Rapportage burgerbrieven VWS 2016
Bijlage
Nummer: 2017D15031, datum: 2017-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Rapportage Behandeling Burgerbrieven over het jaar 2016 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) (2017D15029)
Preview document (🔗 origineel)
Rapportage burgerbrieven VWS 2016 Algemeen Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) rapporteert hierbij over de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 betreffende het kerndepartement en de onder VWS ressorterende uitvoeringsorganisaties en inspecties. Ook dit jaar is getracht zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de rapportage van de Nationale Ombudsman uit 2008 getiteld: ‘Behandeling burgerbrieven kan behoorlijker. Onderzoek uit eigen beweging naar de behandeling van burgerbrieven in 2007 door ministeries’. Hierdoor is ook een vergelijking met eerdere jaren mogelijk en zijn mogelijke trends te herkennen. VWS zet zich constant in om de stukkenstroom en de afhandeling daarvan steeds efficiënter en sneller te laten verlopen. Deze rapportage gaat achtereenvolgens in op het aantal en tijdigheid van beantwoording van subsidieaanvragen, bezwaarschriften, klaagschriften, overige brieven en Wob-verzoeken ontvangen door het kerndepartement, de uitvoerende diensten en raden (CBG, CIBG, RIVM, GR, RVS en SCP) en de inspecties (IJZ en IGZ) in 2016. Daarnaast wordt ook nog kort ingegaan op de behandeling van binnengekomen e-mails van burgers. Aanvragen Subsidieaanvragen VWS In 2016 werden 7.925 subsidieaanvragen geregistreerd. Dit zijn er 2.440 meer dan in 2015. De toename houdt verband met nieuwe subsidieregelingen en uitbreiding van bestaande subsidieregelingen (bv. Subsidieregeling stageplaatsen zorg II). Het percentage subsidieaanvragen dat in 2016 binnen de termijn is behandeld, is iets hoger dan in 2015 (98,8% in 2016 tegen 98,6% in 2015). Van alle verleende subsidies is 95,6% binnen de termijn van 13 weken afgehandeld. Dit percentage is 1% minder dan in 2015. Van de vaststellingen is 99,3% binnen de termijn behandeld, dit is gelijk aan 2015. Er is geen sprake van betaalde dwangsommen. Totaal 2014 Totaal 2015 Totaal 2016 Aantal subsidieaanvragen in het jaar 3879 5458 7925 - waarvan verleningen 1069 1373 1082 - waarvan vaststellingen 2810 4085 6843 Gehonoreerde verleningen 1006 1218 782 Gehonoreerde vaststellingen 2710 3891 6306 Totaal aantal binnen termijn 3825 5382 7832 Totaal % binnen termijn 98,6% 98,6% 98,8% Aanvragen verleningen binnen termijn 1026 1327 1034 idem in % 96,0% 96,6% 95,6% Aanvragen vaststellingen binnen termijn 2799 4055 6798 idem in % 99,6% 99,3% 99,3% Aanvragen BIG-registraties CIBG Het CIBG voert als agentschap van VWS verschillende taken uit. Een paar voorbeelden: het CIBG registreert zorgverleners in het BIG-register en orgaandonoren in het Donorregister. Ook zorgt het CIBG voor veilige digitale gegevensuitwisseling in de zorg met de UZI-pas. De taken van het CIBG gaan verder dan alleen de zorgsector. Zo draagt de organisatie bijvoorbeeld ook zorg voor de bouw van het Lerarenregister. Het BIG-register is een taak die voortkomt uit de Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Het BIG-register geeft duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener. Dit betreft de registers voor de beroepen arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige en verpleegkundige. Met een BIG-registratie valt een zorgverlener onder het tuchtrecht. Daarnaast mag een zorgverlener: De wettelijk beschermde beroepstitel voeren. Mogen artsen, tandartsen en verloskundigen zelfstandig voorbehouden handelingen uitvoeren. Starten met een specialistenopleiding. Het doel van de Wet BIG is patiënten beschermen tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen van zorgverleners. Patiënten die het BIG-register raadplegen vertrouwen op de deskundigheid van de zorgverleners in het register. Om deze deskundigheid beter te waarborgen dienen zorgverleners iedere vijf jaar te herregistreren. Hiermee toont de zorgverlener aan nog steeds aan de (minimale) eisen te voldoen om de BIG-registratie te mogen behouden. Daarnaast worden in het BIG-register erkende specialismen (artikel 14) en andere speciale bevoegdheden (zoals voorschrijfbevoegdheid) aangetekend. Het CIBG is verantwoordelijk voor de registratie van zorgverleners in het register. Hiervoor ontvangt het CIBG aanvragen voor opname in het register. In 2016 ontving het CIBG 14.115 aanvragen voor opname in het BIG-register. De wettelijke beslistermijn van een aanvraag voor registratie in het BIG-register is afhankelijk van de categorie van de aanvraag en loopt van acht weken tot vier maanden. De gemiddelde doorlooptijd van deze aanvragen was bijna 18 dagen. 99% van alle aanvragen zijn afgehandeld binnen de wettelijke behandeltermijn. Op 31 december 2016 bedroeg het totaal aantal BIG-registraties 368.104. Organisatie Aantal in 2015 Aantal in 2016 Gemiddelde afhandelingstermijn Percentage afgedaan binnen verdaagde wettelijke termijn Aantal ontvangen ingebreke- stellingen Aantal betaalde dwangsommen Aanvragen BIG-registraties CIBG 13.118 14.058 18 dagen 99 2 3 Vergunningen ongeregistreerde medicijnen IGZ De Inspectie voor de Gezondheidszorg draagt zorg voor de toetsing aan artikel 3.17 van de Regeling Geneesmiddelenwet (RGnw) met betrekking tot het afleveren van ongeregistreerde geneesmiddelen uit binnen- en buitenland ten behoeve van de individuele patiëntenzorg. Apotheken, ziekenhuisapotheken en apotheekhoudende huisartsen zijn onder voorwaarden bevoegd om een ongeregistreerd geneesmiddel op artsenverklaring af te leveren. Daarnaast mogen ook fabrikanten en groothandels in geneesmiddelen die een vergunning hebben als bedoeld in artikel 18 van de Geneesmiddelenwet (Gnw) een ongeregistreerd geneesmiddel afleveren. Bevoegden mogen de ongeregistreerde geneesmiddelen afleveren op basis van de voorwaarden uit artikel 3.17 RGnw. Tot 1 januari 2012 was de inspectie slechts bevoegd om te handhaven als achteraf niet de voorwaarden bleken ingevuld. Bevoegden waren evenwel wel verplicht om het afleveren van een geregistreerd geneesmiddel te melden aan de inspectie. De inspectie geeft sinds 1 januari 2012 al dan niet toestemming op basis van art. 40, 3e lid onder c. van de geneesmiddelenwet voor het afleveren van niet-geregistreerde geneesmiddelen. In 2016 zijn in totaal 786 verzoeken (waarvan er 69 in 2017 zijn afgehandeld) hiertoe bij de inspectie binnengekomen. In 682 (423 nieuwe aanvragen en 259 verlengingen) van de gevallen voldeed het verzoek aan de voorwaarden en werd toestemming gegeven. Er werden 7 verzoeken afgewezen. In 92 gevallen werd de aanvraag na overleg met de verzoeker weer ingetrokken. In 1 geval was de aangeleverde informatie van de kant van de verzoeker niet afdoende. Deze aanvraag werd niet in behandeling genomen. De inspectie hanteert een (wettelijke) termijn van acht weken voor het beoordelen/afhandelen van verzoeken om toestemming voor het afleveren van ongeregistreerde geneesmiddelen op artsenverklaring. Door een efficiëntere inrichting van het werkproces is de gemiddelde afhandelingstermijn in 2016 gedaald naar 35 dagen ten opzichte van 50 dagen in 2015 Bevoegden voor het afleveren van een ongeregistreerd geneesmiddel op artsenverklaring Aantal aanmeldingen 2013 Aantal aanmeldingen 2014 Aantal aanmeldingen 2015 Aantal aanmeldingen 2016 Gemiddelde afhandelings-termijn 2016 Totaal 418 344 507 786 35 dagen Bezwaarschriften De behandeling van bezwaarschriften, inclusief bezwaarschriften gericht aan de uitvoeringsdiensten en de inspecties, wordt centraal gecoördineerd door de directie Wetgeving en Juridische Zaken. In 2016 ontving het departement 1135 bezwaarschriften. Bezwaarschriften Organisatie Aantal 2015 Aantal 2016 Percentage binnen de basis wettelijke termijn verslagjaar Percentage afgedaan binnen verdaagde wettelijke termijn Aantal ontvangen ingebreke- stellingen Aantal betaalde dwangsom-men VWS 1002 1135 84,5% 9 4 Sinds 2011 hanteert VWS een beleid waarbij tijdige afdoening van bezwaarschriften centraal staat. In 2016 is het aantal binnen de wettelijke termijn afgedane bezwaren licht gestegen ten opzichte van 2015, toen 82% tijdig werd afgedaan. In 2016 zijn negen ingebrekestellingen ingediend wegens niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. In 2016 is vier keer een dwangsom betaald wegens niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. In drie zaken werd de maximale dwangsom uitgekeerd (€ 1.260); in de andere zaak werd € 280 euro betaald. In een van deze vier gevallen ging het om een dwangsom die betrekking had op een ingebrekestelling die voor 1 januari 2016 was ontvangen. Daarnaast is ten aanzien van nog één ingebrekestelling die voor 1 januari 2016 was ontvangen, in 2016 beslist dat geen dwangsom was verschuldigd. Beroepen In 2016 werd in 69 zaken beroep en in 18 zaken hoger beroep ingesteld. Dit aantal is nog iets lager dan in voorgaande jaren. Klaagschriften Alle kerndirecties evenals uitvoeringsdiensten en inspecties behandelen en registreren zelf de ontvangen klaagschriften. In 2016 ontving VWS 429 klachten. Hiervan werden er 11 ingediend bij het kerndepartement, 22 bij het College Beoordeling Geneesmiddelen (CBG), 25 bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), 40 bij de IGZ en 3 bij de IJZ. Bij het CIBG werden 258 klaagschriften ontvangen. Het aantal klachten was in 2016 bijzonder hoog door de vele klachten over het Donorregister naar aanleiding van het wetsvoorstel ‘Actieve Donorregistratie’. 90% van de klaagschriften is binnen de wettelijke termijn afgedaan.Bij de unit Zorgverzekeringskantoor (ZVK) van de Rijksdienst voor Caribisch Nederland werden 70 klachten ingediend (2015: 55) . Organisatie Aantal (in 2013) Aantal (in 2014) Aantal (in 2015) Aantal (in 2016) Kerndepartement 2 10 6 11 Uitvoerende diensten 498 269 + 43 (ZVK) 169 + 55 (ZVK) 305 + 70(ZVK) Inspecties 36 35 39 43 Totaal 536 357 269 429 Overige brieven VWS kern In 2016 werden 1141 brieven ontvangen door het kerndepartement. De gemiddelde beantwoordingstermijn bedraagt 35 dagen. Binnen de maximum termijn van zes weken is ruim 73% van de brieven beantwoord. Dit percentage is gelijk aan het percentage uit het verslagjaar 2015. De burgerbrieven worden vrijwel direct na ontvangst in behandeling genomen. Voorafgaand aan schriftelijke beantwoording vindt soms telefonisch contact plaats. Reden van vertraging en het niet halen van de afhandelingstermijn ligt vaak aan de afstemming met derden. Daarnaast geldt dat brieven gericht aan de Koning op het terrein van het Ministerie van VWS een langere afhandelingduur vragen. Deze worden namens de Koning beantwoord door de bewindspersonen, hetgeen gezien de administratieve procedures meer tijd kost dan een burgerbrief gericht aan een bewindspersoon van VWS. Indien de termijn niet wordt gehaald wordt over het algemeen telefonisch contact opgenomen met de briefschrijver en wordt een termijn afgesproken over beantwoording van de brief. Uitvoeringsdiensten De uitvoeringsdiensten hebben in 2016 gezamenlijk een beperkt aantal burgerbrieven ontvangen; veel communicatie verloopt via email. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Gezondheidsraad (GR) hebben in 2016 respectievelijk één, zeven en vier burgerbrieven ontvangen. Het CIBG heeft geen burger brieven ontvangen in 2016, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving heeft 7 brieven ontvangen, het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) 51 brieven en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) ontving 45 brieven in 2016. Inspecties In 2016 ontving de IGZ twee brieven die als burgerbrief werden geregistreerd. Van de twee brieven is een brief binnen een termijn van 6 weken beantwoord. Van de andere brief was de afzender niet bekend en kon om die reden niet beantwoord worden. De overige contacten met burgers verlopen via het Landelijk Meldpunt Zorg, waarvan het jaarlijks klachtbeeld naar de Kamer wordt verstuurd. De Inspectie Jeugdzorg (IJZ) heeft in 2016 in totaal 29 brieven ontvangen. De gemiddelde beantwoordingstermijn van de IJZ is bijna 29 dagen. Zeven brieven zijn buiten de vastgestelde termijnen beantwoord. Reden hiervoor is casusinterventie: er wordt over en weer gecorrespondeerd om nadere info op te vragen. Dit is van invloed op de behandelduur. Organisatie Aantal (in 2013) Aantal (in 2014) Aantal (in 2015) Aantal (in 2016) Gemiddelde behandeltijd verslagjaar in dagen Kern departement 1467 2179 1151 1141 35 Uitvoerende diensten 100 113 109 111 5 Inspecties 37 29 28 31 29 Wob-verzoeken In totaal zijn er in 2016 197 Wob-verzoeken binnengekomen. In 2016 zijn 153 besluiten genomen (waarvan een deel van de verzoeken in 2015 is ontvangen). Hierbij zijn de verzoeken die zijn ingetrokken dan wel overgedragen aan een ander departement, niet meegenomen. In behandeling op 1 januari (voorraad) Ingekomen Ingetrokken Besluit Besluit binnen wettelijke / afgesproken termijn IGS Dwangsom Aantal % 2016 48 197 13 153 43 28 34 15* 2015 32 192 14 162 79 49 15 5* 2014 33 185 8 145 76 53 19 9* *Totaalbedrag betaalde dwangsommen in 2016: € 15.140,- *Totaalbedrag betaalde dwangsommen in 2015: € 1.970,- *Totaalbedrag 2014 is niet helemaal zeker. Begin 2016 werd gestreefd naar een hoger percentage Wob-verzoeken waarop tijdig is besloten. Helaas is het aantal Wob-verzoeken waarop tijdig is besloten echter gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Deze daling is onder meer te verklaren door een toename van het aantal omvangrijke verzoeken. Voor het jaar 2017 wordt ernaar gestreefd om meer verzoeken binnen de wettelijke termijnen af te handelen. Het lagere tijdige afhandelingpercentage van de Wob-verzoeken vertaalt zich ook in het aantal ingebrekestellingen dat ontvangen is. In 2016 nam het aantal ingebrekestellingen toe en was het totaal bedrag aan betaalde dwangsommen hoger dan in 2015. Over het jaar 2016 zijn er in totaal 34 ingebrekestellingen ontvangen, waarvan er 15 resulteerden in het betalen van dwangsommen. Het totale bedrag dat is uitbetaald aan dwangsommen bedraagt € 15.140,-. Organisatie VWS Aantal verzoeken 2014 Aantal verzoeken 2015 Aantal verzoeken 2016 Kerndepartement 74 70 85 Uitvoerende diensten 16 21 37 Inspecties 95 80 75 Totaal 185 171 197 E-mail (en telefonische oproepen) In 2016 heeft Informatie Rijksoverheid (IR) voor de gehele rijksoverheid in totaal 320.318 reacties ontvangen waarvan 85.024 (2015: 84.081) e-mails. Voor VWS heeft de IR in totaal 23.096 reacties ontvangen waarvan 14.878 (2015:14.479) telefonische oproepen (64%) en 8.218 (2015: 7.245) e-mails (36%) en ontvangen. Dat betekent een stijging van zowel het aantal e-mails als telefoontjes. Er zijn in 2016 3.575 (2015:4.346) reacties doorgestuurd naar de back office bij VWS. Publieksvoorlichting Dco heeft in totaal 6.182 reacties ontvangen in 2016 Ook de uitvoeringsdiensten van VWS zijn per e-mail benaderd door burgers. In het verslagjaar 2016 ontving het RIVM 6.983 e-mails. Het RIVM ontving in 2016 meer e-mails dan in 2015. Dit wordt vooral veroorzaakt door de vragen over rubbergranulaatkorrels en over het Zika-virus. Het CIBG ontving 35.202 e-mails, het CBG ontving 1.898 e-mails en het SCP ontving 958 e-mails. De IGZ heeft in 2016 40.581 e-mailberichten ontvangen. Hier is geen onderscheid gemaakt tussen de ontvangen berichten van burgers of Informatie Rijksoverheid. De Gezondheidsraad ontving 138 e-mails en de IJZ 94 in 2016. Ingebrekestellingen PAGE \* MERGEFORMAT 1