Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2017

Voor het rondetafelgesprek over Mestfraude van de vaste commissie voor
Economische Zaken, op donderdag 22 juni 2017, heeft u een
vertegenwoordiger van de Politie Oost-Brabant uitgenodigd.

Het primaat in toezicht, handhaving en opsporing van mestfraude ligt bij
het ministerie Infrastructuur en Milieu, bij de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT) en met betrekking tot Biocentrales ligt het primaat
voor toezicht, handhaving en opsporing  bij de Nederlandse voedsel en
warenautoriteit (NVWA).

De ILT en NVWA hebben voor strafrechtelijk opsporingsonderzoek een eigen
Inlichtingen- en Opsporingsdienst en nemen ook aangiftes op.

De politie neemt, vanuit haar opsporingsexpertise deel aan onderzoeken
die worden gedaan bij de bedrijven waarvan wordt vermoed dat er
betrokkenheid is bij mestfraude ter ondersteuning van de acties die het
Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie in afstemming met de
betrokken bijzondere opsporingsdiensten initieert.

De politie is met ILT, NVWA, FP en een vertegenwoordiger namens het
bestuur/omgevingsdiensten verenigd in de landelijke milieukamer. In deze
weeg- en stuurploeg op zowel informatie als onderzoeken, kan ook
mestfraude aan de orde komen. Ook worden afspraken gemaakt over acties
en informatiegaring. 

Gelet op de beperkte en ondersteunende rol bij de handhaving en
opsporing van mestfraude en de expertise op dat gebied bij de
opsporingsdiensten, verwacht ik dat de Politie slechts in geringe mate
kan bijdragen aan het gesprek. Ik stel daarom voor om het gesprek zonder
aanwezigheid van de politie te voeren.

De minister van Veiligheid en Justitie,

S.A. Blok