[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over Jaarplan Inspectie SZW 2018 (Kamerstuk 34775-XV-12)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2018D01508, datum: 2018-01-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2017Z17891:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


34775-XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van

Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018

Nr. XXXXX

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld …………. 2018

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 13 december 2017 inzake het Jaarplan Inspectie SZW 2018 (34775-XV, nr. 12).

De op 19 januari 2018 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de staatssecretaris bij brief van …….. 2018 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Rog

Adjunct-griffier van de commissie,

Sjerp

Inhoudsopgave blz.

  1. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II. Reactie van de staatssecretaris

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Jaarplan Inspectie SZW. Genoemde leden benadrukken het belang van een veilige, eerlijke en gezonde werkomgeving. Uit het jaarplan blijkt dat het erg goed gaat. De werkomgeving wordt daadwerkelijk steeds veiliger, de betalingen steeds eerlijker en schijnconstructies worden aangepakt. Er zijn echter nog wel enkele vragen.

Naar aanleiding van paragraaf 1.1 Meer meldingen van ongevallen en klachten. In het Jaarplan Inspectie SZW wordt gesproken over de verwachte toename van het stijgend aantal meldingen in 2017. Is de toename ten opzichte van 2016 daadwerkelijk 7% geweest?

Naar aanleiding van paragraaf 1.2 Onderbetaling en uitbuiting. Een veilige, eerlijke en gezonde werkomgeving zijn wat deze leden van belang. Door de focus op de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) worden minder bedrijven gecontroleerd. Hoeveel bedraagt het aantal gecontroleerde bedrijven waar de Inspectie handhavend is opgetreden? Hoeveel is de stijging ten opzichte van voorgaande jaren?

Naar aanleiding van paragraaf 2.3.8 Transport en Logistiek. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd wat de recente uitspraak van het Europese Hof op de wekelijkse rust voor chauffeurs zal betekenen voor de Inspectie SZW en haar werkwijze? Dienen er naar aanleiding van deze uitspraak en de samenwerking met andere instanties in het Transport Informatie en Expertise Centrum (TIEC) veranderingen plaats te vinden in het jaarplan van de Inspectie SZW? Hoe gaat de Inspectie SZW komend jaar een bijdrage leveren aan het TIEC?

Naar aanleiding van paragraaf 2.3.10 Asbest. Wat is de trend met betrekking tot het aantal incidenten? Kunt u iets zeggen met betrekking tot de zwaarte van de incidenten?

Naar aanleiding van paragraaf 2.3.13 Schijnconstructies en CAO-naleving. De leden van de VVD-fractie vragen wat er wordt verstaan onder het kunnen benoemen, detecteren en aanpakken van vijf grensoverschrijdende fenomenen. Waar moet aan worden gedacht wanneer er wordt gesproken over fenomenen?

Naar aanleiding van paragraaf 3.1.4 Transparantie. Wat deze leden betreft is transparantie van belang en zijn zij positief gestemd dat de Inspectie meer inzet op de openheid van haar toezicht en de openbaarheid van inspectieresultaten. Hoe vaak worden deze inspectieresultaten geraadpleegd? Is er al meer bekend of de inspectieresultaten van de Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidstijdenwet openbaar wordt gemaakt?

Naar aanleiding van paragraaf 3.2.1 Handhaving in evenredigheid. Wie de wet overtreedt, moet wat deze leden betreft hard worden aangepakt. Wat is de opbrengst van de herstel- en bestraffende sancties geweest? Hoe vaak heeft de Inspectie een conservatoir beslag ingezet?

Naar aanleiding van paragraaf Benchmark. De staatssecretaris schetst in haar algemeenheid een zeer positief beeld van de Inspectie SZW. Heeft u de prestaties van de Inspectie SZW vergeleken met die in andere Europese landen?

Naar aanleiding van paragraaf 5.4 Formatie en budget. In haar jaarplan geeft de Inspectie SZW aan dat de uitwerking van de passage uit het regeerakkoord over de impuls voor data-analyse misbruik sociale uitkeringen ter hand zal worden genomen door het ministerie van SZW. Deze uitwerking zal in samenhang met het Inspectie Control Framework (ICF) plaatsvinden. Deze leden vragen of hier nader op ingegaan kan worden. Wat is de relatie tussen het ICF en de uitwerking van deze passage uit het regeerakkoord? Op wat voor termijn zal de uitwerking op dit punt gereed moeten zijn? Hoe wordt de Tweede Kamer hiervan op de hoogte gebracht?

De leden van VVD-fractie lezen in het jaarplan dat onder het kopje formatie door de Inspectie SZW wordt aangegeven dat door het beëindigen van de business cases naar gefingeerde dienstverbanden en georganiseerde uitkeringsfraude per 1 januari 2018 de tijdelijke formatie afneemt met 22fte .Wat betekent dit voor de capaciteit voor het opsporen van fraude met uitkeringen?

Genoemde leden vragen of de resultaten en uitkomsten van de business cases naar gefingeerde dienstverbanden en georganiseerde uitkeringsfraude terugkomen in het jaarverslag van de Inspectie SZW? Wordt hier specifieke aandacht aan besteed?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Jaarplan Inspectie SZW. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

Genoemde leden vragen hoe het getal van 60.000 mensen met een risico op onderbetaling van het minimumloon tot stand komt en of Inspectie SZW enige factoren kan aanwijzen die leiden tot de huidige stijging van het aantal slachtoffers, terwijl het juist goed gaat op de arbeidsmarkt.

Voorts vragen zij of er al meer zicht is op het aantal ernstige ongevallen in 2017, en of er een indicatie kan worden gegeven van de extra stijging, ook in verhouding tot de aantrekkende arbeidsmarkt.

De leden van de D66-fractie lezen met belangstelling over de pilot onder het programma Psychosociale arbeidsbelasting. Zou deze pilot kunnen worden toegelicht? Op welke wijze zullen gedragsinterventies worden gepleegd, wat zal de omvang van de pilot zijn en wanneer zijn de eerste resultaten te verwachten?

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Jaarplan Inspectie SZW 2018.

Genoemde leden zijn blij dat er in het regeerakkoord jaarlijks 50 miljoen euro extra vrijgemaakt wordt voor handhaving. In de brief van de staatssecretaris staat dat 75% van deze middelen bedoeld is voor bevordering van eerlijk werk, 10% voor het herstel van de balans tussen ‘reactief’ en preventie, 10% voor versterking van de data-analyse en 5% voor het verhogen van inspectiedekking bij Brzo-bedrijven. Verderop in de brief meldt de staatssecretaris dat continuering van het team arbeidsdiscriminatie wenselijk is, en versterking van het toezicht op blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Deze leden vragen hoe de extra middelen en de aanvullende wensen van de staatssecretaris zich tot elkaar verhouden. Zijn er ook extra middelen voor deze aanvullende wensen?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook een aantal vragen over de specifieke sectoren en programma’s. Ten eerste over de horeca en detailhandel: één van de resultaten voor 2018 is dat jongeren die werken in de horeca en detailhandel hun rechten en plichten kennen. Deze leden vinden het goed dat hier aandacht voor is, maar willen wel graag van de staatssecretaris weten hoe de Inspectie deze jongeren gaat bereiken.

Voorts vragen de leden van de GroenLinks-fractie aandacht voor de sector Zorg & Welzijn. De nadruk van de Inspectie ligt op fysieke belasting, terwijl er ook steeds meer signalen zijn dat de werkdruk veel te hoog is en mensen daardoor uitvallen. Deelt de staatssecretaris de mening dat er ook meer aandacht moet zijn voor de psychosociale arbeidsbelasting in deze sector?

Het valt genoemde leden op dat er ook in het hoofdstuk over psychosociale arbeidsbelasting (PSA) geen aandacht is voor PSA in de zorg. Zij vragen waarom dit niet het geval is, gezien de signalen van toenemende werkdruk in de zorg? Daarnaast vragen deze leden wat er in het geval van PSA wordt bedoeld met ‘risicobedrijven’. Kan de staatssecretaris toelichten wat voor soort bedrijven dit zijn?

Wat de leden van de GroenLinks-fractie betreft is er meer aandacht nodig voor mensen met psychische klachten op de werkvloer. Ziet de staatssecretaris een rol voor de Inspectie in het bevorderen van een klimaat van openheid op de werkvloer, met betrekking tot psychische problemen?

Tot slot zijn genoemde leden zeer benieuwd naar de wijze waarop gevolg wordt gegeven aan de motie Özütok-Gijs van Dijk (Kamerstuk 25883, nr. 317) om meer aandacht te besteden aan het bestrijden van seksuele intimidatie op de werkvloer.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het Jaarplan Inspectie SZW 2018. Zij hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.

Genoemde leden constateren dat terwijl het aantal inspecties in de periode van 2012 tot 2016 met 20 procent terugliep, het aantal ongevallen over diezelfde periode met eenzelfde percentage toenam. Dit kan volgens deze leden geen toeval zijn en zij hameren dan ook op het belang van inspecties waarbij inspecteurs daadwerkelijk achter hun computer vandaan komen en op de werkvloer toezien op het naleven van wet- en regelgeving.

De leden van de SP-fractie merken voorts op dat de kengetallen uit de diverse jaarverslagen van de Inspectie van de afgelopen tien jaar, niet altijd vergelijkbaar zijn weergegeven. Zij vragen dan ook aan de staatssecretaris een doorlopende getallenreeks over de periode van 2007 tot en met 2017 voor wat betreft de belangrijkste kengetallen waaronder het aantal inspecties, het aantal handhavingsinterventies, het aantal (dodelijke) ongevallen, het opgelegde en geïnde boetebedrag, de begroting en het aantal fte. Ook verzoeken zij de staatssecretaris er zorg voor te dragen dat getallen ook in de toekomst vergelijkbaar en daarmee controleerbaar blijven.

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat gelet op het feit dat het hier soms letterlijk om leven en dood gaat, de voorgenomen uitbreiding van de Inspectie te langzaam gaat. De in het regeerakkoord toegezegde 50 miljoen euro is pas vanaf 2022 structureel beschikbaar. In 2018 is slechts 13 miljoen euro extra beschikbaar. Bij de begrotingsbehandeling hebben deze leden gepoogd de uitbreiding te versnellen middels het amendement Van Kent (Kamerstuk 34775-XV, nr. 13). De kabinetsreactie op het betreffende amendement was dat het technisch niet mogelijk is meer geld op effectieve wijze in te zetten en verwees daarbij naar het voorliggende jaarplan. Uit welke passages van het jaarplan zou volgens de staatssecretaris blijken dat de Inspectie maximaal 13 miljoen euro extra budget efficiënt in zou kunnen zetten? Genoemde leden verwachten hierop een uitgebreide reactie.

De leden van de SP-fractie wijzen de staatssecretaris erop dat niet alleen de Inspectie SZW al jarenlang te kampen heeft met een structureel capaciteitsprobleem. Dit geldt ook voor overige inspecties. Zij vragen de staatssecretaris dan ook een overzicht te geven van dezelfde kengetallen over eveneens de periode van 2007 tot en met 2017 van alle overige inspecties, te weten: Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), Agentschap Telecom (AT), Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), Inspectie van het Onderwijs (IvhO), Erfgoedinspectie (EGI), Inspectie Gezondheidszorg (IGZ), Inspectie Jeugdzorg (IJZ), Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ). Genoemde leden vragen de staatssecretaris ook wat er in geld en uren begroot is voor al deze inspecties voor de komende regeerperiode.

De leden van de SP-fractie zijn voorstander van een verregaande samenvoeging van inspecties zodat zij niet langs elkaar heen werken en zij de krachten kunnen bundelen. Deelt de staatssecretaris de mening dat indien het inderdaad zo is dat de Inspectie SZW niet sneller kan groeien dan het tijdspad dat door u wordt gehanteerd, dit juist pleit voor een samenvoeging van de diverse inspecties? Genoemde leden verwachten een uitgebreide beantwoording op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het jaarplan en de begeleidende brief van de staatssecretaris. Zij hebben nog een aantal vragen ten aanzien van specifieke onderdelen in het jaarplan.
Naar aanleiding van de paragraaf 2.3.10 Asbest. De leden van de SGP-fractie vragen in het kader van het jaarplan graag aandacht voor het toezicht op de sanering van asbestdaken. Door de Kamer is afgelopen najaar de motie Bisschop c.s. (Kamerstuk 25883, nr. 308) aangenomen. In de motie verzoekt de Kamer de regering in overleg met de sector ervoor te zorgen dat veilig gebruik van werkbakken aan hijskranen bij sanering van grote en moeilijk bereikbare dakoppervlakten mogelijk wordt en, indien nodig, vrijstelling te geven dan wel de regelgeving aan te passen. De regering wil eerst onderzoek uit laten voeren dat pas in de loop van 2018 afgerond kan worden. De leden van de SGP-fractie constateren dat het handhavingsbeleid niet eenduidig is en dat projecten stilliggen omdat een veilig en werkbaar alternatief voor het gebruik van werkbakken aan hijskranen niet beschikbaar is. Deelt de staatssecretaris de mening dat deze gang van zaken niet bijdraagt aan voortvarende asbestsanering? Deelt de staatssecretaris de mening dat het van groot belang is dat er op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid en een werkbare oplossing komt in lijn met de motie? Kan de staatssecretaris in het handhavingsbeleid rekening houden met het lopende onderzoek en het verzoek van de Kamer om veilig gebruik van werkbakken aan hijskranen mogelijk te maken?

De leden van de SGP-fractie horen graag wat de stand van zaken is van het aangekondigde onderzoek. Kan het opleveren van de resultaten versneld worden? Deze leden hebben verder begrepen dat vanuit de sector al onafhankelijk onderzoek is geïnitieerd. Wat is dan nog de toegevoegde waarde van het door de staatssecretaris geïnitieerde onderzoek? Is zij bereid de resultaten van het door de sector geïnitieerde onderzoek serieus te nemen en te benutten voor het snel mogelijk maken van het gebruik van werkbakken aan hijskranen?

Naar aanleiding van de paragraaf 2.3.17 Arbo. De leden van de SGP-fractie vragen aandacht voor de bevindingen van onderzoeksbureau Conclusr, die onder meer aangeven dat vier procent van de bedrijven op geen enkele wijze de arboverplichtingen zou hebben geregeld1. Deze leden vragen of en op welke wijze dergelijke gegevens worden meegenomen in het voorgenomen beleid voor 2018.
Naar aanleiding van de paragraaf 2.3.23 Arbo reactief. De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over het handhavingsbeleid met betrekking tot bedrijfsongevallen in relatie tot de verplichte Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Deze leden ontvangen het signaal dat de Inspectie SZW na het plaatsvinden van bedrijfsongevallen regelmatig boetes oplegt, omdat bedrijven in de ogen van de Inspectie deze ongevallen hadden kunnen voorkomen door in de RI&E de juiste inschatting te maken. Als een ongeval plaatsvindt, wordt bedrijven nogal eens snel verweten geen voldoende inventarisatie te hebben gemaakt, onvoldoende voorlichting te hebben gegeven en onvoldoende toezicht te hebben gehouden, terwijl de door de Inspectie gesuggereerde preventie niet realistisch blijkt. Erkent de staatssecretaris dat het voor bedrijven, zeker ook voor kleine bedrijven, lastig is om precies te voorzien welke ongevallen er zouden kunnen gebeuren en dat bedrijven niet op het redelijkerwijs onvoorzienbare mogen worden afgerekend? Genoemde leden willen erop wijzen dat het in de praktijk vaak lastig is om precies te voorzien wat allemaal mis kan gaan; regelmatig is juist sprake van ongedachte situaties.
De leden van de SGP-fractie krijgen signalen dat in situaties als de zojuist genoemde nauwelijks sprake lijkt te zijn van maatwerk in de sanctionering, ook niet als sprake is van een uitgebreide RI&E, terwijl de bedoeling van de recente wetgeving juist is om proportioneel te opereren, bijvoorbeeld door het geven van een waarschuwing en het toepassen van boetematiging. Deelt de staatssecretaris de mening dat het handhavingsbeleid afgestemd moet zijn op de praktijk en rekening moet houden, ook qua boetematiging, met de dynamiek van de werkvloer en het algehele RI&E-beleid van een bedrijf? Zo ja, is de staatssecretaris bereid dit vorm te geven en hierover in overleg te gaan met de relevante sectoren? Zo nee, waarom niet?

II. Reactie van de staatssecretaris


  1. Nu.nl, '21.000 bedrijven en instellingen hebben arbozaken niet geregeld', 12 januari 2017.↩︎