[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34741, eindtekst

Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers

Eindtekst

Nummer: 2017D30122, datum: 2017-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z08228:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

10 oktober 2017



	Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op het belang van
een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens van onderwijsdeelnemers
wenselijk is om met het oog op het bieden van voorzieningen in het kader
van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers het
persoonsgebonden nummer van een 

onderwijsdeelnemer te kunnen gebruiken om een pseudoniem te genereren,
en dat het in verband hiermee noodzakelijk is om de Wet op het primair
onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra,
de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, de
Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs
BES en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs te
wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 178a worden na het tiende lid vier leden toegevoegd,
luidende: 

11. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer van een leerling
eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een pseudoniem voor
deze leerling met het oog op het bieden van voorzieningen in het kader
van het onderwijs en de begeleiding van leerlingen. Het bevoegd gezag
draagt er zorg voor dat het pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de leerlingen zijn geregistreerd. 

12. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het elfde lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een leerling
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen, waarbij het bevoegd gezag er zorg
voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de leerlingen zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem wordt
uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product of
een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

13. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het twaalfde lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het elfde lid, een
ander pseudoniem kan genereren. Daarbij worden in ieder geval de
categorieën van ontvangers van dit andere pseudoniem aangewezen.

14. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het elfde tot en met het dertiende
lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden betreffen
in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de gescheiden opslag
van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 188c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 188d. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 178a, elfde tot en met veertiende lid, in de
praktijk. 

ARTIKEL II. WIJZIGING WET PRIMAIR ONDERWIJS BES 

De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd: 

A

Aan artikel 147 worden na het zevende lid vier leden toegevoegd,
luidende:

8. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer BES van een
leerling eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een
pseudoniem voor deze leerling met het oog op het bieden van
voorzieningen in het kader van het onderwijs en de begeleiding van
leerlingen. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het pseudoniem
wordt bewaard in de systemen waarin de leerlingen zijn geregistreerd.

9. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het achtste lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een leerling
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen, waarbij het bevoegd gezag er zorg
voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de leerlingen zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem wordt
uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product of
een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het negende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het achtste lid,
een ander pseudoniem kan genereren. Daarbij worden in ieder geval de
categorieën van ontvangers van dit andere pseudoniem aangewezen.

11. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het achtste tot en met het tiende
lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden betreffen
in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de gescheiden opslag
van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 167d wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 167e. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 147, achtste tot en met elfde lid, in de praktijk. 

ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 164a worden na het elfde lid vier leden toegevoegd,
luidende: 

12. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer van een leerling
eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een pseudoniem voor
deze leerling met het oog op het bieden van voorzieningen in het kader
van het onderwijs en de begeleiding van leerlingen. Het bevoegd gezag
draagt er zorg voor dat het pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de leerlingen zijn geregistreerd.

13. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het twaalfde lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een leerling
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen en examens, waarbij het bevoegd
gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de
systemen waarin de leerlingen zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem
wordt uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product
of een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

14. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het dertiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het twaalfde lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

15. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het twaalfde tot en met het
veertiende lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden
betreffen in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de
gescheiden opslag van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 173c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 173d. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 164a, twaalfde tot en met vijftiende lid, in de
praktijk. 

ARTIKEL IV. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 103b worden onder vernummering van het twaalfde lid tot het
zestiende lid vier leden ingevoegd, luidende:

12. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer van een leerling
eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een pseudoniem voor
deze leerling met het oog op het bieden van voorzieningen in het kader
van het onderwijs en de begeleiding van leerlingen. Het bevoegd gezag
draagt er zorg voor dat het pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de leerlingen zijn geregistreerd.

13. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het twaalfde lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een leerling
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen en examens, waarbij het bevoegd
gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de
systemen waarin de leerlingen zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem
wordt uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product
of een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

14. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het dertiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het twaalfde lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

15. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het twaalfde tot en met het
veertiende lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden
betreffen in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de
gescheiden opslag van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 123b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 123c. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 103b, twaalfde tot en met vijftiende lid, in de
praktijk. 

ARTIKEL V. WIJZIGING WET VOORTGEZET ONDERWIJS BES 

De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 179 worden na het achtste lid vier leden toegevoegd,
luidende: 

9. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer BES van een
leerling eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een
pseudoniem voor deze leerling met het oog op het bieden van
voorzieningen in het kader van het onderwijs en de begeleiding van
leerlingen. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het pseudoniem
wordt bewaard in de systemen waarin de leerlingen zijn geregistreerd.

10. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een leerling
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen en examens, waarbij het bevoegd
gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de
systemen waarin de leerlingen zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem
wordt uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product
of een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het tiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

12. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het negende tot en met het elfde
lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden betreffen
in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de gescheiden opslag
van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 218b wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 218c. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 179, negende tot en met twaalfde lid, in de
praktijk. 

ARTIKEL VI. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.3.6a worden onder vernummering van het negende lid tot het
dertiende lid vier leden ingevoegd, luidende:

9. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer van een deelnemer
eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een pseudoniem voor
deze deelnemer met het oog op het bieden van voorzieningen in het kader
van het onderwijs en de begeleiding van deelnemers. Het bevoegd gezag
draagt er zorg voor dat het pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de deelnemers zijn geregistreerd.

10. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een deelnemer
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen en examens, waarbij het bevoegd
gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de
systemen waarin de deelnemers zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem
wordt uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product
of een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het tiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

12. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het negende tot en met het elfde
lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden betreffen
in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de gescheiden opslag
van de pseudoniemen. 

B

In artikel 2.5.5a worden onder vernummering van het twaalfde lid tot het
zestiende lid vier leden ingevoegd, luidende:

12. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer van een deelnemer
eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een pseudoniem voor
deze deelnemer met het oog op het bieden van voorzieningen in het kader
van het onderwijs en de begeleiding van deelnemers. Het bevoegd gezag
draagt er zorg voor dat het pseudoniem wordt bewaard in de systemen
waarin de deelnemers zijn geregistreerd.

13. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het twaalfde lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een deelnemer
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen en examens, waarbij het bevoegd
gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de
systemen waarin de deelnemers zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem
wordt uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product
of een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

14. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het dertiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het twaalfde lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

15. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het twaalfde tot en met het
veertiende lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden
betreffen in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de
gescheiden opslag van de pseudoniemen. 

C

Na artikel 12.5.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12.5.1a. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van de artikelen 2.3.6a, negende tot en met twaalfde lid, en
2.5.5a, twaalfde tot en met vijftiende lid, in de praktijk. 

ARTIKEL VII. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES 

De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2.3.4 worden na het achtste lid vier leden toegevoegd,
luidende: 

9. Het bevoegd gezag kan het persoonsgebonden nummer BES van een
deelnemer eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren van een
pseudoniem voor deze deelnemer met het oog op het bieden van
voorzieningen in het kader van het onderwijs en de begeleiding van
deelnemers. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het pseudoniem
wordt bewaard in de systemen waarin de deelnemers zijn geregistreerd.

10. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een deelnemer
in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen
of het digitaal afnemen van toetsen en examens, waarbij het bevoegd
gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt bewaard in de
systemen waarin de deelnemers zijn geregistreerd. Dit andere pseudoniem
wordt uitsluitend verstrekt aan een leverancier die een digitaal product
of een digitale dienst aanbiedt bestaande uit leerstof of toetsen en de
daarmee samenhangende digitale diensten.

11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het tiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

12. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de  pseudoniemen, bedoeld in het negende tot en met het elfde
lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden betreffen
in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de gescheiden opslag
van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 11.6e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11.6f. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 2.3.4, negende tot en met twaalfde lid, in de
praktijk. 

ARTIKEL VIII. WIJZIGING WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als
volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 7.52 worden na het achtste lid vier leden toegevoegd,
luidende:

9. Het instellingsbestuur kan het persoonsgebonden nummer van een
student of extraneus eenmalig gebruiken ten behoeve van het genereren
van een pseudoniem voor deze student of extraneus met het oog op het
bieden van voorzieningen in het kader van het onderwijs en de
begeleiding van studenten of extraneï. Het bevoegd gezag draagt er zorg
voor dat het pseudoniem wordt bewaard in de systemen waarin de studenten
en extraneï zijn geregistreerd.

10. Het bevoegd gezag kan het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
gebruiken voor het genereren van een ander pseudoniem voor een student
of extraneus in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale
leermiddelen of het digitaal afnemen van tentamens en examens, waarbij
het bevoegd gezag er zorg voor draagt dat dit andere pseudoniem wordt
bewaard in de systemen waarin de studenten en extraneï zijn
geregistreerd. Dit andere pseudoniem wordt uitsluitend verstrekt aan een
leverancier die een digitaal product of een digitale dienst aanbiedt
bestaande uit leerstof of toetsen en de daarmee samenhangende digitale
diensten.

11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere gevallen worden
aangewezen dan het geval, bedoeld in het tiende lid, waarvoor het
bevoegd gezag op basis van het pseudoniem, bedoeld in het negende lid,
een ander pseudoniem kan genereren. 

Daarbij worden in ieder geval de categorieën van ontvangers van dit
andere pseudoniem aangewezen.

12. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de voorwaarden
waaronder de pseudoniemen, bedoeld in het negende tot en met het elfde
lid, kunnen worden gegenereerd en gebruikt. Deze voorwaarden betreffen
in ieder geval de duur en de beveiliging, waaronder de gescheiden opslag
van de pseudoniemen. 

B

Na artikel 19.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19.1a. Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het
persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet
van ….tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het
pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een
onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het
kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb.
…) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
effecten van artikel 7.52, negende tot en met twaalfde lid, in de
praktijk. 

ARTIKEL IX. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden
vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4