[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de 71ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties

Bijlage

Nummer: 2017D24057, datum: 2017-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de 72ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) (2017D23725)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage: Verslag van de 71ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, geopend op 13 september 2016.

Dit verslag is een bijlage bij de Kamerbrief over de Koninkrijksinzet bij de 72ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN). Een verslag specifiek over de ministeriële week van de vorige AVVN ging u reeds toe op 7 november 2016 (Kamerstuk 26150, nr.158). Hieronder wordt op hoofdlijnen teruggeblikt op de inzet van het Koninkrijk in het gehele afgelopen jaar (71ste AVVN1) op prioritaire beleidsonderwerpen.

Vrede en veiligheid

Het afgelopen jaar heeft het onderwerp conflictpreventie een steeds centralere plaats verworven op de VN-agenda in lijn met de beleidsinzet van het Koninkrijk. Ook in de Veiligheidsraad wordt in toenemende mate gesproken over de noodzaak van preventie. Dit is mede het resultaat van de zogeheten Sustaining Peace-resoluties die door zowel de AVVN als VNVR zijn aangenomen in 2016, als van de Peacebuilding Architecture Review van 2015. Deze grotendeels gelijkluidende resoluties verzoeken de VN om inspanningen op het gebied van vredesopbouw (waaronder ontwikkelingssamenwerking) en vredeshandhaving meer als geheel te benaderen. Ze markeren een duidelijke verschuiving in het denken over vredesopbouw: dit behelst meer dan alleen stabilisatie en het voorkomen van nieuw geweld na conflict; het is een brede conflictpreventiestrategie, gericht op het aanpakken van grondoorzaken van conflict in een land.

Tijdens hun voorzitterschap van de Raad in januari 2017 heeft Zweden dit momentum aangegrepen en een Open Debat georganiseerd over conflict prevention and sustaining peace. Minister Koenders heeft hier namens het Koninkrijk steun uitgesproken voor deze heroriëntatie van de VN op haar kerntaken: het voorkomen van conflict en beschermen van burgers tegen geweld. Direct na zijn aantreden bestempelde de nieuwe Secretaris-Generaal Guterres preventie en sustaining peace tot zijn prioriteit. Hij voerde meteen hervormingen door in het VN-secretariaat, gericht op betere samenwerking en snellere strategische besluitvorming. Hij gaf een impuls aan verdere hervormingsvoorstellen voor de vrede- en veiligheidsarchitectuur en werkt aan de versterking van capaciteiten, met name t.a.v. conflictbemiddeling. De afloop van de crisis in Gambia, die speelde rondom het aantreden van de nieuwe SGVN, is een goed voorbeeld van het effectief voorkomen van geweldsescalatie, waarbij de VNVR op een juiste manier de inspanningen van de ECOWAS als regionale organisatie heeft ondersteund.

Naast concrete Nederlandse financiële ondersteuning van o.a. het Department of Political Affairs, het UN Peacebuilding Fund (PBF) en UNDP op het terrein van preventie en vredesopbouw bestaat de beleidsinzet uit vier speerpunten, die het kabinet in het afgelopen jaar consequent uitgedragen.

  • Het versterken van de coördinerende en operationele preventierol van de SGVN, ook wanneer de VNVR blokkeert;

  • Het versterken van de rol van het ontwikkelingssysteem van de VN;

  • Concrete uitvoering van het VN-plan ter preventie van gewelddadig extremisme;

  • En het verruimen van middelen voor preventie en vredesopbouw binnen het bestaande VN-budget.

Mede door de inzet van het Koninkrijk en gelijkgestemde landen heeft de AVVN in de vierjaarlijkse resolutie over VN-hervorming opgeroepen om de samenhang van vredesopbouw, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp te versterken. Het medevoorzitterschap van de Peacebuilding Fund (PBF) Pledging Conference tijdens de ministeriële week in 2016, en de bijbehorende donatie van 10 miljoen euro aan het PBF, maakten deze Nederlandse inzet zeer zichtbaar.

VN-vredesoperaties zijn onmisbaar om stabiliteit en veiligheid te brengen in conflictsituaties. Het Koninkrijk heeft in 2016 de troepenbijdrage aan MINUSMA en UNMISS, de VN-missies in respectievelijk Mali en Zuid-Sudan, voortgezet. Ook heeft het Koninkrijk financiële steun geboden aan het UN Department for Peacekeeping Operations om troepenaflossing tussen lidstaten beter te coördineren. Dit heeft onder andere geresulteerd in een eerste Force Generation conferentie voor MINUSMA, in mei 2017.

Naast deelname aan militaire missies heeft het Koninkrijk in 2016 als co-host actief bijgedragen aan de voorbereiding van de Peacekeeping Summit in Londen, een conferentie bedoeld om nieuwe financiële en troepenbijdragen aan VN-missies te genereren. Op initiatief van het Koninkrijk hebben de VN en de meest betrokken landen tijdens de conferentie de doorlopende beschikbaarheid van helikopters voor MINUSMA kunnen garanderen.

In 2016 verzorgde het Koninkrijk tevens opnieuw een aantal trainingen van vredestroepen. Zo werd in 2016 de succesvolle Spaans-Nederlandse Gender in Operations-training opnieuw gegeven. Aan deze training namen 170 militairen, civiele experts en politiemensen deel, met als doel betere afstemming en coördinatie tussen de diverse onderdelen van vredesmissies, zodat missies effectiever opereren. Deze training wordt ook in 2017 voortgezet. Eveneens heeft het Koninkrijk, in samenwerking met Rwanda, de VS en vredesorganisatie PAX, met een op de praktijk afgestemde interactieve (pilot)training de basis gelegd voor een betere voorbereiding en inzet van vredestroepen op het gebied van Protection of Civilians (PoC), de bescherming van burgerbevolking tijdens gewapend conflict. Dit is een kerntaak van veel vredesmissies. Het Koninkrijk kan voortbouwen op deze niche door meer van dergelijke trainingen te verzorgen in de komende jaren.

Rechtsorde, mensenrechten en accountability

De VN is met zijn verschillende mensenrechtenorganen een belangrijk forum voor het uitvoeren van het Nederlandse mensenrechtenbeleid, zoals beschreven in de nota “Respect en recht voor ieder mens” (Kamerstuk 32 735, nr. 78, 14 juni 2013).

Tijdens de zitting van de Derde Commissie van de AVVN in 2016 werd op Nederlands en Frans initiatief een resolutie over het tegengaan van geweld tegen vrouwen ingediend. Het was voor het eerst in dertien jaar dat het gevoelige thema ‘huiselijk geweld’ aan de orde werd gesteld. Deze krachtige resolutie sprak over wat overheden moeten doen om huiselijk geweld aan te pakken en te voorkomen, en hoe slachtoffers kunnen worden beschermd. Samen met onder andere Canada, Zambia, Burkina Faso, Italië en Argentinië diende Nederland daarnaast een – met consensus aangenomen – resolutie in over het terugdringen van kindhuwelijken. Samen met Tsjechië, Botswana, Peru en Indonesië heeft het Koninkrijk de resolutie Equal Political Participation geïnitieerd, met speciale aandacht voor het belang van politieke participatie van vrouwen.

Het vasthouden van bereikte vooruitgang op mensenrechten is een belangrijke inzet geweest in de afgelopen AVVN. Het mandaat van de mede dankzij het Koninkrijk in juni 2016 door de VN-Mensenrechtenraad aangestelde Onafhankelijke Expert over geweld en discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en genderidentiteit (Sexual Orientation and Gender Identity, SOGI) werd tijdens de 71ste AVVN alweer aangevochten. Dankzij intensieve lobby van Nederland en gelijkgezinde landen is een controversiële paragraaf over de Independent Expert op SOGI uit de oorspronkelijke versie van het rapport over de Mensenrechtenraad verwijderd, waarmee het mandaat (voorlopig) werd veiliggesteld.

Verder is op Nederlands initiatief in EU-verband ingezet op het instellen van internationaal onderzoek door de Mensenrechtenraad naar de mensenrechtensituatie in Jemen. Een resolutie over Jemen werd dit jaar ingediend door de Arabische Groep. Het Koninkrijk heeft nauw opgetrokken met de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland in de onderhandelingen over deze resolutie. Dit resulteerde in een versterking van het mandaat voor het Bureau van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR), die met extra experts onderzoek zal doen naar schendingen van mensenrechten en oorlogsrecht in Jemen.


Bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme

Voor het Koninkrijk is de UN Global Counter-Terrorism Strategy uit 2006 maatgevend voor de internationale samenwerking ten aanzien van terrorismebestrijding. De voortrekkersrol in de naleving van de aanbevelingen uit de resolutie, specifiek op het gebied van foreign terrorist fighters (FTF), is door het Koninkrijk voortvarend voortgezet.

In dit kader heeft het Koninkrijk samen met Marokko op 18 mei 2017 voor de laatste keer de FTF-werkgroep van het Global Counter-Terrorism Forum (GCTF) voorgezeten. Hierbij is door het Koninkrijk en Marokko een transitiedocument opgesteld met aanbevelingen voor de toekomstige inzet op het gebied van FTF.

De minister van Buitenlandse Zaken heeft daarnaast samen met zijn Marokkaanse collega tijdens de AVVN in 2016 de zevende plenaire ministeriële GCTF-bijeenkomst voorgezeten. De bijeenkomst bood de mogelijkheid om vijf jaar na de oprichting van de GCTF terug te blikken op de behaalde resultaten en de nadruk te leggen op implementatie van bestaande good practices. Een voorbeeld hiervan is de oprichting van het International Counterterrorism and Countering Violent Extremism Capacity-Building Clearinghouse Mechanism (ICCM) dat in een drietal pilot-landen inventariseert welke projectmatige steun en expertise nodig is. Tijdens deze bijeenkomst is daarnaast de Life Cycle Toolkit aangenomen, die nationale, regionale en lokale overheden helpt radicaliseringsrisico’s te analyseren.

Waar de GCTF zich richt op de globale dreiging van terrorisme, richt de anti-ISIS-coalitie zich specifiek op terroristische groeperingen in het Midden-Oosten. Het Koninkrijk leidt de FTF-werkgroep samen met Turkije en, sinds begin 2017, ook met Koeweit. De werkgroep heeft onder andere geleid tot betere inzichten in stromen van FTF en terugkeerders, toegenomen bijdragen aan databases van INTERPOL en Europol, een gedeelde aanpak van rekruteerders en versterkte grensbewaking. Met alle inzet stond het vinden van een goede balans tussen preventieve en repressieve anti-terrorismemaatregelen, met respect voor mensenrechten, voorop. Het Koninkrijk streeft naar goede coördinatie tussen GCTF en de anti-ISIS-coalitie enerzijds en de VN en andere internationale fora anderzijds.  

Humanitaire hulp

De humanitaire noden zijn in 2016 opnieuw gestegen, tot ruim 22 miljard dollar. Wereldwijd hadden in 2016 96,6 miljoen mensen humanitaire hulp nodig om te kunnen overleven of een menswaardig bestaan op te bouwen. Ondanks de toegenomen bijdragen aan de VN-appeals naar bijna 13 miljard, bleef ook in 2016 de financiering ontoereikend om alle humanitaire noden te verlichten.

De afspraken gemaakt tijdens de World Humanitarian Summit van mei 2016 beogen de effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire sector te versterken. Nederland heeft zich specifiek ingezet in het kader van de Grand Bargain tussen donoren en uitvoerende organisaties, gericht op het vergroten van de financiële bijdragen aan humanitaire hulpverlening. Tijdens de Grand Bargain zijn ook afspraken gemaakt over: flexibele en meerjarige financiering; het beter betrekken van de getroffen bevolking bij de hulpoperaties; betere samenwerking en coördinatie tussen hulporganisaties op het vlak van gezamenlijke analyses en planning en het terugdringen van overheadkosten.

Op 8 december 2016 vond het Humanitarian Debate in de AVVN plaats. Met consensus werd een aantal complexe resoluties aangenomen over onder andere de coördinatie van humanitaire hulp (de zogenaamde Humanitarian Omnibus Resolution) en de veiligheid van humanitair personeel. Nederland greep de AVVN ook aan om te pleiten voor het nakomen van financiële beloftes op het gebied van humanitaire hulp aan vluchtelingen en mensen in nood.

Overige positieve resultaten betroffen een hernieuwde inzet van VN en lidstaten voor de bescherming van medisch humanitair personeel, onderzoeken naar schendingen van internationaal humanitair oorlogsrecht en aandacht voor belangrijke thema’s als psychosociale zorg, onderwijs in noodsituaties, gender en mensen met een handicap.

Duurzame ontwikkeling (SDG’s en klimaatverandering)

Het Koninkrijk stimuleert de uitvoering van de 2030 Agenda en de daaruit voortvloeiende Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) via internationale fora, zoals de VN en de EU, via Nederlandse bijdragen aan de uitvoering elders in de wereld en via nationale implementatie. De SDG’s gelden voor alle VN-lidstaten, en dus ook voor het Koninkrijk.

In september 2016 zat NL samen met Denemarken een high-level side event voor over de rol van de jeugd bij het behalen van de SDG’s. Jonge ondernemers en prominenten zoals ministers, CEO’s en senior VN-vertegenwoordigers wisselden ideeën uit over de implementatie van de SDG’s. Tijdens het event werden inspirerende ideeën gedeeld en innovatieve business plans gepresenteerd ten behoeve van de SDG’s.

Nederland heeft de nationale uitvoering van de SDG’s voortvarend opgepakt. Als één van de eerste bureaus wereldwijd publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek in november 2016 een eerste meting van de uitvoering van SDG’s in Nederland.

De eerste Nederlandse SDG-rapportage is een gezamenlijk product van alle ministeries en werd met uw Kamer besproken tijdens het Verantwoordingsdebat in mei 2017. Dit document vormde tevens de basis voor de eerste officiële SDG-rapportage van het Koninkrijk aan de Verenigde Naties. Tijdens het High-Level Political Forum on Sustainable Development in juli 2017 presenteerde Minister Ploumen namens het Koninkrijk deze voortgangsrapportage aan de VN.

Op 4 november 2016 is het Klimaatakkoord van Parijs in werking getreden. Er is toenemende aandacht voor het verband tussen het behalen van de SDG’s en krachtige actie om klimaatverandering tegen te gaan, zo bleek ook tijdens de 71e AVVN. Bij de klimaatonderhandelingen in Marrakesh eind 2016 (de COP22) werd de Marrakech Action Proclamation aangenomen. Deze verklaring benadrukt het belang van de klimaatdoelstellingen voor het behalen van de SDG’s.

Tevens is onder het VN-Raamverdrag Klimaatverandering, het UNFCCC, de Global Climate Action Agenda verder uitgewerkt die ook de belangrijke rol van niet-statelijke actoren voor het behalen van de klimaatdoelstellingen benoemt.

Binnen de VN wordt sinds de Klimaatconferentie in Parijs van 2015 (de COP21) gehamerd op de noodzaak haast te maken met de uitvoering van het Klimaatakkoord. Hiertoe worden uitvoeringsrichtlijnen opgesteld: eind 2018 moet duidelijk zijn hoe landen gaan rapporteren over hun uitstootvermindering en op welke manier de voortgang zal worden gemonitord om zonodig de ambitie te verhogen.

Migratie en vluchtelingen

Tijdens de VN-top op 19 september 2016 werd de Verklaring van New York voor Vluchtelingen en Migranten aangenomen. Deze verklaring roept op tot de totstandkoming van een Global Compact on Refugees (GCR) en een Global Compact on Migration (GCM), twee sets mondiale beleidsafspraken op deze gebieden. Het kabinet staat positief tegenover de inzet van de VN en de afspraken die zijn vastgelegd in de New York Verklaring over het delen van de verantwoordelijkheid voor grootschalige vluchtelingen- en migratiestromen. Een geïntegreerde en gebalanceerde aanpak van vluchtelingen- en migrantenstromen wordt al langer door Nederland en de EU gehanteerd en blijft van wezenlijk belang. Aandacht voor zowel veiligheid, mensenrechten, opvang en integratie van vluchtelingen en migranten, alsmede terugkeer van alle onrechtmatig verblijvende migranten, goede grensbewaking en grensbeheer, staan in die aanpak centraal. Ook heeft Nederland zich met succes hard gemaakt voor het toevoegen van de noodzaak van de aanpak van grondoorzaken van vluchtelingen- en migratiestromen in de Verklaring van New York.

Samen met het UN Department of Economic and Social Affairs (UNDESA) zal de International Organization for Migration (IOM) – sinds kort een VN-organisatie - het proces rondom de GCM faciliteren. De EU, waaronder Nederland, heeft zich in het voortraject hard gemaakt voor een stevige rol van het IOM in de totstandkoming van de GCM, vanwege haar kennis, kunde en pragmatische insteek. De EU heeft recent 90 miljoen euro binnen het Emergency Trust Fund for Africa (EUTF) vrijgemaakt voor verbetering van omstandigheden van migranten in opvang- en detentiecentra in Libië en sociaaleconomische ontwikkeling van gastgemeenschappen. Daarnaast steunt het IOM en de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR ook bilateraal. Een voorbeeld hiervan is onze steun voor het IOM in Libië, om vrijwillige terugkeer vanuit Libië naar herkomstlanden te bevorderen.

Sinds de Verklaring van New York hebben er verschillende thematische sessies plaatsgevonden in het kader van beide Global Compacts. De migratiesessies betreffen o.a. de grondoorzaken van migratie en mensenrechten van migranten. Drie hiervan hebben reeds plaatsgevonden. Het Koninkrijk heeft hierbij aandacht gevraagd voor de gehele keten van migratie; aanpakken van grondoorzaken, maar ook effectieve grensbewaking en medewerking aan terugkeer. De eerste thematische sessie over vluchtelingen vond plaats in juli 2017. Elementen die voor Nederland belangrijk zijn bij de ontwikkeling van de GCR zijn het versterken van zelfredzaamheid, het vinden van duurzame oplossingen en het besteden van specifieke aandacht aan de meest kwetsbare groepen onder vluchtelingen, zoals vrouwen en kinderen.


  1. Dit verslag correspondeert met de beleidsinzet voor de 71ste AVVN, die u toeging per Kamerbrief op 2 september 2016 (Kamerstuk 26 150, nr. 154).↩︎