Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken op 14 november 2017
Brief regering
Nummer: 2017D32412, datum: 2017-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Zijlstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2017Z15450:
- Indiener: H. Zijlstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2017-11-15 20:45: Begroting Buitenlandse Zaken (V) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2017-11-23 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2018-01-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-20 13:15: Aansluitend aan de beƫdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij treft u de schriftelijke antwoorden aan op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken op 14 november jl.
De Minister van Buitenlandse Zaken, Halbe Zijlstra |
[Ondertekenaar 2] |
---|
Vragen van het lid De Roon (PVV)
Vraag
Verzoek aan de minister om ons lidmaatschap van de Veiligheidsraad in te zetten om de islam als oorzaak van alle jihadistische terreur te benoemen en ervoor te zorgen dat de Veiligheidsraad daarover met een verklaring komt.
Antwoord
Er zijn veel verschillende verklaringen voor radicalisering. Het kabinet kan niet aantonen dat religieus-ideologische overwegingen een primaire bron vormen van radicalisering. Uit onderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (naar bronnen van radicalisering voor Nederlandse uitreizigers) blijkt dat religie een ondergeschikte rol speelt in het proces dat jongeren doormaken voor hun uitreis naar Syriƫ en Irak. Een (internationale) aanpak van radicalisering en terrorisme moet oorzaken van radicalisering in al zijn facetten adresseren. Zonder daarop (religieuze) beperkingen aan te brengen.
Binnen de VN is geen gedeelde definitie van āterrorismeā en er is in de VN geen overeenstemming over een eenzijdige oorzaak of bron van terrorisme. Het aannemen van een verklaring door de VN-Veiligheidsraad is geen realistische en ook geen zinvolle inzet. Het kabinet zal zich blijven inzetten, ook in de Veiligheidsraad, om met partners terrorisme te voorkomen, te bestrijden en daders verantwoording te laten afleggen. Dit zal het kabinet onder meer doen via inzet in het Counter Terrorism comitĆ©, het IS/Al-Qaida sanctiecomitĆ©, steun aan Veiligheidsraad-resolutie 2379 voor bewijsvergaring tegen IS-strijders en steun aan het International Impartial Independent Mechanism for Syria (de zogeheten ābewijzenbankā).
Vraag
Zijn landen bereid om voldoende geld beschikbaar te stellen voor preventie van conflicten? Hoeveel geld wil de minister daar dan zelf voor beschikbaar stellen? Kan de minister ons voorrekenen wat de return on investment zal zijn voor Nederland?
Antwoord
Preventie is in het eigen belang van Nederland. Crises, oorlog en instabiliteit rond Europa schaden de Nederlandse handel, veiligheid en belangen. In dat opzicht valt te denken aan de migratiestromen, terrorismedreiging in Europa en Nederland, en het neerhalen van MH-17 als gevolg van het conflict in OekraĆÆne. Het kabinet is van mening dat het onverantwoord is om te pleiten tegen inzet op preventie.
Mede daarom zal Nederland ook in de Veiligheidsraad inzetten op preventie van conflict. Dit sluit aan bij de hervormingsagenda van de Secretaris-Generaal van de VN, Antonio Guterres, die een speciale focus op preventie bepleit. Nederland kan ook het verschil maken met kennis op specifieke gebieden, zoals landbouw en waterbeheer, bijvoorbeeld om conflicten als gevolg van honger en waterschaarste tijdig te signaleren en te voorkomen. Juist in de VN Veiligheidsraad ligt er een aanzienlijke kans op dit gebied om met onze waardevolle kennis het verschil te maken en grondoorzaken van gewelddadig conflict aan te pakken.
Preventie van conflict is volgens onder andere de Wereldbank en de VN ook goedkoper dan achteraf conflict genezen. Het Institute for Economics and Peace berekende dat een investering van Ć©Ć©n euro euro in preventie nu, tot wel 16 euro aan reparatiekosten later voorkomen.
Vraag
Hoe gaat Nederland in de internationale gemeenschap steun vergaren en behouden voor een strafrechtelijk proces tegen de daders?
Antwoord
Het kabinet zet zich op allerlei manieren in om de internationale samenwerking en steun op het MH17-dossier te behouden en te bevorderen. Resolutie 2166 van de VN-Veiligheidsraad speelt daarbij een belangrijke rol, mede omdat ze alle landen oproept om mee te werken aan het ter verantwoording roepen en berechten van de daders. Op verzoek van de VN-Veiligheidsraad informeert Nederland namens de JIT-landen met regelmaat de Veiligheidsraad over de voortgang van de implementatie van deze resolutie. Nederland zal niet nalaten om de Veiligheidsraad te informeren indien zou blijken dat derde landen onvoldoende meewerken. Op dit moment is daar geen sprake van. Daarnaast houdt Nederland alle betrokken landen en relevante internationale organisaties op de hoogte, waaronder de EU, de OVSE en de NAVO.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Rechtspraak en het ministerie van Buitenlandse Zaken bereiden daarnaast de vervolging en berechting in Nederland voor, ingebed in internationale samenwerking en steun. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor Memoranda of Understanding (MoUās) met de JIT-landen over politieke samenwerking (getekend op 20 september jl.) en financiĆ«le samenwerking (nog te ondertekenen). Daarbij is de afspraak gemaakt dat de JIT-landen elkaar bijstaan als Ć©Ć©n van hen onder druk komt te staan met betrekking tot de vervolging van de verantwoordelijken voor het neerhalen van MH17. Nederland heeft in het kader van de vervolging ook een bilateraal verdrag getekend met OekraĆÆne, waardoor vervolgd kan worden voor alle slachtoffers, ongeacht hun nationaliteit. Dit is een belangrijke stap om een breed internationaal draagvlak te behouden.
Vraag
Wat gaat de regering doen in de Veiligheidsraad ten aanzien van de Nederlandse inzet op MH17? Wat houdt de Nederlandse diplomatieke actie in die Nederland gaat ondernemen tegen landen die niet volledig meewerken aan de opsporing en berechting van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17? Hoe gaat de minister aan die belofte uit het regeerakkoord uitvoering geven? Gaan we die diplomatieke actie ook zien Ćn de Veiligheidsraad?
Antwoord
Resolutie 2166 van de VN-Veiligheidsraad, die alle staten oproept om mee te werken aan het onderzoek, blijft de maatstaf die voor alle landen geldt. De afgelopen jaren heeft Rusland regelmatig bevestigd, zowel in gesprekken met Nederlandse vertegenwoordigers als publiekelijk, dat Resolutie 2166 ook voor Rusland nog altijd buiten kijf staat en daarmee de maatstaf vormt waar ze aan wordt gehouden. Het kabinet wijst uw Kamer erop dat het onderzoek door het Openbaar Ministerie/JIT onafhankelijk is en dat vooruitlopen op de resultaten daarvan thans niet aan de orde is.
Vraag
Met wie sloot Islamitische Staat de geheime deal die het mogelijk maakt dat honderden een vrijgeleide uit Raqqa kregen nu eigenlijk af? Waarom week de coalitie ook af van de afspraak dat IS-strijders gedood of gevangen moeten worden?
Antwoord
De coalitie heeft in een verklaring op 14 november jl. laten weten op de hoogte te zijn van het vertrek van sommige IS-strijders en families uit Raqqa en de afspraak die lokale tribale leiders daarover hebben gemaakt. Het voornaamste doel van de afspraak was om de burgers van Raqqa te beschermen, die tot op het laatste moment in de strijd als menselijk schild werden gebruikt door IS.
Volgens coalitie-woordvoerder, VS-Kolonel Dillon, zou het gaan om een ālokale oplossing voor een lokaal probleemā voor 3.500 vrouwen en kinderen en 250 IS-strijders. De BBC meldt dat hieronder vier buitenlandse strijders zouden zijn, maar dit is niet bevestigd.
De coalitie speelde geen actieve rol bij de interne discussies tussen de lokale raad en tribale leiders over de afspraak. De coalitie heeft in een persbericht laten weten het niet eens te zijn met het besluit om ook gewapende strijders Raqqa te laten verlaten, maar tegelijkertijd de keuzes van hun partners in Raqqa te respecteren.
Nederland heeft tijdens de strijd om Raqqa meerdere malen opgeroepen tot het beschermen van burgers, in dat licht heb ik er begrip voor dat tribale leiders in Raqqa maatregelen namen om burgers te beschermen.
Tegelijkertijd deelt het kabinet uw zorgen dat bij de afspraak ook IS-strijders vrije doorgang hebben gekregen. Tijdens de Small Group bijeenkomst (leden van de coalitie die een belangrijke bijdrage leveren, zowel militair als niet militair, aan de strijd tegen IS) die momenteel (14 en 15 november) plaatsvindt in Jordaniƫ heeft Nederland op hoogambtelijk niveau deze zorgen onder de aandacht gebracht van Deputy Special Presidential Envoy van de Coalitie, Terry Wolff, en de VS in het bijzonder. Hieruit komt naar voren dat dat deze zorgen worden gedeeld en dat deze afspraak ook niet de keuze van de coalitie zou zijn geweest. Gesprekspartners benadrukten dat het leeuwendeel van de vrijgelaten strijders, die hoofdzakelijk afkomstig waren uit lokale stammen, zijn overgedragen aan de lokale tribale leiders door de Syrian Democratic Forces.
De uitkomst kent echter ook positieve kanten: namelijk het voorkomen dat nog meer burgerslachtoffers zouden omkomen en een aanhoudende langdurige strijd.
Vraag
Kan de minister van Buitenlandse Zaken garanderen dat de jihadisten met een Nederlandse nationaliteit niet naar Nederland worden uitgeleverd of gehaald? Welke afspraken zijn of worden daarover gemaakt met die twee landen, Irak en Syriƫ?
Antwoord
Personen met de Nederlandse nationaliteit kan niet het recht worden ontzegd terug naar Nederland te keren, op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Naar gekende Nederlandse uitreizigers loopt een strafrechtelijk onderzoek. Ook staan zij gesignaleerd in de internationale en Europese grensbewakings- en informatiesystemen. Verder zal het kabinet zich ook tijdens het lidmaatschap van de VNVR richten op initiatieven in VN verband, die relevant zijn voor de vervolging van uitreizigers. Zo is de VN erin geslaagd om eind vorig jaar, met steun van Nederland, een bewijzenbank voor Syriƫ op te richten. Die bewijzenbank verzamelt bewijs over schendingen van internationale misdrijven gepleegd door onder meer IS en al Qaida. De bedoeling is dat dit bewijs aansluitend gebruikt zal worden voor de vervolging van internationale misdrijven gepleegd in Syriƫ, door nationale of internationale rechters. Ook ten aanzien van Irak heeft de VN dit jaar, wederom met Nederlandse steun, werk gemaakt van de vervolging van IS-misdrijven. Zo gaat de VN een onderzoeksteam oprichten dat onderzoek gaat doen naar misdrijven gepleegd door IS in Irak.
Nederland steunde deze oprichting, maar is wel bezorgd over de eenzijdige focus op IS, aangezien meerdere partijen zich vermoedelijk schuldig hebben gemaakt aan internationale misdrijven. Daarnaast is het bestaan van de doodstraf in het Irakese rechtssysteem een punt van zorg. Nederland volgt dit initiatief op de voet en kijkt of een Nederlandse bijdrage opportuun is.
Vraag
Is een discussie over legitimiteit niet hetzelfde als een discussie over geloofwaardigheid? Hoe geloofwaardig vindt de minister van Buitenlandse Zaken het exorbitante aantal anti-Israƫlresoluties in de VN-Veiligheidsraad?
Antwoord
Zie het antwoord op een volgende vraag van het lid De Roon (PVV).
Vraag
Hoe gaat de regering uitvoering geven aan de motie van Van der Staaij, Baudet en Wilders om in VN-verband actief stelling te nemen tegen disproportioneel agenderen tegen Israƫl?
Antwoord
Het kabinet voert de motie 34475, nr. 44 van het lid Van der Staaij
c.s. om in VN-verband actief stelling te nemen tegen lidstaten in
VN-organisaties, die disproportioneel agenderen tegen Israƫl, op de
volgende wijze uit:
De Nederlandse inzet is erop gericht om disproportionele aandacht voor
een land binnen de VN te voorkomen, omdat dit afleidt van de kerntaak
van organisaties en kan leiden tot politisering van een organisatie. Bij
deze inzet let het kabinet er onder meer op dat resoluties geen
feitelijk incorrecte teksten of verkeerde juridische interpretaties
bevatten. Het kabinet zet daarbij in op EU-eensgezindheid, om de invloed
van de EU zo groot mogelijk te maken. Het kabinet wijst erop dat er
verschil is tussen de inzet van lidstaten en de VN-organisaties zelve,
waaronder UNESCO. Het probleem is niet de VN-organisatie, maar bepaalde
lidstaten die een organisatie gebruiken om disproportionele aandacht te
vragen voor bepaalde politieke kwesties. De Secretaris-Generaal van de
VN heeft zich tijdens zijn bezoek aan Israƫl in niet mis te verstane
woorden uitgesproken dat hij en het Secretariaat alle lidstaten als
gelijkwaardig behandelt en het kabinet sluit zich bij deze zienswijze
aan. Nederland verwacht ook van de nieuwe DG UNESCO dat zij politisering
door lidstaten zoveel mogelijk ontmoedigt. Nederland heeft dit punt
consequent aan de orde gesteld bij interviews met de kandidaten voor de
positie van DG UNESCO. Dat laat overigens onverlet dat er meer in het
algemeen in VN-verband ruimte moet zijn om gerechtvaardigde kritiek op
het optreden van lidstaten te uiten.
Hiermee wordt tevens de vraag van het lid Van der Staaij (SGP) beantwoord.
Vraag
Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid het Nederlandse lidmaatschap van UNESCO op te zeggen vanwege de antisemitische houding?
Antwoord
Het opzeggen van het lidmaatschap van UNESCO is niet aan de orde. Het kabinet acht het van belang om onderscheid te maken tussen kritiek op Israƫl en antisemitisme. Daarnaast benadrukt het kabinet dat er verschil is tussen de inzet van lidstaten en de VN-organisaties, waaronder UNESCO. Het probleem is niet de VN-organisatie, maar bepaalde lidstaten die de organisatie gebruiken om disproportionele aandacht te vragen voor bepaalde politieke kwesties. Het kabinet hecht belang aan het werk van UNESCO. Voor het Nederlandse beleid t.a.v. onderwijs, cultuur en wetenschap is UNESCO een relevante organisatie met uniek coƶrdinerend en normatief mandaat. UNESCO is ook leidinggevend binnen de VN op het gebied van publieke toegang tot informatie, vrijheid van meningsuiting en veiligheid van journalisten. Vrijheid van meningsuiting, en hierbinnen de bescherming van journalisten, is een prioriteit van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Een ander concreet voorbeeld van de toegevoegde waarde van UNESCO is het werk om straffeloosheid van geweld tegen journalisten tegen te gaan.
Vraag
De minister wordt uitgenodigd om de Kamer bij te praten over zijn ontmoeting gisteren met de Secretaris-Generaal van de NAVO. Is de minister van mening dat een quick response van de NAVO nog steeds ontbreekt? Wil de minister zich er sterk voor maken dat er een quick-responsemechanisme ontwikkeld zal worden?
Antwoord
Eergisteren had de minister van Buitenlandse Zaken een goed eerste kennismakingsgesprek met de Secretaris-Generaal van de NAVO. De minister heet uiteengezet dat Nederland de defensie-uitgaven zal verhogen. Maar dat Nederland ook voor diplomatie en ontwikkelingssamenwerking extra middelen beschikbaar stelt. Voorts heeft de minister aangegeven dat Nederland in de veiligheidsrelatie met Rusland in NAVO-verband blijft bijdragen aan het tweespoor afschrikking (onder meer via onze bijdrage aan Enhanced Forward Presence, in Litouwen) en dialoog (onder meer via de NAVO-Rusland Raad en wapenbeheersing). Tenslotte heeft de minister opgemerkt dat Nederland kritisch kijkt naar verdere uitbreiding van de NAVO. Het is belangrijk dat we de criteria voor toetreding strikt overeind houden.
Vraag
Kan de NAVO op dezelfde wijze maskirovka toepassen als de Russen dat doen? 2. Zo ja, worden de mogelijkheden daartoe dan ontwikkeld? 3. Zo niet, zijn er volkenrechtelijke redenen waarom de NAVO dat niet zou kunnen doen? 4. Zo nodig, welke redenen zijn dat dan?
Antwoord
De NAVO is zich bewust van het ondermijnende effect van fake news en zet in op strategische communicatie om desinformatie te ontzenuwen. Maar met Nederland trekken de bondgenoten de grens bij het zelf bewust verspreiden van onwaarheden; dat zou onze geloofwaardigheid aantasten en staat haaks op beginselen van democratie en goed bestuur. Het kabinet verwijst hierbij graag naar de brieven die de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer deed toekomen op 13 en 15 november jl. over de beĆÆnvloeding van de publieke opinie door statelijke actoren.
Vraag
Is het de houding van een betrouwbare bondgenoot, Turkije, om zo'n gat te slaan door aanschaf van dat luchtverdedigingssysteem van een potentiƫle tegenstander van de NAVO of meent de minister dat het zo'n vaart niet loopt? Vindt de minister het verstandig om strategische inzichten en geheimen van de NAVO met Turkije te delen?
Antwoord
De relatie met bondgenoot Turkije is op dit moment moeizaam. Nederland heeft zorgen over democratie en rechtsstaat in dat land. Deze zorgen bespreken we via de Europese Unie en de Raad van Europa. Maar Turkije is ook een strategisch belangrijke partner in een moeilijke regio. Nederland heeft er geen belang bij Turkije van ons te vervreemden. Wat het S400 systeem betreft is Nederland noch de NAVO formeel geĆÆnformeerd over een overeenkomst met Rusland, zoals eerder aan uw Kamer aangegeven tijdens het AO RBZ van 8 november. Het kabinet gaat daar niet over speculeren. Wel hebben Turkije, ItaliĆ« en Frankrijk op 8 november jl. de intentie getekend om gezamenlijk een EUROSAM-T luchtafweersysteem te verkrijgen. Doel is dit systeem in te passen in de NAVO Ballistic Missile Defense-architectuur.
Vraag
Waarom blijft de EU geld geven aan Turkije in het kader van het Turkse EU-toetredingsproces? Is de minister bereid het Nederlandse deel van toetredingsgeld voor Turkije te korten op de Nederlandse EU-bijdrage?
Antwoord
Nederland heeft het afgelopen jaar verschillende malen en in verschillende fora de opschorting van pretoetredingssteun (IPA) aan Turkije bepleit. Daar is op dit moment in de Raad geen draagvlak voor. Wel heeft de Europese Raad, mede op dringend verzoek van Nederland, in oktober de Commissie gevraagd om de pretoetredingssteun voor Turkije te korten en zo veel mogelijk om te buigen naar het maatschappelijk middenveld, people-to-people-contacten en verbetering van de rechtsstaat. De Europese Commissie heeft daarover deze week reeds eerste technische voorstellen gedaan.
Hiermee beantwoordt het kabinet eveneens de vraag van het lid Van Helvert (CDA) terzake.
Vraag
Wil de minister er bij zijn ambtgenoot van Justitie en Veiligheid op aandringen dat in het onderzoek naar de daders van die moord een uiterste inspanning wordt geleverd en geen enkele onderzoeksweg onbewandeld blijft?
Antwoord
Het onderzoek naar de moord op de Iraanse oppositieleider wordt geleid door de nationale politie. Het kabinet vertrouwt erop dat bij opsporing het maximale wordt gedaan om alle informatie over de zaak naar boven te halen.
Vraag
Is de minister van mening dat de Iraanse expansie in westelijke richting ook een gevaar voor ons inhoudt? Hebben onze F-16's wellicht de weg vrijgebombardeerd voor Iraanse machtsprojectie in die regio?
Antwoord
De Iraanse rol in de regio blijft zeer zorgelijk, en dat kaart de EU ook bij Iran aan. Echter, er lijkt geen sprake te zijn van directe Iraanse dreiging voor Nederland. IS vormt ook een bedreiging voor Iran. Recente aanslagen van IS in Iran getuigen daarvan. Dit is ook de reden waarom Iran destijds Irak te hulp is geschoten om te voorkomen dat IS Bagdad zou veroveren. Het kabinet ziet geen verband tussen de inzet van de Nederlandse F16s en de Iraanse activiteiten in de regio. Ook vĆ³Ć³r de anti-IS coalitie was Iran actief in de regio.
Vraag
Is de minister van mening dat de Iraanse projectie van macht teruggedrongen moet worden? Is hij van mening dat de grip van de Iraanse Revolutionaire Garde op Iran zelf, een grip die juist ook in economisch opzicht buitengewoon sterk is, ondermijning verdient?
Antwoord
Het kabinet blijft zeer kritisch op de Iraanse rol in de regio en kaart dit aan in gesprekken met Iran, zowel bilateraal als in EU-verband. Nederland onderhoudt geen contacten met de IRGC omdat deze op de EU-sanctielijst staat. Dit betekent dat bepaalde individuen en leden van daaronder vallende entiteiten zoals de Al Quds eenheid niet mogen reizen en hun eventuele buitenlandse tegoeden zijn bevroren.
Vraag
Weet de minister wanneer de nieuwe Amerikaanse ambassadeur, Pete Hoekstra, komt? Is de minister bereid zijn expertise aan te wenden?
Antwoord
Het kabinet is verheugd met de voordracht van de heer Hoekstra als de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Nederland en hoopt hem snel in Nederland te verwelkomen. Na het aanbieden van zijn geloofsbrieven aan Koning Willem Alexander kan de heer Hoekstra formeel zijn taken als ambassadeur van de Verenigde Staten oppakken. We hebben de trans-Atlantische samenwerking harder nodig dan ooit. Amerikaanse vertegenwoordiging op het hoogste niveau in Den Haag helpt daarbij. De VS is een belangrijke partner op een groot aantal dossiers, waaronder terrorismebestrijding.
Vraag
Met welke partij zou moeten worden onderhandeld om het Palestijnse geweld definitief tot een einde te brengen?
Antwoord
Het kabinet heeft kennisgenomen van het akkoord tussen Fatah en Hamas. Op dit moment is nog veel onduidelijk. Het kabinet staat in principe positief tegenover de Palestijnse toenadering. Terugkeer van de Palestijnse Autoriteit naar Gaza is essentieel om te voorkomen dat situatie in Gaza nog slechter wordt en vormt een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een twee-statenoplossing. Het kabinet wil, zoals ook voorgaande kabinetten gezegd hebben, iedere Palestijnse regering beoordelen op zijn daden, waarbij de Kwartetbeginselen leidend moeten zijn.
Vraag
Is de minister bereid de ambassade terug naar Jeruzalem te verplaatsen?
Antwoord
In augustus 1980 nam de Nederlandse regering het besluit de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging te verplaatsen van Jeruzalem naar Tel Aviv, in lijn met VN-Veiligheidsraadresolutie 478. Hierin werd vastgesteld dat de annexatie door Israƫl van het bezette oostelijke deel van Jeruzalem strijdig is met het internationaal recht en werden lidstaten opgeroepen hun diplomatieke vertegenwoordigingen uit Jeruzalem terug te trekken.
Het kabinet zet zich in voor de twee-statenoplossing, in lijn met de EU parameters. Die zijn helder over de status van Jeruzalem: er dient een oplossing te worden gevonden voor de status van Jeruzalem als de toekomstige hoofdstad van beide staten, waarmee de aspiraties van beide partijen voor Jeruzalem worden vervuld.
Terugkeer zal voor Nederland pas mogelijk zijn nadat en een alomvattend vredesakkoord ligt met een oplossing voor Jeruzalem, inclusief duidelijkheid over de grenzen.
Vragen van het lid Ten Broeke (VVD)
Vraag
Wil de minister een reactie geven op de uitvoering van de motie Servaes/
Ten Broeke over een nieuw fonds voor regionale
partnerschappen?
Antwoord
Met het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP),
waarin het Matra-programma en het Shiraka-programma zijn ondergebracht,
ondersteunt Nederland de ontwikkeling van de democratie en de
rechtsstaat aan de randen van Europa. Eerder heeft het Matra-programma
een belangrijke bijdrage geleverd aan de transitie in Centraal- en
Oost-Europa: in deze landen is mede dankzij de Nederlandse inzet een
sterk maatschappelijk middenveld ontstaan en zijn vele
overheidsfunctionarissen opgeleid en ministeries hervormd. Daar
profiteren niet alleen die landen van, maar ook wij: het bestuur en de
samenleving zijn er stabieler en democratischer geworden, en beter in
staat om problemen op te lossen en druk op de nieuwe verworvenheden te
doorstaan. Het Matra-zuid-/Shiraka-programma is sinds 2012 op
vergelijkbare wijze ingezet voor ondersteuning van transitie in de
Arabische regio.
In 2016 en in 2017 is het budget voor het NFRP incidenteel verhoogd. Bij de voorbereiding van de begroting 2018 is nog geen besluit genomen over een verhoging van de bijdrage aan het NFRP in 2018 en verder. De ruimte voor programmaās op de BZ-begroting is beperkt en in het regeerakkoord zijn geen extra middelen gereserveerd voor het NFRP. Het kabinet wil een grondige afweging maken tussen de verschillende programmaās, waarbij ook effectiviteit zal worden meegewogen. In het voorjaar zal over NFRP een brief aan de Kamer worden gestuurd waarbij ook bezien zal worden hoe en in welke mate een verhoging gerealiseerd kan worden.
Vraag
Kan de minister toelichten hoe uitvoering is gegeven aan het
gedetineerdenbeleid na het rapport van de Rekenkamer over de
effectiviteit van de beleidswijzigingen?
Antwoord
Het kabinet verwijst graag naar de Kamerbrief van 24 april 2017
voor het standpunt van het ministerie van Buitenlandse Zaken op de
aanbevelingen van de Rekenkamer ten aanzien van de
gedetineerdenbegeleiding. In deze brief wordt toegelicht hoe mijn
ministerie deze aanbevelingen opvolgt. De minister van Buitenlandse
Zaken beschouwt dit als een aansporing om uitvoering te blijven geven
aan die aanbevelingen. De minister van Buitenlandse Zaken wil er alles
aan doen om Nederlanders wereldwijd een goede consulaire dienstverlening
te bieden.
Vraag
Is de minister bereid de pilot reisdocumenten door te zetten voor mobiele paspoortverstrekking, zeker in noodgevallen?
Antwoord
Op grond van de Paspoortwet worden paspoortaanvragers in het buitenland bezocht met mobiele aanvraagapparatuur als zij vanwege zwaarwegende redenen niet aan een balie kunnen verschijnen. Deze apparatuur wordt ingezet voor mensen die echt niet kunnen reizen maar wel een paspoort nodig hebben. Dit is geen pilot maar bestendige praktijk. Daarnaast organiseren posten consulaire spreekuren waarbij ze met dezelfde mobiele aanvraagapparatuur het land intrekken en op locatie paspoortaanvragen in ontvangst nemen. Dat kan niet op grote schaal, namelijk alleen als de capaciteit en budget het toelaten. Met name ambassades in grote landen als Canada, AustraliĆ«, Spanje organiseren jaarlijks diverse consulaire spreekuren op locaties ver van de ambassade, waarbij het mobiele aanvraagstation wordt ingezet voor de inname van paspoortaanvragen.Ā
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks)
Vraag
Kan de minister bevestigen dat Nederland klimaatverandering aandacht gaat geven in de agenda voor de Veiligheidsraad?
Antwoord
Ja. Een van de Nederlandse prioriteiten in de Veiligheidsraad zal preventie zijn: het voorkomen in plaats van genezen van conflict door het adresseren van de grondoorzaken. Daarbij zal speciale aandacht zijn voor themaās waar Nederland een meerwaarde heeft zoals water- en voedselzekerheid en klimaatadaptatie.
In Afrika en het Midden-Oosten bijvoorbeeld zien we hoe een explosieve combinatie van exponentiƫle bevolkingsgroei en water- en voedselschaarste kan leiden tot regionale instabiliteit. Klimaatverandering verergert dat alleen nog maar.
Nederland staat aan de wereldtop als het gaat om kennis op het gebied van duurzame water-, voedsel- en landbouwsystemen. Juist op die themaās staan de wereld enorme uitdagingen te wachten die directe gevolgen kunnen hebben voor vrede en veiligheid. Een toekomstbestendige Veiligheidsraad kan en mag die themaās dus niet negeren.
Vraag
Wil de minister ruimte maken in het mensenrechtenprogramma voor mensen
die hun eigen land beschermen (landrechtactivisten), en daarmee ook ons
een dienst bewijzen?
Antwoord
Ondersteuning van mensenrechtenverdedigers is Ć©Ć©n van de prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid, steun aan landrechtactivisten valt hier ook onder. Nederland spreekt in bilateraal en multilateraal verband autoriteiten van landen aan waar de rechten van mensenrechtenverdedigers (met name ook voor inheemse groepen) onder druk staan. Via het Mensenrechtenfonds worden ook projecten van mensenrechtenverdedigers gesteund. Nederland heeft in 2016 76 projecten wereldwijd ondersteund met een bijdrage van in totaal ruim EUR 6 miljoen. Ā
Ook in EU verband zet Nederland zich in voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers, waaronder landrechtactivisten:
Wanneer de rechten worden geschonden van mensenrechtenverdedigers in moeilijke situaties wereldwijd, incl. mensenrechtenverdedigers die zich inzetten voor kwesties rondom landrechten, landroof en klimaatverandering, kunnen zij een beroep doen op het mechanisme ProtectDefenders.eu. Het mechanisme staat deze mensenrechtenverdedigers bij door middel van trainingen, capaciteitsopbouw en tijdelijke relocatie in geval van nood. (Opgenomen in EU Actieplan voor mensenrechten en democratie (2015-2019))
Ook de EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten, Stavros Lambrinidis, zet zich in voor landrechtenverdedigers en spreekt hierover met vertegenwoordigers van de private sector.
De Europese Commissie heeft āSector Guides on Implementing the UN Guiding Principles on Business and Human Rightsā ontwikkeld waarin bedrijven worden geĆÆnformeerd over hun verantwoordelijkheden voor het waarborgen van deze rechten.
Vraag
In het kader van Nordstream II, is het verstandig om nog afhankelijker
te worden van het aardgas van Rusland?
Antwoord
In reactie op eerdere vragen ging de Kamer op 26 augustus 2016 een
brief toe namens de Ministers van EZ, BZ en BHOS over de Nederlandse
gasrelatie met Rusland. Het aandeel van Russisch gas in de Nederlandse
energiemix is vooralsnog zeer beperkt. Gas dat eventueel door de
Nordstream II pijpleiding zou vloeien is niet direct voor de Nederlandse
markt bedoeld maar voor de Europese markt. Een sterke interne EU
energiemarkt en diversificatie van bronnen, leveranciers en
aanvoerroutes zijn belangrijke doelstellingen van de Energie Unie om
afhankelijkheidsrisicoās te mitigeren. Daarnaast is in het huidige
Regeerakkoord opgenomen dat behalen van de klimaatdoestellingen zou
moeten zorgen voor minder afhankelijkheid van olie uit het Midden-Oosten
en van gas uit Rusland.
Vraag
Kan de minister beloven geen Nederlandse diplomatieke inzet te plegen
ten bate van Nordstream II project?
Antwoord
Het is voor de Nederlandse overheid geen ābusiness as usualā in de relatie met Rusland. De Nederlandse overheid heeft gegeven de huidige omstandigheden tot dusverre geen faciliterende rol gespeeld bij het tot stand komen van investeringsprojecten in Rusland. Het kabinet voert geen actieve lobby voor de realisatie van Nordstream II en heeft die ook niet gevoerd. Nordstream II is wat Nederland betreft een aangelegenheid van private partijen. Het staat bedrijven vrij om naar eigen inzicht activiteiten te ondernemen zolang deze niet indruisen tegen de wet.
Vraag
Kan de minister beloven steun te geven aan het voorstel van de Europese
Commissie om samen op te trekken t.a.v. de gezamenlijke
gasmarkt?
Antwoord
Het voorstel van de Europese Commissie om de EU gasrichtlijn te herzien is vorige week verschenen. Het kabinet beraadt zich nog over zijn positie ten aanzien van dit voorstel. U zult via de gebruikelijke weg worden geĆÆnformeerd over het kabinetsstandpunt.
Vraag
Kan de minister bevestigen dat de VS in 2020 van plan zijn om de
kernwapens op Nederlandse bodem te moderniseren?
Antwoord
Diverse kernwapenstaten werken aan de modernisering van hun nucleaire arsenalen. De VS hebben in dat kader het zogenaamde Ā«Life Extension ProgramĀ» (LEP) met als doel de veiligheid, beveiliging en effectiviteit van onder meer deze wapens blijvend te garanderen. Deze modernisering duurt vele jaren en is naar het oordeel van de Nederlandse regering een noodzakelijke activiteit. Het LEP betreft Amerikaanse kernwapens, dus NAVO-bondgenoten hebben geen zeggenschap over de tijdslijn van deze modernisering.
Zoals de Kamer bekend, kunnen op basis van bondgenootschappelijke afspraken geen mededelingen worden gedaan over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens.
Vraag
Autonome wapens en bewapende drones: technisch is alles mogelijk maar is
dat wat de minister betreft ook wenselijk? Kan de minister aangeven of
dergelijke wapens aan banden moeten worden gelegd?
Antwoord
Zoals in Kamerbrieven van maart 2016 en van 25 oktober jl. nog gemeld, is Nederland tegen de ontwikkeling en inzet van volledig autonome wapens zonder betekenisvolle menselijke controle. Nederland is echter evenmin voorstander van een moratorium op de technologische ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. De grens tussen militair en civiel daarin is namelijk moeilijk te trekken. Belangrijke civiele ontwikkelingen frustreren, dan wel verbieden, is onwenselijk. Internationaal is ook onvoldoende draagvlak voor een dergelijk moratorium. Nederland draagt actief bij aan de internationale discussie over dit onderwerp.
De toegenomen inzet van UAVās (unmanned aerial vehicles) of drones vraagt om internationale afspraken. Met name het vergroten van de transparantie en verantwoording over de export en het gebruik van UAVās is noodzakelijk. Ook hiervoor zet Nederland zich actief in.
Vraag
Kan de minister bevestigen dat sommige van onze bondgenoten in de strijd
tegen IS hun militairen instructie geven geen krijgsgevangenen te maken?
Is dit niet in strijd met de Geneefse conventies?
Antwoord
Het kabinet beschikt niet over eigenstandige informatie dat bondgenoten gericht (buitenlandse) IS-strijders liquideren die zich al hebben overgegeven of gevangen genomen zijn.
Op basis van het humanitair oorlogsrecht is het verboden om de opdracht te geven dat er geen overlevenden mogen zijn. Een strijder die gevangen is genomen of anderzijds buiten gevecht is gesteld (āhors de combatā) is geen legitiem militair doel. IS-strijders kunnen uiteraard wel strafrechtelijk worden vervolgd voor hun wandaden.
Vraag
Is de minister bereid om het Commissievoorstel voor het openen van een
artikel 7-procedure te steunen?
Antwoord
De ontwikkelingen met betrekking tot de rechtsstaat zijn voor
het kabinet reden tot zorg; het stelt de EU als waardengemeenschap op de
proef en tast op termijn de coherentie van de EU aan. Nederland staat
geheel achter de Commissie bij stappen die zij zet om de Rule of Law te
waarborgen, zowel in de pre-artikel 7 dialoog met Polen als in de
infractieprocedure tegen datzelfde land.
Er is op dit moment geen Commissievoorstel om artikel 7 op te starten.
Artikel 7.1 kan gestart worden door hetzij de Commissie, het Europees
Parlement of een derde van de lidstaten. Indien een dergelijk voorstel
gedaan zou worden, zou Nederland zich er nader op beraden.
Vraag
De EU als waardengemeenschap: zijn we op grond van het Lissabon verdrag
niet verplicht de rechtsstatelijkheid te garanderen binnen de
EU?
Antwoord
Alle lidstaten hebben zich via de EU-verdragen gecommitteerd
aan het handhaven van de waarden van de EU, zoals die zijn vastgelegd in
artikel 2 (EU-verdrag).
De verantwoordelijkheid om deze na te leven ligt dan ook in eerste
instantie bij de lidstaten zelf. In die gevallen dat er duidelijk gevaar
bestaat voor een ernstige schending van die waarden, is in artikel 7 de
mogelijkheid voorzien een procedure te starten om de naleving van die
waarden door de betreffende lidstaat te bevorderen.
Zoals gezegd is die procedure op dit moment niet in gang gezet. De mogelijkheid staat zo nodig echter wel ter beschikking.
Met de rechtsstaatmededeling van de Commissie van 11 maart 2014 heeft de Commissie thans mogelijkheden om met lidstaten in dialoog te treden. De Commissie heeft daarin de Nederlandse steun. Zoals uit de verslagen van de Raad Algemene Zaken van mei en september 2017 blijkt, is die steun breed gedeeld onder de EU-lidstaten
Vragen van het lid Van Helvert (CDA)
Vraag
In het Regeerakkoord staat dat de regering zich sterk gaat maken voor
kwetsbare groepen, waaronder christenen. Kan de minister aangeven hoe de
regering hiermee aan de slag zal gaan, zeker gezien de rol van Nederland
in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties?
Antwoord
De Nederlandse inspanningen zijn gericht op het recht van
individuen om hun religieuze of levensbeschouwelijke identiteit vorm te
geven, om een theĆÆstische, non-theĆÆstische of atheĆÆstische
levensovertuiging te hebben en om van geloof te kunnen veranderen. NL
vraagt ook structureel aandacht voor rechten āniet-religieuzenā.
Het kabinet maakt zich zorgen om de toegenomen schendingen van
godsdienstvrijheid van religieuze minderheden, inclusief christenen.
Over de gehele wereld zijn religieuze groepen slachtoffer van
discriminatie en geweld, gepleegd door niet-statelijke actoren en
staten. Ook ongelovigen worden vanwege hun levensovertuiging beperkt in
hun vrijheid. Nederland veroordeelt, ook in EU-verband, regelmatig de
aanslagen op religieuze minderheden.
In dialogen met autoriteiten stellen we bilateraal en multilateraal
schendingen van vrijheid op godsdienst en levensovertuiging aan de orde.
Ook onze Mensenrechtenambassadeur doet dat. Zo heeft hij recentelijk
zowel in China, Pakistan en in Indonesiƫ met de overheid en religieuze
leiders gesproken over godsdienstvrijheid. Ook in alle VN-fora,
waaronder de VNVR, zet Nederland zich waar mogelijk in voor de vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging.
Vanuit het Mensenrechtenfonds ondersteunen het Ministerie en de ambassades verschillende projecten op het terrein van bevordering van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.
Uit het Mensenrechtenfonds 2017 ā 2020 is subsidie toegezegd van 2 miljoen euro aan de organisatie Mensen met een Missie. Dit Vrijheid van Religieprogramma draagt bij aan religieuze tolerantie door middel van inzet op verschillende niveaus: lokale gemeenschappen, jeugd, religieuze leiders en formele en informele autoriteiten; en omvat tegelijk sociaal-culturele en juridische en beleidsmatige interventies in IndonesiĆ«, Pakistan en Kenia.
Vraag
Is de minister bereid zo spoedig mogelijk een reactie geven op het
advies over het gebruik van de term genocide?
Antwoord
Op basis van het Regeerakkoord zijn voor de Nederlandse regering uitspraken van internationale gerechts- en strafhoven, eenduidige conclusies volgend uit wetenschappelijk onderzoek en vaststellingen door de VN leidend bij de erkenning van genocides. Het huidige kabinet moet zich nog uitspreken over het rapport van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) en de extern volkenrechtelijk adviseur (EVA) over het gebruik van de term genocide door politici, waar deze vraag ook aan de orde zal komen. De kabinetsreactie zal naar verwachting voor het Kerstreces aan uw Kamer worden toegestuurd.
Vraag
Kan de minister vaart maken met het digitaliseren van de
aanvraagprocedure voor paspoorten en identiteitskaarten? Kan
bijvoorbeeld de pilot van Edinburgh worden uitgerold naar Canada en
Australiƫ? Op welke termijn verwacht de minister vooruitgang hierover te
kunnen melden?
Antwoord
Nederland wil koploper blijven op consulair terrein door de consulaire diensten verder te verbeteren en te verbreden, door te innoveren, te digitaliseren en sommige diensten (verder) uit te besteden.
De pilot in Edinburgh maakt onderdeel uit van deze nieuwe consulaire strategie. Sinds september 2016 kunnen Nederlanders daar bij de externe dienstverlener VFS Global een aanvraag indienen voor een Nederlands reisdocument. Dat werkt zoals we wereldwijd werken met Externe Dienstverleners (voor visum-verlening): voor een geringe vergoeding kunnen āklantenā beter en op meer plaatsen geholpen worden. Deze pilot is verlengd en loopt nog tot en met maart 2018. Dan zal de pilot geĆ«valueerd worden en bezien worden of deze dienstverlening breder kan worden ingezet in de toekomst, bijvoorbeeld in Canada of AustraliĆ«. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de beveiliging van het proces. De Kamer zal voor het einde van het jaar worden geĆÆnformeerd over de bevindingen van de pilot tot nog toe.
Digitalisering van consulaire dienstverlening staat hoog op de consulaire agenda. In het visumproces zijn hier al eerste stappen in gezet met de pilot voor een digitaal visumaanvraagformulier. Het aanvraagproces voor Nederlandse reisdocumenten is nog niet gedigitaliseerd, en is mede afhankelijk van de toekomstige vormgeving van het paspoorten- en reisdocumentenproces, waarvoor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eerstverantwoordelijk is.
Vraag
Kan de minister aangeven hoe hij de relatie met Rusland wil
vormgeven?
Antwoord
Het kabinet kiest voor een realistische benadering van Rusland en ziet Rusland zoals het is: een land met aanzienlijke invloed. Rusland is het grootste land ter wereld, een kernwapenstaat en permanent lid van de VNVR. Rusland is een belangrijke energie-exporteur en een belangrijke speler op veiligheidsgebied. Rusland is bovendien historisch en politiek een onlosmakelijk onderdeel van Europa. Voor Nederland is en blijft Rusland politiek en economisch van belang. Dat gaat niet veranderen.
Het kabinet realiseert zich terdege dat Rusland en Europa dikwijls andere visies en belangen hebben. Binnenlands schuwt Rusland de repressie niet en staat de rechtsstaat onder druk. Wat betreft het Russische buitenlandbeleid aarzelt Rusland niet een breed arsenaal aan militaire en politieke middelen in te zetten om zijn doelen te bereiken. De toenemende Russische assertiviteit gaat steeds vaker in tegen Europese belangen van stabiliteit, voorspelbaarheid en heeft daarmee een negatieve invloed op de vrede en welvaart. Het Russische optreden in SyriĆ« en OekraĆÆne zijn voorbeelden daarvan, maar ook aan de heimelijke beĆÆnvloeding via desinformatie in westerse democratieĆ«n. In voornoemde twee brieven licht de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toe hoe het kabinet hiermee omgaat.
Dit alles betekent niet dat Nederland met de rug naar Rusland moeten staan. Juist uit een positie van sterkte en geloof in de kracht en weerbaarheid van de liberale orde, wil het kabinet het gesprek met Rusland blijven zoeken. Daarom is het kabinet bereid het gesprek met Rusland aan te gaan over mensenrechten en de Russische destabilisering. Tegelijk is een dialoog met Rusland nodig over waar de Nederlandse harde belangen gediend zijn: de strijd tegen terrorisme, non-proliferatie en ontwapening. Waar Nederland en Rusland van mening verschillen zal het kabinet dit duidelijk uitspreken en desnoods drukmiddelen inzetten. Dat kan alleen effectief als we met onze Europese en trans-Atlantische partners ā zowel in EU als NAVO-verband ā gezamenlijk optrekken en eenheid blijven uitstralen.
Vraag
De AIV waarschuwde vorige week dat de NAVO nog nooit zo zwak was geweest
sinds de Koude Oorlog. Is de minister ook geschrokken van die analyse
van de AIV of is die niet juist?
Antwoord
Het AIV Advies komt zeer tijdig, gezien de veiligheidsdreigingen ten oosten en ten zuiden van de NAVO. Voor Nederland is de NAVO van oudsher de primaire veiligheidsorganisatie, dus goed dat de AIV hierover adviseert. Ik ben het eens met de AIV dat er uitdagingen liggen die we de komende jaren aan zullen moeten pakken. Dit Kabinet investeert daarom structureel 1,5 miljard euro extra in Defensie, ook met oogmerk de krijgsmacht te versterken. Uiteraard zal ik, samen met mijn collega van Defensie, het rapport zorgvuldig bestuderen en een kabinetsreactie opstellen. Daarna ga ik graag de discussie met de kamer aan.
Vraag
Kan de minister toezeggen dat deelname aan PESCO niet ten koste gaat van
de NAVO?
Antwoord
De bedoeling is dat PESCO een impuls geeft aan het creƫren van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen Europese landen. Een sterker Europees defensiebeleid leidt ook tot een sterker Europees aandeel binnen de NAVO. Het een gaat dus niet ten koste van, maar komt juist ten goede aan het ander. Voor Nederland zal dit een belangrijk aandachtspunt blijven nu we daadwerkelijk met PESCO gaan starten.
Vraag
Kan de minister aangeven of de sancties op Venezuela wel ver genoeg
gaan?
Antwoord
Venezuela verkeert in een diepe crisis. Afgelopen jaar hebben we als Europese Unie via dialoog geprobeerd deze negatieve ontwikkelingen te veranderen. Gesprekken alleen bleken echter niet genoeg. De EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben daarom ingestemd met persoonsgerichte sancties, een wapenembargo en embargo op goederen voor interne repressie en IT-surveillance. Ze zijn bedoeld als drukmiddel om gedragsverandering bij de regering te bewerkstelligen en om te voorkomen dat goederen ingezet kunnen worden tegen de eigen bevolking. Daar voorzien deze sancties in. Mocht de Venezolaanse regering een serieuze handreiking doen om onderhandelingen met de oppositie voor een uitweg uit de politieke crisis te hervatten, de democratie te herstellen en mensenrechtenschendingen tegen te gaan, dan kunnen de sancties worden opgeheven en omgekeerd worden uitgebreid bij verdere verslechtering.
Vraag
Kan de minister bevestigen dat een deal in de maak is tussen Rusland en
Venezuela waarbij Rusland in ruil voor een lening gebruik kan maken van
Venezolaanse havens? Hoe staat de regering hierin?
Antwoord
De verslechterende situatie in Venezuela wordt scherp in de gaten gehouden. Daarbij is er speciale aandacht voor de territoriale integriteit en stabiliteit van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het kabinet heeft via openbare bronnen kennisgenomen van het bericht over een deal met Rusland. Het bericht is niet bevestigd door de Venezolaanse autoriteiten. Volgens media zou het gaan om een verblijf van Russische schepen voor de periode van maximaal 15 dagen. Het kabinet blijft dit nauwgezet volgen.
Vraag
Is de minister bereid een signaal richting Bagdad af te geven om het
militair machtsvertoon van het Iraakse leger te laten
stoppen?
Antwoord
Een constructieve dialoog tussen Bagdad en Erbil is de enige
weg voorwaarts. De Koerden deden de afgelopen weken enkele handreikingen
richting Bagdad. Zij verklaarden de uitslag van het referendum te zullen
bevriezen en te willen praten over de toekomstige relatie met Bagdad.
Het zou goed zijn als Bagdad de handreikingen die zijn gedaan door de
Koerden zou aannemen. Nederland roept in al haar bilaterale en
multilaterale contacten op tot dialoog tussen Bagdad en Erbil. Deze
moeten het vertrouwen herstellen en leiden tot uitvoering van eerder
gemaakte afspraken zoals overdracht van 17% van de centrale begroting
aan Erbil. Alleen dan kan er sprake zijn van een duurzame oplossing, kan
stabiliteit worden hersteld, kunnen ontheemden terug naar huis en Irak
zich verder ontwikkelen. Ook verschillende van onze partners, waaronder
Frankrijk, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, hebben deze
boodschap overgebracht.
Vraag
Kan de minister aangeven hoe om te gaan met steun aan Suriname (acute
medische en humanitaire crisis)? Kan steun via particuliere instanties
en ziekenhuizen verlopen als de overheid geen steun
aanvaardt?
Antwoord
Via de Twinningfaciliteit Suriname ā Nederland 2017-2021 draagt Nederland met 6,5 miljoen euro bij aan de sectoren (gezondheids)zorg, onderwijs, taal/cultuur en milieu/ecologie. De Twinningfaciliteit is gericht op versterking van het Surinaamse maatschappelijk middenveld en daarnaast wordt de samenwerking tussen Surinaamse en Nederlandse organisaties gestimuleerd.
Vragen van het lid Karabulut (SP)
Vraag
Gaan we toestaan dat in Libiƫ mensen als slaven verhandeld worden? Of omarmt de minister de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?
Antwoord
Nederland dringt zowel bilateraal als in multilateraal verband bij de Libische autoriteiten aan op verbetering van de opvang en bescherming van migranten en vluchtelingen, het aanpakken van straffeloosheid en toegang voor internationale organisaties tot de detentiecentra in LibiĆ«. Zo heeft Nederland in de laatste zitting van de Mensenrechtenraad de verschillende VN-organisaties en rapporteurs opgeroepen om LibiĆ« te bezoeken. Ook tijdens het bezoek van Premier Serraj aan Nederland eind juni heeft de minister van Buitenlandse Zaken de premier aangesproken op onze zorgen over de opvang van migranten. Een ander belangrijk punt is het opschalen van vrijwillige terugkeer van migranten naar het land van herkomst. Nederland werkt aan vrijwillige terugkeer naar landen van herkomst samen met IOM en UNHCR. Dat werpt vruchten af: steeds meer migranten kiezen ervoor om vrijwillig terug te keren naar hun landen van herkomst vanuit LibiĆ«, maar ook vanuit Niger. Beter is natuurlijk om te voorkomen dat deze migranten zich Ć¼berhaupt genoodzaakt voelen om de gevaarlijke tocht naar Europa te maken; daarom blijven we inzetten op aanpak grondoorzaken en informatiecampagnes. Zowel de EU als Nederland stelt hiervoor middelen beschikbaar. Daarnaast blijft Nederland zich inzetten voor stabilisatie van LibiĆ« door capaciteitsopbouw van lokale overheden, het bij elkaar brengen van de strijdende partijen in LibiĆ« en het faciliteren van veiligheidsdialogen.
Vraag
Kan de minister de Kamer vertellen op welke wijze dit, ongewenste beĆÆnvloeding door de Russen, gebeurt en welke maatregelen worden genomen om dit te voorkomen? Is de minister ook bereid zijn contacten met de Russen te gebruiken om te de-escaleren?
Antwoord
Vooropgesteld moet worden dat buitenlandse inmenging in onze democratische processen niet acceptabel is. Het beeld dat in de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt geschetst bevestigt eerdere dreigingsanalyses en geeft reden tot zorg. Nederland neemt derhalve internationaal onder meer VN-kader stelling tegen kwaadaardige cyberoperaties door statelijke actoren en spreekt landen in multilateraal en bilateraal verband aan op het belang van naleving van internationaal recht en de in VN-kader opgestelde vrijwillige gedragsnormen voor een stabiel cyberdomein. Een dergelijke open dialoog over de naleving van gedragsnormen wordt ook met Rusland gevoerd, zowel in multilaterale fora als de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa als bilateraal. Specifieke zorgen over cybersecurity en desinformatie zijn in het verleden en worden ook in de toekomst actief in de dialoog met Rusland aan de orde gesteld. Inmenging kan ook op andere manieren dan cyberaanvallen. Zoals de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijft worden soms digitale middelen ingezet voor de beĆÆnvloeding van besluitvormingsprocessen, beeldvorming en publieke opinie. Daarom is bewustwording en āmaatschappelijke weerbaarheidā essentieel.
Vraag
In hoeverre vindt de minister dat de onderhandelingen met Noord-Korea ook niet makkelijker gemaakt worden door het beleid van president Trump.
Antwoord
De oorzaak voor het ontstaan van de situatie en ook de oplossing ervan ligt eerst en vooral bij Noord-Korea. De Noord-Koreaanse provocaties vormen een serieus gevaar voor de vrede en veiligheid in de regio en (uiteindelijk) in de wereld. Tegen deze achtergrond pleit de VS actief voor eensgezindheid in de internationale gemeenschap om de druk op Noord-Korea maximaal op te voeren, met als doel Noord-Korea tot hervatting van betekenisvolle dialoog over denuclearisatie te bewegen. Nederland acht het opbouwen van druk eveneens noodzakelijk om Noord-Korea van koers te doen veranderen en de omstandigheden voor dialoog te scheppen.
Vraag
Wie krijgt waar de touwtjes in handen, dat is de inzet van het levensgevaarlijke geopolitieke spel in het Midden-Oosten. Wat is de analyse van de minister van de ontwikkelingen in de regio. Kan hij daarbij specifiek ingaan op de bizarre ontwikkelingen in Libanon? Hoe kan Nederland bijdragen aan de broodnodige de-escalatie in deze regio?
Antwoord
Het Midden-Oosten is een turbulente regio met een groot aantal actieve en potentiƫle conflicten. Er bestaan spanningen langs een groot aantal verschillende breuklijnen, waaronder sektarische, etnische en (geo)politieke tegenstellingen. In landen als Syriƫ, Libiƫ, Irak en Jemen woeden langdurige gewelddadige conflicten met desastreuze humanitaire gevolgen, waarvan het einde vooralsnog niet in zicht is. In Irak is de situatie momenteel aan de beterende hand, maar van duurzame stabiliteit is voorlopig geen sprake. Andere landen in de regio, zoals Libanon, zijn vooralsnog stabiel, maar kampen met grote uitdagingen of spanningen op politiek, maatschappelijk of sociaal vlak. Zo leidt de recente aankondiging van de Libanese premier over zijn aftreden tot verdere onzekerheid over de stabiliteit van Libanon. In Saoedi-Arabiƫ zijn recentelijk een aantal vooraanstaande leden van het Koningshuis gearresteerd. In deze moeilijke context proberen Nederland en de EU met actieve diplomatie en concrete inzet via diverse kanalen een constructieve bijdrage te leveren aan conflictbeslechting en waar mogelijk stabiliteit te behouden en bevorderen. Enkele voorbeelden van Nederlandse inzet: in Syriƫ ondersteunt het kabinet de VN, ondersteunt het de oppositie en gesprekken achter de schermen tussen rivaliserende groepen; in Irak draagt het kabinet bij aan het bestrijden van IS en stabilisatie door middel van onder andere ontmijning; in Jemen dringt het kabinet in alle daarvoor beschikbare fora aan op urgente actie ter leniging van humanitaire noden; ten aanzien van Libanon roept de EU, mede op aandringen van Nederland, zowel Saoedi-Arabiƫ als Iran op Libanon geen inzet te maken van een regionale machtsstrijd en geeft het kabinet zoals bekend veel steun ten behoeve van regionale opvang. Het zijn slechts een paar voorbeelden van antwoorden op een buitengewoon complex geheel aan uitdagingen waar de regio mee kampt.
Vraag
Is de minister van mening dat Nederland geen wapens mag exporteren naar Saoedi-Arabiƫ of andere landen die actief zijn in Jemen? Wil de minister maatregelen daartoe nemen in de VN Veiligheidsraad? Is de minister bereid de situatie in Jemen tot prioriteit te maken in de VN Veiligheidsraad? Ziet de minister mogelijkheden om een eind te maken aan het bloedvergieten in Jemen?
Antwoord
Het Nederlandse wapenexportbeleid richting Saoedi-ArabiĆ« is Ć©Ć©n van striktste van alle EU-lidstaten. Ook voor andere landen zoals de VAE en Egypte toetst Nederland extra kritisch bij goederen die in Jemen kunnen bijdragen aan schendingen van internationaal humanitair recht. Het kabinet is echter geen voorstander van een nationaal, unilateraal wapenembargo. Dat zou allereerst materieel weinig effectief zijn. In 2015 bedroeg de waarde van de door Nederland toegekende vergunningen naar Saoedi-ArabiĆ« bijvoorbeeld minder dan 0,01% van het Europees totaal. Met een nationaal embargo wijst Nederland bovendien niet meer af op basis van gezamenlijk vastgestelde en gedeelde EU-criteria. Dan hoeven andere EU-lidstaten niet naar de Nederlandse afwijzingen te kijken. Nederland heeft dan geen invloed meer ā we zouden onszelf buiten spel zetten. Nederland zal in EU- en VN-verband blijven benadrukken dat landen zeer strikt de mensenrechtencriteria moeten blijven hanteren bij de beoordeling van wapenexportvergunningen voor landen die deelnemen aan de strijd in Jemen.
Nederland heeft zich de afgelopen maanden met succes hard gemaakt voor EU-Raadsconclusies over Jemen en voor een onafhankelijk VN-onderzoek naar oorlogsmisdagen in Jemen. Daarbij is het echter van belang realistisch te zijn: slechts met veel moeite is consensus hierover bereikt. Door een Nederlandse alleengang, zoals met een unilateraal embargo, zou Nederland medestanders kunnen verliezen. Voor grote landen binnen en buiten de EU spelen grote financiƫle, maar ook bilaterale belangen in relatie tot landen in de Golf.
Daarnaast zal het Koninkrijk in de VN-Veiligheidsraad de situatie in Jemen onder de aandacht blijven brengen, in lijn met de in de Kamerbrief van 27 oktober 2017 (Kamerstuk 2017Z14370) aangegeven inzet dat we ons binnen de brede agenda van de VN-Veiligheidsraad primair zullen richten op het voorkomen en stoppen van het meest schrijnend, grootschalig menselijk lijden. In dit verband ondersteunt Nederland het kantoor van de VN-gezant ten behoeve van het vredesproces, en zal Nederland toezien op implementatie van de Mensenrechtenraadresolutie.
Vraag
Dringt Nederland aan op het vrijlaten van de politieke gevangenen? Kan er ook op ingegaan worden in welke mate er in Marokko serieus werk wordt gemaakt van de beschuldiging van mishandeling en verkrachting? Is de minister bereid om contact op te nemen met zijn Marokkaanse ambtgenoot om zijn zorgen uit te spreken?
Antwoord
Nederland volgt de situatie in de Rif op de voet, inclusief de rechtszaken tegen Zefzafi en andere verdachten. De ambassade was vorige week aanwezig om een zitting in deze zaak bij te wonen. De ambassadeur in Rabat brengt de situatie in de Rif regelmatig op bij haar Marokkaanse gesprekspartners.
De aantijgingen over mogelijke mishandeling of zelfs marteling van gevangenen zijn ernstig. In een gesprek met de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken bespreekt de minister van Buitenlandse Zaken alle aspecten van de bilaterale relatie, met inbegrip van de mensenrechtensituatie.
Vraag
Kamerleden van de coalitiepartijen willen de verhoging van het Mensenrechtenfonds ook inzetten voor de persvrijheid van buitenlandse journalisten. Kan dat ook ingezet worden voor journalisten die hun land hebben moeten ontvluchten?
Antwoord
Vrijheid van meningsuiting, waaronder veiligheid van journalisten is een van de prioriteiten van het mensenrechtenbeleid.
We doen reeds veel op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder ook de bescherming van journalisten valt.
Voor de bescherming van journalisten steunt Nederland programmaās zoals Reporters Respond, Digital Defenders Partnership en Shelter City. Shelter City biedt journalisten de mogelijkheid van een tijdelijk verblijf in een Nederlandse stad om hier tot rust te komen.
Nederland ondersteunt ook regionale relocatiemechanismen voor mensenrechtenverdedigers en journalisten in GeorgiĆ«, Costa Rica, Tanzania en inĀ Oost- en in de Hoorn van Afrika.
Ook via het EU-mechanisme voor mensenrechtenverdedigers, Protect Defenders, komen journalisten in aanmerking voor tijdelijke relocatie in de regio.
Vragen van het lid Sjoerdsma (D66)
Vraag
Wanneer is de digitalisering van documentuitgave rond?
Antwoord
Digitalisering van de dienstverlening staat hoog op de consulaire agenda. In het visumproces zijn hierin al eerste stappen gezet met de pilot voor een digitaal aanvraagformulier. Het aanvraagproces voor Nederlandse reisdocumenten is nog niet gedigitaliseerd en is mede afhankelijk van de toekomstige vormgeving van het reisdocumentenproces, waarvoor het ministerie van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties eerstverantwoordelijk is. Het is de inzet van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat Nederlanders in 2020 wereldwijd op efficiƫnte wijze digitaal consulaire producten en diensten - zoals een reisdocument - kunnen aanvragen.
Vraag
Hoe zal invulling worden gegeven aan de Europeanisering in de VN Veiligheidsraad?
Antwoord
Het Koninkrijk zet in op een Europese invulling van het lidmaatschap van de Veiligheidsraad. In de eerste plaats krijgt dit vorm door middel van een eenduidige inzet in EU-verband (Brussel) enerzijds en VNVR-verband (New York) anderzijds. Nederland zal zich inzetten voor verdere versterking van de coƶrdinatie tussen EU Lidstaten ter voorbereiding van besprekingen in de Veiligheidsraad, onder andere via samenwerking in relevante EU-werkgroepen en via discussies met EU-instellingen in Brussel. Op die manier wil het Koninkrijk maximale coherentie bevorderen tussen besluitvorming in de Veiligheidsraad en in de Brusselse gremia. Dit geldt ook op het terrein van sancties, waarbij het Koninkrijk zich zal inspannen voor snelle vertaling van VNVR-sanctieregimes in EU-sanctieverordeningen en voor het zekerstellen dat VNVR-sancties en -listings beantwoorden aan de zorgvuldigheidseisen die de EU stelt aan EU-sancties. Het uitgangspunt zal steeds zijn: Europees waar opportuun en mogelijk.
Een verdere Europese dimensie van ons Veiligheidsraadslidmaatschap is de unieke samenwerking met Italiƫ, waarmee we ƩƩn lidmaatschapstermijn delen. Deze samenwerking is vervat in een gemeenschappelijke verklaring waarin gedeelde prioriteiten zijn benoemd (conflictpreventie, peacekeeping, burgerbescherming en rechtsstatelijkheid). Ook is er sprake van detachering van diplomaten over en weer, intensieve informatie-uitwisseling en enkele gezamenlijke initiatieven, zoals samenwerking op het gebied van de aanpak van mensensmokkel vanuit Libiƫ en het openen van de tentoonstelling "Pillars of Cooperation" van Italiƫ en Nederland op 9 januari 2017. De samenwerking werd herbevestigd tijdens het Staatsbezoek van Nederland aan Italiƫ in juni van dit jaar.
Het Koninkrijk zal tenslotte ook nauw samenwerken met andere Europese landen in de Veiligheidsraad (in 2018 het VK, Frankrijk, Polen en Zweden), en samen optrekken waar mogelijk. Met deze landen hebben voorbereidende consultaties plaatsgevonden. Na de volgende verkiezingen van leden van de Veiligheidsraad zal Nederland ook inzetten op versterkte samenwerking met volgende Europese leden (na de zittingstermijn van het Koninkrijk).
Antwoord
Hoe wordt het wapenexportbeleid vormgegeven?
Antwoord
Het kabinet blijft uitgaan van het principe dat conventionele wapens het recht van landen op zelfverdediging dienen, maar dat misbruik moet worden voorkomen. Nederland blijft daarom zijn juridische verplichting nakomen om vergunningaanvragen voor wapenexporten naar niet -EU of -NAVO landen zorgvuldig te toetsen aan de EU criteria, die ook in het regeerakkoord zijn genoemd. In de afweging tussen veiligheids- en handelsbelangen, weegt veiligheid het zwaarst. Wapenexportcontrole is echter geen sanctiebeleid, maar maatwerk gebaseerd op case-by-case toetsingen van de aard van het goed, de eindgebruiker en het eindgebruik van de te exporteren goederen. Daarbij zet het kabinet de inzet voort op het minimaliseren van de administratieve lasten en het streven naar een gelijk speelveld binnen de EU.
Vraag
Zal de minister alles op alles zetten om de sancties in stand te houden, zolang de Minsk-akkoorden niet volledig zijn uitgevoerd?
Antwoord
In reactie op de illegale annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oost-OekraĆÆne door Rusland, heeft de EU restrictieve maatregelen genomen om druk op Rusland uit te oefenen. Zoals u weet zijn de sancties tegen Rusland gekoppeld aan de implementatie van het Minsk-akkoord. Zolang deze afspraken niet volledig zijn geĆÆmplementeerd, is het verlichten van de restrictieve maatregelen jegens de Russische Federatie niet aan de orde. De Europese Raad van juni jl. heeft daarom eensgezind besloten tot verlenging van het economische deel van de sancties tot eind januari 2018. Die eensgezindheid blijft voor Nederland heel belangrijk. Vooralsnog is er geen enkele aanwijzing dat er de komende weken sprake zal zijn van een substantiĆ«le verbetering in de implementatie van Minsk. In dat geval blijven wat Nederland betreft de sancties van kracht. Ook de andere delen van de sancties ā inreisbeperkingen, bevriezing van tegoeden en specifieke maatregelen gericht op de Krim ā staan niet ter discussie.
Vraag
Wat vindt de minister van de Magnitsky Act die andere landen hebben ingesteld?
Antwoord
Het staat landen, binnen de grenzen van gemaakte Europese afspraken, vrij om hun Rusland-beleid vorm te geven. Nederland hecht aan Europese eenheid waar het gaat om sancties.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 14 maart 2016 is gesproken over de betrekkingen tussen de EU en de Russische Federatie. Daarbij steunden de 28 lidstaten unaniem vijf door Hoge Vertegenwoordiger Mogherini voorgestelde pijlers als raamwerk voor eensgezind EU-beleid: (1) implementatie van de Minsk-akkoorden blijft voorwaarde voor elke substantiƫle wijziging in de relatie tussen de EU en de Russische Federatie; (2) de EU blijft inzetten op versterken van relaties met landen van het Oostelijk Partnerschap; (3) de EU moet de eigen weerbaarheid op het gebied van o.a. veiligheid, communicatie en economie versterken; (4) selectief engagement met de Russische Federatie is mogelijk op gebieden waar het EU-belang gediend wordt en (5) steun aan maatschappelijk middenveld in de Russische Federatie en people to people-contacten.
Vraag
Zijn er buitenlandse en Nederlandse strijders betrokken bij de Raqqa deal. Hoe wordt daarmee omgegaan? Hoe zorgen we ervoor dat deze mensen zo snel mogelijk weer in het vizier komen en dat we hen zo mogelijk kunnen vervolgen en berechten?
Antwoord
Het kabinet is bekend met de berichten die spreken van buitenlandse strijders die uit Raqqa zijn ontkomen, maar kan niet bevestigen dat daar Nederlandse uitreizigers tussen zitten.
Vraag
Mijn vraag aan deze minister is simpel: Op welke wijze wil de minister de Nederlandse inzet op het LHBTI-terrein versterken? En ziet de minister ook ruimte om de transgenders en interseksuelen wat extra aandacht te geven in deze context?
Antwoord
LHBTI blijft ook een prioriteit voor dit kabinet. Nederland blijft ā onder andere via de door Nederland en Uruguay opgerichte Equal Rights Coalition- inzetten op drie sporen:
afschaffing strafbaarstelling homoseksualiteit;
tegengaan discriminatie;
bevordering van sociale acceptatie.
De transgender en intersekse groepen zijn de meest kwetsbare mensen binnen de LHBTI-gemeenschap. Daarom vragen we maatschappelijke organisaties om specifiek aandacht te besteden aan deze groepen. Zo hebben we de afgelopen twee jaar de belangengroep voor intersekse personen, het Nederlands Netwerk Intersekse/DSD (NNID), gesteund in hun internationale activiteiten. Bovendien worden via onze steun aan mensenrechtenverdedigers in de EU trans en intersekse activisten gesteund. Nederland draagt ook bij aan het Global Equality Fund waarmee LHBTI-activisten wereldwijd worden gesteund. Gelijke rechten voor transgenders en mensen met een intersekse conditie zijn voorts speciale aandachtspunten in strategisch partnerschap met COC Nederland.
Vraag
Op welke wijze wil de minister de Nederlandse inzet voor niet-gelovigen versterken?
Antwoord
De Nederlandse beleidsprioriteit vrijheid van godsdienst en levensovertuiging omvat reeds een actieve beleidsinzet voor de rechten van niet-gelovigen. Dit zal ook voor dit kabinet zo blijven. Bilateraal en multilateraal worden de schendingen van vrijheid op godsdienst en levensovertuiging aan de orde gesteld in dialogen met autoriteiten, o.a. door de Mensenrechtenambassadeur. Zo heeft hij recentelijk het recht om niet te geloven o.a. opgebracht in Bangladesh, Indonesiƫ en Pakistan.
Vraag
Wil deze minister toezeggen dat Nederland mensenrechtenorganisaties in Israƫl en in Palestina blijft ondersteunen?
Antwoord
Het kabinet acht het werk van mensenrechtenverdedigers van
groot belang voor een vrije en diverse samenleving. Nederland zal ā waar
mogelijk in EU-verband ā intensieve aandacht blijven besteden aan
mensenrechtenonderwerpen in de dialoog met Israƫl en de Palestijnse
Autoriteit. Het ondersteunen van Israƫlische en Palestijnse organisaties
die zich inzetten voor een verbetering van de mensenrechtensituatie ter
plekke blijft een prioriteit voor het kabinet.
Vraag
Verzoek aan de minister om middelen uit het Mensenrechtenfonds vrij te maken voor journalisten, bijvoorbeeld juridische bijstand, verzekering of veiligheidstraining.
Antwoord
Nederland ondersteunt persvrijheid en journalisten wereldwijd, niet alleen Nederlandse journalisten. We doen dit op alle mogelijke manieren. Door individuele zaken op te brengen in EU- en bilaterale gesprekken, processen tegen journalisten bij te wonen en door financiƫle ondersteuning aan organisaties die opkomen voor persvrijheid en journalisten in nood.
In het samenwerkingsprogramma met Free Press Unlimited staan persvrijheid en bescherming van journalisten centraal. Free Press Unlimited heeft ook een noodfonds voor journalisten: Reporters Respond. Dit fonds is erop gericht om journalisten, die te maken hebben met vernielingen of intimidaties, te helpen zodat ze zo snel mogelijk weer aan het werk kunnen. Journalisten kunnen ook juridische bijstand krijgen. Okke Ornstein heeft hier bijvoorbeeld een beroep op gedaan toen hij werd gearresteerd in Panama.
Momenteel wordt uit het Mensenrechtenfonds ook het Digital Defenders Partnership (DDP) van Hivos gefinancierd. Via dit project worden digitale journalisten getraind op het gebied van digitale veiligheid en kunnen online journalisten die in de problemen zijn geraakt ook een vergoeding voor juridische bijstand krijgen. Deze bijstand wordt uitgevoerd door Media Legal Defence Initiative (MLDI), een organisatie die zich wereldwijd inzet om journalisten en bloggers, die in de problemen zijn gekomen vanwege hun werk, juridisch bij te staan. Frederike Geerdink en Ebru Umar hebben hier bijvoorbeeld een beroep op gedaan in het verleden.
Ook draagt Nederland in 2017 EUR 690.000 bij aan UNESCO, o.a. voor bescherming van journalisten waaronder:
Een project in Irak dat zich richt op het versterken van de verantwoordelijkheid van en verantwoording door de Irakese regering.Ā Dit gebeurt onder andere door de ontwikkeling van een capaciteitsplan voor de veiligheid van journalisten gericht op wetgevers, wethandhavingspersoneel en de rechterlijke macht in Irak, goedgekeurd door de Irakese regering.
Ook in Latijns-Amerika draagt Nederland via UNESCO bij aan projecten die zich richten op de bescherming van journalisten (zowel online als offline) en de strijd tegen straffeloosheid van geweld tegen journalisten; zo worden bijvoorbeeld rechters getraind via online cursussen.
In Guatemala worden 75 openbare aanklagers getraind op het gebied van veiligheid van journalisten.
Vragen van het lid Ploumen (PvdA)
Vraag
Kan de Minister zijn steun voor de volgende vier voorstellen voor de inzet van Nederland tijdens het voorzitterschap van de VN Veiligheidsraad bevestigen? 1. Benoem in 2018 een vrouwelijke ambassadeur voor de Veiligheidsraad. 2. Organiseer op Internationale Vrouwendag een zitting van de Veiligheidsraad over SheDecides3. Neem het voortouw bij het instellen van een thematisch sanctieregime om seksueel geweld tegen vrouwen in conflictsituaties te bestraffen4. Betrek bij alle zittingen en besluiten de gevolgen voor vrouwen.
Antwoord
Het Koninkrijk zal zich ook tijdens het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad inzetten voor gendergelijkheid, en deelt de visie dat bij alle zittingen en besluiten de gevolgen voor vrouwen dienen te worden meegewogen. Als voorzitter van de Raad in maart 2018 zal Nederland bijvoorbeeld bijzondere aandacht besteden aan internationale vrouwendag, op een wijze die nog nader in te vullen is. In de bespreking van de verschillende landensituaties en daaraan gekoppelde sanctieregimes zal het Koninkrijk erop toezien dat seksueel geweld niet over het hoofd wordt gezien en niet ongestraft kan blijven en daarbij speciale aandacht vragen voor de aanpak van seksueel geweld door groepen die bij herhaling worden in het jaarlijkse rapport van de SGVN aan de Raad, waaraan lid Ploumen refereerde. Het instellen van afzonderlijke, thematische sancties is slecht haalbaar en minder effectief dan het onderbrengen van seksueel geweld onder bestaande sanctieregimes. Tenslotte zal tijdens het lidmaatschapsjaar zeer regelmatig een vrouwelijke vertegenwoordiger namens het Koninkrijk deelnemen aan bijeenkomsten van de Raad. Ook zal Nederland zich ervoor inspannen om tijdens het lidmaatschapsjaar vrouwen die het maatschappelijk middenveld of de lokale bevolking vertegenwoordigen een stem te geven in de Raad.
Vraag
Blijft de minister zich inzetten voor de rechtsstaat in Polen?
Antwoord
Nederland deelt fundamentele waarden als vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat en respect voor de mensenrechten met andere EU-lidstaten. Ontwikkelingen die de rechtsstaat ondermijnen baren ons zorgen, ze stellen onze waardengemeenschap op de proef en tasten op termijn de coherentie van de Europese Unie aan. Verdediging en versterking van deze gedeelde waarden, in bilateraal en multilateraal verband, is daarom voor Nederland al jaren een prioriteit en dat blijft zo. Wat de specifieke situatie in Polen betreft, heeft de minister van Buitenlandse Zaken in zijn eerste bilaterale onderhoud met zijn Poolse ambtsgenoot opnieuw deze breed gedeelde zorgen uitgesproken ten aanzien van aspecten van de rechtsstaat in Polen.
Vraag
We trekken samen op met andere lidstaten bij grensoverschrijdende problemen. Hoe gaat de minister zich inzetten voor de volgende grensoverschrijdende problemen: klimaatverandering, de Detacheringsrichtlijn en belastingontwijking?
Antwoord
De Kamer ontvangt later deze maand de Staat van de Unie-brief van het kabinet waarin op deze en vele andere Europese onderwerpen nader wordt ingegaan.
Daarop vooruitlopend alvast:
1. Klimaat: het kabinet wil Ć©Ć©n van de koplopers zijn binnen de EU en samenwerken met gelijkgezinde landen. Nederland bereidt zich voor op een reductie van 49 % in 2030, waarbij we in de EU het voortouw nemen om het doel op 55 % te krijgen (nu nog ten minste 40%). Het debat daarover zal volgend jaar in de EU gevoerd worden, ter voorbereiding op de review van de Parijs-afspraken in VN-verband in 2019.
2. Belastingontwijking: zowel in de OESO, de EU, als nationaal werkt het kabinet aan maatregelen gericht op het tegengaan van belastingontwijking en ā ontduiking. Zo is er het BEPS-project van de OESO (Base Erosion and Profit Shifting, BEPS) van de OESO en de richtlijnen tegen belastingontwijking in EU-verband (Anti Tax Avoidance Directive, ATAD). In 2018 verwachten we nadere voorstellen van de Europese Commissie, waar de Kamer na verschijnen een appreciatie van zal ontvangen. Het kabinet hecht eraan, EU-maatregelen zoveel mogelijk te laten aansluiten op maatregelen die in OESO-verband worden uitgewerkt
3. Detacheringsrichtlijn: over de detacheringsrichtlijn werd in oktober met actieve Nederlandse steun een akkoord bereikt in de Raad. Het is nu zaak snel overeenstemming te bereiken met het Europees Parlement, om deze belangrijke eerste stap naar het principe āgelijk loon voor gelijk werkā in de praktijk te kunnen brengen.
Vraag
Heeft de minister al contact gehad met zijn Belgische collega om te zeggen dat het allemaal niet zo bedoeld was?
Antwoord
Op 13 november bracht de minister van Buitenlandse Zaken een kennismakingsbezoek aan zijn Belgische collega Didier Reynders. In dit gesprek kwamen diverse aspecten van de bilaterale relatie aan de orde, inclusief de uitspraken van de Minister-President en werd geconstateerd dat de bilaterale betrekkingen uitstekend zijn.
Vraag
Wil de minister zich inzetten voor de voortzetting van de agenda van het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid, voor grensregioās zoals Limburg?
Antwoord
De minister van Binnenlandse Zaken is de eerstverantwoordelijke bewindspersoon voor grensoverschrijdende samenwerking (ook wel aangeduid als GROS) en samen met de Minister van Economische Zaken opdrachtgever van het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid (GREA). Deze agenda heeft als doel economische groei en werkgelegenheid in de grensregioās te bevorderen. De minister van Buitenlandse Zaken ondersteunt de implementatie van de agenda van het actieteam en richt zich daarbij op het aangesloten houden van de buurlanden/grensregioās bij de uitvoering van deze actieagenda en de samenwerking met BelgiĆ«/Vlaanderen, Duitsland/Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen en de Benelux.
Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie)
Vraag
Wat kan de minister samen met Europa doen om te voorkomen dat mensen doodvriezen op Lesbos?
Antwoord
De situatie op Lesbos heeft onze aandacht; Griekse autoriteiten treffen samen met de Europese Commissie voorbereidingen voor de winter. Tegelijkertijd moeten asielprocedures op de eilanden ook efficiƫnter, dat zou de druk op de eilanden verlichten. Zoals uw Kamer weet een zaak waar Griekenland allereerst voor aan de lat staat. Nederland vindt dat er meer moet gebeuren en spreekt Griekenland daar ook op aan.
Aan steun vanuit de EU ontbreekt het niet ā daarover is al vaak met uw Kamer gesproken. (EUR 880 mln. uit Europese fondsen voor AMIF en interne veiligheid; en EUR 450 mln. EU noodhulpinstrument).
Zelf steunen we Griekenland ook: we zullen onze bijdrage aan de zogenaamd Border Security Teams voortzetten (in overeenstemming met Frontex en Griekenland) en hebben een medewerker beschikbaar gesteld om fondsen beter te besteden.
Begrijp dat Griekenland zelf ook ziet dat er wat moet gebeuren en heeft aangekondigd actie te ondernemen om te zorgen dat alle migranten onderdak krijgen dat beschermt tegen de elementen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft hierover binnenkort ook contact met zijn Griekse collega.
Vraag
Het regeerakkoord spreekt erover dat bij de bestrijding van ISIS en de berechting van ISIS Nederland zich actief zal gaan inzetten. Is het kabinet bereid om de genocide op jezidi's en christenen te erkennen?
Antwoord
Het huidige kabinet moet zich nog uitspreken over het rapport van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) en de extern volkenrechtelijk adviseur (EVA) over het gebruik van de term genocide door politici, waar deze vraag ook aan de orde zal komen.
De kabinetsreactie zal naar verwachting voor het Kerstreces aan uw Kamer worden toegestuurd.
Vraag
Vindt de minister de berechting en de vervolging van ISIS-strijders ook een prioriteit als het gaat om het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad volgend jaar? Gaat hij die prioriteit ook doorgeven aan het team in New York?
Antwoord
Het Koninkrijk zal zich in de Veiligheidsraad inspannen om terrorisme, waaronder dat van IS, te voorkomen, te bestrijden en de daders ter verantwoording te roepen. Dit wordt onder meer vormgegeven met actieve deelname in het Counter Terrorism ComitƩ en het IS/AlQaida sanctiecomitƩ van de Veiligheidsraad.
Inzake Irak steunt Nederland de in september aangenomen Veiligheidsraad-resolutie 2379. Deze resolutie, geĆÆnitieerd door het Verenigd Koninkrijk, betreft assistentie aan Irak bij de bewijsvergaring tegen IS-strijders, zodat dat gebruikt kan worden door nationale rechtbanken voor berechting in overeenstemming met internationale standaarden. De uitvoering van deze resolutie zal Nederland actief steunen, waarbij we er wel op willen toezien dat de doodstraf niet zal worden toegepast. Daarbij is onze inzet dat uiteindelijk alle mensenrechtenschenders verantwoordelijkheid worden gehouden: naast IS moeten ook andere partijen, die verantwoordelijk zijn voor grove schendingen van het internationaal recht, daarvoor worden berecht. Voorts roept Nederland Irak op om partij te worden bij het Statuut van het Internationaal Strafhof. Overigens zet het kabinet zich er vanzelfsprekend voor in dat Nederlandse IS-strijders die terugkeren naar Nederland in Nederland worden vervolgd.
Voor Syriƫ bestaat een apart mechanisme waaraan Nederland politieke en financiƫle steun verleent: het International Impartial and Independent Mechanism. Ook hier heeft Nederland sterk ingezet op het principe van gelijke behandeling van misdaden ongeacht door wie deze zijn gepleegd. Deze bewijzenbank verzamelt gegevens over schendingen van internationaal recht in het Syriƫ-conflict door alle partijen. Tenslotte zal het Koninkrijk ook in de Veiligheidsraad ervoor pleiten om de situatie in Syriƫ te verwijzen naar het Internationaal Strafhof.
Vraag
Wat gaat Nederland doen om de terugkeer van vluchtelingen te bevorderen in Irak? Gaat Nederland bijdragen aan de wederopbouw in Noord-Irak?
Antwoord
Nederland levert een aanzienlijke bijdrage aan het bevorderen van veiligheid en stabiliteit in Irak. Nederland heeft daarnaast EUR 25 miljoen beschikbaar gesteld voor wederopbouw en herstel van basisvoorzieningen (water, energie, onderwijs, gezondheidszorg) in de op IS heroverde gebieden. Mede dankzij dit programma konden in de afgelopen twee jaar in totaal 1,8 miljoen ontheemden weer naar huis terugkeren. Irak is een van de focuslanden voor het kabinet, dus ook in de komende jaren kan het land op Nederlandse steun rekenen.
Vraag
Zet het Kabinet de steun aan NIMD voort bij democratiseringsprocessen? Handhaaft het kabinet de inzet op Samenspraak en Tegenspraak? Zal de minister het thema versterken van de rechtsstaat intensiveren?
Antwoord
Dit zal door de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden meegenomen in begrotingsdebat van 21-23 november a.s.
Vraag
Het recht op het veranderen van geloof, artikel 18 van het VN-Handvest, wordt in vele moslimlanden niet nageleefd. Is de minister het ermee eens dat godsdienstvrijheid een belangrijk speerpunt moet zijn? Is de minister ook bereid hier meer middelen voor uit te trekken binnen het mensenrechtenfonds?
Antwoord
Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens sluit naadloos aan bij de Nederlandse inzet op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, dat ook voor dit kabinet een prioriteit van het mensenrechtenbeleid blijft. De Nederlandse inspanningen zijn gericht op het recht van individuen om zijn of haar religieuze of levensbeschouwelijke identiteit vorm te geven, om een theĆÆstische, non-theĆÆstische of atheĆÆstische levensovertuiging te hebben en om van geloof te kunnen veranderen. Nederland vraagt ook structureel aandacht voor bekeerlingen, zo heeft de Mensenrechtenambassadeur de positie van bekeerlingen opgebracht in onder andere Bangladesh en Pakistan.
Vragen van het lid Van Rooijen (50PLUS)
Vraag
Is de minister van mening dat de voorstellen van Macron en Juncker
inzake bijdrages aan de EU ook te ver gaan? Burgers moeten meer kennis
van en vertrouwen in de Europese Unie krijgen, wil de minister daarop
ingaan? Is de minister het ermee eens dat de EU zich op drie kerntaken
(open markt, monetair; energie en klimaat; en veiligheid en defensie)
moet blijven richten op basis van het subsidiariteitsbeginsel?
Ook wil de Europese Raad meer vastzittende zaken lostrekken. Moeten we
dit interpreteren als aanval op de Commissie en een beperking van de rol
van de Raad van Ministers?
Antwoord
In de Staat van de Unie-brief die u later deze maand ontvangt zal het kabinet zijn Europabeleid nader uiteenzetten. Ik had vorige week ook reeds het genoegen uitgebreid met de Kamer te spreken over de genoemde voorstellen in het AO RAZ.
In aanvulling daarop:
Het kabinet gaat voor de inzet in Europa uit van het Regeerakkoord. Bijdragen van anderen aan de discussie over de toekomst van Europa zijn uiteraard welkom.
Wat het kabinet betreft moet Europese samenwerking zich richten op het bereiken van concrete resultaten voor onze burgers op die terreinen waar landen alleen niet in staat zijn de belangen van hun bevolkingen optimaal te beschermen.
Denk hierbij aan het bevorderen van economische groei en duurzaamheid, veiligheid binnen en buiten Europa en het beheersen van migratiestromen. De door 50+ genoemde themaās sluiten daar goed op aan.
Het kabinet verwelkomt de focus die de afgelopen Europese Raad op deze hoofdthemaās heeft gelegd met het overeenkomen van de zgn. Leadersā Agenda van ER-voorzitter Tusk.
Deze aanpak moet ertoe leiden dat sneller resultaten worden geboekt door waar nodig knopen door te hakken op het niveau van de Europese Raad.
Het is dus zeker niet de bedoeling het werk van de Commissie of van de Raad van Ministers te ondermijnen, maar hier een extra impuls aan te geven. De Europese Raad handelt uiteraard binnen de spelregels van de EU verdragen, met respect voor de rol van de andere instellingen.
Transparantie van dit werk heeft het kabinet hoog in het vaandel staan. Vandaar dat uw Kamer alle documenten ontvangt, zo nodig vertrouwelijk wanneer deze nog niet publiek zijn, en dat het kabinet in Brussel aandringt op tijdige verstrekking zodat een goed geĆÆnformeerd overleg met het parlement mogelijk is. Uw Kamer is daarmee een van de best geĆÆnformeerde parlementen van de EU.
Vraag
De minister gaf de niet goed gelopen EU interventie in Libiƫ als
voorbeeld van wat beter kan nu PESCO een feit is. Hoe kan PESCO
herhaling van Libiƫ voorkomen zonder meer bevoegdheden en budget? En
waarom zegt de minister dat PESCO alleen op papier bestaat?
Antwoord
Met Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO) zal een grote groep EU-lidstaten het commitment aangaan om de samenwerking op defensiegebied te intensiveren. Deze week hebben 23 lidstaten kenbaar gemaakt aan PESCO mee te willen doen, waaronder Nederland. PESCO is belangrijk omdat het leidt tot een grotere bereidheid en gereedheid om aan EU-missies deel te nemen. En om meer systematische samenwerking bij het gezamenlijk ontwikkelen van defensiecapaciteiten. De Europese Raad heeft als doel gesteld om PESCO in december formeel op te richten.
Na oprichting zal PESCO zich moeten gaan bewijzen. Om een snelle start te kunnen maken met concrete projecten, worden nu al projectvoorstellen uitgewerkt door diverse landen. Nederland formuleert samen met een aantal landen voorstellen voor het verbeteren van de āmilitaire snelwegā (grens-overschrijdend militair transport, ook wel Militair Schengen genoemd).
Op termijn zullen onze krijgsmachten door PESCO beter op elkaar ingespeeld raken ten behoeve van missies en zullen we over meer en betere capaciteiten beschikken.
Vraag
Hoe wil de minister alternatieve samenwerking met Turkije
invullen?
Antwoord
Turkije is een belangrijke partner voor Nederland en de EU, o.a. op gebied migratie, handel en terrorismebestrijding. Turkije is ook een belangrijke NAVO-bondgenoot, waarmee we in gesprek moeten blijven. De zorgen over de rechtsstaat en de mensenrechtensituatie in Turkije zijn echter groot. Turkije kan onder de huidige omstandigheden geen lid worden van EU. De Raad heeft in december 2016 terecht vastgesteld dat toetredingsonderhandelingen feitelijk stilliggen. Het is nu in de eerste plaats aan Turkije om te beslissen hoe het de relatie met de EU vorm wil geven.
Vraag
Houdt de minister serieus rekening met het mislukken van de
Brexit-gesprekken, net als Barnier? Kunnen we het VK nog zien als
serieuze gesprekspartners? Wacht NL af, of proberen we via andere
kanalen te voorkomen dat onze belangen geschaad worden? Welke scenarioās
liggen op plank voor Brexit? Waar houdt de Brexit-taskforce zich mee
bezig?
Antwoord
Het mislukken van de Brexit onderhandelingen is het scenario waar niemand op zit te wachten, maar Nederland en de EU27 moeten er wel rekening mee houden. Dit is ook de reden dat Nederland en de EU27, helder zijn in de boodschap aan het VK: het is nu tijd om serieuze, realistische en concrete voorstellen te doen aan de onderhandelingstafel in Brussel; de tijd dringt. Die helderheid zal het vertrouwen scheppen dat nodig is om over te gaan tot de volgende fase. Dit is in het belang van Nederland, maar ook van het Verenigd Koninkrijk.
Het kabinet gaat primair uit van het scenario waarbij er een uittredingsakkoord komt met het Verenigd Koninkrijk, inclusief een kader voor de toekomstige relatie. De komende weken zal er gewerkt worden langs drie sporen: ten eerste verder onderhandelen op alle onderwerpen waarover afspraken in het Uittredingsverdrag moeten worden opgenomen; ten tweede het consolideren van de reeds geboekte voortgang in concept-verdragsteksten; en ten derde interne voorbereidingen voor EU27 en Nederland ten aanzien van het kader van de toekomstige relatie met een eventuele overgangsperiode. Nu overhaast overgaan naar de tweede fase is niet in het belang van de EU27 en Nederland. Het kabinet steunt daarom de inzet van EU27-hoofdonderhandelaar Barnier, eenheid van de EU27 is de beste garantie voor een goed onderhandelingsresultaat, en het vasthouden aan de met het VK afgesproken volgtijdelijkheid van de onderhandelingen. Nederland betreurt het dat vooralsnog onvoldoende voortgang is geboekt en dat daarmee kostbare onderhandelingstijd verloren is gegaan. Het VK is nu aan zet om te komen tot voldoende voortgang. Niettemin, zolang de onderhandelingen gaande zijn, moeten we ons ook voorbereiden op het onverwacht mislukken of vastlopen van de onderhandelingen. Intern wordt in Nederland nagegaan welke verstoringen er kunnen optreden in het slechtste scenario (cliff edge) en welke maatregelen er nationaal genomen kunnen worden om hierop zo goed mogelijk voorbereid te zijn (contingency planning).
Vraag
Wil de minister ingaan op het recente bezoek van president Trump naar
Aziƫ?
Antwoord
President Trump bezocht van 3-14 november vijf Aziatische landen (China, Japan, Zuid-Korea, Vietnam en Filipijnen) en twee regionale multilaterale bijeenkomsten (Asia Pacific Economic Cooperation -APEC -en de Association of South East Asian Nations āASEAN-). De reis was vooral bedoeld om de Amerikaanse betrokkenheid bij de Indo-Pacifische regio te herbevestigen. De twee belangrijkste gespreksonderwerpen waren Noord-Korea en economische samenwerking en handel. President Trump heeft gepleit voor gedegen implementatie van sancties tegen Noord-Korea en het verder opvoeren van de druk op dat land, met als doel Noord-Korea terug aan de onderhandelingstafel te krijgen. Ook heeft hij aangedrongen op betere handelsdeals voor de VS. Al met al heeft President Trump dus de banden met de Aziatische regio aangehaald, maar wel duidelijk Amerikaanse prioriteiten naar voren gebracht. Ook Nederland hecht waarde aan een gedegen sanctie-implementatie door derde landen. Nederland verwelkomt de directe gesprekken tussen de VS, China en overige betrokken landen over de Noord-Koreaanse dreiging vanuit het oogpunt van het bevorderen van een verdergaande eensgezindheid van de internationale gemeenschap om tot een duurzame oplossing te komen.
Vraag
Is de minister het met diverse commentatoren eens dat China zo
langzamerhand de belangrijkste wereldmacht lijkt te worden?
Antwoord
Duidelijk is dat de wereld in snel tempo verandert en dat een
land als China een opkomende macht is. Het internationale speelveld
wordt daardoor herschikt. Het land is zeker op weg de grootste economie
ter wereld te worden, maar per hoofd van de bevolking loopt het inkomen
nog ver achter op veel ontwikkelde landen. Wel is duidelijk dat Chinaās
economische macht en politieke invloed toenemen, dat het land erkenning
zoekt als internationale grootmacht en dat het zich assertiever
gedraagt. Daar zullen wij ons beleid op moeten inrichten. We hebben
China nodig om mondiale problemen als klimaatverandering effectief aan
te pakken. Ook wordt China belangrijker als markt voor onze producten en
als bron van investeringen. Daar zitten goede kanten aan, maar ook
risicoās, die we ook in Europees verband het hoofd moeten bieden.
Vraag
Wat zijn de speerpunten van Nederland in de Veiligheidsraad? Waar houdt
het team Veiligheidsraad zich mee bezig?
Antwoord
De inzet van het Koninkrijk voor het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 is uitvoerig uiteengezet in mijn Kamerbrief van 27 oktober jl. (Kamerstuk 2017Z14370). Het kabinet wil gedegen invulling geven aan de in deze brief geformuleerde ambitie om actief bij te dragen aan de respons van de VN op crises en landensituaties wereldwijd (ca. 90% van de Veiligheidsraad-agenda) Ć©n thematische accenten te zetten op het gebied van conflictpreventie, accountability en modernisering van peacekeeping. Hiervoor is extra menskracht nodig zowel bij de Permanente Vertegenwoordiging in New York als op het departement. Op het departement is een taskforce ingesteld die onder meer alle instructies voor de Permanente Vertegenwoordiging tijdig opstelt en Koninkrijksbreed afstemt en daarnaast de bewindspersonen en de ambtelijke leiding adviseert en ondersteunt m.b.t. onze inzet in de Veiligheidsraad en de interactie daarover met andere landen en met relevante stakeholders in Nederland.
Vraag
Wil de minister ook reageren op de uitspraken van de Minister president
over richting Belgiƫ in het debat over dividendbelasting.
Antwoord
De uitspraken van de minister-president zijn inmiddels in het kennismakingsbezoek van de minister van Buitenlandse Zaken aan zijn Belgische collega aan de orde geweest. De samenwerking met Belgiƫ is en blijft bijzonder goed, zo is tijdens dit gesprek opnieuw gebleken.
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP)
Vraag
Wordt het EU-sanctieregime tegen Noord-Korea voldoende nageleefd?
Antwoord
Het EU-sanctiebeleid schrijft eenduidig voor op wie en welke organisaties sancties van toepassing zijn. Controle op naleving daarvan ligt bij de lidstaten. Nederland voert de sancties zeer strikt uit en treedt indien nodig handhavend op. Voor zover bekend worden de sancties goed nageleefd door het bedrijfsleven. Voor de goede orde, de Nederlandse handel met Noord-Korea is al lange tijd zeer beperkt.
Vraag
West-Papoea heeft nog steeds een achtergestelde positie, gaat de minister hier ook aandacht aan besteden?
Antwoord
De situatie in de Indonesische provincies Papua en West Papua kent diverse zorgpunten, op sociaal-economisch gebied maar ook als het gaat om geweldsincidenten tegen burgers, de vrijheid van meningsuiting en de positie van (lokale) journalisten en mensenrechtenverdedigers. Door de Indonesische regering is echter een aantal bemoedigende stappen gezet. Zo verleende president Joko Widodo gratie aan een aantal politieke gevangenen in Papua, en kondigde hij aan dat buitenlandse journalisten voortaan Papua konden bezoeken zonder beperkingen. Ook legt de president meer prioriteit bij de sociaal-economische ontwikkeling van de provincies.
Ook deze regering zal de situatie in Papua, met inbegrip van de mensenrechtensituatie, met aandacht volgen. Zorgen hierover zullen dan ook in onze contacten met de Indonesische regering worden opgebracht. Daarnaast bekijkt ambassade in Jakarta welke concrete activiteiten ter verbetering van de situatie in de provincies kunnen worden gesteund.
Vraag
Is de minister bereid in contact te treden met de Zuid-Afrikaanse regering om te zien hoe er kan worden bijgedragen aan en hoe er kan worden aangemoedigd om te komen tot een versterking van de veiligheid in Zuid-Afrika?
Antwoord
Zuid-Afrika heeft sinds de eerste democratische verkiezingen van 1994 enorme stappen voorwaarts gemaakt naar een minder ongelijke samenleving. De Zuid-Afrikaanse overheid neemt zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en (sociale) veiligheid. Er is een progressieve grondwet, onafhankelijke rechtspraak en pers, en een goed ontwikkelde en diverse economie. Tegelijk is duidelijk dat het land kampt met serieuze uitdagingen op economisch, sociaal en bestuurlijk terrein. De Nederlandse ambassade in Pretoria onderhoudt regelmatig contact met de Zuid-Afrikaanse autoriteiten. In die contacten worden zorgen over openbare orde, veiligheid en sociale ontwikkelingen, wanneer nodig, zeker aan de orde gesteld.
Vraag
Wil de minister een reactie geven op de vraag of er duidelijke grenzen zijn met betrekking tot wat het kabinet niet wil wat de EU doet?
Antwoord
Het kabinet vindt dat de EU zich moet richten op het bereiken van concrete resultaten voor onze burgers op die terreinen waar landen alleen niet tot effectieve resultaten kunnen komen.
Denk hierbij aan het bevorderen van economische groei en duurzaamheid, veiligheid binnen en buiten Europa en het beheersen van migratiestromen.
De afgelopen jaren zijn we erin geslaagd die focus op hoofdpunten goed in de Europese agenda te verankeren. Zie de Strategische Agenda van de Europese Raad uit 2014 en de Bratislava roadmap uit 2016.
In de EU verdragen is overigens duidelijk vastgelegd wat de bevoegdheden van de Unie zijn. Als voorbeeld: de Unie is exclusief bevoegd voor de handelspolitiek; op het gebied van milieu is er een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten; en op een terrein als onderwijs kan de Unie alleen ondersteuning bieden aan de lidstaten.
Er zijn ook terreinen waar de Europese Commissie zeer grote terughoudendhoud dient te betrachten en niet moet treden in de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Dit geldt bijvoorbeeld voor volkshuisvesting en voor de inrichting van onderwijs, de gezondheidszorg en cultuur in lidstaten alsmede inzake belastingaangelegenheden. Via de agenda voor betere regelgeving zetten we ons er actief voor in onnodige regels af te schaffen en administratieve lasten te verlagen.
Vraag
Meer samenwerking met Israƫl zou Nederland kunnen helpen bij het realiseren van Nederlandse maatschappelijke doelstellingen inzake onder meer klimaat, voedselzekerheid en cyberveiligheid. Wil het kabinet een impuls geven aan deze samenwerking?
Antwoord
Het kabinet spant zich in voor versterking van de (economische) betrekkingen met Israƫl (binnen de grenzen van 1967).
Samenwerking met Israƫl op het terrein van innovatie is daarbij een speerpunt. Zo is op de Nederlandse Ambassade in Tel Aviv een innovatieattachƩ werkzaam, die zich met name richt op de sectoren agri & food, life sciences & health, high-tech systemen en materialen en ICT & cyberveiligheid.
Daarnaast is er bijzondere aandacht voor samenwerking op het terrein van start-ups. De afdeling van de innovatieattachƩ is vorig jaar uitgebreid met een assistent.
Met de inzet van het kabinet wordt tevens gevolg gegeven aan de motie Van der Staaij en Voordewind over het aanmoedigen van economische relaties tussen Nederlandse en IsraĆ«lische bedrijven (Kamerstuk nummer 23432-363).ā
Vragen van het lid Kuzu (DENK)
Vraag
Welke tarieven hanteerden Berenschot en NIKOS voor hun gezamenlijke diensten voor een twinningfaciliteit in Suriname. Welke partijen zullen deelnemen aan de volgende twinning-faciliteit?
Antwoord
Het beschikbare subsidiebedrag voor de tweede Twinningfaciliteit Suriname ā Nederland (2013-2016) was maximaal 6,5 miljoen euro. Daarvan mocht maximaal 9% worden gebruikt voor overheadkosten door de subsidieontvanger (Berenschot).
Op maandag 13 november jl. is het beleidskader voor de derde Twinningfaciliteit (2017-2021) gepubliceerd in de Staatscourant. Aanvragen voor subsidiering dienen uiterlijk 29 december 2017 ingediend te worden bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is daarom op dit moment nog niet bekend welke organisatie de subsidie voor de derde faciliteit ontvangt.
Vraag
Het Daytonakkoord moet op de schop. Verzoek om dit te agenderen bij bijvoorbeeld de Verenigde Naties, of op Europees niveau.
Antwoord
De akkoorden van Dayton maakten een einde aan een vreselijke burgeroorlog in Bosniƫ-Herzegovina. Ik kan begrip opbrengen voor de opmerkingen van de heer Kuzu, als hij stelt dat het in Dayton afgesproken bestuursmodel niet altijd efficiƫnt is. Maar het is wel een inclusief model dat recht doet aan de complexe etnische structuur in Bosniƫ, en dankzij Dayton is er al meer dan 20 jaar een fragiele vrede in het land.
Het is nu in de eerste plaats aan Bosniƫ-Herzegovina zelf om te bepalen hoe het land zijn toekomst wil vormgeven.
Vraag
PKK-sympathisanten demonstreren regelmatig voor de Tweede Kamer. Bij ISIS-sympathisanten zouden we dit niet tolereren. Is dit geen dubbele maat? Wilt de minister ook in Nederland een verbod invoeren op vlaggen en symbolen van alle terroristische organisaties?
Antwoord
Het recht op vreedzame demonstratie is in Nederland een groot goed. Daarbij geldt onder de Nederlandse wet slechts op Ć©Ć©n vlag een verbod, de nazi-vlag. Een aanpassing van deze wetgeving is op dit moment niet aan de orde.
Vraag
NGOās zoals Monitor hebben de aanval geopend op IsraĆ«lische organisaties. Bent u bereid dit soort mensenrechtenorganisaties te blijven steunen?
Antwoord
Nederland zal ā ook in EU-verband ā intensieve aandacht blijven besteden aan mensenrechtenonderwerpen in de dialoog met IsraĆ«l en Palestijnse Autoriteit.
Daarnaast blijft het ondersteunen van Israƫlische en Palestijnse organisaties die zich inzetten voor een verbetering van de mensenrechtensituatie ter plekke een prioriteit voor het kabinet.
Vraag
Er worden Amerikaanse en Westerse wapens geleverd aan bijvoorbeeld organisaties gelieerd aan de PKK, de YPG en PYD. Kunt u uitsluiten dat die wapens later niet op ons worden gericht?
Antwoord
Gezien de veranderlijke veiligheidssituatie in de regio, is het leveren van militaire goederen aan Koerdische groeperingen niet zonder risico. Nederland heeft er daarom bewust voor gekozen niet-dodelijke goederen te leveren, zoals helmen en scherfvesten. Daarbij heeft het de afweging gemaakt dat de noodzaak IS te bestrijden groter is dan het risico dat deze niet-dodelijke goederen naderhand voor andere doeleinden worden ingezet. De VS en sommige EU-landen hebben wel dodelijke wapens geleverd. Daarvoor hebben zij hun eigen afwegingen gemaakt.
Vraag
Is de minister van plan om de situatie van de Rohingyaās te benoemen en te bestrijden in de VNVR? Kunt u hier ook de situatie van de Oeigoeren in China aan toevoegen? Bent u bereid om actie te ondernemen om deze onderdrukkingen tegen te gaan?
Antwoord
De situatie van Rohingya is nog altijd zeer schrijnend. Nederland heeft inmiddels zeven miljoen euro bijgedragen voor opvang. Naast hulp stelt Nederland de situatie op verschillende manieren aan de orde in EU-kader en ook in VN-verband zoals in de VN Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering.
Vanzelfsprekend zal het Kabinet nauw de ontwikkelingen blijven volgen in Myanmar. Tijdens ons Veiligheidsraad-lidmaatschap zullen we met gelijkgezinde landen bekijken hoe de situatie in Myanmar het beste aan de orde kan worden gesteld, ook met het oog op effect in het gebied zelf.
Positief was in ieder geval dat op 6 november de Veiligheidsraad een verklaring uitgaf waarin onder andere zorgen werden benadrukt over de situatie in Myanmar, opgeroepen werd tot volledige en ongehinderde humanitaire hulp en de Secretaris-generaal van de VN wordt verzocht een speciale adviseur voor Myanmar te benoemen.
Ook de situatie van de Oeigoeren in Xinjiang is zorgwekkend. De VN Mensenrechtenraad is gezien de aard van de situatie in Xinjiang het meest geschikte forum om de beperking van vrijheden van Oeigoerse moslims te adresseren. Daarnaast zullen wij onze zorgen ten aanzien van de mensenrechtensituatie in Xinjiang zowel bilateraal aan de orde stellen in onze mensenrechtendialoog met China, als ook in EU verband in de EU-China mensenrechtendialoog.
Vraag
Is de minister bereid om contact op te nemen met zijn ambtsgenoot in Marokko over de politieke onrust en sociale achterstand in het Rif-gebergte?
Antwoord
Deze vraag is reeds beantwoord bij de vragen van het lid Karabulut (SP).