereiken. Het
voorstel zal komend jaar verder besproken worden. Nederland blijft dit
voorstel, dat het mogelijk maakt efficiƫnter om te gaan met de
beschikbare middelen van het Strafhof, steunen.

Andere aanpassingen van de procedureregels of het Statuut van Rome zijn
tijdens de Vergadering niet aan de orde gekomen.

Financiƫle zaken

De Vergadering bereikte wel overeenstemming over een begroting voor 2017
van 144,6 miljoen Euro, een stijging van ongeveer 3,6 procent ten
opzichte van de begroting van 2016. De begroting van het Strafhof komt
steeds meer onder druk te staan doordat een aanzienlijk deel van de
verdragspartijen nulgroei en een stabilisering van de begroting van het
Strafhof nastreeft. 

Nederland speelde, samen met een klein aantal andere landen, een
voortrekkersrol in de onderhandelingen om de begroting van het Strafhof
toch in reƫle zin te laten groeien. Daarbij is in lijn met de motie
Sjoerdsma (motie 33 866, nr. 10) onder meer ingezet op een structurele
verhoging van de begroting van de Victims & Witnesses Unit. De Griffier
heeft bevestigd dat in 2017 de begroting van deze afdeling ten opzichte
van 2016 met 9 procent stijgt. Naar inschatting van de Griffier is dit
voldoende om de geplande activiteiten uit te voeren, mede omdat
tegelijkertijd ook besparingen moeten worden gerealiseerd door een
reorganisatie. De door Nederland in lijn met de motie Sjoerdsma (motie
33 865 nr. 11) bepleite automatische verhoging van de begroting van het
kantoor van Aanklager op basis van het aantal onderzoeken is helaas niet
haalbaar gebleken omdat veel lidstaten hiervoor geen ā€˜carte blancheā€™
wilden afgeven. 

In lijn met de eerdere toezegging aan uw Kamer hierover heeft Nederland
tijdens de Vergadering een financiƫle bijdrage aan het Strafhof gedaan
voor de financiering van stages en inkomende bezoeken van professionals
uit minder ontwikkelde landen. Naar verwachting zullen deze middelen
vooral ten goede komen aan (jonge) professionals uit Afrikaanse landen
en draagt dit bij aan draagvlak voor het Strafhof in die landen.

Afsluiting

Het kabinet kijkt met tevredenheid terug op een constructieve
Vergadering waar Nederland een nuttige rol kon spelen om het draagvlak
voor het Strafhof te consolideren, waar een goede dialoog plaatsvond
over de zorgen van de kritische landen en verdere uittredingen werden
voorkomen. Met de ministeriƫle bijeenkomst bleek Nederland in staat de
goede toon en sfeer te zetten voor de start van een dialoog die voor de
rest van de Vergadering zeer nuttig bleek. Het kabinet acht het van
groot belang duurzaam een piste voor dialoog te vinden teneinde zorgen
te adresseren en serieus te nemen.

 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 33 865 (R2024) en 33 866, nr. 10.

Pagina  PAGE 4  van  NUMPAGES 4