[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

verslag

Bijlage

Nummer: 2017D09867, datum: 2017-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, gehouden in Brussel op 27 en 28 maart 2017 (2017D09866)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag van de bijeenkomst van het

Gemengd ComitƩ en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

27 en 28 maart 2017 te Brussel

Belangrijkste resultaten

Binnenlandse Zaken / Immigratie en Asiel 

Informatietechnologie maatregelen in het kader van grensbewaking

De aanwezige ministers werden middels het voortgangsverslag van het
Maltees voorzitterschap geĆÆnformeerd over de voortgang op het EES en
ETIAS.

Europese grens- en kustwacht: implementatie

De aanwezige ministers werden middels het voortgangsverslag van de
Commissie geĆÆnformeerd over de operationalisering van de Europese
grens- en kustwacht. Deze operationalisering verloopt positief, al zijn
nog niet alle posities ingevuld en ontbreekt er ook nog materieel.

Herziening gemeenschappelijk Europees asielstelsel en hervestiging

Het Maltees voorzitterschap informeerde de aanwezige ministers aan de
hand van het voortgangsverslag over de voortgang met betrekking tot de
onderhandelingen over de herziening van het gemeenschappelijk Europees
asielstelsel. 

Terugkeerbeleid

De Commissie lichtte de aanwezige ministers in over het herziene
Actieplan terugkeer en de aanbevelingen. Het merendeel van de lidstaten
verwelkomde dit initiatief van de Commissie, waarbij enkele lidstaten
tevens het belang van de samenwerking met derde landen benadrukten. 

Migratiebeleid: implementatie

Het Maltees voorzitterschap bracht verslag uit over de hoogambtelijke
bijeenkomst voor de uitvoering van het Valletta actieplan. Daarnaast
informeerde het Maltees voorzitterschap de aanwezige ministers over de
implementatie van de Verklaring van Malta. Ā 

Lunch: inzet bij agentschappen en herplaatsing

Ondanks het stijgend aantal herplaatsingen, komen nog teveel lidstaten
de afspraken hieromtrent niet na. Bovendien ervaren EASO en Frontex nog
een tekort aan personeel en materieel. Het merendeel van de lidstaten
gaf aan te werken aan de uitvoering van de verplichtingen.

Veiligheid en Justitie

Terugkerende buitenlandse strijders

De EU-CTC benadrukte het belang van informatiedeling door lidstaten met
Eurojust met betrekking tot terugkerende strijders en samenwerking met
derde landen. Dit werd breed onderschreven door de Commissie en diverse
lidstaten. De EU-CTC onderstreepte de noodzaak van het betrekken van
Eurojust bij het vervolgingsbeleid. Het voorzitterschap gaf aan dit punt
op de agenda van de Raad te zullen houden.

Criminaliteitsbestrijding in cyberspace (e-evidence, encryptie en
dataretentie)

Het voorzitterschap en diverse lidstaten benadrukten dat de fundamentele
rechten en de rechten van de houders van gegevens in relatie tot o.a.
e-evidence en encryptie in het oog moeten worden gehouden als het gaat
om criminaliteitsbestrijding in cyberspace. Benadrukt werd dat deze
dossiers een grote impact hebben op de rechtshandhaving. Een consistente
en gecoƶrdineerde aanpak, waarbij wel rekening wordt gehouden met het
feit dat deze dossiers een separaat traject met verschillende snelheden
kennen, achtten de meeste lidstaten wenselijk. Een omvattende aanpak met
verschillende sectoren, waaronder de interne markt sector, is van
belang. Een goede afstemming met derde landen, waaronder volgens diverse
landen met name de VS, is essentieel. 

Het voorzitterschap zal dit onderwerp agenderen op de JBZ-raad van juni.

Europees openbaar Ministerie (en marge van de Raad)

Tijdens en na afloop van deze bespreking hebben in totaal 16 lidstaten
aangegeven deel te willen nemen aan nauwere samenwerking in relatie tot
het EOM. Het voorzitterschap gaf aan te hopen de onderhandelingen binnen
de Raad af te kunnen ronden tijdens de JBZ-raad in juni. De aan het EOM
deelnemende lidstaten zullen daaraan voorafgaand overeenstemming moeten
bereiken over de tekst van de ontwerpverordening. Nederland heeft niet
geĆÆntervenieerd tijdens deze discussie.

I. Gemengd ComitƩ 

Informatietechnologie maatregelen in het kader van grensbewaking

a. Entry/exit systeem 

- Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie
van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van
toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen
van de Europese Unie overschrijden en tot vaststelling van de
voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0106 (COD)

- Voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU)
2016/399 in verband met het gebruik van het inreis-uitreissysteem

(EES)

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0105 (COD)

= voortgangsrapportage

b. ETIAS: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de
Raad tot oprichting van een Europees reis- en informatie-
autorisatiesysteem

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0357 (COD)

De aanwezige ministers werden middels het voortgangsverslag van het
Maltees voorzitterschap geĆÆnformeerd over de voortgang op het EES en
ETIAS. Het Maltees voorzitterschap en de Commissie benadrukten hierbij
het belang van het bereiken van voortgang op de onderhandelingen over
EES en ETIAS voor het dichten van informatielacunes in het kader van
grensbewaking. Het Maltees voorzitterschap wees bovendien op de
deadlines voor het afronden van deze dossiers die gesteld zijn door de
Europese Raad. De Commissie benadrukte het belang van het
overeenstemming bereiken tussen Raad en Europees Parlement met
betrekking tot de toegang voor de rechtshandhavingsautoriteiten tot het
EES. De aanwezige ministers intervenieerden niet.

Europese grens- en kustwacht: implementatie

= stand van zaken

Aan de hand van het tweede voortgangsverslag over de operationalisering
van de Europese grens- en kustwacht, werden de aanwezige ministers
geĆÆnformeerd over de stand van zaken. De Commissie stelde dat het
proces positief verloopt en dat er meer dan 1000 Frontex-grenswachters
actief zijn. Echter, er zijn nog steeds posities niet ingevuld en er
ontbreekt ook nog materieel. De onderhandelingen over Frontex-operaties
in Serviƫ en Macedoniƫ zullen volgende maand met deze twee landen
aanvangen. De Commissie riep de lidstaten ten slotte op om informatie
aan te leveren ten behoeve van de kwetsbaarheidsanalyses. Frontex
beaamde de woorden van de Commissie met betrekking tot de behoefte aan
personeel en materieel. Daarnaast kondigde Frontex aan dat het medio mei
de kwetsbaarheidsanalyses wil hebben uitgevoerd, zodat spoedig
aanbevelingen aan de lidstaten kunnen worden gedaan. De aanwezige
ministers intervenieerden niet.

II. Binnenlandse Zaken / Immigratie en Asiel

Raad ā€“wetgevende besprekingen

Herziening Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel 

a. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke
lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om
internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of
een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herziening)

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0133 (COD)

b. Voorstel voor een herziening van de Richtlijn van het Europees
Parlement en de Raad tot vaststelling van normen voor de opvang van
asielzoekers

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0222 (COD)

c. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en
staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en de
inhoud van de verleende bescherming en tot aanpassing van richtlijn
2003/109/EU van 25 november 2003 inzake de status van derdelanders die
langdurig ingezetene zijn

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0223 (COD)

d. Voorstel voor een Verordening  van het Europees Parlement en de Raad
tot het instellen van een gemeenschappelijke procedure voor
internationale bescherming in de EU en tot intrekking van Richtlijn
2013/32

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0224 (COD)

e. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot oprichting van een EU-hervestigingskader en tot wijziging van
Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad

Interinstitutioneel dossiernummer 2015/0225 (COD)

f. Voorstel voor een Verordening  van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de instelling van ā€žEurodacā€ voor de vergelijking van
vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van
Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en
instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de
behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een
onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten
wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties
van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten
behoeve van rechtshandhaving (herziening)

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0132 (COD)

g. Voorstel voor een Verordening  van het Europees Parlement en de Raad
inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van
Verordening (EU) nr. 439/2010

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0131 (COD) 

= voortgangsverslag

Het Maltees voorzitterschap informeerde de aanwezige ministers aan de
hand van het voortgangsverslag over de voortgang met betrekking tot de
onderhandelingen over de herziening van het gemeenschappelijk Europees
asielstelsel. Op enkele van de voorstellen, zoals het voorstel voor een
EU asielagentschap en Eurodac, heeft de Raad een gedeeltelijke algemene
oriƫntatie bereikt. De triloog met het Europees Parlement op het
voorstel voor een EU asielagentschap verloopt vooralsnog voorspoedig.
Door de onderlinge verbondenheid van de voorstellen probeert het Maltees
voorzitterschap via een thematische benadering voortgang te boeken op de
verschillende dossiers, wat niet onsuccesvol lijkt te zijn. De Commissie
benadrukte het belang van de herziening van het gemeenschappelijk
Europees asielstelsel, om zo een helder systeem te creƫren waarbij niet
Ć©Ć©n of twee lidstaten met de lasten zitten. De aanwezige ministers
intervenieerden niet.

4.	Diversen wetgevend

Het Maltees voorzitterschap kondigde de inwerkingtreding aan per 7 april
a.s. van de aanpassing van de Schengengrenscode met betrekking tot de
systematische checks van EU-burgers. 

De Commissie informeerde de aanwezige ministers over de laatste stand
van zaken met betrekking tot de kwestie rond reciprociteit op
visumgebied met de Verenigde Staten en benadrukte het belang van
gecoƶrdineerd optreden hierin. De Commissie zal begin mei de verdere
stappen communiceren.

Raad ā€“ niet wetgevende besprekingen

5. Terugkeerbeleid

	a. Aanbeveling van de Commissie over een effectiever 	terugkeerbeleid
bij het implementeren van richtlijn2008/115/EG 	van het EP en de Raad

	b. Mededeling van de Commissie over een effectiever 	terugkeerbeleid in
de EU ā€“ hernieuwd actieplan

Het Maltees voorzitterschap opende de discussie met de constatering dat
de noodzaak bestaat om het terugkeerbeleid effectiever te maken. Dit is
vaker door de Raad geconstateerd en de Commissie heeft in antwoord
hierop het herziene Actieplan terugkeer en aanbevelingen aan de
lidstaten gepresenteerd. Tegelijkertijd is de effectieve medewerking van
derde landen onontbeerlijk voor een succesvolle terugkeerpraktijk. De
Commissie beaamde de woorden van het Maltees voorzitterschap en stelde
dat er nog steeds operationele en juridische belemmeringen in de
lidstaten bestaan met betrekking tot terugkeer. Volgens de Commissie
zijn de meeste punten uit het eerste Actieplan terugkeer uit 2015
geĆÆmplementeerd door de lidstaten en moet nu worden gewerkt op basis
van het herziene Actieplan en de aanbevelingen, om de terugkeercijfers
te verbeteren. Wat de Commissie betreft is het niet noodzakelijk om de
terugkeerrichtlijn te herzien, omdat het huidige instrument voldoende
flexibiliteit biedt. In reactie verwelkomden de meeste lidstaten het
herziene Actieplan en de aanbevelingen van de Commissie en waren van
mening dat veel van de door de Commissie gedane aanbevelingen al worden
uitgevoerd. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, verzochten de
Commissie om nu ook van de mogelijkheid gebruik te maken om de
terugkeerrichtlijn te herzien. Daarnaast stelden enkele lidstaten
verdergaande maatregelen richting derde landen voor die onvoldoende
meewerken aan terugkeer, onder meer op het gebied van visumbeleid. Het
Maltees voorzitterschap zegde hierop toe dit onderwerp te agenderen voor
de volgende JBZ-Raad. 

Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, haalden het belang van een
effectief en rechtvaardig terugkeerbeleid aan, zowel voor het signaal
dat hier van uitgaat richting migranten en mensensmokkelaars, als voor
het draagvlak van het asielbeleid onder de Europese bevolking. Nederland
stelde bovendien dat het huidige acquis de terugkeerpraktijk belemmert,
onder meer voor wat betreft vreemdelingenbewaring. Daarnaast spoorden
verschillende ministers de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)
aan om grotere inspanningen te verrichten in het kader van de
samenwerking met derde landen. Verschillende lidstaten spraken hun
onvrede uit over de slepende onderhandelingen van de Commissie met derde
landen, waaronder die in de Maghreb, met betrekking tot het sluiten van
terug- en overnameovereenkomsten.

Daarnaast stelden verschillende ministers dat naast het werken aan
vrijwillige terugkeer vanuit Europa, dit ook vanuit transitlanden moet
gebeuren.

Frontex informeerde de aanwezige ministers over de vorderingen met
betrekking tot het uitvoeren van het terugkeerbeleid, waarbij de
aanbevelingen van de Commissie ook zijn uitgevoerd of opgestart.
Daarnaast heeft Frontex het aantal medewerkers dat werkt aan terugkeer
aanzienlijk uitgebreid. 

Ter afsluiting dankte de Commissie de lidstaten voor de uitgesproken
steun voor het herziene Actieplan terugkeer en de aanbevelingen. Wat de
Commissie betreft geeft de terugkeerrichtlijn voldoende flexibiliteit en
zal er op basis van een evaluatie worden bezien of herziening
noodzakelijk is. Met betrekking tot de externe dimensie ondersteunde de
Commissie het belang van vrijwillige terugkeer uit transitlanden.
Daarnaast is het van belang dat de resultaten die zijn geboekt met
enkele landen in het kader van het migratiepartnerschap worden
uitgebreid naar de partnerschappen met andere landen.

Het Maltees voorzitterschap concludeerde dat de maatregelen die de
Commissie voorstelt, effectief zijn in combinatie met maatregelen die
worden genomen met betrekking tot de externe dimensie. Het Maltees
voorzitterschap zegde toe dat in de komende tijd zal worden gesproken
over het inzetten van ā€˜hefboommaatregelenā€™ richting derde landen.

Migratiebeleid: implementatie

a. Externe aspecten

i) Verklaring van Malta, 3 februari 2017

ii) Resultaten van de vergadering van hoge ambtenaren over het
gezamenlijk actieplan van Valletta, 8-9 februari 2017

= uitwisseling standpunten

Het Maltees voorzitterschap bracht verslag uit over de hoogambtelijke
bijeenkomst voor de uitvoering van het Valletta actieplan. Lidstaten
gaven op deze bijeenkomst het belang aan van versterkte samenwerking met
derde landen op grensbeheer en met betrekking tot het stimuleren van
economische ontwikkeling. De besprekingen met derde landen loopt verder
via het Khartoem en Rabat proces, waarna in 2018 in Ethiopiƫ opnieuw
een bijeenkomst zal worden georganiseerd.

Met betrekking tot de Verklaring van Malta informeerde het Maltees
voorzitterschap de aanwezige ministers over de implementatie hiervan. De
Commissie stelde dat de instroom in Italiƫ in de eerste maanden van
2017 aanzienlijk hoger is dan over dezelfde periode in 2016. De acties
moeten daarom wat de Commissie betreft worden opgeschaald en daarnaast
is de stabiliteit in Libiƫ van belang, evenals het verbeteren van de
omstandigheden in opvangcentra en de medewerking van IOM en UNHCR. De
Commissie zal hiertoe fondsen beschikbaar stellen. De uitvoering van de
Verklaring van Malta moet parallel lopen aan de uitvoering van de
migratiepartnerschappen. In aanvulling informeerde de Europese Dienst
voor extern optreden (EDEO) over de werkzaamheden die worden uitgevoerd
om de Libische grens- en kustwacht te ondersteunen en de samenwerking op
bestrijding van mensensmokkel en -handel te versterken.

Italiƫ informeerde de aanwezige ministers over de recente bijeenkomst
van een aantal Europese en Noord-Afrikaanse landen in Rome om te spreken
over de situatie op de centraal Mediterrane route. De gastheer van deze
conferentie was van mening dat deze bijeenkomst een keerpunt is in de
samenwerking tussen landen aan de beide kanten van de Middellandse Zee.
Het voornemen is om een regelmatig vervolg te geven aan deze
bijeenkomst, om zo de geĆÆntensiveerde samenwerking in goede banen te
leiden.

Verschillende lidstaten spraken hun steun uit voor de Italiaanse
inspanningen, waarbij het ondersteunen van Libiƫ, het bestrijden van
mensensmokkel, het voorkomen van verdrinkingen en misbruik van migranten
worden genoemd als belangrijke punten van aandacht. Daarnaast vermeldde
Europol dat het meer informatie van de lidstaten behoeft om de strijd
tegen mensensmokkel adequaat te kunnen ondersteunen.

Lunchbespreking: inzet bij agentschappen en herplaatsing

Tijdens de lunch spraken ministers over het inzetten van personeel en
materieel bij de agentschappen en herplaatsing. Zoals blijkt uit het
tiende voortgangsverslag van de Commissie met betrekking tot
herplaatsing en hervestiging, komen nog teveel lidstaten de afspraken
hieromtrent niet na. Daarnaast ervaren EASO en Frontex nog een tekort
aan personeel en materieel, zoals onder meer blijkt uit het tweede
voortgangsverslag van de operationalisering van de Europese grens- en
kustwacht. Het merendeel van de lidstaten gaf aan te werken aan de
uitvoering van de verplichtingen. Het Maltees voorzitterschap en de
Commissie benadrukten beiden het belang van uitvoering.

Nederland benadrukte tijdens de lunch het belang van het nakomen van
alle afspraken door alle lidstaten. Daarnaast werd door Nederland
specifiek het belang onderstreept van de noodzaak om bij de uitgave van
EU-gelden, onder meer in Griekenland, ook doeltreffend te zijn en ervoor
zorg te dragen dat een juiste besteding plaatsvindt. Nederland heeft
daarnaast gewezen op het belang van adequate en veilige omstandigheden,
inclusief de noodzaak van goede veiligheidschecks en registratie in de
hotspots. Ten slotte vroeg Nederland aandacht voor de cijfers die de
Commissie gebruikt in haar communicatie over herplaatsing. De Commissie
zei toe in april gezaghebbende cijfers te zullen presenteren.

III.	Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap

Raad - wetgevende besprekingen

	Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 
betreffende bepaalde aspecten met betrekking tot de contracten 	voor de
levering van digitale inhoud

	Interinstitutioneel dossiernummer: 2015/0287 (COD)

	= beleidsdebat

Het voorzitterschap gaf aan dat aan dit dossier, een belangrijk
onderdeel van de digital single market strategie, hoge prioriteit wordt
gegeven. Op drie themaā€™s is een compromis zeer nabij (te weten de
conformiteitscriteria, de verplichting van de leverancier om te leveren
en de daarbij behorende remedies, en de remedies die de consument ter
beschikking staan in geval van non-conformiteit van de digitale inhoud
of diensten). Er zal nog werk moeten worden verricht aan de artikelen 9,
10, 15 en 16 (de garantietermijn, termijn voor de omkering van de
bewijslast, duurovereenkomsten en wijziging van de digitale inhoud of
diensten). Het voorzitterschap gaf aan erop te rekenen dat op de
JBZ-Raad in juni tot een algemene oriƫntatie kan worden gekomen. De
triloog zal dan aanvangen onder het Estse voorzitterschap. 

De Commissie gaf aan verheugd te zijn dat het bereiken van oplossingen
op de verschillende onderwerpen zeer nabij is. En vulde aan dat het
Europees Parlement eind mei/begin juni haar standpunt zal vaststellen. 

Het inkomende Estse voorzitterschap deelde mede de onderhandelingen op
dit belangrijke dossier voort te zetten en dat het zich ten doel stelt
deze onder het eigen voorzitterschap tot een goed eind te brengen.

Aanpak financiƫle criminaliteit en terrorismefinanciering

a. Witwassen: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en
de Raad betreffende de bestrijding van witwassen door strafbaarstelling

b. Confiscatie: Voorstel voor een verordening inzake de wederzijdse
erkenning en tenuitvoerlegging van bevriezingsbevelen en
confiscatiebeslissingen

= voortgangsrapportage

Het voorzitterschap deelde mede goede voortgang te zien in de
onderhandelingen over zowel de anti witwas richtlijn als de confiscatie
verordening. Het voorzitterschap gaf aan te streven naar een algemene
oriƫntatie over de richtlijn op de JBZ-Raad in juni. 

 Diversen wetgevend

= informatie van het Voorzitterschap over de ter tafel 	voorliggende
wetgevingsvoorstellen

Het voorzitterschap verwees naar urgentie op het ECRIS-dossier (European
Criminal Records Information System) in het kader van lopende
wetgevingsprocedures. De Commissie wees op het aflopen van de
implementatieperiodes van twee richtlijnen: 22 mei voor de richtlijn
over het Europees Onderzoeksbevel die van groot belang is voor
e-evidence en 26 juni voor de vierde anti-witwasrichtlijn met het oog op
het bestrijden van terrorismefinanciering. 

Raad niet - wetgevende besprekingen

 Radicalisation Awareness Network (RAN): verdere stappen

= stand van zaken

Duitsland onderstreepte het grote belang van preventie van
radicalisering. De Duitse minister prees het Nederlandse voorzitterschap
voor de inspanningen die het op dit terrein heeft getoond. Hij stelde
dat er veel acties op dit terrein bestaan, maar dat deze nog niet goed
gecoƶrdineerd zijn. Hij gaf aan noodzaak te zien om initiatieven voor
acties, bijvoorbeeld van het RAN, te bundelen in een Europees centrum
voor bestrijding van radicalisering. 

Commissaris King deelde mede bereid te zijn een voorstel te presenteren
dat vervolgens in de Raad kan worden besproken. Commissaris Avramopoulos
verwees naar het nuttige werk van het RAN. Het werk binnen het RAN zou
volgens hem meer impact hebben als de resultaten meer zichtbaar en
concreet zouden zijn en een verbinding naar de beleidsmakers hebben. De
Commissaris stelde dat nu het moment is om positief te kijken naar het
Duitse voorstel hoe dit systeem te integreren in bredere context en
beter te operationaliseren. De Commissie zal een ā€œcomprehensive
approachā€ en een update presenteren tijdens de JBZ-Raad in juni.Ā 

 Terugkerende buitenlandse strijders: beleidsopties voor een
strafrechtelijke aanpak

= beleidsdebat

Het voorzitterschap leidde de discussie in aan de hand van het rapport
van EU Coƶrdinator voor terrorismebestrijding (CTC) dhr. De Kerckhove,
waarbij de focus lag op de justitiƫle onderdelen van het rapport, in
het bijzonder op de opties om Daesh/ISIS-leden voor de rechter te
brengen.

De EU-CTC benadrukte het belang van informatiedeling door lidstaten met
Eurojust met betrekking tot terugkerende strijders en samenwerking met
derde landen.

De EU-CTC lichtte toe dat bij het strafrechtelijk beleid de focus ligt
op een case by case aanpak van terugkeerders. Hierbij wordt ook gebruik
gemaakt van alternatieven als rehabilitatieprogramma's en ontwikkeling
van risico-assessment programma's. Ook e-evidence is van belang in dit
kader. Eurojust moet (blijvend) worden betrokken bij het
vervolgingsbeleid. 

Ā 

De Commissie onderschreef de punten van de CTC met betrekking tot de
noodzaak van informatie-uitwisseling met Europol en samenwerking met
derde landen, en gaf aan bereid te zijn een faciliterende rol te spelen.
Ook benadrukte de Commissie dat een betere implementatie van VN- en Raad
van Europa-samenwerkingsovereenkomsten essentieel is, en dat de
EU-liaison magistraten in belangrijke derde landen goed moeten worden
ingezet. De Commissie merkte op dat e-evidence ook in het kader van de
aanpak van terugkerende buitenlandse strijders van belang is. Daarnaast
spoorde de Commissie de lidstaten aan om mee te denken over de meest
effectieve respons op terugkerende strijders; de Commissie ontwikkelt
momenteel risk-assessment instrumenten en stelt financiƫle middelen ter
beschikking aan lidstaten voor dergelijke programmaā€™s en trainingen.

Nederland wees op het belang van het volgen van buitenlandse strijders
die nog in de regio verblijven. Ten aanzien van de Routekaart merkte
Nederland op dat de gezamenlijke aanpak moet voorzien in volledige
implementatie, waarbij speciale aandacht moet worden gegeven aan
informatiedeling met Eurojust. Ook moet ingezet worden op nauwere
samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van bewijsvergaring, de
omgang met minderjarigen (er komt daarover een RAN handboek) en
verbeterde samenwerking met derde landen als Turkije. Nederland noemde
tot slot het initiatief van o.a. Belgiƫ en Nederland voor een Mutual
Legal Assistance verdrag (MVRUIM), voor onderzoek en vervolging van
oorlogsmisdrijven. 

Diverse lidstaten onderschreven de oproep van de CTC om Europol als
platform voor informatie-uitwisseling zo goed mogelijk te benutten. Ook
benoemden enkele lidstaten de moeilijkheden omtrent de behandeling van
minderjarigen, waarbij traumaverwerking een grote rol speelt. Op 25
april zal een expertbijeenkomst plaatsvinden in Brussel met het oog op
traumaverwerking en mogelijke bedreigingen. Daarnaast merkte een enkele
lidstaat op dat de aandacht niet volledig moet uitgaan naar preventie,
maar ook naar justitieel optreden. Ook werd aandacht gevraagd voor de
preventie van radicalisering in gevangenissen.

Eurojust gaf aan de steun van de Commissie te waarderen. Eurojust zou
graag meer inzicht krijgen in de profielen en motivaties van
terugkeerders. Eurojust benoemde het probleem met bewijsvergaring in
conflictgebieden. Liaison magistraten kunnen daarbij zeker behulpzaam
zijn. Er lopen nu meer onderzoeken bij Eurojust (van 42 in 2014 tot 133
in 2017) en de lidstaten delen meer informatie over nationale
rechtszaken. Eurojust gaf aan in het algemeen tevreden te zijn met de
cijfers: in 2017 zijn 580 mensen vervolgd op verdenking van terrorisme
in 16 verschillende lidstaten. In 2016 bereikte men een record
ā€œconviction rateā€ van 89%, aanzienlijk hoger dan eerdere jaren,
waarbij de gemiddelde celstraf 5 jaar betrof. Eurojust meldde ook dat de
Commission for International Justice and Accountability (CIJA) zal
worden uitgenodigd voor de volgende bijeenkomst van de
procureurs-generaal op 31 mei en 1 juni. Eurojust sloot af met een
opmerking over de relatie tussen internationaal humanitair recht en
terrorismewetgeving: rechtspraak laat zien dat rechters weinig oog
hebben voor internationaal humanitair recht en zich vooral richten op
terrorismewetgeving bij berechting van terugkeerders.Ā 

De EU-CTC merkte naar aanleiding van deze opmerking op dat buitenlandse
strijders in beginsel moeten worden vervolgd op basis van strafrecht, en
niet op basis van internationaal humanitair recht. De EU-CTC benadrukte
dat gekeken moet worden naar mogelijke strafrechtelijke sancties, maar
dat de aansluitende programmaā€™s onverminderd belangrijk zijn, vooral
met het oog op veelvuldig gebrek aan bewijs waardoor oplegging van
strafrechtelijke sancties wordt bemoeilijkt. Ook gaf de Eu-CTC aan dat
RAN in juni een handboek zal publiceren over de omgang met minderjarige
terugkeerders.

Het voorzitterschap gaf tot slot aan dit punt op de agenda van de Raad
te zullen houden. 

 Criminaliteitsbestrijding in cyberspace: verbetering van de
samenwerking en coƶrdinatie

	= beleidsdebat

Commissaris King informeerde de Raad over e-evidence, encryptie en
dataretentie. Ten aanzien van e-evidence zijn stakeholder-consultaties
voortgezet na de bespreking van het voortgangsrapport op de JBZ-raad van
december 2016, zodat aan de JBZ-raad van juni beleidsopties variƫrend
van praktische oplossingen tot mogelijke opties voor wetgeving kunnen
worden voorgelegd. Als praktische oplossingen benoemde de Commissie het
verbeteren van directe samenwerking met internet service providers
(ISPā€™s), de inrichting van single points of contact bij de
rechtshandhavingsautoriteiten van lidstaten, het stroomlijnen van het
beleid bij ISPā€™s, het opzetten van een online platform om digitaal
informatie uit te wisselen, vaststelling van modelformulieren en
training van beroepsbeoefenaren. Praktische maatregelen alleen lijken op
het terrein van e-evidence evenwel onvoldoende. Om die reden moet ook
worden gedacht aan wetgeving. EĆ©n van de gedachten die volgt uit de
expertbijeenkomsten is dat mogelijk niet langer de locatie van data als
belangrijkste uitgangspunt wordt genomen. Het is van belang te bepalen
onder welke voorwaarden data kunnen worden gevraagd bij ISPā€™s,
bijvoorbeeld via production orders, en hoe in dit verband de richtlijn
in zake het Europees Onderzoeksbevel (richtlijn 2014/41/EU) te benutten.
Ten aanzien van de relaties met ISPā€™s met hoofdvestigingen in derde
landen deelde de Commissie mede dat verschillende lidstaten een
verplichting voorstellen voor ISPā€™s om ook een contactpunt in de
Europese Unie op te zetten. De Commissie benadrukte tevens het belang
van een goede samenwerking tussen de EU en de VS. Het is van belang
informatie uit te wisselen met de VS over onder meer mogelijke
wetgevende oplossingen zodat tegenstrijdigheid van wetgeving wordt
voorkomen. De Commissie deelde mede zijn conclusies te zullen voorleggen
aan de JBZ-raad van juni. 

De Commissaris vervolgde met te stellen dat de stap van e-evidence naar
encryptie en dataretentie een kleine is. Hoewel de drie dossiers aan
elkaar gerelateerd zijn moeten deze separaat worden benaderd. De
uitdagingen ten aanzien van encryptie zijn volgens de Commissie gelegen
in het feit dat sprake is van gegevensbescherming voor
rechtshandhavingsautoriteiten, maar ook voor criminelen. Een balans moet
worden gevonden tussen fundamentele rechten, gegevensbescherming en
bescherming van de digitale economie enerzijds en rechtshandhaving
anderzijds. Een grote moeilijkheid is gelegen in het veilig houden van
communicatie als toegang tot versleutelde informatie mogelijk wordt. 

Ten slotte stipte de Commissaris dataretentie aan. Het gaat in dit
dossier niet om een technische uitdaging maar het bepalen van een
regeling die in lijn is met het Tele2-arrest. Afsluitend benadrukte de
Commissaris nogmaals dat het gaat om drie dossiers die zich in
verschillende snelheden ontwikkelen, met verschillende vraagstukken. Het
is van belang dat de voortgang op de drie dossiers separaat is. 

Het voorzitterschap benadrukte eveneens dat het van belang is de
verschillende dossiers niet te vermengen. Desondanks is een
gecoƶrdineerde aanpak van belang, zowel nationaal als Europees. Ook
moeten de fundamentele rechten niet uit het oog worden verloren. Het
voorzitterschap gaf aan uit te zien naar suggesties voor verbetering van
de multidisciplinaire coƶrdinatie op de genoemde dossiers.

Nederland complimenteerde de Commissie met de werkzaamheden van de
taskforce op het terrein van e-evidence en heeft hoge verwachtingen van
de voorstellen die de Commissie op de JBZ-raad van juni in het kader van
e-evidence zal presenteren. Nederland benadrukte dat het van belang is
dat op alle drie de onderdelen van de raadsconclusies (vereenvoudiging
rechtshulp, directe samenwerking met ISPā€™s en nieuwe wijzen van
toegang tot informatie indien niet bekend is waar data zich bevinden)
voorstellen worden gedaan door de Commissie. Nederland legde ook een
link met de discussie over dataretentie en de uitdaging die is gelegen
in het gebruik van NAT-technologie. Nederland verwelkomt in dit kader de
adhoc raadswerkgroep inzake dataretentie en bespreking in die
raadswerkgroep van NAT-technologie. Ten slotte stelde Nederland dat het
toenemende gebruik van encryptie een positieve ontwikkeling is die
noodzakelijk is voor bescherming van de mensenrechten, privacy en
vertrouwelijkheid van communicatie, om de economie en innovatie te
stimuleren en cyber security te versterken. De minister besloot met te
stellen dat er een noodzaak is voor bevoegde autoriteiten om toegang te
verkrijgen tot versleutelde informatie.

Lidstaten reageerden langs de volgende lijnen en specifiek per dossier.

Het standpunt van het voorzitterschap dat de fundamentele rechten en de
rechten van de houders van de gegevens in relatie tot deze dossiers in
het oog moeten worden gehouden, werd door diverse lidstaten herhaald.
Benadrukt werd dat deze dossiers een grote impact hebben op de
rechtshandhaving. Een consistente en gecoƶrdineerde aanpak achtten de
meeste lidstaten wenselijk. Een omvattende aanpak met verschillende
sectoren, waaronder de interne markt sector, is van belang. Een goede
afstemming met derde landen, waaronder volgens diverse landen met name
de VS, is essentieel. 

E-evidence: Wat betreft de mogelijkheid om sneller toegang te verkrijgen
tot digitaal bewijs gaven lidstaten aan uit te kijken naar de
presentatie door de Commissie van de uitkomsten van de
stakeholderconsultaties op het terrein van e-evidence op de JBZ-raad van
juni. Lidstaten informeerden de Raad over hoe zij nationaal met o.a. met
ISPā€™s spreken en werkwijzen standaardiseren en hoe dit heeft geleid
tot ontvangst van extra informatie. Samenwerking met ISPā€™s achten de
meeste lidstaten van groot belang. Europese wetgeving op het terrein van
e-evidence werd door enkele lidstaten noodzakelijk geacht, onder meer om
rechtsmacht zeker te kunnen stellen. Daarnaast werd geopperd dat
trainingsprogrammaā€™s moeten worden opgezet voor de rechterlijke macht.
Een lidstaat heeft met succes een netwerk van magistraten die betrokken
zijn bij de bestrijding van cyber crime opgericht. Er was steun voor het
opzetten van een online platform voor het veilig uitwisselen van
e-evidence.

Encryptie: het belang van een wetgevend voorstel op het terrein van
encryptie werd door enkele lidstaten benadrukt. Het kan volgens deze
lidstaten niet zo zijn dat informatie niet beschikbaar komt voor
rechtshandhavingsautoriteiten en dat criminelen en terroristen veilig
zijn. Het is onverantwoordelijk om technologie te maken die terroristen
en criminelen de mogelijkheid biedt online veilig te communiceren.
Hoewel complex, moet hiervoor een oplossing worden gevonden.

Het inkomende Estse voorzitterschap gaf aan de genoemde dossiers
prioriteit te zullen geven. 

Europol wees op het meest recente SOCTA-rapport waarin technologie als
de belangrijkste uitdaging wordt benoemd in verband met bestrijding van
georganiseerde misdaad en terrorisme. Europol is in het bijzonder
bezorgd over zgn. banking trojans. Daarnaast wordt het darknet steeds
meer gesofisticeerd. Verder is encryptie een belangrijke uitdaging. In
75% van de zaken waarbij Europol betrokken is zorgt encryptie voor een
probleem. Met enerzijds encryptie, en anderzijds het ontbreken van
dataretentie, bestaat een grote uitdaging. Europol gaf aan daarom de
stappen die de Commissie momenteel zet te verwelkomen. Europol stelde
voorts dat het gebruik van NAT-grade technologie een groot probleem is.
Een vrijwillige code of conduct met ISPā€™s, waarin men is gekomen tot
een beperking van het aantal gebruikers achter IP-adressen, zoals door
een lidstaat gesloten, werd door Europol als best practice genoemd. 

Eurojust gaf aan zowel nationale als Europese rechtspraak te onderzoeken
om de gevolgen van de huidige ontwikkelingen in kaart te brengen en
efficiƫnte en effectieve oplossingen te kunnen voorstellen. Eurojust
sloot af door te benadrukken dat de bestaande rechtshulpkaders
onvoldoende zijn en dat het van van belang is om een oplossing te vinden
die in lijn is met de rule of law.

 

Het voorzitterschap zal dit onderwerp agenderen op de JBZ-raad van juni.

 Diversen

a. Opvolging van het EU-internet forum (december 2016): ontmoeting met
grote internetbedrijven in de VS

= informatie van het voorzitterschap en de Commissie

Het voorzitterschap gaf aan dat Commissaris Avramopoulos op 10 maart een
bezoek heeft gebracht aan Silicon Valley met o.a. de EU-CTC. EĆ©n van de
internet service providers (ISPā€™s) heeft gevraagd om single points of
contact in de lidstaten Commissaris Avramopoulos gaf aan dat het
Internet Forum steeds belangrijker wordt om radicalisering tegen te
gaan. Hij gaf aan tevreden te zijn met het vertrouwen dat tijdens de
gesprekken is opgebouwd met internet giganten als Facebook en Google.
Ook zij hebben er belang bij om samen te werken met EU-lidstaten. De
Commissaris gaf aan een meer pro-actieve houding met betrekking tot de
ā€œautomatic detectionā€ systemen te hebben bepleit bij ISPā€™s. 

Enkele lidstaten reageerden kort. De boodschap richting ISP's moet
volgens hen zijn dat zij meer pro-actief moeten optreden. Internet
bedrijven moeten meer doen aan het samen met lidstaten verwijderen van
encryptie. Het is noodzakelijk om aanbieders te overtuigen dat dit het
verwijderen van terroristische boodschappen ook in hun belang is. Er
werd op gewezen dat terroristen steeds vaker uitwijken naar kleinere
internet aanbieders. Bij een volgend Internet Forum moeten dan ook meer
aanbieders aanschuiven dan de vier grote. 

Het voorzitterschap zegde toe dit punt op de JBZ-agenda te zullen
houden.

b. Dataretentie

= informatie van het voorzitterschap

Het voorzitterschap informeerde de JBZ Raad over de stand van zaken ter
zake dataretentie naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van
Justitie in de zaak Tele2 Sverige AB (zaak C-203/15) op 21 december
2016. Tijdens de Informele JBZ Raad van 27 januari 2017 spraken
ministers zich uit voor een gecoƶrdineerde benadering op Europees
niveau, waarbij tevens een beroep op de Commissie werd gedaan om daaraan
bij te dragen. Het voorzitterschap deelde mede dat inmiddels een adhoc
raadswerkgroep is ingesteld waarin experts uit de lidstaten de
consequenties van de uitspraak van het Hof van Justitie zullen
bespreken. Ook Eurojust, Europol en de Commissie zullen daarin
participeren. De raadwerkgroep dient ertoe om tussen lidstaten te
spreken over de uitspraak van het Hof van Justitie, de gevolgen daarvan
voor de nationale wetgeving in de verschillende lidstaten en de
resterende mogelijkheden, binnen de kaders van het Europese recht, tot
dataretentie.

Er zal worden gerapporteerd aan de JBZ-raad van juni. 

De Commissie benadrukte het belang van het onderwerp. Momenteel
onderzoekt de Commissie de gevolgen van het Tele2-arrest, en is
voornemens om in het kader van die beoordeling richtsnoeren te
presenteren. De Commissie heeft de lidstaten gevraagd naar informatie
over hun nationale wetgeving op het terrein van dataretentie. 

Enkele lidstaten spraken steun uit oprichting van de adhoc
raadswerkgroep, en benadrukten de noodzaak om zo snel mogelijk tastbare
resultaten te bewerkstellingen, zodat de rechtshandhavingsautoriteiten
onverminderd misdaad kunnen bestrijden. 

Het voorzitterschap bevestigde dat zo snel mogelijk tastbare resultaten
moeten worden bewerkstelligd en gaf aan dat het dossier opnieuw zal
worden geagendeerd op de JBZ-raad van juni.

En marge bijeenkomst van de Raad

Informele bijeenkomst over het Europees Openbaar Ministerie

Na de informele JBZ-Raad van 26-27 januari 2017 is in de Raad Algemene
Zaken op 7 februari 2017 vastgesteld dat er geen unanimiteit is op dit
dossier. De EOM-verordening is vervolgens  op verzoek van zeventien
lidstaten voorgelegd aan de Europese Raad van 9-10 maart 2017. Deze
heeft het ontbreken van unanimiteit bevestigd, waarmee de weg naar
nauwere samenwerking mogelijk werd.

Het Maltese voorzitterschap deelde mede dat het zal trachten voortgang
te boeken op het dossier, zodra voldoende lidstaten de notificatiebrief
voor het in gang zetten van de procedure van versterkte samenwerking
hebben ondertekend.

Luxemburg, dat optrad als voorzitter van deze informele bijeenkomst
omdat de bijeenkomst plaatsvond buiten het officiƫle Raadskader, vulde
daarop aan dat de Europese Raad heeft vastgesteld dat er geen
unanimiteit is over de tekst van de EOM-verordening. Luxemburg stelde
dat ten minste negen lidstaten de procedure van versterkte samenwerking
willen starten. Luxemburg heeft daartoe met Frankrijk en Spanje het
initiatief genomen.

Verschillende lidstaten gaven aan de notificatiebrief tijdens deze
JBZ-Raad te zullen ondertekenen, enkele andere lidstaten zeiden  dat
iets later te zullen doen. Een enkele lidstaat had liever een
ambitieuzere tekst als uitgangspunt voor versterkte samenwerking gezien.
Een aantal lidstaten kan zich goed vinden in de onderhavige tekst van de
verordening. Deze lidstaten gaven daarom aan van mening te zijn dat deze
compromistekst niet verder moet worden aangetast.

De Commissie stelde vervolgens vast dat een nieuwe fase is aangebroken
met betrekking tot de EOM-verordening; verscheidene lidstaten kunnen
samen in kleiner verband verder met het EOM en de andere lidstaten
kunnen daarbij desgewenst later aansluiten. De Commissie stelde dat de
onderhavige tekst een goede basis vormt voor de onderhandelingen in het
proces van versterkte samenwerking. De kernpunten van de tekst ā€“ onder
meer ten aanzien van de effectiviteit van het EOM ā€“ moeten evenwel
overeind blijven. De Commissie stelt dat het EOM in eerste aanleg zal
worden gefinancierd vanuit de EU-begroting. Niet-deelnemende lidstaten
dragen daaraan echter niet financieel bij. De niet-deelnemende lidstaten
zullen daarom achteraf worden gecompenseerd. De grondslag voor
compensatie van de niet aan het EOM deelnemende lidstaten is volgens de
Commissie te vinden in artikel 11 van verordening 609/2014. Voor Frontex
en EASO is een vergelijkbaar financieringsmodel gekozen.

Naar aanleiding van de toelichting van de Commissie op de wijze van
financiering van het EOM en de compensatie van niet-deelnemende
lidstaten sprak een aantal lidstaten uit dat zij de notificatiebrief
weliswaar zullen ondertekenen, maar dat de financiering van het EOM
opheldering behoeft, onder andere ten aanzien van de kosten per
deelnemende lidstaat. Een enkele lidstaat sprak daarover expliciete
zorgen uit. Diverse lidstaten onderschreven het financieringsmodel dat
de Commissie voorstelt. 

Luxemburg telde twaalf lidstaten die bereid waren de notificatiebrief
tijdens deze JBZ-Raad te ondertekenen en vier lidstaten die binnenkort
zullen aansluiten. Luxemburg concludeerde dat de notificatiebrief dus
door voldoende lidstaten zal worden ondertekend om de procedure voor
nauwere samenwerking in gang te kunnen zetten. De overige lidstaten
kunnen op elk moment besluiten alsnog deel te nemen. op 3 april jl.
hebben in totaal zestien lidstaten de notificatiebrief ondertekend. 

Het voorzitterschap gaf tot slot aan een eerste  bijeenkomst op
expertniveau bijeen te zullen roepen zodra de notificatiebrief is
verstuurd.  Het voorzitterschap gaf verder aan te hopen de
onderhandelingen binnen de Raad af te kunnen ronden tijdens de JBZ-raad
in juni. De aan het EOM deelnemende lidstaten zullen daaraan voorafgaand
overeenstemming moeten bereiken over de tekst van de ontwerpverordening.
Voor de goede orde, Nederland heeft niet geĆÆntervenieerd tijdens deze
discussie.

 Raad van de EU doc. 7064/17.

 COM(2017) 201.

 Raad van de EU doc. 6851/17.

 COM(2017) 200 en C(2017) 1600.

 PAGE   \* MERGEFORMAT 1