Preview document (🔗 origineel)

---

31409	Ontwerpwijziging Regeling voorkoming verontreiniging door schepen
in verband met EU-implementatie

nr. 		Lijst van vragen en antwoorden

		

Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn)

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de
Ontwerp-wijziging van de Regeling voorkoming verontreiniging door
schepen in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr.
1257/2013 inzake scheepsrecycling en Verordening 2015/757 betreffende de
monitoring, de rapportage en de verificatie van kooldioxide-emissies
door maritiem vervoer en de implementatie van Verordening (EU) nr.
1257/2013 inzake scheepsrecy-cling en tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG (31409, nr. 155).

De daarop door de minister van Infrastructuur en Milieu gegeven
antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

Waarnemend voorzitter van de commissie, 

		Van Veldhoven

		

		Adjunct-griffier van de commissie,

		Israel

Nr	Vraag	Bijlage	Blz. (van)	t/m

1	Wat wordt wettelijk geregeld ten aanzien van verdere verwerking en/of
verhandeling van onderdelen? Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor
verdere verwerking en/of verhandeling van onderdelen?

5	 

2	Hoe wordt voorkomen dat schepen of scheepsonderdelen naar landen
worden verscheept waar geen of nauwelijks milieumaatregelen gelden? Hoe
wordt voorkomen dat schepen daar worden ontmanteld onder omstandigheden
die schadelijk zijn voor mens en milieu?

5	7 

3	Kunt u verder toelichten waarom is gekozen voor een stapsgewijze
implementatie van de verplichte inventaris van gevaarlijke materialen? 

Wat betekent dit tot 2020 voor bestaande schepen die voor deze tijd
worden gerecycled? Wat betekent dit voor nieuwe schepen die gerecycled
worden voordat de verordening van kracht is?

5	 

4	Op basis van welke criteria vindt de inspectie plaats?

5	6 

5	Is eenduidig in Europese regels vastgelegd waar het monitoringsplan en
het emissieverslag aan moeten voldoen? Of is het mogelijk dat de
interpretatie straks per lidstaat en verificateur kan verschillen? Zo
ja, wat kan dit gaan betekenen?

5	 

6	Aan welke eisen moet een monitoringsplan voldoen?

6	 

7	Waarom is ervoor gekozen de scheepseigenaar dan wel exploitant dit
monitoringsplan zelf te laten opstellen?

6	 

8	Klopt het dat een emissieverslag dient te voldoen aan eisen die door
de scheepseigenaar zelf zijn opgesteld? Hoe wordt een correcte weergave
van de emissies en volledigheid van benodigde informatie geborgd?

6	 

9	Worden onder de zogenoemde klassenbureaus inspectiediensten zoals de
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) verstaan? Zo nee, kunt u
toelichten hoe de klassenbureaus zijn georganiseerd?

6	 

10	Op welke wijze wordt geborgd dat alle klassenbureaus aan dezelfde
Europese standaarden en eisen voldoen?

6	 

11	Wat is er in Europa precies afgesproken over de volgende fase van
besluitvorming ten behoeve van de klimaatmaatregelen in Europees
verband?

6	 

12	Zijn naast het systeem van monitoren, rapporteren en verifiëren
(MRV-systeem) ook andere opties onderzocht waarmee wordt bevorderd dat
verladers “een bewuste keuze voor efficiënte schepen kunnen maken”?
Zo ja, waarom zijn deze andere opties afgevallen?

6	 

13	Welke concrete afspraken zijn er precies gemaakt om te bezien of het
Europese systeem gelijkgeschakeld kan worden met het mondiale systeem
('alignment'), zodat voorkomen wordt dat er straks twee systemen naast
elkaar blijven bestaan?

6	 

14	Hoe ver wil de Europese Commissie gaan om het Europese systeem gelijk
te trekken met het mondiale systeem? Welke afspraken zijn hierover
gemaakt en wat is de Nederlandse inzet?

6	 

15	Welke afspraken zijn er reeds gemaakt met private verificateurs over
toezicht en handhaving van monitoringsplannen en emissierapporten van
landen die niet lid zijn van de Europese Unie (EU)? Hoe wordt erop
toegezien dat toezicht en handhaving in EU-lidstaten en niet-EU-landen
gelijk zijn? Welke afspraken zijn hierover gemaakt?

6	7 

16	Hoe wordt geborgd dat schepen uit derde landen aan dezelfde eisen
voldoen als Europese schepen?

7	 

17	Wat betekent deze nieuwe verplichting voor de capaciteit van de ILT?
Is er voldoende capaciteit aanwezig voor deze taak?

8	 

18	Welk deel van de genoemde administratieve lasten voor het
bedrijfsleven vloeit voort uit andere internationale verplichtingen?

8	9 

19	Klopt het dat het Europese MRV-systeem een opgave per schip per reis
vereist? Klopt het dat deze opgaven vervolgens ook geverifieerd dienen
te worden?

9	 

20	Klopt het dat ook over de vervoersprestatie gerapporteerd dient te
worden ('transport work')? Zo ja, wat is de meerwaarde van het
rapporteren over de vervoersprestatie? Wat zijn de administratieve
lasten per reis, aangezien er moet worden gemeten en gerapporteerd per
schip, per eis en per vervoerde lading? En wat zijn de
(maatschappelijke) baten per reis?

9	 

21	Hoe verhoudt dit Europese systeem zich tot de voorgestelde
regelgeving van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) die per 1
januari 2019 in werking treedt?

9	 

22	Klopt het dat het IMO-systeem, dat ook voor Europese reders zal
gelden, veel simpeler is omdat daar een jaaropgave voor de hele vloot
van een reder volstaat? Zo ja, wat betekent dit voor de invoering, het
toezicht en de handhaving van dit Europese systeem?

9	 

23	Klopt het dat het Europese systeem andere doelen heeft dan het
IMO-systeem? Zo ja, wat betekent dit concreet voor de Nederlandse inzet?
Zo nee, kunt u garanderen dat reders die straks een Europese haven
aandoen, niet de CO2-uitstoot op twee manieren moeten bijhouden en twee
keer moeten rapporteren?

9	 

24	Wanneer kan de toelichtende nota op het goedkeuringsvoorstel voor het
verdrag van Hongkong worden verwacht?

9	 

25	Is tot 1 januari 2021 sprake van een ongelijk speelveld, omdat
vlooteigenaren van niet-EU-landen niet aan de verordening hoeven te
voldoen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke acties worden genomen om zo
snel mogelijk tot een gelijk speelveld te komen?

9	 

26	Hoe verhoudt de stelling dat de administratieve lasten niet
significant zullen stijgen zich tot de verhoging van de administratieve
lasten van circa 3,3 miljoen euro per jaar?

9	 



Totaallijst feitelijke vragen Ontwerp-wijziging van de Regeling
voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie
van Verordening (EU) nr. 1257/2013 inzake scheepsrecycling en
Verordening 2015/757 betreffende de monitoring, de rapportage en de
verificatie van koo (31409-155) 	  PAGE   \* MERGEFORMAT  2 /  NUMPAGES 
 \* MERGEFORMAT  2