[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34654, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 1 februari 2017)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2017D03138, datum: 2017-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z00514:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7

NvW d.d. 1/2/17



	34 654 	Wijziging van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector naar aanleiding van de wetsevaluatie
(Evaluatiewet WNT)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

Alzo Wij in overweging genomen hebben,dat het wenselijk is de Wet
normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
op enkele punten te verbeteren naar aanleiding van de eerste evaluatie
van die wet, inzake ondermeer de administratieve lasten voor
rechtspersonen en instellingen die onder de reikwijdte van de wet
vallen, de normering van ontslagvergoedingen, het tegengaan van
wetsontwijking en de instrumenten voor monitoring en evaluatie van de
wet;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel b wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

6⁰. degene die een functie als bedoeld onder 1⁰ tot en met 5⁰ voor
een periode van ten minste twaalf kalendermaanden heeft vervuld en
daarna bij dezelfde rechtspersoon of instelling een dienstverband
behoudt, voor een periode van vier jaar vanaf het tijdstip dat niet
langer de functie als bedoeld onder 1⁰ tot en met 5⁰ wordt vervuld,
met uitzondering van bij regeling van Onze Minister aan te wijzen
functies;

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. partijen: de rechtspersoon waartoe de verantwoordelijke behoort en de
topfunctionaris die een bezoldiging zijn overeengekomen als
tegenprestatie voor de uitvoering van de aan de topfunctionaris
opgedragen taken en, ingeval een topfunctionaris de opgedragen taken
vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking, tevens de
natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter
beschikking stelt;.

3. In onderdeel i wordt “een algemeen verbindend verklaarde
collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift”
vervangen door: een algemene bepaling van een collectieve
arbeidsovereenkomst of van een van toepassing zijnde collectieve
regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of
ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden,
of uit een wettelijk voorschrift.

4. Onderdeel k, onder 2⁰, komt te luiden:

2⁰. ingeval een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan
op grond van een dienstbetrekking, aan de natuurlijke persoon of
rechtspersoon die de topfunctionaris ter beschikking stelt, of

5. Onderdeel m wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan de aanhef wordt de volgende zinsnede toegevoegd: , waarop niet
reeds op grond van een andere bepaling van deze wet paragrafen 2, 3 of 4
van toepassing zijn

b. In onder 2⁰, wordt “invloed” vervangen door: invloed van
betekenis.

B

In artikel 1.2, tweede lid, wordt na “van toepassing op” een
zinsnede toegevoegd, luidende: de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, en.

C

Artikel 1.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt “invloed” vervangen door “ invloed van
betekenis”.

2. In onderdeel c wordt “waaraan voor een periode van ten minste drie
achtereenvolgende kalenderjaren een of meer subsidies zijn verleend”
vervangen door “die voor een periode van drie achtereenvolgende
kalenderjaren een of meer subsidies hebben ontvangen” en
“inkomsten” vervangen door: opbrengsten.

D

Na artikel 1.5 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1.5a

Deze wet is niet van toepassing op het deel van de werkzaamheden als
arts, tandarts of apotheker als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de
beroepen in de individuele gezondheidszorg, de werkzaamheden in een
specialisme van die beroepen als bedoeld bij of krachtens artikel 14 van
die wet alsmede de werkzaamheden als klinisch chemicus of als klinisch
fysicus van degene die bij of krachtens artikel 34 van die wet
gerechtigd is die titel te voeren.

E

Artikel 1.6, derde lid, komt te luiden:

3. Indien een onverschuldigde betaling niet ongedaan is gemaakt voor 1
juli van het jaar volgend op het jaar waarin de onverschuldigde betaling
heeft plaatsgevonden, wordt over de onverschuldigde betaling rente in
rekening gebracht. Deze rente is gelijk aan de ingevolge artikel 120,
eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel
van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van
Boek 6 van dat wetboek, met dien verstande dat die ten minste vier
procent bedraagt. Deze rente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak
dat aanvangt op 1 januari van het jaar nadat de onverschuldigde betaling
heeft plaatsgevonden en eindigt op de dag voorafgaand aan die van
ongedaanmaking.

F

Na artikel 1.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.6a

1. Indien een topfunctionaris met verschillende rechtspersonen of
instellingen waarop paragraaf 2 of 3 van toepassing is een
dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris, niet zijnde als lid,
onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen van
die rechtspersonen of instellingen, bedraagt de som van de bezoldigingen
niet meer dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste
lid, dan wel een voor een van de dienstbetrekkingen van toepassing zijnd
hogere bezoldigingsmaximum. 

2. Voor zover partijen een hogere bezoldiging overeenkomen dan op grond
van het eerste lid is toegestaan, is het deel van de betalingen dat dit
maximum overschrijdt ten aanzien van de meest recent overeengekomen
bezoldiging onverschuldigd betaald.

3. Indien het eerste lid van toepassing is informeert de topfunctionaris
onverwijld de rechtspersoon of instelling waarbij hij reeds een
dienstbetrekking heeft, alsmede de rechtspersoon of instelling met
waarmee hij een dienstbetrekking aangaat.

G

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “op grond van deze wet” vervangend door
“bij of krachtens deze wet” en wordt na “Wetboek” ingevoegd: ,
tenzij bij regeling van Onze Minister anders is bepaald.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding “1.” voor het eerste lid
vervallen.

H

In artikel 1.9, tweede lid, wordt “Onverminderd de artikelen 2.11 en
3.8 kunnen bij algemene maatregel van bestuur” vervangen door: Bij
algemene maatregel van bestuur kunnen.

I

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede “Een topfunctionaris die tevens werkzaam is” wordt
vervangen door: Een topfunctionaris die een dienstverband heeft of die
werkzaam is.

b. Er wordt aan het eind een zin toegevoegd, luidende: Een
topfunctionaris die bij dezelfde rechtspersoon een ander dienstverband
heeft of werkzaamheden verricht in een functie anders dan bedoeld in
artikel 1.1, onderdeel b, en de verantwoordelijke komen geen bezoldiging
overeen die meer bedraagt dan de maximale bezoldiging bedoeld in artikel
2.3.

2. In het zesde lid wordt “artikel 2.4, 2.6 of 2.7” vervangen door:
artikel 2.4, 2.5, 2.6 of 2.7.

J

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt “Artikel 2.1, derde en vierde lid, eerste
volzin” vervangen door: Artikel 2.1, derde lid.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien
de functie van lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste
toezichthoudende organen wordt vervuld anders dan op grond van een
dienstbetrekking.

K

In artikel 2.3, tweede lid, wordt “aangepast” vervangen door
“gewijzigd” en wordt “afgerond” vervangen door: naar boven
afgerond.

L

Artikel 2.4 komt te luiden:

Artikel 2.4

1. Onze Minister wie het aangaat en Onze Minister kunnen in
overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad gezamenlijk
besluiten dat partijen een bij dat besluit vast te stellen bezoldiging
mogen overeenkomen die hoger is dan de maximale bezoldiging, bedoeld in
artikel 2.3.

2. Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in het eerste
lid wordt ingediend bij Onze Minister wie het aangaat.

3. Onze Minister wie het aangaat kan zelfstandig besluiten tot afwijzing
van een verzoek als bedoeld in het tweede lid.

4. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant.

M

In artikel 2.5 wordt “de maximumbezoldiging, bedoeld in artikel 2.3,
eerste lid, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan de
inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT”
vervangen door: 130 procent van de maximale bezoldiging, bedoeld in
artikel 2.3, eerste lid.

N

In artikel 2.6, eerste lid, wordt “gehoord Onze Minister” vervangen
door “in overeenstemming met Onze Minister” en wordt voor “in de
maand november” ingevoegd: uiterlijk.

O

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “Bij ministeriĂ«le regeling van Onze
Minister wie het aangaat” vervangen door: Bij regeling van Onze
Minister wie het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister,.

2. In het tweede lid wordt “gehoord Onze Minister” vervangen door
“in overeenstemming met Onze Minister” en wordt voor “in de maand
november” ingevoegd: uiterlijk.

P

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt “Bij algemene maatregel van bestuur”
vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

2. In het derde lid, wordt “dienstverband beĂ«indigt” vervangen
door: dienstverband is geëindigd.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Het derde lid is niet van toepassing indien de topfunctionaris, in de
periode vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen
taken meer vervult op grond van een algemene bepaling van een
collectieve arbeidsovereenkomst, een van toepassing zijnde collectieve
regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of
ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden,
of een wettelijk voorschrift.

4. Na het vierde lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. In afwijking van het eerste lid komen partijen met betrekking tot
leden, onderscheidenlijk voorzitters, van de hoogst toezichthoudende
organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.2,
onderdelen f, g en h, en artikel 1.3 geen uitkeringen wegens
beëindiging van een dienstverband overeen die meer bedragen dan tien,
onderscheidenlijk vijftien procent van de op grond van het eerste lid
geldende maximale uitkeringen.

Q

Artikel 2.11 vervalt.

R

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede “Een topfunctionaris die tevens werkzaam is” wordt
vervangen door: Een topfunctionaris die een dienstverband heeft of die
werkzaam is.

b. Er wordt aan het eind een zin toegevoegd, luidende: Een
topfunctionaris die bij dezelfde op de bijlage bij artikel 1.4, eerste
lid, genoemde rechtspersoon een ander dienstverband heeft of
werkzaamheden verricht in een functie anders dan bedoeld in artikel 1.1,
onderdeel b, en de verantwoordelijke komen geen bezoldiging overeen die
meer bedraagt dan het voor die rechtspersoon geldende bedrag, bedoeld in
artikel 3.3 of artikel 3.4, tweede lid.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. Het tweede tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing
indien voor partijen op grond van artikel 3.4 een van artikel 3.1
afwijkend bedrag is vastgesteld.

S

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “artikel 3.1, eerste lid” vervangen door
“artikel 3.1, eerste lid,” en wordt “, artikel 3.4 of artikel
3.5” vervangen door: of artikel 3.4.

2. In het tweede lid wordt “Artikel 3.1, vierde en vijfde lid, eerste
volzin” vervangen door: Artikel 3.1, vierde lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien
de functie van lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste
toezichthoudende organen wordt vervuld anders dan op grond van een
dienstbetrekking.

T

In de artikel 3.3 wordt “gehoord Onze Minister” vervangen door “in
overeenstemming met Onze Minister” en wordt voor “in de maand
november” ingevoegd: uiterlijk.

U

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “Bij ministeriĂ«le regeling van Onze
Minister wie aangaat” vervangen door: Bij regeling van Onze Minister
wie het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister,

2. In het tweede lid, wordt “gehoord Onze Minister” vervangen door:
“in overeenstemming met Onze Minister.

V

Artikel 3.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt “Bij algemene maatregel van bestuur”
vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

2. In het derde lid wordt “dienstverband beĂ«indigt” vervangen door:
dienstverband is geëindigd.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Het derde lid is niet van toepassing indien de topfunctionaris, in de
periode vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen
taken meer vervult op grond van een algemene bepaling van een
collectieve arbeidsovereenkomst, van een van toepassing zijnde
collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van
werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over
arbeidsvoorwaarden, of een wettelijk voorschrift.

5. In afwijking van het eerste lid komen partijen met betrekking tot
leden, onderscheidenlijk voorzitters, van de hoogst toezichthoudende
organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.2,
onderdelen f, g en h, en artikel 1.3 geen uitkeringen wegens
beëindiging van een dienstverband overeen die meer bedragen dan tien,
onderscheidenlijk vijftien procent van de op grond van het eerste lid
geldende maximale uitkeringen.

W

Artikel 3.8 vervalt.

X

Paragraaf 4 komt te luiden:

§4 Openbaarmaking

Artikel 4.1

1. In het financieel verslaggevingsdocument worden van iedere
topfunctionaris de bij regeling van Onze Minister vast te stellen
gegevens inzake bezoldiging of uitkering wegens beëindiging van het
dienstverband vermeld. De gegevens over een topfunctionaris bevatten in
ieder geval diens naam.

2. In het financieel verslaggevingsdocument worden ten aanzien van een
ieder in dienstbetrekking, anders dan degenen bedoeld in het eerste lid,
en van wie de bezoldiging van diens functie of functies de maximale
bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, te boven is gegaan de
bij regeling van Onze Minister vast te stellen gegevens vermeld, waarbij
artikel 2.1, tweede lid, van overeenkomstige toepassing is.

3. Met het oog op het beperken van de informatieverplichtingen op grond
van deze wet kunnen bij regeling van Onze Minister nadere regels worden
gesteld ten aanzien van het eerste en tweede lid, alsmede kan worden
voorzien in een beperking of vrijstelling van de in het eerste en tweede
lid bedoelde openbaarmakingsplicht.

4. Het in het eerste en tweede lid genoemde financieel
verslaggevingsdocument wordt openbaar gemaakt. Bij regeling van Onze
Minister worden hiertoe nadere regels gesteld.

5. Bij ministeriële regeling van Onze Minister wie het aangaat kan
worden bepaald dat de verantwoordelijke tevens langs elektronische weg
uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het boekjaar de gegevens
bedoeld in het eerste en tweede lid aan Onze Minister wie het aangaat
verstrekt.

Artikel 4.2

Rechtspersonen en instellingen die de op grond van artikel 4.1, eerste
en tweede lid, vastgestelde gegevens inzake bezoldiging of uitkering
wegens beëindiging van het dienstverband in het financieel
verslaggevingsdocument opnemen, kunnen afzien van het opnemen in dat
document van de verantwoording van bezoldigingsinformatie op grond van
de artikel 383, eerste lid, en artikel 383c van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek voor zover op hen van toepassing. Bij regeling van
Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld.

Y

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanhef komt te luiden:

De accountant, bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, meldt een onverschuldigde betaling aan Onze Minister
indien een vordering uit onverschuldigde betaling op een
topfunctionaris, en in de gevallen waarin een topfunctionaris de
opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking,
op de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter
beschikking stelt:. 

b. In onderdeel b vervalt de zinsnede “, gewezen topfunctionaris,”
en wordt “, bedoeld in de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde
lid” vervangen door: waarin een topfunctionaris de opgedragen taken
vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien het financieel verslaggevingsdocument bedoeld in artikel 4.1,
niet de juiste voorgeschreven gegevens bevat, meldt de accountant de
ontbrekende gegevens aan Onze Minister. 

Z

In artikel 5.3 wordt “Belastingdienst” vervangen door:
“Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, de
Kamer van Koophandel” en vervalt de zinsnede: ten behoeve van een
topfunctionaris.

AA

In artikel 5.4 wordt “de paragrafen 2 en 3” vervangen door: deze
wet.

AB

Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid komt “of de gewezen topfunctionaris”
telkens te vervallen.

2. In het tweede lid wordt “, bedoeld in de artikelen 2.1, vierde lid,
en 3.1, vijfde lid,” vervangen door: waarin een topfunctionaris de
opgedragen taken uitvoert anders dan op grond van een dienstbetrekking.

AC

In artikel 5.6, eerste lid, wordt “op grond van de artikelen 4.1 en
4.2” vervangen door: op grond van artikel 4.1.

AD

Paragraaf 6 vervalt.

AE

Artikel 7.1 komt te luiden:

Artikel 7.1

1. Onze Minister zendt jaarlijks voor 31 december aan de Staten-Generaal
een overzicht van de geconstateerde overtredingen en de getroffen
handhavingsmaatregelen.

2. Ten behoeve van het overzicht, bedoeld in het eerste lid, verstrekken
Onze Ministers wie het aangaan aan Onze Minister alle gegevens van de
geconstateerde overtredingen en de getroffen handhavingsmaatregelen.

AF

Artikel 7.2 komt te luiden:

Artikel 7.2

Onze Minister zendt in 2020, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de
Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van
deze wet in de praktijk.

AG

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende lid vervalt onder vernummering van het achtste tot en met
elfde lid tot zevende tot en met tiende lid.

2. In het zevende lid (nieuw) vervalt de zinsnede: onderscheidenlijk
artikel 3.1.

AH

In artikel 7.3a, eerste en tweede lid, wordt “artikel 7.3, negende
lid” telkens vervangen door: artikel 7.3, achtste lid.

AI

Na artikel 7.3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.3b

1. Artikel 1.1, onderdeel b, onder 6⁰, is niet van toepassing op de
functionaris met een dienstverband als topfunctionaris dat is aangegaan
voor inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT.

2. Indien een dienstverband waarop dit artikel van toepassing is wordt
verlengd, blijft dit artikel na de verlenging buiten verdere toepassing.

AJ

Artikel 7.4 komt te luiden:

Artikel 7.4

1. Indien op enig moment de bezoldiging van een minister ten minste €
500 hoger is dan het bedrag genoemd in artikel 2.3, eerste lid, kan dat
bedrag bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd in het bedrag van
de bezoldiging van een minister, en wordt naar boven afgerond op een
duizendvoud in euro’s.

2. De ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, treedt in
werking met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin
de verhoging van de bezoldiging van een minister in werking is getreden.
Indien de verhoging van de bezoldiging van een minister in enig jaar van
kracht is geworden voor 1 december, wordt terugwerkende kracht verleend
aan deze ministeriële regeling tot 1 januari van het desbetreffende
jaar.

AK

Artikel 7.5 komt te luiden:

Artikel 7.5

Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in de artikelen
2.4, eerste lid, 2.6, tweede lid, 2.7, derde en vierde lid, en 3.4,
derde en vierde lid, wordt genomen binnen zestien weken na ontvangst van
het verzoek.

AL

De artikelen 7.6 tot en met 7.8 vervallen. 

AM

In artikel 7.10 wordt “Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector” vervangen door: Wet normering
topinkomens.

AN

In de opschriften bij bijlage 1, 2, en 4 wordt “Wet normering
bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector”
telkens vervangen door: Wet normering topinkomens

AO

Bijlage 1 bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, wordt als volgt
gewijzigd: 

1. Onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie wordt in
onderdeel 4 “behoudens behoudens” vervangen door: behoudens.

2. Onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

14. Het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
(AMHK) als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke
ondersteuning 2015.

3. Onder het opschrift Ministerie van Buitenlandse Zaken komen de
onderdelen te luiden:

1. In Nederland gevestigde rechtspersonen die een subsidie ontvangen
krachtens de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken die in
een kalenderjaar meer bedraagt dan € 500.000 en die tezamen met een
andere vanwege de centrale overheid verstrekte subsidie meer dan 50% van
de jaarlijkse opbrengsten van de rechtspersoon in dat kalenderjaar.

2. De Stichting Radio Nederland Wereldomroep, bedoeld in artikel 2.72
van de Mediawet 2008.

AP

Bijlage 3 bij artikel 1.4, eerste lid, komt te luiden: 

Bijlage 3. bij artikel 1.4, eerste lid, van de Wet normering topinkomens

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1. De zorgverzekeraars, bedoeld in de Zorgverzekeringswet. 

2. In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, onderdeel a, de
Wlz-uitvoerders, bedoeld in de Wet langdurige zorg.

AQ

In bijlage 4 bij artikel 1.5, eerste lid, vervalt de aanduiding “1“.

AR

De tabel “Oud Nieuw” na bijlage 4 vervalt. 

ARTIKEL II

1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig
toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend
referendum.

2. In afwijking van het eerste lid treedt Artikel I, onderdeel B,
onderdeel I, onder 2, en onderdeel R, onder 2, in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt
geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

3. Aan artikel I, onderdeel A, onder 3, onderdeel D, onderdeel P, onder
3, onderdeel Q, onderdeel W, onderdeel X, onderdeel AE en onderdeel AP,
kan terugwerkende kracht worden verleend tot een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip

4. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel X, in
werking op 1 januari van het jaar na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst. De verantwoordelijke is
bevoegd de bij en krachtens paragraaf 4 van de Wet normering topinkomens
gestelde regels toe te passen op financieel verslaggevingsdocumenten die
worden opgesteld over boekjaren die zijn aangevangen vóór die datum. 

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Evaluatiewet WNT.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   12