[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34372 (R2091) Advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk inzake Goedkeuring van de op 18 oktober 2013 te Londen tot stand gekomen wijzigingen van het Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972, zoals opgenomen in Resolutie LP.4(8) (Trb. 2014, 46 en 144)

Goedkeuring van de op 18 oktober 2013 te Londen tot stand gekomen wijzigingen van het Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972, zoals opgenomen in Resolutie LP.4(8) (Trb. 2014, 46 en 144)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2017D17546, datum: 2017-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2017Z08361:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


RAADNo.W14.16.0440/IV/K 's-Gravenhage, 23 februari 2017

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 22 december 2016, no.2016002301, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet tot goedkeuring van de op 18 oktober 2013 te Londen tot stand gekomen wijzigingen van het Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972, zoals opgenomen in Resolutie LP.4(8) (Trb. 2014, 46 en 144), met memorie van toelichting.

De wijziging van het Protocol heeft betrekking op ā€œmariene geo-engineeringā€: het opzettelijk ingrijpen in het zeemilieu door natuurlijke processen te beĆÆnvloeden. De lidstaten verplichten zich ertoe om zulk opzettelijk ingrijpen te verbieden of alleen toe te staan op basis van een vergunning.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar heeft opmerkingen over de medegelding van het verdrag in Aruba, CuraƧao en Sint Maarten en over het vereiste van parlementaire goedkeuring bij het toevoegen van nieuwe bijlagen aan het Protocol op een later tijdstip.

1. Medegelding voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten

Volgens de toelichting hebben de regeringen van Aruba, CuraƧao en Sint Maarten de wenselijkheid van medegelding voor hun landen nog in beraad.1

De Afdeling merkt op dat nog niet is voorzien in medegelding van het oorspronkelijke Protocol voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten. Bij de goedkeuring van het Protocol werd gemeld dat het Protocol mede zou gaan gelden voor de (toenmalige) Nederlandse Antillen en voor Aruba zodra de ter zake dienende uitvoeringswetgeving gereed zou zijn.2 Medegelding van de wijziging van het Protocol voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten is alleen mogelijk als het oorspronkelijke Protocol voor hen geldt.

De nu voorliggende wijziging van het Protocol zou van direct belang kunnen zijn voor de drie landen. Het zijn immers alle drie eilanden, die gebruikt zouden kunnen worden als uitvalsbasis voor mariene geo-engineering. Bovendien kunnen zij nadeel ondervinden van dergelijke activiteiten op zee als die vanuit naburige landen of eilanden worden ondernomen.

De Afdeling adviseert in de toelichting in te gaan op de voortgang wat betreft de medegelding van het oorspronkelijke Protocol en van de voorliggende wijziging van dat Protocol voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten.

2. Het aannemen van nieuwe bijlagen bij het Protocol

Volgens de toelichting zijn de wijzigingen van de bijlagen 4 en 5 van uitvoerende aard. Verdragen tot wijziging van deze bijlagen behoeven ingevolge artikel 7, onderdeel f van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring, tenzij de Staten-Generaal zich thans het recht tot goedkeuring terzake voorbehouden. Ook de aanneming van eventuele nieuwe bijlagen bij het Protocol zullen, mits zij integrerende onderdelen van het Protocol vormen en van uitvoerende aard zijn, geen parlementaire goedkeuring behoeven ingevolge artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, tenzij de Staten-Generaal zich thans het recht tot goedkeuring terzake voorbehouden.3

Artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen houdt in dat wijzigingen van bestaande bijlagen bij een goedgekeurd verdrag niet parlementair hoeven te worden goedgekeurd, mits die bijlagen van uitvoerende aard zijn en de Staten-Generaal bij de goedkeuring geen recht tot goedkeuring van de wijziging voorbehouden. Artikel 7, onderdeel f, is echter niet van toepassing op de totstandkoming van nieuwe bijlagen. Daarvoor geldt het parlementair goedkeuringsvereiste onverkort.

De Afdeling adviseert de toelichting aan te passen.

3. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging het voorstel van rijkswet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan die van CuraƧao en aan die van Sint Maarten, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.


De waarnemend vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende no.W14.16.0440/IV

  • In de toelichting vermelden dat over het voorstel van rijkswet geen raadgevend referendum kan worden gehouden, nu goedkeuring wordt gevraagd voor het gehele Koninkrijk (artikel 5, aanhef en onderdeel f, van de Wet raadgevend referendum).


  1. Toelichting, paragraaf V (Koninkrijkspositie).ā†©ļøŽ

  2. Kamerstukken II 2006/07, 31Ā 057 (R 1828), nr. 3, blz. 10.ā†©ļøŽ

  3. Toelichting bij bijlage 5, paragraaf 30.ā†©ļøŽ