[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34740 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure)

Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2017D17420, datum: 2017-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2017Z08227:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.17.0011/II	's-Gravenhage, 31 maart 2017

Bij Kabinetsmissive van 23 januari 2017, no.2017000069, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie,
mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet tot wijziging van de Faillissementswet en enige andere
wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure
(Wet modernisering faillissementsprocedure), met memorie van
toelichting.

Het voorstel beoogt te komen tot een meer efficiënte en transparante
faillissementsprocedure, waarbinnen de curator zijn taken als beheerder
en vereffenaar van de failliete boedel eenvoudiger en doelmatiger kan
uitoefenen. Daarnaast beoogt het voorstel de schuldeisers en andere
betrokkenen bij het faillissement beter te informeren over de voortgang
van de procedure waardoor zij ook beter in staat zijn om voor hun
belangen op te komen. Het voorstel is onderdeel van het programma
herijking faillissementsrecht (moderniseringspijler). 

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan
de Tweede Kamer te zenden, maar acht op onderdelen een dragende
motivering of aanpassing van het voorstel aangewezen. De Afdeling
adviseert dragend te motiveren waarom het voorstel de curator de
bevoegdheid geeft om ook zelf vorderingen van schuldeisers op de lijst
van schuldvorderingen te plaatsen. Daarnaast adviseert de Afdeling
eenduidige terminologie te hanteren ten aanzien van de snelheid waarmee
het faillissement moet worden geregistreerd in het Centraal
Insolventieregister (CIR). 

1. 	Bevoegdheid curator om zelf verificatievorderingen op lijst te
plaatsen

Het voorstel geeft de curator de bevoegdheid om ook zelf vorderingen van
schuldeisers op de lijst van schuldvorderingen te plaatsen. Deze
mogelijkheid bestaat niet onder het huidige recht. De toelichting
vermeldt dat in de praktijk hieraan behoefte bestaat met name bij
grotere faillissementen, waarbij er veel schuldeisers zijn en de
boekhouding op orde is. Het is dan efficiënt om de curator toe te staan
de vorderingen zelf op de lijst van (voorlopig erkende of betwiste)
schuldvorderingen te plaatsen. De Afdeling merkt op dat het voor grotere
faillissementen wellicht efficiënt is om de curator toe te staan
vorderingen zelf op de lijst van schuldvorderingen te plaatsen, maar dat
het voorstel van toepassing is op alle faillissementen.

De Raad voor de rechtspraak (RvdR) heeft kritiek op dit voorstel. Het
voorstel breekt volgens de RvdR met het uitgangspunt dat de schuldeiser
‘eigenaar’ is van zijn vordering en vooronderstelt ten onrechte dat
een crediteur niet zelf in staat is om voor zijn belangen te waken. Het
voorstel heeft geen toegevoegde waarde voor de praktijk, omdat de
(voorgestelde) termijn voor crediteuren om hun vordering in te dienen
volstaat. Ook is het volgens de RvdR de vraag of er consequenties
verbonden zijn als de curator de ene vordering wel en de andere niet
zelf op de lijst zet, nu het gaat om een discretionaire bevoegdheid van
de curator die geenszins door schuldeisers kan worden afgedwongen.

 

Mede in het licht van de reikwijdte van het voorstel adviseert de
Afdeling de opmerkingen van de RvdR alsnog te bespreken in de
toelichting en, indien het voorstel wordt gehandhaafd, het dragend te
motiveren.

2. 	Registratie in Centraal Insolventie register

Het voorstel voorziet in de inschrijving van het faillissement in het
CIR naast publicatie in de Staatscourant. Met de inschrijving in het CIR
kan de uitspraak op de dag zelf door eenieder worden geraadpleegd in
plaats van enkele dagen later na publicatie van de Staatscourant. Dit
voorstel is noodzakelijk, omdat het handelsverkeer behoefte heeft aan
actuele en eenvoudig raadpleegbare informatie over een faillissement van
een rechtspersoon of, in voorkomende gevallen, een natuurlijk persoon.
Het uiteindelijke doel is om de meest essentiële informatie, namelijk
of “het bedrijf failliet is” al enkele minuten na de uitspraak
raadpleegbaar te hebben. Er is gekozen voor de term ‘terstond’ in
plaats van ‘onverwijld’, om duidelijk te maken dat essentiĂ«le
informatie snel na de uitspraak tot faillietverklaring in het CIR wordt
opgenomen.

In zowel het voorstel als de toelichting wordt echter een verschillende
terminologie gehanteerd. Teneinde duidelijkheid aan de praktijk te
geven, is het belangrijk eenduidige terminologie te hanteren. Om deze
reden adviseert de Afdeling zowel in het voorstel als in de toelichting
de term ‘terstond’ te hanteren.

3.	De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele
bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de
Raad van State betreffende no.W03.17.0011/II

Na Artikel I invoegen: De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

 	HR 28 november  2014, ECLI:NL:HR:2014:3464.

 	Toelichting, onderdeel W (artikel 110).

 	Advies Raad voor de rechtspraak, paragraaf 2.11.

 	Onderdeel D (artikel 14), voorstel. 

 	Toelichting, onderdeel D (artikel 14).

 	Toelichting, paragraaf 7 (Consultatie).

 	2. “In het derde lid wordt “of het kantoor van ieder lid der
voorlopige commissie uit de 	schuldeisers, zo er een benoemd is, wordt
door de curator onverwijld geplaatst in de 	Nederlandsche
Staatscourant” vervangen door: of het kantoor van ieder lid van de
voorlopige 	schuldeiserscommissie, zo er een benoemd is, wordt door de
griffier van de rechtbank geplaatst in 	de Nederlandsche Staatscourant
en onverwijld ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19. 	In
ieder geval worden de naam en de woonplaats of het kantoor van de
gefailleerde in het hiervoor 	genoemde register ingeschreven, terstond
op de dag van de uitspraak. “ (Artikel I, Onderdeel D, 	voorstel).

 	“In de wet zal een termijn van publicatie ‘op de dag zelf’
worden neergelegd, in ieder geval wat 	betreft de gegevens van een
failliete onderneming.“ en “De wettekst verzet zich er uiteraard
niet 	tegen als alle informatie tegelijk wordt gepubliceerd, mits dit
maar terstond op de dag van de 	uitspraak geschiedt.” (Toelichting,
Onderdeel D (artikel 14)).

 PAGE   1 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

........................................................................
...........

AAN DE KONING