[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34761 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van Engelstalige rechtspraak bij de internationale handelskamers van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van Engelstalige rechtspraak bij de internationale handelskamers van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2017D21769, datum: 2017-07-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z10476:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.17.0066/II	's-Gravenhage, 4 mei 2017

Bij Kabinetsmissive van 9 maart 2017, no.2017000399, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken
in verband met het mogelijk maken van Engelstalige rechtspraak bij de
internationale handelskamers van de rechtbank Amsterdam en het
gerechtshof Amsterdam, met memorie van toelichting.

Het voorstel strekt ertoe om in internationale handelsgeschillen
procederen in de Engelse taal mogelijk te maken als partijen dat
onderling uitdrukkelijk zijn overeengekomen. Het voorstel regelt daartoe
dat een nieuwe internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam
(Netherlands Commercial Court (“NCC”)) en van het gerechtshof
Amsterdam (Netherlands Commercial Court of Appeal (“NCCA”)) in dit
soort geschillen in het Engels uitspraak kan doen. Om de voorziening op
het totale budget voor de rechtspraak kostenneutraal te kunnen
aanbieden, geldt voor deze Engelstalige procedure bij de NCC en de NCCA
een verhoogd griffierecht. 

 

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan
de Tweede Kamer te zenden, maar maakt opmerkingen over de motivering van
de betekenis van het voorstel in vergelijkbare situaties waarin
uitsluitend in de Nederlandse taal uitspraak wordt gedaan en over het
ontbreken van de mogelijkheid om ook (incidentele) cassatiemiddelen of
verweerschriften in de Engelse taal in te dienen bij de Hoge Raad. 

1.	Uitspraak in de Engelse taal

Het voorstel strekt ertoe om in internationale handelsgeschillen
procederen in de Engelse taal mogelijk te maken als partijen dat
onderling uitdrukkelijk zijn overeengekomen. Voorgesteld wordt dat de
rechter in die gevallen de uitspraak uitsluitend in de Engelse taal zal
doen. Door het voeren van een procedure in het Engels kunnen partijen de
rechterlijke procedure inzake hun internationale geschil beter laten
aansluiten bij hun gangbare zakelijke praktijk en daarmee veel tijd en
aanzienlijke vertaalkosten besparen, aldus de toelichting. 

Thans is het in bepaalde gevallen reeds mogelijk bijvoorbeeld producties
in de Engelse, Franse of Duitse taal over te leggen en om in de
Nederlandse gerechten in een andere dan de Nederlandse taal het woord te
voeren. Zo bepaalt de Wet gebruik Friese taal dat in strafzaken, civiele
zaken en bestuursrechtelijke zaken die aanhangig zijn bij de rechtbank
Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de processtukken,
met uitzondering van dagvaardingen in strafzaken, in de Friese taal
mogen worden gesteld. Ook is het mogelijk in deze gerechten in de Friese
taal het woord te voeren. De uitspraak vindt echter steeds uitsluitend
plaats in de Nederlandse taal. 

Daarnaast loopt er momenteel een pilot bij de rechtbank Rotterdam met
het gebruik van de Engelse taal. In bodemprocedures in dagvaardingszaken
op het gebied van het zee- en vervoerrecht of de internationale
handelskoop, die tussen (uitsluitend) professionele partijen worden
gevoerd en worden aangebracht bij de rechtbank Rotterdam (bij de
zogenaamde ‘natte kamer’) kan het Engels als voertaal worden
gebruikt. Daartoe zijn aparte ‘Procesafspraken bij keuze voor
Engelstalig procederen’ gemaakt. Ook de natte kamer doet in deze zaken
uitsluitend uitspraak in de Nederlandse taal. 

Voorts is het mogelijk om in het Gemeenschappelijk Hof van Aruba,
Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en in de
Gerechten in eerste aanleg in de lokaal officieel erkende voertalen het
Engels, Nederlands en Papiaments het woord te voeren en om producties in
vreemde talen over te leggen. De Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van
Justitie bepaalt expliciet dat het Hof en de gerechten in eerste aanleg
uitsluitend uitspraak doen in de Nederlandse taal. Dit terwijl in de
Caribische delen van het Koninkrijk meer Engels en Papiaments gesproken
wordt dan Nederlands. De Memorie van toelichting bij de Rijkswet
Gemeenschappelijk Hof zegt hierover: 

“Reden voor het voorschrift dat uitspraken in het Nederlands zijn is
in de eerste plaats dat de regelgeving waarop de uitspraken zijn
gebaseerd in het Nederlands is gesteld en in de tweede plaats het
optreden van de Hoge Raad der Nederlanden als cassatierechter. Dit laat
onverlet dat elk van de landen de mogelijkheid

kan bieden dat een vertaling van de uitspraak beschikbaar wordt gesteld.

De kosten daarvan worden dan uiteraard door dat land gedragen.”

Uit het voorgaande blijkt dat het nu al mogelijk is om de gerechten in
een andere dan de Nederlandse taal toe te spreken of producties in een
andere taal over te leggen. Daarin brengt het voorstel geen wijziging.
Kern van voorstel is dan ook het voorschrift dat de Nederlandse rechter
in internationale handelsgeschillen slechts in de Engelse taal uitspraak
zal doen. 

De Afdeling merkt op dat de redenen die bij de totstandkoming van de
Rijkswet Gemeenschappelijk Hof zijn aangevoerd om in de overzeese
gebiedsdelen in de Nederlandse taal uitspraak te doen, grotendeels van
toepassing zijn op de situatie waarop het onderhavige voorstel ziet. Het
NCC(A) zal immers Nederlands procesrecht toepassen en de Hoge Raad zal
als cassatierechter optreden. Verschil met het Gemeenschappelijk Hof is
dat het materiële recht ook in het Nederlands is gesteld, terwijl bij
het NCC(A) vaak Engelstalig recht als toepasselijk recht zal zijn
gekozen. De vraag rijst in dit verband waarom de nog niet zo lang
geleden aangevoerde argumenten thans anders worden gewogen en of de
voorgestelde wijziging ook niet in andere gevallen kan worden
doorgevoerd, zoals die van de ‘natte kamer’ in Rotterdam.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het vorenstaande in te gaan
en het wetsvoorstel zo nodig aan te vullen. 

2.	Hoge Raad 

De Hoge Raad zal in cassatie met het oog op rechtseenheid en
rechtsontwikkeling

zowel de procedure als de uitspraak doen in de Nederlandse taal. De
rechtspraak van de Hoge Raad moet immers voor iedereen in Nederland
toegankelijk en begrijpelijk zijn, aldus de toelichting. Wel zal de Hoge
Raad kennis nemen van de Engelstalige processtukken uit de feitelijke
instanties, zij het dat aan partijen kan worden gevraagd om een
Nederlandse vertaling van de processtukken. Prejudiciële vragen aan de
Hoge Raad dienen door de NCC en de NCCA (ook) in de Nederlandse taal te
worden gesteld.

De Afdeling merkt het volgende op. Nu de Hoge Raad kennis neemt van de
Engelstalige processtukken uit de feitelijke instanties, doet zich de
vraag voor waarom het niet mogelijk wordt om ook (incidentele)
cassatiemiddelen of verweerschriften in de Engelse taal in te dienen.
Daarmee treedt evenzeer een besparing in de vertaalkosten op terwijl het
uitgangspunt overeind blijft, dat de uitspraak van de Hoge Raad in de
Nederlandse taal wordt gesteld. De toelichting gaat hierop niet in. 

De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen. 

3.	Verwerking adviezen en consultatiereacties

In de memorie van toelichting is vermeld dat de gevraagde adviezen en
binnengekomen consultatiereacties over een voorontwerp van het
wetsvoorstel in overwegende mate positief van toon waren. Op de in de
reacties opgenomen vragen en kanttekeningen is zoveel mogelijk bij de
desbetreffende onderdelen ingegaan, aldus de toelichting. 

De toelichting bevat echter geen inhoudelijke reacties op de ontvangen
adviezen. De kleinere punten noch de opmerkingen die de betreffende
instanties van principiële aard achten, zijn besproken. De Afdeling
wijst bijvoorbeeld op de opmerkingen over de kostendekkende
griffierechten en het gelijkheidsbeginsel van de Nederlandse Vereniging
voor Rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten.

De Afdeling adviseert in de toelichting alsnog op de ontvangen reacties
in te gaan.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

 	Memorie van toelichting, paragraaf 1. 

 	Zie HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:65 waarin de Hoge Raad oordeelde
aan de hand van de eisen van behoorlijke rechtspleging dat de rechter
bij de beoordeling van een geschil acht dient te slaan op behoorlijk in
het geding gebrachte producties die in de Engelse, Franse of Duitse taal
zijn gesteld en waarop door een partij een beroep is gedaan. De rechter 
kan een vertaling verlangen als hij dat nodig acht voor de behandeling
van de zaak, mede gelet op de belangen van de wederpartij. Een vertaling
is in beginsel wel noodzakelijk als een productie is gesteld in een
andere vreemde taal. 

 	Te vinden via
https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Procesafspraken-bij-k
euzevoor-Engelstalig-procederen.pdf.

 	Artikel 12 Procesafspraken bij keuze voor Engelstalig procederen.

 	Gemeenschappelijke Hof 19-01-2016, ECLI:NL:OGHACMB:2016:4. Het
Gemeenschappelijk Hof oordeelde in deze zaak, onder verwijzing naar de
uitspraak van de Hoge Raad van 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:65, dat
het overleggen van een vertaling van een productie in beginsel niet
noodzakelijk is als die productie is gesteld in de Papiamentse, Engelse
of Spaanse taal. De rechter kan in die gevallen evenwel een vertaling
verlangen als hij dat nodig acht voor de behandeling van de zaak, mede
gelet op de belangen van de wederpartij. Een vertaling is in beginsel
wel noodzakelijk als een productie is gesteld in een andere vreemde
taal. Ook bij het Constitutioneel Hof van Sint Maarten kan in het Engels
geprocedeerd worden.

 	Zie artikel 9 Rijkswet Gemeenschappelijk Hof. 

 	http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=82867NED

 	Kamerstukken II 2008/09, 32 017 (R 1884), nr. 3, blz. 28. 

 	Memorie van toelichting, paragraaf 5 (Advies en consultatie).

  PAGE  2 

........................................................................
...........

AAN DE KONING