[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage bij vso over Friese taal en cultuur (Kamerstuk 34 550 VII, nr. 35)

Bijlage

Nummer: 2017D23164, datum: 2017-08-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van een schriftelijk overleg over de tussenevaluatie bestuursafspraken Friese taal en cultuur (2017D23163)

Preview document (🔗 origineel)


34 550  VII	Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2017 

Nr. 			VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld, 
 december 2016  

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en
opmerkingen over de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties van 2 december 2016 (TK 34550 VII nr 35) met de
rapportage over de periodieke bestuursafspraken ter uitwerking van de
gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur en de
bekostiging daarvan. Een aantal leden heeft er voor gekozen hun vragen
zowel in de Nederlandse als Friese taal voor te leggen.

De vragen, alsmede de daarop op 
.
 door de minister gegeven
antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Pia Dijkstra  

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

Inhoudsopgave

1.	Inleiding

2.	Bestuursafspraak Friese taal 

	Algemeen taalbeleid

	Het Fries in de rechtbank

	Het Fries in het bestuurlijk verkeer

	Het Fries in de media

	Het Fries in het culturele leven

3.	Evaluatie bestuursafspraak Friese taal en cultuur (BFTC)

4.	Vijfde evaluatie expertcommissie Europees Handvest

	Het Fries in het onderwijs

1.	Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de tussenevaluatie bestuursafspraken Friese taal en cultuur. Deze leden
vinden het belangrijk dat de Friese taal, de tweede officiële
rijkstaal, behouden blijft en het gebruik wordt gestimuleerd. Er is de
afgelopen jaren al het nodige gedaan met de Wet gebruik Friese taal
(Taalwet), de decentralisatie van de bevoegdheden voor de kerndoelen van
het Fries in het onderwijs en de besluitvorming ten aanzien van de
Mediawet. De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat er ook
specifiek aandacht is voor de kwetsbare groepen in de samenleving in
relatie tot het Fries, zoals in de zorg voor de ouderen, omdat emoties
daar vaak een belangrijke rol spelen en zeker ouderen dan vaak eerder
teruggrijpen op de taal uit hun jeugd.

Wat is de visie van de minister op de vraag in welke mate de Friese taal
behouden blijft en hoe de positie van de Friese taal bevorderd kan
worden? Hoe ziet het gebruik van de Friese taal eruit ten opzichte van
bijvoorbeeld 2010, 2005 en 2000? Wat zegt deze ontwikkeling volgens de
minister?

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennis genomen van de
tussenevaluatie van de Bestuursafspraken Friese taal en cultuur. Deze
leden hechten veel belang aan dat Rijk en provincie deze afspraken maken
ter bevordering van het levend gebruik van het Fries en de bijbehorende
cultuur. Daarom maken deze leden graag gebruik van de mogelijkheid om
een aantal vragen te stellen. Zij kijken met belangstelling uit naar de
beantwoording van hun vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de ‘Tussenevaluatie bestuursafspraak Friese taal en cultuur’, van
het kabi-netsstandpunt over de bestuursafspraak Friese taal en cultuur,
het rapport “Verandering en verbetering”, en van het vijfde
evaluatierapport van de expert-commissie van de Raad van Europa over de
implementatie van het Europees Handvest voor regionale talen en
minderheidstalen in Nederland.

Deze leden onderschrijven de woorden uit het coalitieakkoord (2015-2019)
van Gedeputeerde Staten van Fryslñn: “Het Fries is voor de Friezen
meer dan alleen een taal. Het bepaalt ook hun identiteit. Het zorgt voor
verbinding en geeft een thuisgevoel.” Deze leden hechten aan de
gezamenlijke verant-woordelijkheid van de provincie FryslĂąn en de
rijksoverheid voor het waar-borgen van de Friese taal en cultuur, die
sinds de eerste bestuursafspraak in 1989 steeds uitdrukkelijk is
vastgelegd.

De leden van de D66-fractie hebben de tussenevaluatie met interesse
gele-zen. Bij het lezen van de brief van de minister en de evaluatie
viel deze leden het een en ander op.

De leden fan de D66-fraksje hawwe de tuskenevalusaasje mei ynteresse
lĂȘzen. By it lĂȘzen fan de brief fan de minister en de evaluaasje foel
de fraksje it ien en oar op.

2.	Bestuursafspraak Friese taal 

Algemeen taalbeleid

De leden van de VVD-fractie merken op dat DINGtiid (het nieuwe orgaan
voor de Friese taal) heeft geconstateerd dat een succesvol Fries
taalbeleid niet alleen wettelijke borging vraagt, maar ook heldere
aansturing, ambitie, samen-werking en het duidelijk beleggen van rollen.
Hoe kan het ministerie van Binnenlandse Zaken daaraan bijdragen en
draagt het ministerie daaraan bij? Hoe kan een “taalschipper”
daaraan bijdragen? Waarom beperkt de rol van de “taalschipper” zich
tot het Friese taalgebied en de decentrale implementatie van de Taalwet
en het taalbeleid? Waarom neemt het ministerie van Binnenlandse Zaken
als verantwoordelijk ministerie voor de Friese taal niet deel aan de
overlegstructuur die de provincie FryslĂąn op gaat zetten? De VVD zou
dat namelijk wel wenselijk vinden. Kan de minister toezeggen dat dit
alsnog gebeurt?

De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat de Raad van Europa aangeeft
dat de regering niet rechtstreeks met de taalgroep in contact treedt.
Hoe gaat de regering dat probleem in meer structurele zin oplossen? Welk
overleg heeft de minister van BZK met de taalgroep (Fries) en met welke
frequentie?

DINGtiid heeft sinds 2004 zes adviezen uitgebracht. Wat is er gebeurd
met deze adviezen dan wel welke opvolging hebben deze gekregen, zo
vragen de leden van de VVD-fractie?

De leden van de PvdA-fractie vinden het beeld van een taalschipper
aanspre-kend en zien hier een belangrijke rol weggelegd voor de
provincie FryslĂąn. Wel vragen deze leden aan de regering of er tot nu
toe geen enkele coördina-tie plaatsvond tussen de bestuursorganen, die
een verantwoordelijkheid hebben door de Wet gebruik Friese taal.
Daarnaast valt het de leden van de PvdA-fractie op dat de taak als
taalschipper zich beperkt tot de decentrale implementatie van de
Taalwet. Waarom valt het Friese taalbeleid van landelijke
bestuursorganen en de rechterlijke macht niet binnen  het taakgebied van
de provincie als taalschipper.

Nu er een overlegstructuur komt voor overleg met de decentrale
bestuurs-organen over het gebruik van de Friese taal vragen de leden van
de PvdA-fractie wanneer deze overlegstructuur in werking treedt en hoe
die moet functioneren. 

De minister van BZK geeft aan dat hij weliswaar ministerieel
verantwoordelijk is voor de  Friese taal en het Europees Handvest voor
minderheidstalen, maar dat een groot deel van het initiatief bij de
provincie FryslĂąn ligt. Daarom vragen de leden van de PvdA-fractie hoe
de minister concreet invulling geeft aan zijn verantwoordelijkheid?

De leden van de CDA-fractie zijn ingenomen met het besluit van de
minister om de provincie FryslĂąn uitdrukkelijk in positie te brengen
bij de uitvoering van de Wet gebruik Friese taal, kortweg de Taalwet.
Deze leden onderkennen de waarde van een overlegstructuur waarbij
regelmatig bestuurlijk overleg plaats-vindt met de andere bij de Taalwet
betrokken decentrale bestuursorganen. 

Met de minister onderschrijven zij de constatering van DINGtiid, dat
succesvol Fries taalbeleid niet alleen wettelijke borging vraagt maar
ook heldere aanstu-ring, ambitie, samenwerking en het duidelijk beleggen
van rollen, taken en verantwoordelijkheden. Deze leden vragen in dit
verband, hoe de minister borgt dat de provincie deze rol kan blijven
vervullen. Deze leden constateren, dat de provincie momenteel zelf
ambitie toont op dit gebied, bijvoorbeeld met het Deltaplan Frysk, dat
de verankering van het Fries als tweede rijkstaal beoogt te versterken.
Deze leden waarderen initiatieven zoals het opnemen van het Fries in
Google Translate en in het bijzonder ook de inspanningen gericht op
‘Friezen om utens’.

Is de minister bereid om er bij een nieuwe Bestuursafspraak (2019-2023)
zorg voor te dragen, dat de provincie deze rol kan blijven spelen? Hoe
garandeert de minister dit in beleidsmatige en financiële zin? Deze
leden ontvangen graag een reactie van de minister op deze punten.

Deze leden vragen ook, hoe de minister de aanbevelingen 32 en 33 van de
Raad van Europa, een uitgebreidere Taalwet ware verstandiger geweest,
meeneemt in de volgende Bestuursafspraak Friese taal en cultuur
(2019-2023), die op basis van de Taalwet weer afgesloten dient te
worden.

De leden van de D66-fractie zijn content met het voorstel van DINGtiid
om de provincie Fryslñn tot “taalschipper” te maken, een mooie term
die de functie goed omschrijft. De provincie lijkt de leden van de
fractie ook bij uitstek de bestuurslaag om die functie op zich te nemen.
Wel vragen de leden zich af of de provincie op dit moment het
instrumentarium heeft om die functie uit te voeren. Kan de minister daar
inzicht in geven? Welke bevoegdheden heeft de provincie, bijvoorbeeld
als het gaat om andere bestuursorganen? Wat kan de provincie doen als
deze bestuursorganen het Fries niet de aandacht geven die het op basis
van de wet verdient?

De leden fan de D66-fraksje binne wiis mei it Ăștstel fan DINGtiid om de
provinsje Fryslñn ta “taalskipper” te meitsjen, in moaie term
dy’t de funksje goed omskriuwt. De provinsje liket de leden ek
perfoarst de bestjoerslaach om dy funksje te jaan. Wol freegje de leden
harren ĂŽf oft de provinsje it ynstrumintarium hat om dy funksje Ășt te
fieren. Kin de minister dĂȘr ynsjoch yn jaan?  Hokker foech hat de
provinsje, bygelyks as it giet om oare bestjoersorganen en wat as dy it
Frysk net de oandacht jouwe dy ' t it fertsjinnet?

Het Fries in de rechtbank

De leden van de VVD-fractie lezen dat er vanuit de provincie FryslĂąn
zorgen bestaan over het gebruik van het Fries in de rechtbank, Ă©Ă©n van
de onderdelen van de Taalwet. En ook de oorsprong van de Taalwet, want
die ligt eigenlijk op 16 november 1951, Kneppelfreed. Toen raakten
demonstran-ten, nieuwsgierigen en journalisten op het Zaailand voor het
gerechtsgebouw van Leeuwarden slaags met de politie over het gebruik van
het Fries in de rechtbank.

De ervaring van de provincie FryslĂąn is dat het recht van Friestaligen
om hun taal te kunnen gebruiken in de rechtbank en het gerechtshof
minder vanzelfsprekend is wanneer de rechtsgang buiten de provincie
FryslĂąn plaats vindt. Met de Wet herziening gerechtelijke kaart en de
grotere specialisatie van rechtbanken is dit vaker het geval. Wat vindt
de minister daar van, want in de evaluatie is over het standpunt van de
minister niks te vinden? Welke ontwikkelingen ziet de minister in de
praktijk? En in hoeverre vindt de minister dat het gebruik van de Friese
taal in de rechtbank geen theoretisch recht moet zijn? 

De leden van de VVD-fractie lezen dat de monitoring van het gebruik van
het Fries in de rechtspraak onlangs in gang is gezet. Wat houdt dit
precies in? En hoe wordt nu geregeld dat de Taalwet op dit punt in de
praktijk nagekomen wordt of kan worden dan wel wat doet de minister
daaraan? 

De leden van de CDA-fractie constateren, dat de expertcommissie over het
Fries in het rechtsverkeer stevige uitspraken doet. De expertcommissie
heeft grote zorg over het verschil tussen praktijk en theorie, de
beschikbaarheid van tolken bij Friese rechtszaken, de monitoring die
(althans op papier) pas zeer recent is gestart en het ontbreken van een
actieve uitnodiging aan Friestaligen om hun taal te spreken. “Het
recht van Friestaligen om hun taal te kunnen gebruiken in de rechtbank
en het gerechtshof is minder vanzelfsprekend wanneer de rechtsgang
buiten de provincie Fryslñn plaatsvindt, is de ervaring.”, meldt de
Tussenevaluatie. Welke stappen zet de minister om deze zorgen weg te
nemen?

De leden van de D66-fractie lezen de zorgen van DINGtiid over de
recht-spraak in het Fries. Ook de D66-fractie heeft hier al eerder
aandacht voor gevraagd. Deze leden begrijpen dat de voortgang van het
gebruik van het Fries in de rechtbank gemonitord wordt. Kan de minister
de resultaten hiervan aan de Kamer doen toekomen?  

De leden fan de D66-fraksje lĂȘze de soargen fan DINGtiid oer de
rjochtspraak yn it Frysk. Ek de D66-fraksje hat hjir earder al fragen
oer stelt. De leden be-gripe dat de fuortgong  fan it gebrûk fan it
Frysk yn ‘e rjochtbank kontrîllearre wurdt. Kin de minister de
fuortgongsrapportaazje ek mei de Keamer diele?

Het Fries in het bestuurlijk verkeer

De leden van de VVD-fractie lezen ook dat het Fries bij de
gedeconcentreerde rijksdiensten een aandachtspunt blijft, ook na de
totstandkoming van de Wet gebruik Friese taal. Het klinkt mooi dat wordt
gesteld dat het Rijk en de provincie vinden dat het van groot belang is
om hier ruimhartig rekening mee te houden. Maar wat houdt dat precies
in?

Want in de Leeuwarder Courant  stond eind november/begin december 2016
een bericht dat organisaties hun ANBI-status verliezen als zij hun
publicatie-plicht uitsluitend Friestalig nakomen, volgens de
Belastingdienst. Is dit waar? Is dit de beleidslijn? In hoeverre vindt
de minister dit wenselijk? Hoe spoort dit met het Handvest
Minderheidstalen, de Wet gebruik Friese taal en/of de Bestuursafspraken
Friese taal en cultuur?

De leden van de PvdA-fractie realiseren zich dat de Friese gemeenten met
hun taalbeleid een belangrijke rol spelen in het actief gebruik van het
Fries in het dagelijks leven. Daarom is het belangrijk dat er goede
afspraken gemaakt worden bij de komende gemeentelijke herindelingen,
waarbij gemeenten samengaan waar behoorlijk uiteenlopende benaderingen
bestaan van de Friese taal. Daarom vragen deze leden of er bij de
komende herindelingen ook beleidsovereenkomsten zullen worden gesloten
door provincie, Rijk en betrokken gemeenten? Ook vragen deze leden hoe
gewerkt wordt aan de effectuering van de overeenkomsten die eerder
gesloten werden met de nieuwe gemeenten Leeuwarden  en de Fryske Marren?

De leden van de CDA-fractie constateren, dat de expertcommissie over het
Fries in het bestuurlijk verkeer (i.v.m. herindelingen, zie de
aanbevelingen 155 en 156) en het rechtsverkeer stevige uitspraken doet.
De expertcommissie heeft grote zorg over het verschil tussen praktijk en
theorie.

De leden van de D66-fractie lezen dat nog geen enkele gemeente een
taalplan (art. 5 Taalwet) heeft. Wie is in deze kwestie toezichthouder?
Is dat het Rijk of de provincie? Als het rijk toezichthouder is, wat
voor maatregelen neemt de minister dan? Is er een (wettelijke) termijn
voor het hebben van een taalplan? 

De leden fan de D66-fraksje lĂȘze dat noch gjin inkele gemeente in
taalplan (art. 5 Taalwet) hat. Wa is yn dizzen tafersjochhĂąlder? Is dat
it Ryk of de provinsje? As it Ryk tafersjochhĂąlder is, wat docht de
minister hjir dan oan? Is der in termyn wĂȘr op de gemeenten in taalplan
hawwe moatte?

Het Fries in de media

De leden van de VVD-fractie lezen dat Rijk en provincie momenteel aan
een “Bestuursafspraak Fries in de media 2016” werken. Wat is de
stand van zaken? Wat staat daar precies in?

 

De leden van de PvdA-fractie lezen de bezorgdheid van de expertcommissie
van de Raad van Europa over de effecten van de  bezuinigingen op de
regionale omroepen op het programma-aanbod van Omrop FryslĂąn. Daarom
vragen deze leden naar de gevolgen voor “de Omrop” als de beoogde
vrijwillige samenwerking onverhoopt niet door mocht gaan. Welke
financiële gevolgen zou dat hebben, hoe groot is de procentuele impact
op de begroting en welk effect is te verwachten op het programma-aanbod?

De leden van de CDA-fractie constateren t.a.v. de aanbevelingen van de
Raad van Europa, dat de minister alleen ingaat op de aanbevelingen die
betrekking hebben op de media en het onderwijs. Kan de minister in dit
verband ingaan op de nieuwe Bestuursafspraak Fries in de media, die op
14 december is gesloten? Deze leden stellen het op prijs, dat de
uitzendingen van Omrop FryslĂąn, dankzij de kabel en dankzij internet,
een veel groter bereik hebben gekregen dan de provincie FryslĂąn. Deze
leden waarderen het ook, dat ‘Friezen om utens’ op NPO2 naar het
programma FryslĂąn DOK van Omrop FryslĂąn kunnen kijken.

Het Fries in het culturele leven

Tresoar, Tryater en de Fryske Akademy voorzien volgens de evaluatie van
de BFTC in een basis behoefte op het gebied waarin zij werkzaam zijn, zo
lezen de leden van de VVD-fractie. Deze instituten worden gezamenlijk
bekostigd door Rijk en provincie. Hoe ziet de toekomst van deze
gezamenlijke bekostiging eruit en hoe is dit geborgd? Deze leden
ontvangen hierop graag een antwoord van de minister.

3.	Evaluatie BFTC

De leden van de D66-fractie lezen dat in het BFTC afspraken gemaakt zijn
over het betalen voor het Fries in het onderwijs. In een groot deel van
de gevallen doet de provincie dat, zo lezen de leden. Nu begrijpen de
leden dat een (groot) deel hiervan betaald wordt uit incidentele
middelen. Wat gebeurt er als de financiering door de provincie wegvalt?
Welke wettelijke verantwoor-delijkheid heeft het Rijk als het gaat om de
bekostiging van het Fries in het onderwijs?

De leden fan de D66-fraksje lĂȘze dat yn de BFTC ĂŽfspraken makke binne
oer wa betellet foar it Frysk yn it ûnderwiis. Yn in soad gefallen
docht de provinsje dat, sa lĂȘze de leden. No begripe de leden dat in
(grut) part hjirfan betelle wurdt Ășt ynsidintele middels. Wat bart der
as de finansiering troch de provinsje fuort falt? Hokker
ferantwurdelikhied hat it Ryk  hjir yn?

4.	Vijfde evaluatie expertcommissie Europees Handvest

Op 16 juli 2016, zo lezen de leden van de CDA-fractie, ontving de
minister het vijfde rapport van de expertcommissie van de Raad van
Europa over de implementatie van het Europees Handvest voor regionale
talen en minderheidstalen in Nederland. De minister stelt uitdrukkelijk,
dat de begelei-ding van en reactie op de monitoring van de
expertcommissie een verantwoor-delijkheid van de rijksoverheid is. De
leden van de CDA-fractie hebben dan ook een aantal vragen aan de
minister over dit rapport en de aanbevelingen.

Deze leden constateren, dat het rapport van de expertcommissie gedegen
maar (soms zeer) kritisch is. Met name lezen deze leden in het rapport
te vaak dat er niets of weinig met de aanbevelingen van de
expertcommissie is gedaan is. Is de minister bereid de aanbevelingen uit
het vijfde rapport over te nemen en beter te implementeren?

Het Fries in het onderwijs

De Raad van Europa heeft in zijn recent gepubliceerde vijfde rapport
over het Europees Handvest inzake Regionale Minderheidstalen zich met
name over het onderwijs zeer kritisch uitgelaten, zo merken de leden van
de VVD-fractie op. Zowel in 2001, 2004, 2008, 2012 als in 2016 worden er
opmerkingen gemaakt over het onderwijs.  Hoe wordt invulling gegeven aan
de aanbeveling uit 2016: “Blijf het onderwijs van en in het Fries
versterken op alle onderwijs-niveaus om de lees- en schrijfvaardigheid
in de taal te verbeteren”? De leden van de VVD-fractie ontvangen graag
een reactie van de minister op dit punt.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de provincie de verbetering van de
positie van het Fries in het onderwijs als een belangrijke beleidsopgave
voor de komende 4 jaar ziet en neemt de aanbevelingen van de
expertcommissie zeker mee. “Meenemen” geeft altijd een enigszins
onbestemd gevoel over wat er nu eigenlijk gaat gebeuren en Ăłf er wat
gaat gebeuren. Kan de regering aangeven wat er met de aanbeveling
concreet gaat gebeuren?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat er onderzoek wordt gedaan naar de
actuele situatie van het onderwijs in de Friese taal. Uit de uitleg
lijkt het beeld te ontstaan dat het doel van dit onderzoek is om gericht
ontheffingen te kun-nen verlenen als kerndoelen niet gehaald worden. De
leden van deze fractie verwachten dat het toch in de eerste plaats de
bedoeling blijft dat kerndoelen gehaald worden. Daarom willen deze leden
graag uitleg over het gebruik van ontheffingen en de inspanningen om het
taalonderwijs te verbeteren.

De leden van de D66-fractie vragen de minister op welke wijze de
aanbeve-lingen van de expertcommissie van de Raad van Europa opgevolgd
worden. In de brief lezen de leden dat de provincie nu ook een partiële
ontheffing kan geven voor het vak Fries in het onderwijs. Op welke
draagt een partiële ontheffing bij aan het verbeteren van het onderwijs
in het vak Fries? Klopt het dat er nu scholen zijn die een partiële
ontheffing hebben, die eerder een volledige ontheffing hadden en
hierdoor nu meer Fries onderwijs krijgen dan hiervoor?

De leden fan de D66-fraksje freegje de minister op hokker wize de
oanbefel-lingen fan de ekspertkommisje fan de Rie fan Europa opfolge
wurde. Yn de brief lĂȘze de leden dat de provinsje no ek parsjele
ûntheffing jaan ken foar it fak Frysk yn it ûnderwiis. De leden
freegje de minister hoe’t dit no krekt yn inoar sit. Op hokker wize
stipet de parsjele ûntheffing it Frysk? Kloppet it dat der yn it
ferline skoallen in folsleine Ă»ntheffing fregen en krigen, dy’t sĂ»nt
augustus 2014 in parsjele Ă»ntheffing krije en dĂȘrtroch mear Frysk
jouwe dan foarhinne?

 PAGE   1 

 PAGE   1