Lijst EU-voorstellen VWS december 2017 - januari 2018
Lijst met EU-voorstellen
Nummer: 2018D03405, datum: 2018-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Labovic, EU-specialist
Onderdeel van zaak 2018Z01691:
- Gericht aan: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: H.J. Post, griffier
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-02-07 15:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (đ origineel)
Overzicht nieuw gepubliceerde EU-voorstellen
Integraal overzicht met nieuw gepubliceerde EU-voorstellen van 11 december 2018 tot 25 januari 2018 -
Publicatie- datum |
Voortouw | Soort | Titel | COM-nummer | Deadline Sub.toets |
Opmerking |
---|---|---|---|---|---|---|
 |  |  |  |  |  | |
21-dec-17 | VWS | Raadpleging | Openbare raadpleging over een betere samenwerking bij de bestrijding van ziekten die door vaccinatie kunnen worden voorkomen | OR | 15-mrt-18 | Ter bespreking; Het Ministerie zal op de consultatie reageren. U kunt besluiten de kwartaaloverzicht van reacties op raadplegingen af te wachten of u zou het kabinet kunnen verzoeken om de concept-kabinetsreactie naar de Kamer te sturen voordat de definitieve versie naar de Europese Commissie wordt gestuurd, teneinde desgewenst hierover met de bewindspersoon in gesprek te treden. |
13-jan-18 | VWS | Besluit | ANNEX to the Proposal for a COUNCIL DECISION on the position to be adopted, on behalf of the European Union, in the sixty-first session of the Commission on Narcotic Drugs on the scheduling of substances under the Single Convention on Narcotic Drugs of 1961 as amended by the 1972 Protocol and the Convention on Psychotropic Substances of 1971 | COM(2018)031 | n.v.t | De Kamer zal geen BNC-fiche ontvangen. Voorstel: ter informatie. |
Bijlage: behandelmogelijkheden EU-voorstellen
Hieronder treft u een overzicht aan van vaak voorkomende EU-instrumenten en een (niet uitputtend) overzicht van momenten waarop u als commissie of als fractie invloed kunt uitoefenen op de vorming van EU beleid: hetzij via het kabinet; hetzij zelf in Brussel.
Indien de Europese Commissie een als prioritair aangemerkt EU-voorstel publiceert, wordt dit met een behandelvoorstel op de agenda van een procedurevergadering geagendeerd. In EU-notities en EU-signaleringen, bijvoorbeeld ter voorbereiding op bijeenkomsten van Europese Raden, wordt ook ingegaan op parlementaire beĂŻnvloedingsmomenten in het EU-proces.
Soort Instrument | Toelichting | Mogelijke beĂŻnvloedingsmomenten |
---|---|---|
Wetgevende, bindende rechtshandelingen1 | ||
Verordening | Een verordening heeft een algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Dit betekent dat een verordening algemene regels stelt die voor een ieder gelden, direct van toepassing zijn in de nationale rechtsorde en voorrang hebben op (eventueel strijdig) nationaal recht. Soms is aanvullende wetgeving nodig om de verordening volledig te operationaliseren (bijvoorbeeld bij het aanwijzen van een nationale toezichthouder). Een door de EU wetgever (Raad en/of Europees Parlement) aangenomen verordening komt niet terug in de Kamer voor behandeling. |
|
Richtlijn | Een richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat - aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. Lidstaten dienen richtlijnen om te zetten in nationaal recht - pas dan treden de regels in werking. Een richtlijn laat zo ruimte aan lidstaten om zelf invulling te geven aan het verwezenlijken van een gemeenschappelijk vastgesteld doel. In de praktijk kunnen richtlijnen zeer gedetailleerde bepalingen bevatten. Daarnaast bieden richtlijnen geen soms geen enkele ruimte om andere regels te stellen. Een aangenomen richtlijn komt terug in de Kamer indien er implementatiewetgeving wordt voorgesteld. | |
(Besluit) | Een besluit is verbindend in al zijn onderdelen. Indien de
adressanten worden vermeld, is zij alleen voor hen verbindend. Met
besluiten kunnen algemeen verbindende voorschriften worden toegepast op
een concreet geval. Daarnaast kunnen besluiten ook algemeen verbindende
voorschriften bevatten. In dat laatste geval is sprake van een
wetgevende handeling, in dat eerste geval niet. Voor wetgevende besluiten kan gekozen worden als richtlijnen en verordeningen niet geschikt zijn als instrument. Niet-wetgevende besluiten kunnen gericht zijn tot individuele of alle lidstaten (bv. maatregelen tegen onrechtmatige staatssteun) of individuen (natuurlijke personen en rechtspersonen) (bv in mededingingszaken). Verder is er nog een aantal bijzondere besluiten, zoals direct op de Verdragen gebaseerde uitvoeringsbepalingen; besluiten van de Europese Raad (bv het meerjarenplan op JBZ-gebied); en besluiten op het terrein van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid en besluiten tot het sluiten van internationale verdragen. Deze zijn in de regel niet wetgevend. Indien een besluit alleen door de Commissie wordt genomen, is het een niet-wetgevend besluit. Besluiten op voorstel van de Europese Commissie, genomen door de Raad en het Parlement zullen in de regel wetgevend zijn. Dit zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld. |
|
Niet-wetgevende bindende rechtshandelingen | ||
Gedelegeerde handeling | In een wetgevingshandeling (richtlijn, verordening) kan aan de Europese Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling. Essentiële onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij een wetgevingshandeling geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie. Experts, o.a. uit nationale lidstaten geven in een expertgroep advies over een voorstel tot gedelegeerde handeling. De Commissie stelt de handeling vast. Raad en Europees Parlement kunnen bezwaar maken of de bevoegdheid van de Commissie om de gedelegeerde handeling vast te stellen intrekken. |
|
Uitvoerings-handeling | Indien de implementatie van Unierecht volgens uniforme standaarden van procedurele aard moeten plaatsvinden, kan de Europese Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om uitvoeringshandelingen vast te stellen. Uitvoeringshandelingen gaan vaak om een nadere praktische of technische uitwerking van regels die al bestaan, zoals templates, procedures, deadlines, etc. Er wordt over onderhandeld door comités van nationale ambtenaren, voorgezeten door de Europese Commissie. De Commissie stelt de uitvoeringshandeling vast. |
|
Handelingen vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing | Deze procedure komt nog voor in Europese wetgeving van voor 2009. Bij deze procedure wordt de Europese Commissie geadviseerd door een zogeheten regelgevend comité met toetsing met vertegenwoordigers van lidstaten. Dit comité spreekt zich met gekwalificeerde meerderheid van stemmen uit over het voorstel. EP en Raad kunnen bezwaar maken. |
|
Bijzondere rechtshandelingen | Er bestaan nog andere typen niet-wetgevende rechtshandelingen waarvan op voorhand niet te zeggen zijn of zij bindend zijn of niet. Bijvoorbeeld meerjarige kaderprogrammaâs of actieprogrammaâs. Deze programmaâs worden vastgesteld volgens dezelfde wetgevingsprocedures als richtlijnen en verordeningen. Het is zaak goed in de teksten te bezien wat de voorgestelde rechtskracht is. |
|
Niet-bindende handelingen (soft-law) | ||
Advies, aanbeveling, mededeling | De EU kent een grote hoeveelheid uiteenlopende typen beleid (âsoft lawâ) zonder bindende rechtskracht, maar soms met juridische effecten, zoals aanbevelingen en adviezen, resoluties, verklaringen, notificaties, mededelingen, handboeken, gedragscodes, etc. Zij kunnen op verschillende manieren toch effect hebben: zo is bijvoorbeeld de Europese Commissie (en soms ook de lidstaten) gebonden aan het eigen beleid. Daarnaast moet bij de toepassing van het âhardeâ Unierecht gekeken worden naar soft-law. |
|
Overige handelingen en instrumenten | ||
Routekaart, actieplannen, strategie, agenda | Via routekaarten, actieplannen, strategieĂ«n en agendaâs informeert de Europese Commissie belanghebbenden en burgers over nieuwe initiatieven, evaluaties en geschiktheidscontroles. In deze documenten voor nieuwe initiatieven wordt uitgelegd wat het probleem is, wat de Commissie wil bereiken, waarom juist de EU maatregelen moet nemen, wat de toegevoegde waarde is en welke alternatieven er zijn. In deze documenten voor evaluaties en geschiktheidscontroles wordt bepaald wat er geĂ«valueerd moet worden en welke aspecten moeten worden onderzocht. |
|
Groen- en witboek | Groenboek: een discussiestuk, waarmee de Europese Commissie de stand van zaken inventariseert omtrent een onderwerp. Ook doet ze aanbevelingen voor nieuw beleid. Witboek: hierin zet de Europese Commissie uiteen hoe zij bepaalde doelen wil bereiken. Vaak worden in een witboek al concrete voorstellen uitgewerkt en toegelicht. De Europese Commissie nodigt overheden, nationale parlementen en andere organisaties uit om binnen een bepaalde termijn op een Groen- of Witboek te reageren. |
|
Openbare raadpleging (consultatie) | Als de Europese Commissie nieuw beleid ontwikkelt of bestaande wetgeving herziet, organiseert ze meestal een openbare raadpleging of consultatie. Particulieren, bedrijven en organisaties met belangen of expertise op het betrokken gebied kunnen de Commissie helpen om invulling te geven aan haar voorstellen, voordat ze die ter bespreking en goedkeuring naar de Raad en het Europees Parlement stuurt. Bekijk alle openbare raadplegingen op "Uw stem in Europa" . |
|
Uitgelicht: twee specifieke parlementaire instrumenten bij nieuw gepubliceerde EU-voorstellen | ||
Subsidiariteitstoets (richting EU) |
Bij een subsidiariteitstoets toetst een nationale (Kamer van een) Parlement of de EU bevoegd is om hier actie op te nemen, of dat beleid/wetgeving beter op lokaal, regionaal of nationaal niveau kan worden gemaakt. Bij een negatief oordeel wordt een brief met daarin de subsidiariteitsbezwaren (een zogenaamd âgemotiveerd adviesâ) aan de Europese Commissie verzonden. De nationale parlementen kunnen binnen acht weken bezwaar maken uit een oogpunt van subsidiariteit. Een zgn. âgele kaartâ is voor de Commissie geldig als 1/3 van de nationale parlementen een voorstel in strijd acht met het subsidiariteitsbeginsel. De Europese Commissie moet dan haar voorstel heroverwegen. In totaal zijn er 28 Parlementen met 41 Kamers in de EU. Elk parlement krijgt 2 stemmen, maar bij een bicameraal stelsel, zoals in Nederland, krijgt elke kamer 1 stem. Om een gele kaart te trekken moeten er 19 stemmen worden gehaald. |
|
Behandel-voorbehoud (richting regering) | Zodra de Europese Commissie een wetgevend voorstel heeft gepresenteerd, kan de Kamer binnen 8 weken besluiten dat zij het voorstel van dusdanig politiek belang acht, dat de Kamer door de regering op bijzondere wijze geĂŻnformeerd wil blijven worden over de EU onderhandelingen. De Kamer stelt het kabinet hiervan schriftelijk op de hoogte. Binnen vier weken na dit besluit vindt er een overleg plaats met het kabinet - tot aan dit overleg wordt het kabinet geacht op de onderhandelingen inzake dit dossier in de EU geen onomkeerbare beslissingen te nemen. Tijdens dit overleg worden afspraken gemaakt over de informatieverstrekking door het kabinet aan de Kamer, over het verloop van de onderhandelingen en over een eventueel vervolgoverleg. Deze afspraken worden in een brief aan het kabinet vastgelegd. Zodra het nadere overleg heeft plaatsgevonden, wordt het behandelvoorbehoud opgeheven. |
|
Wetgevingshandelingen moeten zijn vastgesteld volgens een zogeheten wetgevingsprocedure, zoals omschreven in de Europese verdragen. Het kan gaan om de gewone wetgevingsprocedure op grond van art. 294 EU-Werkingsverdrag (VWEU) of een bijzondere wetgevingsprocedure. In het verdragsartikel waarin de bevoegdheid om wetgeving op een bepaald terrein te maken moet letterlijk het woord âwetgevingsprocedureâ staan.â©ïž
Krachtens de standaard EU-informatieafspraken (Parlis 22112-1985) ontvangt de Kamer over alle nieuwe wetgevende en niet-wetgevende EU voorstellen een kabinetsappreciatie in de vorm van een zgn. âBNC ficheâ (âBeoordeling nieuwe commissievoorstellen). met daarin onder andere rechtsbasis, subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel, alsook het krachtenveld in Europa. De Kamer ontvangt elk fiche binnen zes weken, of binnen drie weken als in de prioriteitenlijst reeds een subsidiariteitstoets of behandelvoorbehoud is voorzien.â©ïž