[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van Engelstalige rechtspraak bij de internationale handelskamers van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam

Eindtekst

Nummer: 2018D18530, datum: 2018-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z10476:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

8 maart 2018



	

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet
griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van
Engelstalige rechtspraak bij de internationale handelskamers van de
rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te
stellen om in bepaalde gevallen op verzoek van partijen in burgerlijke
zaken, niet zijnde kantonzaken, die rechtsgevolgen betreffen die ter hun
vrije bepaling staan, het mogelijk te maken om in de Engelse taal te
procederen en een Engelstalige uitspraak te verkrijgen.

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

A

Na artikel 30q van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt een
artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 30r

1. Indien de rechtbank Amsterdam of het gerechtshof Amsterdam bevoegd is
kennis te nemen van een geschil dat is ontstaan of zal ontstaan naar
aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking die ter vrije bepaling van
partijen staat en het een internationaal geschil betreft, kunnen
partijen die dit uitdrukkelijk zijn overeengekomen bij de internationale
handelskamer van die rechtbank (“Netherlands Commercial Court”) of
dat gerechtshof (“Netherlands Commercial Court of Appeal”)
procederen in de Engelse taal. Dit geldt niet voor zaken die tot de
bevoegdheid van de kantonrechter behoren. Een overeenkomst als bedoeld
in de eerste volzin wordt bewezen door een geschrift. Een geschrift dat
een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die
een dergelijk beding bevatten, is daarvoor voldoende, mits het
specifieke beding door of namens de wederpartij uitdrukkelijk is
aanvaard.

2. In afwijking van artikel 30i, vierde lid, kunnen zij die een beroep
willen doen op de exceptie inzake de bevoegdheid of op andere verweren
die ertoe strekken dat de zaak niet behandeld moet worden door de
internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam of van het
gerechtshof Amsterdam, volstaan met deze exceptie of verweren totdat
hierover is beslist. Artikel 110 is van overeenkomstige toepassing.

3. In zaken die door de voorzieningenrechter worden beslist is, indien
partijen zijn overeengekomen om bij de rechtbank Amsterdam of het
gerechtshof Amsterdam in de Engelse taal te procederen als bedoeld in
het eerste lid, de voorzieningenrechter van die rechtbank of dat
gerechtshof, mede bevoegd voor het in de Engelse taal behandelen van de
zaak. 

4. In zaken als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, en het derde
lid doet de rechter uitspraak in de Engelse taal, tenzij op verzoek van
partijen de procedure in de Nederlandse taal is gevoerd. Het verweer dat
de zaak niet door de internationale handelskamer van de rechtbank of van
het gerechtshof Amsterdam moet worden behandeld, maar door een andere
rechter, mag worden gevoerd in de Nederlandse taal. Een uitspraak over
dit verweer doet de rechter in de Nederlandse taal.

5. Indien de uitspraak in de Engelse taal ingevolge een wettelijk
voorschrift in een Nederlands openbaar register moet worden
ingeschreven, worden de voor de inschrijving noodzakelijke onderdelen
van de uitspraak tevens in de Nederlandse taal gedaan. 

6. Indien de voor tenuitvoerlegging vatbare onderdelen in de uitspraak
in de Engelse taal zijn gesteld en in het kader van de tenuitvoerlegging
aan een derde in Nederland afschrift van de uitspraak moet worden
gelaten, zorgt degene op wiens verzoek de betekening plaatsvindt voor
een bijgevoegde beëdigde vertaling hiervan in de Nederlandse taal. 

B

Aan artikel 1064a, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd:

Indien de plaats van arbitrage is gelegen in het ressort Amsterdam en
partijen dit uitdrukkelijk zijn overeengekomen, kan de vordering tot
vernietiging worden ingesteld bij de internationale handelskamer van het
gerechtshof Amsterdam (“Netherlands Commercial Court of Appeal”).
Artikel 30r is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

1. Indien een verweerder of belanghebbende betwist dat de zaak moet
worden behandeld door de internationale handelskamer van de rechtbank
Amsterdam of van het gerechtshof Amsterdam als bedoeld in artikel 30r,
eerste lid, eerste volzin, van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering, is de verweerder of belanghebbende het griffierecht
verschuldigd dat bij de rechtbank, respectievelijk het gerechtshof,
wordt geheven voor andere zaken dan kantonzaken, niet zijnde zaken als
bedoeld in artikel 30r, eerste lid, eerste volzin, van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering. Indien de rechter het incidentele verweer
afwijst, wordt alsnog het griffierecht verhoogd voor zover uit de tabel
die als bijlage bij deze wet is gevoegd volgt dat een hoger bedrag aan
griffierecht dient te worden geheven, met dien verstande dat het eerder
geheven griffierecht hierop in mindering wordt gebracht.

2. Indien een zaak door de internationale handelskamer van de rechtbank
Amsterdam of van het gerechtshof Amsterdam wordt verwezen naar een
andere rechter om verder te worden behandeld en beslist, wordt het
griffierecht verminderd voor zover uit de tabel die als bijlage bij deze
wet is gevoegd, volgt dat een lager bedrag aan griffierecht dient te
worden geheven. Het te veel betaalde griffierecht wordt door de griffier
teruggestort.

3. Indien een zaak door een andere kamer van de rechtbank Amsterdam of
van het gerechtshof Amsterdam wordt verwezen naar de internationale
handelskamer van die rechtbank of van dat gerechtshof om verder te
worden behandeld en beslist, wordt het griffierecht verhoogd voor zover
uit de tabel die als bijlage bij deze wet is gevoegd, volgt dat een
hoger bedrag aan griffierecht dient te worden geheven, met dien
verstande dat het eerder geheven griffierecht hierop in mindering wordt
gebracht.

4. De verweerder of belanghebbende is het ingevolge het eerste lid,
tweede volzin, en het derde lid te heffen griffierecht verschuldigd
vanaf het moment dat het incidentele verweer is afgewezen of de
beslissing tot verwijzing is gegeven, en zorgt dat het griffierecht
binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van het gerecht
waar de zaak dient, dan wel ter griffie is gestort.

5. Het eerste, tweede en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing
op het griffierecht bij de voorzieningenrechter, bedoeld in artikel 30r,
derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

B

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel worden na “Griffierechten bij de rechtbank voor andere
dan kantonzaken” de volgende regels ingevoegd:

Zaken als bedoeld in artikel 30r, eerste lid, eerste volzin, Rv:
€ 15.000		€ 15.000		n.v.t

Zaken als bedoeld in artikel 30r, derde lid, Rv:		€ 7.500		€ 7.500	
n.v.t.

2. In de tabel worden na “Griffierechten bij de gerechtshoven” de
volgende regels ingevoegd:

Zaken als bedoeld in artikel 30r, eerste lid, eerste volzin, Rv en
artikel 1064a, eerste lid , tweede volzin, Rv:	€ 20.000		€ 20.000	
n.v.t.

Zaken als bedoeld in artikel 30r, derde lid, Rv:		€ 10.000	
€ 10.000		n.v.t.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Rechtsbescherming,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4