[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken (art. 50) van 22 mei 2017

Bijlage

Nummer: 2017D13130, datum: 2017-05-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken (art. 50) van 22 mei 2017 (2017D13129)

Preview document (🔗 origineel)


GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 22 MEI 2017

De Raad Algemene Zaken van 22 mei a.s. zal in het teken staan van de voorbereiding van de onderhandelingen tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) over Brexit. Doel is vaststelling van een Raadsbesluit (met gekwalificeerde meerderheid) dat de Europese Commissie, die als onderhandelaar namens de EU-27 zal optreden, machtigt om de onderhandelingen over de terugtrekking van het VK uit de EU en het Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) te beginnen. Daarbij zal de Raad als bijlage bij dit besluit gedetailleerde richtsnoeren voor de onderhandelingen vaststellen. Beide documenten zijn in conceptversie openbaar gemaakt op 3 mei 2017. Het kabinet steunt het voorliggende Raadsbesluit. De combinatie van de algemene richtsnoeren zoals vastgesteld door de Europese Raad van 29 april jl. en de gedetailleerde richtsnoeren die door de Raad worden vastgesteld, vormt het kader waarbinnen de Commissie als onderhandelaar de gesprekken met het VK zal voeren.

De gedetailleerde richtsnoeren die aan de Raad voorliggen, hebben betrekking op de onderwerpen die met het oog op een ordelijke uittreding van het VK in de eerste fase geregeld dienen te worden. Het gaat specifiek om de rechten van burgers, het afwikkelen van de financiële verplichtingen, grenskwesties (in het bijzonder die tussen de Republiek Ierland en Noord-Ierland) en zaken die na de dag van de Britse uittreding uit de EU zonder onderbreking zouden moeten kunnen doorlopen. Hierbij moet worden gedacht aan goederen die al in omloop zijn op de interne markt, lopende samenwerkingsprocedures op het gebied van burgerlijk-, handels- en strafrecht, rechtshandhaving, gegevensbescherming en op het gebied van tenuitvoerlegging vonnissen, en aan lopende juridische en bestuurlijke procedures bij de instellingen van de Unie. Daarnaast bevatten ze ook enkele procedurele bepalingen. Zo zal de Commissie vanuit de Raad worden ondersteund door Coreper en een speciale artikel 50-werkgroep. Hiermee zal voorafgaand aan en na iedere onderhandelingssessie overleg worden gevoerd.

Het kabinet is van mening dat het voorstel een goede basis biedt om te komen tot een onderhandelingsmandaat voor de Europese Commissie dat recht doet aan de belangen van de EU en de 27 lidstaten. In dat licht moet de juiste balans worden gevonden tussen enerzijds de wens om de ordelijke uittreding in afdoende detail te behandelen en anderzijds de onderhandelaar voldoende ruimte te bieden om ook daadwerkelijk met het VK te kunnen onderhandelen.

Rechten van burgers

De voorliggende tekst stelt het belang van burgers centraal en stuurt er, conform de kabinetsinzet, op aan dat burgers de EU-rechten op het terrein van verblijf, arbeid en sociale zekerheid die zij op de dag van uittreding hebben, worden geborgd (behoud van verworven rechten). De gedetailleerde richtsnoeren definiëren de groepen van beschermde personen als diegenen die rechten hebben opgebouwd op grond van de verblijfsrichtlijn (Richtlijn 2004/38) en de coördinatieverordening voor de sociale zekerheid (883/2004). Het is de inzet dat burgers die langer dan vijf jaar in het VK hebben gewoond, hun verblijfsrechten behouden. Wat betreft de sociale zekerheid gaat het niet alleen om al lopende uitkeringen, maar ook om de uitbetaling van pensioenrechten die voor de datum van uittreding zijn opgebouwd, aan personen die pas na die datum de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. De borging van deze rechten moet wat het kabinet betreft ook tot uitdrukking komen in de wijze waarop deze rechten na uittreding van het VK, praktisch kunnen worden geëffectueerd en de rechtsbescherming die daarmee gepaard gaat. Effectiviteit, transparantie en werkbaarheid staan hierbij voor het kabinet voorop. Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat de artikel 50-overeenkomst voorziet in dergelijke procedures. De tekst bevat daarnaast bepalingen ter bescherming van de erkenning van diploma’s en certificaten die voor de uittredingsdatum zijn behaald.

Financiële afwikkeling

Het kabinet is van mening dat het VK moet voldoen aan alle financiële verplichtingen die het is aangegaan tijdens het EU-lidmaatschap. De voorliggende tekst stelt wat het kabinet betreft terecht dat er één financiële regeling wordt overeengekomen die zeker stelt dat het VK en de Unie de verplichtingen respecteren die voortvloeien uit de gehele periode van het VK-lidmaatschap. Die regeling zal moeten ingaan op het EU-budget, de terugtrekking van het VK uit alle door de EU-verdragen gevestigde organen of instellingen zoals de EIB en ECB, en de beëindiging van de deelname van het VK aan fondsen en faciliteiten die verband houden met EU-beleid, zoals het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en Facility for Refugees in Turkey. De inzet van het kabinet is erop gericht dat de met het VK te treffen financiële regeling voorkomt dat de Nederlandse bijdrage aan de Europese begroting van de EU27-lidstaten stijgt als gevolg van de uittreding van het VK.

Lopende zaken op de dag van uittreding

De voorgestelde gedetailleerde richtsnoeren over zaken die na uittreding van het VK zonder onderbreking moeten doorlopen, sluiten aan op de Nederlandse wens om dergelijke zaken vroeg in het proces te bespreken zodat zij niet later voor verstoringen zorgen.

Onzekerheid voor burgers en bedrijven moet worden geminimaliseerd. Het kabinet hecht eraan dat daarbij aandacht wordt besteed aan zowel goederen die voor de uittredingsdatum al op de interne markt zijn gebracht als diensten die ten uitvoer worden gelegd op het moment van uittreding. Wat het kabinet betreft kan ook transport hierbij niet buiten beschouwing blijven, alsmede de gelding van unitaire intellectuele eigendomsrechten in het VK. Voor wat betreft de lopende bestuurlijke en juridische samenwerkingsprocedures vraagt het kabinet naast de in de gedetailleerde richtsnoeren genoemde burgerlijk- en handelsrecht en rechtshandhavingssamenwerking, specifieke aandacht voor strafrechtelijke samenwerking vanwege de intensieve samenwerking tussen VK en NL op dat terrein.

Raadsbesluit ad-hoc werkgroep art. 50

De Raad zal tevens besluiten tot oprichting van een ad-hoc werkgroep op basis van artikel 50 VEU1. Deze werkgroep zal worden voorgezeten door het Raadssecretariaat en richt zich specifiek op het uittredingsproces. De werkgroep zal van start gaan na aanname van het onderhandelingsmandaat. Deze werkgroep bespreekt als enige groep álle elementen die betrekking hebben op het artikel 50-proces. Het kabinet kan zich vinden in het Raadsbesluit. Inhoudelijke bespreking van dit agendapunt is niet voorzien tijdens de Raad.

Informatievoorziening

Op 2 mei jl. ontving het kabinet een notitie van het Raadssecretariaat over de beginselen met betrekking tot transparantie in het onderhandelingsproces over de uittreding van het VK. Deze notitie is op 3 mei jl. vertrouwelijk ter inzage gelegd aan uw Kamer (zie Kamerstuk, 23 987, nr. 178). Streven is de beginselen dien in de notitie zijn vervat op 19 mei a.s. op niveau van Coreper vast te stellen.

Het uitgangspunt van het Raadssecretariaat is openbaarheid. Wat het kabinet betreft bevat de notitie daarmee de juiste uitgangspunten. Inzet van het kabinet is om de onderhandelingen zo transparant mogelijk te laten verlopen. De beginselen geven voldoende ruimte aan de lidstaten om stukken met hun nationale parlementen te delen conform constitutionele arrangementen en zijn in lijn met de EU-regelgeving inzake openbaarheid van documenten.

Het kabinet is voornemens, nadat de beginselen zijn vastgesteld, afspraken over informatievoorziening via de griffie van uw Kamer te bespreken en zo spoedig mogelijk vast te leggen. Wat het kabinet betreft komen deze overeen met de afspraken die hierover eerder met uw Kamer zijn gemaakt (zie Kamerstuk, 23 987, nr. 173).

Openbare stukken van de Commissie ten aanzien van uittreding VK worden reeds nu gepubliceerd op de website van de taskforce artikel 50 van de Commissie.2


  1. Dit concept-Raadsbesluit is vertrouwelijk met uw Kamer gedeeld, zie Kamerstuk 23 987, nr. 178↩︎

  2. https://ec.europa.eu/info/departments/taskforce-article-50-negotiations-united-kingdom_en↩︎