34445, bijgewerkt t/m nr. 15 (3e NvW d.d. 8 juli 2019)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2018D29472, datum: 2018-05-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2016Z07311:
- Indiener: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Medeindiener: S.A. Blok, minister voor Wonen en Rijksdienst
- Medeindiener: H.G.J. Kamp, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Volgcommissie: algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst (2012-2017)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2016-04-12 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-04-28 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2016-05-24 16:30: Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg - 34445 (Technische briefing), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2016-06-01 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2016-07-14 14:00: Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg - 34445 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2016-11-16 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2016-12-08 14:00: NADER Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg 34445 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2017-04-05 10:15: Procedures en brieven (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2017-04-11 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2017-11-08 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-05-23 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-05-24 14:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-07-26 14:00: NADER VERSLAG - Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg - 34445 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-09-04 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-09-26 14:00: 3e NADER verslag - Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg - 34445 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-02-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-01-27 12:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-04-05 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 15 (Derde NvW d.d. 8 juli 2019) 34 445 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het op het terrein van de gezondheidszorg gewenst is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Nederlandse Zorgautoriteit te verduidelijken, de ruimte voor zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars te vergroten en het markttoezicht te versterken en in verband hiermee bij regeling van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de kaders vast te stellen, de aanwijzingsbevoegdheid van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te schrappen, het markttoezicht bij de Autoriteit Consument en Markt onder te brengen en aan te scherpen, het overeenkomen van vrije prestaties mogelijk te maken, en de regeling voor de beschikbaarheidbijdrage te verduidelijken; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 komt te luiden: Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: aanwijzing: enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen als bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter handhaving van wettelijke voorschriften; - Autoriteit Consument en Markt: Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt; - bevoegd orgaan: rechtspersoon, niet zijnde het CAK, die door Onze Minister is aangewezen voor bepaalde taken van bevoegd orgaan als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, onder iii, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) en in verdragen inzake sociale zekerheid ten behoeve van personen bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet; CAK: CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg; - collectieve prestatiebeschrijving: prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 51; consument: verzekeringsplichtige, verzekerde of patiĂ«nt; experiment: experiment als bedoeld in artikel 50, negende lid; - Fonds langdurige zorg: fonds, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering sociale verzekeringen; - identificerende persoonsgegevens: 1Âș. naam, adres, woonplaats, postadres; 2Âș. geboortedatum, geboorteland, geboorteplaats, nationaliteit en geslacht; 3Âș. administratieve gegevens zoals nummers van bank-, giro- en creditcard, gegevens uit de basisregistratie personen en registratie ingevolge de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg; - individuele prestatiebeschrijving: prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 53; - medische persoonsgegevens: gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming; Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorg; - orgaan van de verblijfplaats: rechtspersoon die door Onze Minister is aangewezen als orgaan van de verblijfplaats in de zin van de socialezekerheidsverordening of, voor zover het zorg betreft, een verdrag inzake sociale zekerheid waarbij Nederland partij is; - orgaan van de woonplaats: rechtspersoon die door Onze Minister is aangewezen als orgaan van de woonplaats in de zin van de socialezekerheidsverordening of, voor zover het zorg betreft, een verdrag inzake sociale zekerheid waarbij Nederland partij is; - overeenkomst op afstand: verzekeringsovereenkomst betreffende het risico van ziektekosten tussen een ziektekostenverzekeraar en een consument, die wordt gesloten in het kader van een door de ziektekostenverzekeraar georganiseerd systeem van verkoop of dienstverrichting op afstand, waarbij tot en met de totstandkoming van die overeenkomst uitsluitend gebruik gemaakt wordt van een of meer technieken van communicatie op afstand; prestatie: levering van zorg door een natuurlijke of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent; - socialezekerheidsverordening: Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004, betreffende de coördinatie van socialezekerheidsstelsels (Pb EU 2004, L 166); - strafrechtelijke persoonsgegevens: persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming betreffende onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag; tarief: prijs voor een prestatie of een deel van een prestatie; - techniek voor communicatie op afstand: middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van ziektekostenverzekeraar en consument, kan worden gebruikt voor het sluiten van een verzekeringsovereenkomst betreffende het risico van ziektekosten tussen die partijen; - toepassingsverordening: Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2009, L 284); verzekerde: degene die een verzekeringsovereenkomst betreffende het risico van ziektekosten heeft gesloten met een ziektekostenverzekeraar dan wel van rechtswege verzekerd is op grond van de Wet langdurige zorg; verzekeringsplichtige: degene die op grond van artikel 2 van de Zorgverzekeringswet verplicht is zich krachtens een zorgverzekering te verzekeren of te laten verzekeren; Wlz-uitvoerder: Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg; ziektekostenverzekeraar: zorgverzekeraar, Wlz-uitvoerder of particuliere ziektekostenverzekeraar die als financiĂ«le onderneming ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen; zorg: 1Âș. zorg of dienst die behoort tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket; 2Âș. zorg of overige dienst als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet; 3Âș. zorg die niet behoort tot zorg of overige diensten als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet, vanwege de leeftijd van de patiĂ«nt of vanwege een ondergrens of bovengrens met betrekking tot aantal behandelingen of behandelduur; zorgaanbieder: 1Âș. natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent; 2Âș. natuurlijke persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1Âș; 3Âș. natuurlijke of rechtspersoon die de ontvangsten uit in rekening gebrachte tarieven ontvangt, inhoudt, af- of overdraagt op grond van het bij of krachtens deze wet door de zorgautoriteit bepaalde; zorgautoriteit: Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3; Zorginstituut: zorginstituut, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet; zorgverzekeraar: zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet; Zorgverzekeringsfonds: fonds, genoemd in artikel 39, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet. 2. Onder zorg bedoeld in het eerste lid wordt mede begrepen forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg. 3. Voor de toepassing van deze wet wordt, voor zover het betreft de inkoop van forensische zorg, Onze Minister voor Rechtsbescherming met een ziektekostenverzekeraar gelijkgesteld. B [Vervallen] C Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan een vorm van zorg worden uitgezonderd van deze wet of een deel daarvan waarbij aan een uitzondering van paragraaf 4.4 de voorwaarde kan worden verbonden van een overeenkomst tussen een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar met betrekking tot de levering van de betrokken vorm van zorg. 2. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot zevende tot en met negende lid worden vier leden ingevoegd, luidende: 3. Bij algemene maatregel van bestuur worden de cruciale zorg en de voorzieningen, werkzaamheden of functies gericht op het leveren van zorg aangewezen: a. waarvoor de zorgautoriteit nadat Onze Minister daarvoor een verklaring van geen bezwaar heeft gegeven een beschikbaarheidbijdrage op grond van artikel 56b kan verstrekken, en b. waarbij Onze Minister onder door hem te stellen voorwaarden, voorschriften of beperkingen zorgaanbieders of voor zover het voorzieningen, werkzaamheden of functies gericht op het leveren van zorg betreft, tevens instanties anders dan zorgaanbieders kan aanwijzen, die voor het beschikbaar hebben daarvan, worden belast met een dienst van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie of een dienst van algemeen belang als bedoeld in Protocol nr. 26 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 4. Bij of krachtens algemene maatregel worden de cruciale zorg en de voorzieningen, werkzaamheden of functies gericht op het leveren van zorg aangewezen: a. waarvoor de zorgautoriteit zonder voorafgaande verklaring van geen bezwaar van Onze Minister een beschikbaarheidbijdrage op grond van artikel 56b kan verstrekken, en b. waarbij de zorgautoriteit onder door haar te stellen voorwaarden, voorschriften of beperkingen, zorgaanbieders of voor zover het voorzieningen, werkzaamheden of functies gericht op het leveren van zorg betreft, tevens instanties als bedoeld in artikel 56b, eerste lid, kan aanwijzen, die voor het beschikbaar hebben daarvan, worden belast met een dienst van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie of een dienst van algemeen belang als bedoeld in Protocol nr. 26 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 5. Onze Minister kan een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in het derde lid slechts onthouden vanwege strijd met het recht of het algemeen belang. 6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke vorm de zorgautoriteit onder de daarbij te stellen voorwaarden, voorschriften en beperkingen, een beschikbaarheidbijdrage op grond van artikel 56b kan verstrekken. 3. Het achtste lid (nieuw), onderdeel a komt te luiden: a. zorgaanbieders voor zover die optreden als aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;. D Artikel 7 komt te luiden: Artikel 7 Onze Minister onthoudt zich van instructies aan de zorgautoriteit die op een individuele zaak betrekking hebben. E Artikel 8 vervalt. F Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 14a 1. De zorgautoriteit dient tegelijk met het jaarverslag, bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen een verslag in bij Onze Minister waarin zij rekening en verantwoording aflegt over de beschikkingen die zij op grond van de artikelen 56b of 56c, of van de artikelen 11.4.1 of 11.4.2 van de Wet langdurige zorg heeft genomen in: a. een kalenderjaar voorafgaand aan het afgelopen kalenderjaar en die betrekking hebben op het afgelopen kalenderjaar; of b. het afgelopen kalenderjaar en die betrekking hebben op dat kalenderjaar of een daaraan voorafgaand kalenderjaar. 2. Het verslag, bedoeld in het eerste lid, bevat voor wat betreft de af te leggen rekening van de beschikkingen een weergave van de daaruit voortvloeiende financiĂ«le gevolgen voor het Zorgverzekeringsfonds respectievelijk het Fonds langdurige zorg over het afgelopen kalenderjaar. 3. Het verslag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die Onze Minister desgevraagd inzicht geeft in zijn controlewerkzaamheden. 4. De verklaring, bedoeld in het derde lid, heeft mede betrekking op: a. het voldoen van de beschikkingen aan het bepaalde bij of krachtens deze wet respectievelijk de Wet langdurige zorg; en b. de rechtmatigheid van de vaststellingsbeschikkingen en van de beschikkingen op grond van artikel 56c. 5. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld over: a. de inhoud en inrichting van het verslag, bedoeld in het eerste lid; en b. de accountantscontrole op het verslag, bedoeld in het eerste lid. G In artikel 16, onderdeel a, wordt âmarkttoezicht,â vervangen door âmarktonderzoek,â. H Artikel 18, tweede tot en met vierde lid, komt te luiden: 2. Van samenloop van bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid is sprake in een situatie waarin de mogelijke uitoefening van bevoegdheden van de zorgautoriteit op grond van de artikelen 77, 79, 82 en artikel 83, derde lid, met betrekking tot de handhaving van artikel 11 van de Zorgverzekeringswet of op grond van de artikelen 78, 79, 82 en 84 met betrekking tot de handhaving van de artikelen 4.2.1 en 4.2.2 van de Wet langdurige zorg en de mogelijke uitoefening van bevoegdheden door de Autoriteit Consument en Markt op grond van deze wet, de Mededingingswet of bindende EU-rechtshandelingen samenvallen dan wel kunnen samenvallen. 3. De zorgautoriteit past bij mogelijke samenloop van bevoegdheden voor zover mogelijk eerst de bevoegdheden toe die zij op grond van deze wet heeft, alvorens de Autoriteit Consument en Markt haar ten dienste staande bevoegdheden op grond van deze wet of de Mededingingswet toepast. 4. De Autoriteit Consument en Markt volgt het oordeel van de zorgautoriteit over de uitleg van artikel 11 van de Zorgverzekeringswet en de artikelen 4.2.1 en 4.2.2 van de Wet langdurige zorg en over de toepassing van die artikelen door een ziektekostenverzekeraar. I Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. De bekendmaking door de zorgautoriteit van een collectieve prestatiebeschrijving met het toepasselijke tarief dan wel de toepasselijke tariefruimte, geschiedt door kennisgeving van de vaststelling daarvan in de Staatscourant, onder vermelding dat die onderscheidenlijk dat bij haar ter inzage ligt. 2. In het derde lid wordt âHet eerste en tweede lid zijnâ vervangen door âHet eerste lid isâ. 3. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. De zorgautoriteit doet mededeling in de Staatscourant van de vaststelling van de beschikkingen die zij heeft genomen op grond van de artikelen 52 en 53, onder vermelding dat deze bij haar ter inzage liggen. Ia In artikel 21, derde lid, vervalt âals bedoeld in artikel 60â. Ib In artikel 22, derde lid, vervalt âals bedoeld in artikel 60â. J [Vervallen] K [Vervallen] L [Vervallen] M [Vervallen] N De artikelen 35 tot en met 35b vervallen. O Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars voeren op zodanige wijze een administratie dat te allen tijde mogelijk is: a. elk tarief in rekening te brengen, te betalen of aan derden te vergoeden indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft waarbij op grond van de krachtens artikel 50, vijfde lid, vastgestelde ministeriĂ«le regeling of op grond van het zesde lid van dat artikel, bij het in rekening brengen van een tarief sprake is van een vrij tarief, en b. in andere dan in onderdeel a bedoelde gevallen elk tarief dat op grond van het door de zorgautoriteit overeenkomstig artikel 51, artikel 52 of artikel 53 vastgestelde tarief respectievelijk tariefruimte in rekening kan worden gebracht, in rekening te brengen, te betalen of aan derden te vergoeden. 2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. Zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars voeren een zodanige administratie dat ze een doelmatig en doeltreffend toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet, de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg bepaalde, niet belemmeren. 3. In het vierde lid (nieuw) wordt de zinsnede âten behoeve van de vergelijkbaarheid van gegevensâ vervangen door: ten behoeve van de vergelijkbaarheid van gegevens en van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het toezicht op de naleving, bedoeld in het derde lid. P Artikel 37 vervalt. Q Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid vervalt. 2. Het tweede tot en met vierde lid worden vernummerd tot eerste tot en met derde lid. R Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt de zinsnede âzijn in artikel 41, tweede lid, bedoelde rechtâ vervangen door: zijn in artikel 41, eerste lid, bedoelde recht. 2. In het derde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede âvan de in artikel 41, tweede lid of derde lid, genoemde ontbindingstermijnâ vervangen door: van de in artikel 41, eerste lid of tweede lid, genoemde ontbindingstermijn. S [Vervallen] T In artikel 45 wordt de zinsnede âde bij de algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid,â vervangen door: de krachtens artikel 2, derde lid, onderscheidenlijk vierde lid, aangewezen cruciale zorg. U Het opschrift van paragraaf 4.3 komt te luiden: Paragraaf 4.3. Aanmerkelijke marktmacht zorgverzekeringsmarkt, zorgverleningsmarkt en zorginkoopmarkt V Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de aanhef wordt âde zorgautoriteitâ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Marktâ en vervalt de zinsnede: op een door de zorgautoriteit volgens de beginselen van het algemeen mededingingsrecht afgebakende markt. b. In de onderdelen a, b, c, d, g, h en k wordt âzorgautoriteitâ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. c. De onderdelen f tot en met m worden geletterd tot g tot en met n. d. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: f. de verplichting voor een zorgaanbieder om door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen zorg onder redelijke voorwaarden te leveren aan consumenten;. e. Onderdeel j (nieuw) komt te luiden: j. de verplichting tot het hanteren van een door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen maximumprijs, minimumprijs of vaste prijs voor door de Autoriteit Consument en Markt aan te wijzen dienst of levering;. f. Onderdeel k (nieuw) komt te luiden: k. de verplichting om ten behoeve van de vaststelling van prijzen voor door de Autoriteit Consument en Markt aan te wijzen dienst of levering: 1°. een kostentoerekeningssysteem te hanteren dat voldoet aan door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen toerekeningsprincipes, of 2°. een door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen berekeningsmethode te hanteren;. g. In onderdeel l (nieuw) wordt de zinsnede âde onder i en j bedoelde verplichtingâ vervangen door: de in de onderdelen j en k bedoelde verplichtingen. h. Onderdeel n wordt geletterd o. i. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: n. de verplichting voor een zorgaanbieder om een consument gebruik te kunnen laten maken van een andere zorgaanbieder;. 2. In het derde, vierde lid en vijfde lid wordt âzorgautoriteitâ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. W In artikel 49, eerste lid, wordt âde zorgautoriteitâ vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt. X De artikelen 49a tot en met 49e vervallen. Y Na artikel 49 wordt een paragraaf ingevoegd: Paragraaf 4.3a. Zorgspecifiek concentratietoezicht Artikel 49a 1. Het is verboden een concentratie als bedoeld in Hoofdstuk 5, paragraaf 1, van de Mededingingswet tot stand te brengen zonder voorafgaande melding aan en goedkeuring van de Autoriteit Consument en Markt indien bij die concentratie: a. een onderneming is betrokken die in het voorafgaande kalenderjaar direct of indirect met het verlenen van zorg ten minste een omzet heeft behaald van ⏠7 000 000; en b. ten minste een andere onderneming is betrokken die in het voorafgaande kalenderjaar in Nederland ten minste een omzet heeft behaald van ⏠500 000. 2. De artikelen 30 en 31 van de Mededingingswet zijn van overeenkomstige toepassing op het berekenen van de omzet, bedoeld in het eerste lid. 3. De melding wordt gedaan door degenen die het voornemen hebben om de concentratie tot stand te brengen. 4. Indien de concentratie tevens wordt gemeld op grond van artikel 34 van de Mededingingswet, worden de beide meldingen gelijktijdig gedaan. 5. De Autoriteit Consument en Markt besluit binnen vier weken na ontvangst van de melding over de goedkeuring van de concentratie. De termijn vangt aan met ingang van de eerstvolgende dag na ontvangst van de melding die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is in de zin van de Algemene termijnenwet. 6. De Autoriteit Consument en Markt kan aan de goedkeuring voorwaarden, voorschriften of beperkingen verbinden. Artikel 49b 1. Een melding als bedoeld in artikel 49a, derde lid, omvat de volgende gegevens: a. een beschrijving van de bij de concentratie betrokken ondernemingen, hun werkzaamheden en hun ondernemingsstructuur; b. een beschrijving van de transactie of de transacties die de concentratie zullen bewerkstelligen; c. de mededeling of de organisatie van de aangeboden zorg wijziging zal ondergaan als gevolg van de concentratie; d. de redenen voor en de doelstellingen van de concentratie. 2. Tenzij de Autoriteit Consument en Markt aan de meldende partijen heeft medegedeeld dat hiervan geheel of gedeeltelijk kan worden afgezien, omdat het zonder nadere gegevens aannemelijk is dat de concentratie geen rechtstreekse gevolgen zal hebben voor de zorgverlening door de betrokken zorgaanbieder of zorgaanbieders, gaat de melding vergezeld van een rapport dat de volgende gegevens bevat: a. de alternatieven die bij de voorbereiding in beschouwing zijn genomen en de redenen waarom de gemelde concentratie de voorkeur heeft gekregen; b. de structuur van de beoogde organisatie van de betrokken zorgaanbieder of zorgaanbieders; c. de financiĂ«le gevolgen van de concentratie voor de betrokken zorgaanbieder of zorgaanbieders; d. de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliĂ«nt; e. de risicoâs van de concentratie voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risicoâs worden ondervangen; f. het oordeel en de aanbevelingen van cliĂ«nten, personeel en andere betrokkenen over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, alsmede een onderbouwing van de wijze waarop het oordeel of de aanbevelingen zijn meegewogen bij het voornemen tot concentratie; g. de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd; h. de op grond van nadere regels, die bij regeling van Onze Minister kunnen worden gesteld aan de inhoud van het rapport, te verstrekken gegevens. 3. De mededeling van de Autoriteit Consument en Markt aan de meldende partijen, dat een rapport als bedoeld in artikel 49b, tweede lid, in het geheel niet noodzakelijk is geldt als goedkeuring van de concentratie. 4. Artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing. 5. Indien bij een melding niet is voldaan aan het eerste of tweede lid of indien de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van een melding, kan de Autoriteit Consument en Markt van de meldende partijen aanvulling van de melding verlangen. 6. Indien bij een melding niet is voldaan aan het eerste of tweede lid, en de Autoriteit Consument en Markt binnen vijf werkdagen na de dag van ontvangst van de melding, degenen die de melding hebben gedaan, heeft verzocht om toezending van de ontbrekende gegevens of documenten, vangt de in de artikel 49a, vijfde lid, bedoelde termijn van vier weken aan op de dag waarop die gegevens of documenten alsnog zijn verstrekt. 7. Onverminderd het zesde lid, wordt de in artikel 49a, vijfde lid, bedoelde termijn van vier weken opgeschort met ingang van de dag waarop de Autoriteit Consument en Markt op grond van het vijfde lid aanvulling van de melding verlangt tot de dag waarop de aanvulling door elk van de partijen van wie aanvulling is gevraagd, is gegeven. 8. In een geval als bedoeld in artikel 49a, vierde lid, leidt de opschorting, bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de Mededingingswet tot een gelijke opschorting van de in artikel 49a, vijfde lid, bedoelde termijn van vier weken. 9. De termijn kan voorts naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van elk van degenen die de melding doen door de Autoriteit Consument en Markt eenmalig worden opgeschort indien dat naar haar oordeel in het belang van de behandeling van de melding is. 10. Een melding geldt als niet gedaan indien de in het vijfde lid bedoelde aanvulling van gegevens niet heeft plaatsgevonden binnen zes maanden na de datum waarop het laatste verzoek tot aanvulling is gedaan en de termijn niet ingevolge het negende lid is opgeschort. Artikel 49c 1. Degenen die een concentratievoornemen hebben kunnen voorafgaand aan een melding als bedoeld in artikel 49a, derde lid, aan de Autoriteit Consument en Markt een vooraanmelding doen. De vooraanmelding omvat de gegevens als bedoeld in artikel 49b, eerste lid. Artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing. 2. De Autoriteit Consument en Markt deelt binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van een vooraanmelding aan de meldende partijen mede of een melding van de concentratie vergezeld dient te gaan van een rapport als bedoeld in artikel 49b, tweede lid. 3. De mededeling van de Autoriteit Consument en Markt aan de meldende partijen, dat een rapport als bedoeld in artikel 49b, tweede lid, in het geheel niet noodzakelijk is geldt als goedkeuring van de concentratie. In afwijking van artikel 49a, eerste lid, is voor de concentratie geen melding vereist. Artikel 49d 1. De Autoriteit Consument en Markt onthoudt haar goedkeuring aan een gemelde concentratie, indien: a. cliĂ«nten en personeel van de betrokken zorgaanbieder en andere betrokkenen niet op een zorgvuldige wijze bij de voorbereiding van de concentratie zijn betrokken, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte moeten zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt; b. het oordeel en de aanbevelingen van cliĂ«nten en personeel als bedoeld in onderdeel a en van andere betrokkenen niet gemotiveerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie; c. als gevolg van de concentratie de continuĂŻteit van de cruciale zorg in gevaar komt; d. de gegevens en het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste en tweede lid, onvoldoende inzicht bieden in de verwachte effecten van de beoogde concentratie op de betrokken zorgaanbieder; of e. niet is voldaan aan bij regeling van Onze Minister bepaalde nadere eisen. 2. In geval de Autoriteit Consument en Markt haar goedkeuring verleent, maakt zij de gegevens en het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste en tweede lid, openbaar. Gegevens die ingevolge artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet voor verstrekking in aanmerking komen, worden niet openbaar gemaakt. Artikel 49e 1. De Autoriteit Consument en Markt kan in spoedeisende gevallen ontheffing verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, gestelde verbod. 2. De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan de ontheffing kunnen binnen vier weken na de ontheffing voorwaarden of voorschriften worden verbonden. Z Het opschrift van paragraaf 4.4 komt te luiden: Paragraaf 4.4. Prestatiebeschrijvingen en tarieven AA Artikel 50 komt te luiden: Artikel 50 1. De zorgaanbieder hanteert bij het in rekening brengen van een tarief voor een prestatie of een deel van een prestatie de toepasselijke door de zorgautoriteit vastgestelde collectieve prestatiebeschrijving onderscheidenlijk individuele prestatiebeschrijving. 2. Bij regeling van Onze Minister worden regels gegeven voor de vaststelling van de toepasselijke collectieve en individuele prestatiebeschrijvingen door de zorgautoriteit. 3. De zorgaanbieder kan in afwijking van het eerste lid, bij het in rekening brengen van tarief voor een prestatie of een deel van een prestatie, een andere prestatiebeschrijving hanteren dan een door de zorgautoriteit vastgestelde collectieve prestatiebeschrijving of individuele prestatiebeschrijving indien: a. die prestatie of dat deel van een prestatie een vorm van zorg betreft die daartoe bij regeling van Onze Minister is aangewezen met inachtneming van daarbij te stellen voorwaarden, voorschriften en beperkingen; b. de zorgautoriteit die prestatie of dat deel van een prestatie voor wat betreft de inhoud van de te leveren zorg niet in een door haar vastgestelde collectieve prestatiebeschrijving of een voor de zorgaanbieder geldende individuele prestatiebeschrijving heeft opgenomen; c. hij die andere prestatiebeschrijving met de ziektekostenverzekeraar waarvan de betrokken patiĂ«nt een verzekerde is, voor een bepaalde periode is overeengekomen; d. de overeenkomst, bedoeld in onderdeel c, voldoet aan de toepasselijke krachtens het tiende lid, onderdeel c, door de zorgautoriteit vastgestelde nadere regels; e. die prestatie of dat deel van een prestatie voldoet aan die andere prestatiebeschrijving; f. hij en de ziektekostenverzekeraar mededeling van die overeengekomen andere prestatiebeschrijving aan de zorgautoriteit hebben gedaan met een melding die voldoet aan de toepasselijke krachtens het tiende lid, onderdeel d, door de zorgautoriteit vastgestelde nadere regels; g. de prestatie of het deel van een prestatie waarop die andere prestatiebeschrijving betrekking heeft na de melding, bedoeld in onderdeel e, is aangevangen en binnen de bij de regeling, bedoeld in onderdeel a, vastgestelde periode van ten hoogste vijf jaren is afgesloten; en dat h. het in rekening gebrachte tarief betrekking heeft op zorg geleverd aan een patiĂ«nt die verzekerde is van de ziektekostenverzekeraar, bedoeld in onderdeel c. 4. De zorgautoriteit kan indien de melding, bedoeld in het derde lid, onderdeel e, tijdig is gedaan, de periode voor het afsluiten van de prestatie, bedoeld in het derde lid, onderdeel f, met een jaar verlengen. 5. Bij regeling van Onze Minister is bij het in rekening brengen van een tarief voor een prestatie of een deel van een prestatie bepaald of sprake is van een vrij tarief, een vast tarief of van een bedrag dat ten minste of ten hoogste in rekening kan worden gebracht. 6. Er is in afwijking van het vijfde lid, sprake van een vrij tarief, bij het in rekening van een tarief overeenkomstig het derde lid dan wel het derde in combinatie met het vierde lid voor een prestatie of een deel van een prestatie. 7. Bij de krachtens het vijfde lid vastgestelde regeling van Onze Minister, kan worden bepaald dat een door de zorgautoriteit vastgesteld tarief of vastgestelde tariefruimte niet geldt voor prestatie of een deel van een prestatie aan een andere zorgaanbieder. 8. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld over de berekening door de zorgautoriteit van het tarief onderscheidenlijk van de tariefruimte, bedoeld in het vijfde lid. 9. De zorgautoriteit stelt volgens bij regeling van Onze Minister te stellen regels een experiment vast waarbij onder de door haar te stellen voorwaarden, voorschriften of beperkingen, de zorgaanbieders gedurende de duur van dat experiment, een tarief voor een bij dat experiment betrokken prestatie of deel van een prestatie in rekening kunnen brengen: a. zonder hantering van de toepasselijke door de zorgautoriteit vastgestelde collectieve prestatiebeschrijving onderscheidenlijk individuele prestatiebeschrijving; of b. in afwijking van het toepasselijke door de zorgautoriteit vastgestelde tarief onderscheidenlijk de toepasselijke door haar vastgestelde tariefruimte. 10. De zorgautoriteit kan met inachtneming van de krachtens het tweede, derde, vijfde, zevende, achtste lid, respectievelijk negende lid vastgestelde regelingen van Onze Minister, nadere regels vaststellen, niet zijnde regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik door haar van een bevoegdheid, omtrent: a. de vaststelling van collectieve en individuele prestatiebeschrijvingen; b. de vaststelling van tarieven en tariefruimten; c. de vorm van de overeenkomst, bedoeld in het derde lid, onderdeel c; d. de wijze waarop de melding, bedoeld in het derde lid, onderdeel f, wordt gedaan en de bij die melding te voegen gegevens; e. het in rekening brengen van een tarief voor een prestatie of een deel van een prestatie; en f. een experiment. 11. In afwijking van het tweede, derde, vijfde, zevende tot en met negende lid, worden de in die leden bedoelde bepaling van tariefsoorten en regels, voor zover het forensische zorg betreft, vastgesteld bij regeling van Onze Minister voor Rechtsbescherming in overeenstemming met Onze Minister. BB Artikel 51 komt te luiden: Artikel 51 1. De zorgautoriteit stelt een collectieve prestatiebeschrijving ambtshalve dan wel op aanvraag van een of meer zorgaanbieders of een of meer ziektekostenverzekeraars vast. 2. De zorgautoriteit stelt indien het een prestatie of een deel van een prestatie waarbij op grond van de krachtens artikel 50, vijfde lid, vastgestelde regeling van Onze Minister, voor het in rekening van een tarief geen sprake is van een vrij tarief bij de collectieve prestatiebeschrijving het toepasselijke tarief respectievelijk de toepasselijke tariefruimte vast. 3. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid bevat een voorstel voor: a. de vast te stellen collectieve prestatiebeschrijving, en b. indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft waarbij op grond van de krachtens artikel 50, vijfde lid, vastgestelde regeling van Onze Minister, voor het in rekening van een tarief geen sprake is van een vrij tarief een voorstel voor het vast te stellen tarief dan wel de vast te stellen tariefruimte. 4. De zorgautoriteit kan nadere regels vaststellen met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het eerste lid. Die nadere regels kunnen in ieder geval inhouden dat een aanvraag wordt ingediend door een of meer zorgaanbieders en door een of meer ziektekostenverzekeraars. 5. De zorgautoriteit wijst de aanvraag voor een collectieve prestatiebeschrijving in ieder geval af, indien: a. de voorgestelde collectieve prestatiebeschrijving in strijd is met het belang van de volksgezondheid; b. de voorgestelde collectieve prestatiebeschrijving in strijd is met de door Onze Minister krachtens artikel 50, tweede lid, vastgestelde regels; c. het voorgestelde tarief dan wel de voorgestelde tariefruimte in strijd is met het krachtens artikel 50, vijfde, zevende of achtste lid, bij regeling van Onze Minister bepaalde, of d. de aanvraag niet voldoet aan de daaromtrent door de zorgautoriteit krachtens het vierde lid vastgestelde nadere regels. 6. De zorgautoriteit kan bij de collectieve prestatiebeschrijving voorschriften of beperkingen verbinden aan het in rekening brengen van een tarief. 7. Een door de zorgautoriteit vastgestelde collectieve prestatiebeschrijving en in voorkomend geval het vastgestelde tarief respectievelijk de vastgestelde tariefruimte, geldt voor alle gevallen waarin een zorgaanbieder een tarief in rekening brengt voor de beschreven prestatie onderscheidenlijk het beschreven deel van een prestatie. 8. Een door de zorgautoriteit vastgestelde collectieve prestatiebeschrijving geldt in afwijking van het zevende lid, niet indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft: a. waarvoor een tarief in rekening wordt gebracht overeenkomstig artikel 50, derde lid dan wel artikel 50, derde lid, in combinatie met het vierde lid van dat artikel, of b. die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment als bedoeld in artikel 50, negende lid, aanhef en onderdeel a. 9. Een door de zorgautoriteit vastgesteld tarief of vastgestelde tariefruimte geldt in afwijking van het zevende lid, niet indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft: a. aan een andere zorgaanbieder waarvoor bij de krachtens artikel 50, zevende lid, vastgestelde regeling van Onze Minister is bepaald dat het door de zorgautoriteit vastgestelde tarief onderscheidenlijk de door haar vastgestelde tariefruimte niet geldt, of b. die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment. CC Artikel 52 komt te luiden: Artikel 52 1. De zorgautoriteit kan voor een prestatie of een deel van een prestatie die onderscheidenlijk dat in een collectieve prestatiebeschrijving is opgenomen een ander tarief respectievelijk een andere tariefruimte vaststellen dan daarin is opgenomen, op aanvraag van a. een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar; b. een zorgaanbieder; of c. een ziektekostenverzekeraar. 2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid bevat een voorstel voor het vast te stellen tarief of de vast te stellen tariefruimte. 3. De zorgautoriteit kan nadere regels vaststellen met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het eerste lid. Die nadere regels kunnen in ieder geval inhouden dat een aanvraag wordt ingediend door een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar. 4. De zorgautoriteit wijst een aanvraag als bedoeld in het eerste lid in ieder geval af indien: a. het voorgestelde tarief respectievelijk de voorgestelde tariefruimte in strijd is met het krachtens artikel 50 vijfde, zevende of achtste lid bij regeling van Onze Minister bepaalde, of b. de aanvraag niet voldoet aan de daaromtrent door de zorgautoriteit krachtens het derde lid vastgestelde nadere regels. 5. Het door de zorgautoriteit vastgestelde tarief respectievelijk de door haar vastgestelde tariefruimte geldt in het geval van een aanvraag van een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar in afwijking van artikel 51, zevende lid, voor alle gevallen waarom de zorgaanbieder een tarief in rekening brengt voor de betrokken prestatie of het betrokken deel van een prestatie aan de ziektekostenverzekeraar of degene die bij deze voor deze prestatie is verzekerd. 6. Het door de zorgautoriteit vastgestelde tarief onderscheidenlijk de door haar vastgestelde tariefruimte geldt in afwijking van het vierde lid, niet indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft: a. aan een andere zorgaanbieder waarvoor de krachtens artikel 50, zevende lid, vastgestelde regeling van Onze Minister, is bepaald dat het door de zorgautoriteit vastgestelde tarief onderscheidenlijk de door haar vastgestelde tariefruimte niet geldt, of b. die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment als bedoeld in. 7. De zorgautoriteit kan bij de tariefbeschikking voorschriften of beperkingen verbinden aan het in rekening brengen van een tarief. 8. De zorgautoriteit bepaalt in het geval van een aanvraag van een ziektekostenverzekeraar of een zorgaanbieder in welke gevallen het vastgestelde tarief in afwijking van artikel 51, zevende lid, geldt. DD Artikel 53 komt te luiden: Artikel 53 1. De zorgautoriteit kan voor een prestatie of een deel van een prestatie waarvoor zij geen collectieve prestatiebeschrijving heeft vastgesteld een individuele prestatiebeschrijving vaststellen op aanvraag van: a. een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar; b. een zorgaanbieder, of c. een ziektekostenverzekeraar. 2. De zorgautoriteit stelt, indien het een prestatie of een deel van de prestatie betreft waarbij op grond van de krachtens artikel 50, vijfde lid vastgestelde regeling van Onze Minister voor het in rekening brengen van een tarief geen sprake is van een vrij tarief, bij de individuele prestatiebeschrijving tevens het toepasselijke tarief respectievelijk de toepasselijke tariefruimte vast. 3. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid bevat: a. een voorstel voor de vast te stellen individuele prestatiebeschrijving, en b. indien de aanvraag betrekking heeft op een prestatie of een deel van een prestatie waarbij op grond van de krachtens artikel 50, vijfde lid vastgestelde regeling van Onze Minister voor het in rekening brengen van een tarief geen sprake is van een vrij tarief een voorstel voor het in rekening te brengen tarief of de te hanteren tariefruimte. 4. De zorgautoriteit kan nadere regels vaststellen met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het eerste lid. Die nadere regels kunnen in ieder geval inhouden dat een aanvraag wordt ingediend door een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar. 5. De zorgautoriteit wijst een aanvraag als bedoeld in het eerste lid in ieder geval af indien a. de voorgestelde individuele prestatiebeschrijving in strijd is met het belang van de volksgezondheid; b. de voorgestelde prestatiebeschrijving in strijd is met de door Onze Minister krachtens artikel 50, tweede lid, vastgestelde regels; c. het voorgestelde tarief respectievelijk de voorgestelde tariefruimte in strijd is met het krachtens artikel 50, vijfde, zevende of achtste lid, bij regeling van Onze Minister bepaalde, of d. de aanvraag niet voldoet aan de daaromtrent door de zorgautoriteit krachtens het vierde lid vastgestelde nadere regels. 6. De zorgautoriteit kan bij de individuele prestatiebeschrijvingen voorschriften of beperkingen verbinden aan het in rekening brengen van een tarief. 7. De door de zorgautoriteit vastgestelde individuele prestatiebeschrijving en in voorkomend geval het door haar vastgestelde tarief respectievelijk de vastgestelde tariefruimte, geldt in het geval van een aanvraag van een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar voor alle gevallen waarin de zorgaanbieder een tarief in rekening brengt voor de betrokken prestatie aan de ziektekostenverzekeraar of degene die bij deze voor de prestatie is verzekerd. 8. De door de zorgautoriteit vastgestelde individuele prestatiebeschrijving geldt in afwijking van het zesde lid, niet indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft a. waarvoor een tarief in rekening wordt gebracht overeenkomstig artikel 50, derde lid dan wel artikel 50, derde lid, in combinatie met het vierde lid van dat artikel, of b. die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment als bedoeld in artikel 50, negende lid, aanhef en onderdeel a. 9. Het door de zorgautoriteit bij de individuele prestatiebeschrijving vastgestelde tarief onderscheidenlijk de door haar vastgestelde tariefruimte geldt niet, indien het een prestatie of een deel van een prestatie betreft: a. aan een andere zorgaanbieder waarvoor bij de krachtens artikel 50, zevende lid, vastgestelde regeling van Onze Minister is bepaald dat het door de zorgautoriteit vastgestelde tarief onderscheidenlijk de door haar vastgestelde tariefruimte niet geldt, of b. die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment. 10. De zorgautoriteit bepaalt in het geval van een aanvraag van een ziektekostenverzekeraar of een zorgaanbieder bij de individuele prestatiebeschrijving in welke gevallen de vastgestelde individuele prestatiebeschrijving en in voorkomend gevallen het vastgestelde tarief respectievelijk de vastgestelde tariefruimte, geldt. EE Artikel 54 komt te luiden: Artikel 54 1. Bij regeling van Onze Minister kan voor een prestatie of een deel van een prestatie die onderscheidenlijk dat door twee of meer zorgaanbieders gezamenlijk wordt geleverd, worden bepaald, dat slechts een van die zorgaanbieders, die daartoe door de zorgautoriteit is aangewezen, een tarief in rekening mag brengen aan de consument of diens ziektekostenverzekeraar. 2. Bij de krachtens het eerste lid vastgestelde regeling van Onze Minister worden regels gegeven omtrent de aanwijzing van de zorgaanbieder waaronder de eisen waaraan de aan te wijzen zorgaanbieder voldoet. 3. Indien de zorgautoriteit op grond van het eerste lid een zorgaanbieder heeft aangewezen kunnen de andere betrokken een of meer zorgaanbieders uitsluitend aan de aangewezen zorgaanbieder voor het deel van de gezamenlijke prestatie onderscheidenlijk van het gezamenlijk deel van prestatie dat door hen is geleverd, een tarief in rekening brengen. 4. Indien de zorgautoriteit op grond van het eerste lid, een zorgaanbieder heeft aangewezen die een tarief aan de consument of diens ziektekostenverzekeraar in rekening mag brengen is de consument of diens ziektekostenverzekeraar uitsluitend aan de door de zorgautoriteit aangewezen zorgaanbieder een betaling van het in rekening gebracht tarief verschuldigd. 5. De zorgautoriteit wijst indien de gezamenlijke prestatie is opgenomen in een collectieve prestatiebeschrijving of een individuele prestatiebeschrijving de zorgaanbieder aan die een tarief in rekening mag brengen aan de consument of diens ziektekostenverzekeraar bij die collectieve onderscheidenlijk individuele prestatiebeschrijving. 6. De zorgautoriteit kan met inachtneming van de ministeriĂ«le regeling krachtens het eerste en tweede lid nadere regels vaststellen, niet zijnde regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik door haar van een bevoegdheid, omtrent: a. de aanwijzing van een zorgaanbieder die het tarief voor de gezamenlijke prestatie in rekening mag brengen aan de consument of diens ziektekostenverzekeraar; b. de eisen waaraan de aan te wijzen zorgaanbieder voldoet; c. het in rekening brengen van een tarief voor de gezamenlijke prestatie, en d. de betaling aan de andere zorgaanbieders. FF Artikel 55 komt te luiden: Artikel 55 1. De zorgautoriteit stelt voor een zorgaanbieder ambtshalve de voorlopige aanvaardbare kosten, het voorlopige sluitbedrag, de definitieve aanvaardbare kosten en het definitieve sluitbedrag vast ter zake van het leveren van: a. zorg als bedoeld in artikel 3.3.1 van de Wet langdurige zorg; b. zorg als bedoeld in artikel 3.3.2 van de Wet langdurige zorg, en c. andere vormen van zorg die daartoe bij regeling van Onze Minister zijn aangewezen. 2. Het voorlopige sluitbedrag vormt het verschil tussen de door de zorgautoriteit vastgestelde voorlopige aanvaardbare kosten en de door haar berekende opbrengst van de tarieven ter zake van de desbetreffende vorm van zorg van de zorgaanbieder. 3. De zorgautoriteit stelt in afwijking van het eerste lid, een voorlopig sluitbedrag, slechts op aanvraag van een zorgaanbieder of een betrokken ziektekostenverzekeraar vast, indien: a. het verschil tussen de door haar vastgestelde voorlopige aanvaardbare kosten en de door haar berekende opbrengst van de tarieven ter zake van de desbetreffende vorm van zorg van de zorgaanbieder nihil bedraagt, of b. het een vorm van zorg betreft die bij regeling van Onze Minister als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is aangewezen en dat bij die regeling is bepaald. 4. De zorgautoriteit kan de voorlopige aanvaardbare kosten of het voorlopig sluitbedrag wijzigen indien een nieuwe of een gewijzigde overeenkomst tussen de zorgaanbieder en de ziektekostenverzekeraars over de levering van zorg daartoe aanleiding geeft. 5. Het definitieve sluitbedrag vormt het verschil tussen de door de zorgautoriteit vastgestelde definitieve aanvaardbare kosten, en van de door haar vastgestelde door de zorgaanbieder gerealiseerde opbrengst van tarieven ter zake van de desbetreffende vorm van zorg en indien de zorgautoriteit dat heeft vastgesteld, verminderd met het voorlopige sluitbedrag. 6. De zorgautoriteit kan de vaststelling van de definitieve aanvaardbare kosten en het definitieve sluitbedrag ten nadele van de zorgaanbieder wijzigen op grond van gegevens waarvan zij bij die vaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte had kunnen zijn en op grond waarvan de definitieve aanvaardbare kosten dan wel het definitief sluitbedrag lager zou zijn vastgesteld. De wijziging ten nadele van de zorgaanbieder, bedoeld in de eerste volzin, kan niet meer plaatsvinden indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop de vaststelling is bekendgemaakt. 7. De zorgautoriteit neemt bij de vaststelling van de definitieve aanvaardbare kosten van een zorgaanbieder geen hogere waarde van geleverde prestaties in aanmerking dan de waarde van te leveren prestaties die zij bij de vaststelling van de voorlopige aanvaardbare kosten van die zorgaanbieder in aanmerking heeft genomen. 8. De zorgautoriteit bepaalt de verdeling van het voorlopige dan wel het definitieve sluitbedrag over de betrokken ziektekostenverzekeraars waarmee de zorgaanbieder overeenkomsten heeft gesloten over de levering van de desbetreffende vorm van zorg, bij de vaststelling van dat bedrag. 9. De zorgaanbieder kan een positief voorlopig en een positief definitief sluitbedrag in rekening brengen aan de ziektekostenverzekeraars, bedoeld in het achtste lid. 10. De ziektekostenverzekeraars, bedoeld in het achtste lid, brengen een negatief voorlopig sluitbedrag en een negatief definitief sluitbedrag in rekening aan de zorgaanbieder. 11. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld omtrent: a. de berekening van de voorlopige en definitieve aanvaardbare kosten, en b. de verdeling van het voorlopige en het definitieve sluitbedrag over ziektekostenverzekeraars. 12. Onze Minister kan bij de regeling op grond van het elfde lid, regels vaststellen omtrent de situaties waarin de zorgautoriteit in afwijking van het zevende lid, bij de vaststelling van de definitieve aanvaardbare kosten van een zorgaanbieder, een hogere waarde van prestaties in aanmerking neemt dan zij bij de vaststelling van de voorlopige aanvaardbare kosten in aanmerking heeft genomen. 13. De zorgautoriteit stelt met inachtneming van de krachtens het elfde lid vastgestelde regeling van Onze Minister nadere regels vast, niet zijnde regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik door haar van een bevoegdheid, omtrent: a. de vaststelling van een voorlopig en een definitief sluitbedrag; b. de berekening en vaststelling van de voorlopige en de definitieve aanvaardbare kosten; c. een aanvraag als bedoeld in het derde lid; d. de verplichtingen van zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars ten behoeve van de vaststelling van de voorlopige en definitieve aanvaardbare kosten en van een voorlopig en definitief sluitbedrag; e. het wijzigen van de voorlopige aanvaardbare kosten en het voorlopig sluitbedrag op grond van het vierde lid; f. de berekening van de toe te rekenen opbrengsten van tarieven van een zorgaanbieder; g. het in rekening brengen van een voorlopig sluitbedrag en een definitief sluitbedrag, en; h. de verdeling van een voorlopig sluitbedrag en een definitief sluitbedrag over ziektekostenverzekeraars. GG Artikel 56 komt te luiden: Artikel 56 1. Onze Minister stelt voor ieder kalenderjaar het bedrag vast dat in dat kalenderjaar beschikbaar is voor het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 3.3.1 van de Wet langdurige zorg en van zorg als bedoeld in artikel 3.3.2 van die wet en voor het verstrekken van persoonsgebonden budgetten als bedoeld in artikel 3.3.3 van die wet. 2. De zorgautoriteit verdeelt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, over de regioâs, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg. 3. Onze Minister stelt bij ministeriĂ«le regeling regels voor de verdeling, bedoeld in het tweede lid en de hantering door de zorgautoriteit van het aan een regio toegedeelde bedrag bij de vaststelling van de voorlopige en definitieve aanvaardbare kosten ter zake van het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 3.3.1 van de Wet langdurige zorg en van zorg als bedoeld in artikel 3.3.2 van die wet. 4. De zorgautoriteit kan met inachtneming van de krachtens het derde lid vastgestelde regeling van Onze Minister, nadere regels vaststellen, niet zijnde regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik door haar van een bevoegdheid, omtrent de verdeling op grond van het tweede lid. HH Artikel 56a komt te luiden: Artikel 56a 1. Het is een zorgaanbieder verboden een tarief in rekening te brengen; a. voor een geleverde prestatie of een geleverd deel van een prestatie waarvoor de zorgautoriteit op grond van artikel 51, eerste lid, geen collectieve prestatiebeschrijving of op grond van artikel 53, eerste lid, geen individuele prestatiebeschrijving heeft vastgesteld; b. voor een prestatie of een deel van een prestatie waarvoor een andere prestatiebeschrijving wordt gehanteerd dan de toepasselijke collectieve prestatiebeschrijving dan wel de toepasselijke individuele prestatiebeschrijving die de zorgautoriteit op grond van artikel 51, eerste lid, onderscheidenlijk 53, eerste lid, heeft vastgesteld; c. voor een prestatie of een deel van een prestatie die onderscheidenlijk dat niet is geleverd; d. dat niet overeenkomt met het toepasselijke tarief dat de zorgautoriteit op grond van artikel 51, tweede lid, artikel 52, eerste lid, dan wel van artikel 53, tweede lid, heeft vastgesteld; e. dat niet ligt binnen de toepasselijke tariefruimte die de zorgautoriteit daarvoor op grond van artikel 51, tweede lid, artikel 52, eerste dan wel van artikel 53, tweede lid, heeft vastgesteld; f. aan de consument of diens ziektekostenverzekeraar voor een prestatie als bedoeld in artikel 54, eerste lid, indien hij daartoe niet door de zorgautoriteit op grond van dat lid is aangewezen; g. anders dan op de wijze zoals bij of krachtens deze wet is vastgesteld. 2. Het is een zorgaanbieder verboden een tarief als bedoeld in het eerste lid aan een andere zorgaanbieder of derde te betalen of te vergoeden. 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een ziektekostenverzekeraar, op het orgaan van de woonplaats en op het orgaan van de verblijfplaats en een verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, niet zijnde een ziektekostenverzekeraar. 4. Het eerste lid, onderdeel a, het tweede lid en het derde lid zijn niet van toepassing op een prestatie en een deel van een prestatie waarvoor een tarief in rekening wordt gebracht overeenkomstig artikel 50, derde lid of artikel 50, derde lid, in combinatie met het vierde lid, van dat artikel, of die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment als bedoeld in artikel 50, negende lid, aanhef en onderdeel a. 5. Het eerste lid, onderdelen d en e, het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing op een prestatie of deel van prestatie waarvoor een tarief in rekening wordt gebracht overeenkomstig artikel 50, derde lid of artikel 50, derde lid, in combinatie met het vierde lid, van dat artikel, of die onderscheidenlijk dat onderdeel uitmaakt van een experiment. 6. Een zorgaanbieder kan aan het aanbieden, overeenkomen of leveren van een prestatie als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b of c, dan wel aan het in rekening brengen, betalen of aan een derde vergoeden van een tarief als bedoeld in het eerste lid geen rechten ontlenen. 7. Een ziektekostenverzekeraar en een verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, niet zijnde een ziektekostenverzekeraar, kan aan het overeenkomen van een prestatie als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b of c, dan wel aan het betalen of vergoeden van een tarief als bedoeld in het eerste lid geen rechten jegens zijn verzekerden ontlenen. 8. Het is een zorgaanbieder verboden een tarief in rekening te brengen voor een prestatie ter zake van zorg als bedoeld in artikel 55, eerste lid, zonder dat de zorgautoriteit de voorlopige aanvaardbare kosten voor die zorgaanbieder heeft vastgesteld die betrekking hebben op die zorg. 9. Een zorgaanbieder brengt aan een ziektekostenverzekeraar geen hoger bedrag vanwege een positief sluitbedrag in rekening dan de zorgautoriteit op grond van artikel 55 heeft vastgesteld. II Paragraaf 4.5 komt te luiden: Paragraaf 4.5 Beschikbaarheidbijdrage en macrobeheersheffing Artikel 56b 1. De zorgautoriteit kan een beschikbaarheidbijdrage verstrekken aan een zorgaanbieder, en voor zover het de voorzieningen, werkzaamheden of functies gericht op het leveren van zorg, bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, betreft tevens aan een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen instantie. 2. Voor beschikbaarheidbijdragen als bedoeld in het eerste lid komen uitsluitend cruciale zorg en voorzieningen, werkzaamheden of functies gericht op het leveren van zorg, in aanmerking: a. waarvan de kosten niet of niet geheel zijn toe te rekenen naar, of door middel van tarieven in de zin van deze wet in rekening te brengen zijn aan, individuele ziektekostenverzekeraars of verzekerden, of waarbij een zodanige toerekening dan wel een zodanige tarifering marktverstorend zou werken, en b. die niet op andere wijze worden bekostigd. 3. De toegekende bijdrage hoeft niet, met de opbrengsten van de toe te rekenen tarieven en andere opbrengsten, de gemaakte kosten te dekken. 4. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld over de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, waarbij in ieder geval regels worden gesteld omtrent: a. de wijze waarop het bijdragebedrag wordt bepaald; b. de gevallen waarin het eerste lid ambtshalve door de zorgautoriteit wordt toegepast. 5. Bij of krachtens regeling van Onze Minister kan worden voorzien in de vaststelling van een subsidieplafond en de regeling van de wijze van verdeling ervan. 6. De zorgautoriteit kan aan de verlening en vaststelling van het bedrag voorschriften of beperkingen verbinden. 7. De zorgautoriteit kan met inachtneming van de een of meer krachtens dit artikel vastgestelde ministeriĂ«le regelingen nadere regels vaststellen, niet zijnde regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik door haar van een bevoegdheid, omtrent: a. het verlenen en het vaststellen van een beschikbaarheidbijdrage, en b. het indienen van een aanvraag tot verlening of vaststelling van een beschikbaarheidbijdrage. 8. Het Zorginstituut betaalt een door de zorgautoriteit vastgestelde beschikbaarheidbijdrage en een verleend voorschot aan de betrokken zorgaanbieder. 9. De door de zorgautoriteit teruggevorderde onverschuldigd betaalde voorschotten en beschikbaarheidbijdragen worden afgedragen aan het Zorginstituut. 10. Het Zorginstituut brengt de uitgaven op grond van het achtste lid en de ingevolge het negende lid afgedragen bedragen overeenkomstig de daartoe bij regeling van Onze Minister gestelde regels ten laste onderscheidenlijk ten gunste van hetzij het Zorgverzekeringsfonds hetzij het Fonds langdurige zorg. Artikel 56c 1. In dit artikel wordt onder zorg verstaan: zorg en overige diensten als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet. 2. De zorgautoriteit legt onder de naam macrobeheersheffing een heffing op aan een zorgaanbieder vanwege de overschrijding van een macrogrens van de som van de inkomsten uit geleverde zorg over een bepaalde periode. 3. Een macrobeheersheffing wordt bij regeling van Onze Minister ingesteld voor de daarin genoemde een of meer vormen van zorg, voorafgaand aan de periode waarop de macrogrens bedoeld in het tweede lid betrekking heeft. Een vorm van zorg kan slechts onder het toepassingsbereik van Ă©Ă©n macrobeheersheffing vallen. 4. Bij de krachtens het derde lid vastgestelde regeling worden ten minste: a. een of meer categorieĂ«n van zorgaanbieders aangewezen waarvoor de betrokken macrobeheersheffing geldt; b. de periode waarop de macrogrens betrekking heeft; c. regels gesteld over de berekening van de overschrijding van de macrogrens, en d. regels gesteld over de berekening van de aan een zorgaanbieder op te leggen heffing. 5. Bij of krachtens de regeling, bedoeld in het derde lid, wordt door Onze Minister de voor de betrokken macrobeheersheffing geldende macrogrens vastgesteld, voorafgaand aan de periode waarop deze betrekking heeft. 6. Krachtens de regeling, bedoeld in het derde lid, wordt door Onze Minister het totale bedrag vastgesteld dat de zorgautoriteit aan heffingen oplegt aan de gezamenlijke zorgaanbieders die behoren tot een in die regeling aangewezen categorie. Dat bedrag bedraagt ten hoogste de door Onze Minister berekende overschrijding van de toepasselijke macrogrens. 7. Een zorgaanbieder betaalt het bedrag van de aan hem opgelegde macrobeheersheffing nadat de zorgautoriteit de beschikking op de voorgeschreven wijze bekend heeft gemaakt, aan het Zorginstituut, binnen een in de beschikking opgenomen termijn. 8. De zorgautoriteit kan indien de zorgaanbieder de verschuldigde macrobeheersheffing niet tijdig aan het Zorginstituut heeft betaald, bij dwangbevel invorderen. 9. De zorgautoriteit kan met inachtneming van de krachtens het derde tot en met zesde lid vastgestelde regelingen van Onze Minister nadere regels vaststellen omtrent: a. de vaststelling van de op te leggen macrobeheersheffing per zorgaanbieder, en b. de termijn waarbinnen een zorgaanbieder een macrobeheersheffing moet betalen aan het Zorginstituut, nadat de zorgautoriteit de beschikking op de voorgeschreven wijze bekend heeft gemaakt. JJ Paragraaf 4.6 vervalt. KK Artikel 60 vervalt. LL Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst. 2. Het eerste lid (nieuw), wordt als volgt gewijzigd: a. In de onderdelen a en b wordt de zinsnede âwelke van de in artikel 60 onderscheiden categorieĂ«n van persoonsgegevensâ vervangen door: welke identificerende, medische en strafrechtelijke persoonsgegevens. b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: c. welke identificerende, medische en strafrechtelijke persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de in die regeling aangewezen taken en bevoegdheden van de Autoriteit Consument en Markt. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De zorgautoriteit en de Autoriteit Consument en Markt verwerken de voor de uitvoering van deze wet noodzakelijke persoonsgegevens, waaronder medische en strafrechtelijke gegevens, met in achtneming van het krachtens het eerste lid bepaalde. MM Artikel 66, eerste lid, komt te luiden: 1. Zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars zijn verplicht op verzoek henzelf betreffende identificerende gegevens alsmede, met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 65, de identificerende persoonsgegevens en medische persoonsgegevens aan de zorgautoriteit en een bijzondere opsporingsdienst te verstrekken ten behoeve van het toezicht op de naleving en de handhaving van de artikelen 36, 38 en 56a waaronder begrepen de uitvoering van de Wet op de economische delicten. NN Artikel 70, derde lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. âde Raad voor de Volksgezondheid en Zorgâ wordt vervangen door: de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. 2. âde Raad voor gezondheidsonderzoekâ vervalt. OO In artikel 71 wordt de zinsnede âaan de zorgautoriteit,â vervangen door: aan de zorgautoriteit, aan de Autoriteit Consument en Markt,. PP Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âbij of krachtens deze wet en met het in de artikelen 16 en 16a bedoelde toezicht,â vervangen door âbij of krachtens deze wet, met uitzondering van de paragrafen 4.3 en 4.3a, en met het in de artikelen 16 en 16a bedoelde toezicht,â. 2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 2. De Autoriteit Consument en Markt is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 4.3 en 4.3a. QQ In artikel 73 wordt de zinsnede âDegenen die ingevolge artikel 72 belast zijn met toezicht op de nalevingâ vervangen door: Degenen die ingevolge artikel 72, eerste lid, belast zijn met toezicht op de naleving, de ingevolge artikel 12a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt aangewezen ambtenaren die zijn belast met het toezicht, bedoeld in artikel 72, tweede lid,. RR Artikel 76 komt te luiden: Artikel 76 1. De zorgautoriteit is bevoegd ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 23, 25, tweede lid, 27, 29, tweede lid, 31, 31a, tweede lid, 31c, 31d, eerste tot en met vierde lid, 34, 36, 38 tot en met 45, 50, 51, vijfde lid, 52, zesde lid, 53, vijfde lid, 54, 55, 56a, 61, 62, 68 en 68a een aanwijzing op te leggen, erop gericht dat aan het bepaalde bij of krachtens die artikelen wordt voldaan. 2. De zorgautoriteit kan een aanwijzing opleggen zodra het gevaar voor de overtreding klaarblijkelijk dreigt. SS In artikel 78, derde lid, wordt de zinsnede âniet binnen de in het tweede lid, bedoelde termijnâ vervangen door: niet binnen de in artikel 79, tweede lid, bedoelde termijn. TT [Vervallen]. UU Artikel 82 komt te luiden: Artikel 82 De zorgautoriteit is ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 23, 25, tweede lid, 27, 29, tweede lid, 31, 31a, tweede lid, 31c, 31d, eerste tot en met vierde lid, 34, derde lid, 36, 38 tot en met 45, 50, 51, vijfde lid, 52, zesde lid, 53, vijfde lid, 54, 55, 56a, 61, 62, 68, 68a, of 79, tweede lid, bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel het opleggen van een last onder dwangsom. VV In artikel 83, eerste lid, wordt de zinsnede â, 114 of 118a, derde lid, van de Zorgverzekeringswetâ vervangen door: of 114 van de Zorgverzekeringswet. WW Na artikel 84a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 84b De Autoriteit Consument en Markt is ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 4.3 en 4.3a, bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom. XX Artikel 85, eerste lid, komt te luiden: 1. De zorgautoriteit kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 23, 25, tweede lid, 34, 36, 38 tot en met 45, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56a, 61, 62 of 68. YY In artikel 88, eerste lid, wordt de zinsnede â, 114 of 118a, derde lid, van de Zorgverzekeringswetâ vervangen door: of 114 van de Zorgverzekeringswet. ZZ Na artikel 90 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 91 1. De Autoriteit Consument en Markt kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 4.3 en 4.3a. 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste ⏠900.000 of, indien dat meer is, tien procent van de omzet van de overtreder. 3. De bestuurlijke boete die ingevolge het tweede lid ten hoogste kan worden opgelegd wordt verhoogd met honderd procent, indien binnen een tijdvak van vijf jaren voorafgaande aan de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een eerdere overtreding van eenzelfde of een soortgelijk wettelijke voorschrift opgelegde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden. AAA Artikel 104, eerste lid, komt te luiden: 1. De zorgautoriteit draagt het op grond van artikel 56c, achtste lid, ingevorderde bedrag af aan het Zorgverzekeringsfonds. BBB Artikel 127 komt te luiden: Artikel 127 De vaststelling van een krachtens de artikelen 50, tweede, derde, vijfde en zevende tot en met negende lid, 55, eerste, elfde en twaalfde lid, 56b, eerste, vierde en vijfde lid of artikel 56c, derde tot en met zesde lid vast te stellen ministeriĂ«le regeling wordt niet eerder gedaan dan dertig dagen nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. ARTIKEL II Artikel 39 van de Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid, onderdeel k, komt te luiden: k. door zorgaanbieders op grond van artikel 56c, zevende lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg aan het Zorginstituut betaalde bedragen en door de zorgautoriteit van zorgaanbieders op grond van het achtste lid van dat artikel ingevorderde bedragen. 2. Het derde lid onderdeel f komt te luiden: f. bedragen als bedoeld in artikel 56b van de Wet marktordening gezondheidszorg. 3. Het derde lid, onderdeel g, vervalt. ARTIKEL III De Instellingswet Autoriteit Consument en Markt wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt âaan Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âaan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister voor Medische Zorgâ. 2. In het derde lid wordt âvan Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âvan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister voor Medische Zorgâ. B In artikel 6a, tweede lid, wordt âof Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âOnze Minister van Infrastructuur en Waterstaat , Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorgâ. C In artikel 8 wordt âof Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ telkens vervangen door âOnze Minister van Infrastructuur en Waterstaat , Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorgâ. D In artikel 9, eerste lid, wordt âOnze Minister en Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âOnze Minister, Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister voor Medische Zorgâ. E Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, wordt âOnze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âOnze Minister, Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat , Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorgâ. 2. In het derde lid wordt âOnze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan geen besluiten vernietigen op het gebied van energie, post, telecommunicatie en vervoerâ vervangen door âOnze Minister, Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorg kan geen besluiten vernietigen op het gebied van energie, zorg, post, telecommunicatie en vervoerâ. 3. In het vierde lid wordt âOnze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âOnze Minister, Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorgâ. F Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: 1. De zinsnede âonder verantwoordelijkheid van Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ wordt vervangen door âonder verantwoordelijkheid van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorgâ. 2. De zinsnede âna overleg met Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ wordt vervangen door âna overleg met Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat , Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onderscheidenlijk Onze Minister voor Medische Zorgâ. G In artikel 12 wordt âmet Onze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âmet Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister voor Medische Zorgâ. ARTIKEL IV De Mededingingswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 34 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid. B Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. In een geval als bedoeld in artikel 49a, vierde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg leidt de opschorting, bedoeld in 49b, zevende lid, van die wet tot een gelijke opschorting van de in artikel 37, eerste lid, bedoelde termijn van vier weken. 2. In het vijfde lid (nieuw) wordt âhet derde lidâ vervangen door: het vierde lid. ARTIKEL V Artikel 90 van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd: 1. De puntkomma aan het slot van het eerste lid, onderdeel e wordt vervangen door een punt. 2. Het eerste lid, onderdeel f vervalt. 3. Het tweede lid, onderdeel g, komt te luiden: g. bedragen als bedoeld in artikel 56b van de Wet marktordening gezondheidszorg;. 4. Het tweede lid, onderdeel h vervalt. ARTIKEL VI De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: A In bijlage 1 wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd: Wet marktordening gezondheidszorg, voor zover het een besluit betreft van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in de artikel 49a, vijfde lid. B Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 4 komt de zinsnede met betrekking tot de Wet marktordening gezondheidszorg te luiden: Wet marktordening gezondheidszorg, met uitzondering van een beschikking van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 84b en van beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit of van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in de paragrafen 4.3a en 6.4. 2. In artikel 7 komt de zinsnede met betrekking tot de Wet marktordening gezondheidszorg te luiden: Wet marktordening gezondheidszorg, voor zover het betreft een beschikking van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 84b en beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit of van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in de paragrafen 4.3a, met uitzondering van artikel 49b, tweede lid, en 6.4. 3. In artikel 11 komt de zinsnede met betrekking tot de Wet marktordening gezondheidszorg te luiden: Wet marktordening gezondheidszorg, voor zover het betreft een beschikking van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 84b en beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit of van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in de paragrafen 4.3a, met uitzondering van artikel 49b, tweede lid, en 6.4. ARTIKEL VII In artikel 1, onder 2Âș, van de Wet op de economische delicten komt de zinsnede met betrekking tot de Wet marktordening gezondheidszorg te luiden: de Wet marktordening gezondheidszorg, de HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk3_Paragraaf32_Artikel25" artikelen 25, tweede lid , 29, tweede lid, HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42_Artikel36" 36, eerste en tweede lid , HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42_Artikel38" 38, eerste, tweede en vierde lid , HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42_Artikel40" 40, eerste, tweede en derde lid , 56a, HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk5_Artikel63" 63 en HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk5_Artikel66" 66, eerste lid , alsmede de regels, vastgesteld krachtens de HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42_Artikel36" artikelen 36, vierde lid , HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42_Artikel38" 38, zevende lid , HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42_Artikel40" 40, vierde lid , HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0020078/geldigheidsdatum_27-03-2015" \l "Hoofdstuk4_Paragraaf42a_Artikel45" 45 en 46;. ARTIKEL VIII [Vervallen] ARTIKEL IX [Vervallen] ARTIKEL X [Vervallen] ARTIKEL Xa Indien het bij koninklijke boodschap van 19 juni 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met versterking van de invloed van verzekerden op de zorgverzekeraar (verzekerdeninvloed Zvw) (34971) tot wet is of wordt verheven en die wet in eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel G van deze wet, wordt artikel I, onderdeel G van deze wet als volgt gewijzigd: âIn artikel 16, onderdeel a,â wordt vervangen door âIn artikel 16, eerste lid, onderdeel a,â. ARTIKEL Xb [Vervallen] ARTIKEL Xc [Vervallen] ARTIKEL Xd Indien het bij geleidende brief van 5 juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Voortman en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (33 328) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel Y, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel Y, van deze wet als volgt gewijzigd: In het daarin voorgestelde artikel 49d wordt in het tweede lid de zinsnede âingevolge artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuurâ vervangen door: ingevolge artikel 5.1 van de Wet open overheid. ARTIKEL Xe Indien het bij geleidende brief van 5 juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Voortman en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (33 328) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel Y, van deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd: In artikel 9.35 wordt âIn artikel 49c, vierde lidâ vervangen door: In artikel 49d, tweede lid. ARTIKEL Xf Indien het bij koninklijke boodschap van 8 februari 2012 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten teneinde investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg te bevorderen (Wet vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg) (33168) tot wet is of wordt verheven en artikel IV van die wet later in werking treedt dan artikel I. onderdelen G, WW en ZZ van deze wet, wordt artikel IV van die wet als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel A komt te luiden: A Aan artikel 16 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: n. toezicht op de uitvoering van het gestelde bij en krachtens de artikelen 16b, 16c, eerste lid, onderdeel b, en tweede, derde en vierde lid, 16d, eerste lid, met uitzondering van onderdeel d, 16f, eerste lid, 16g tot en met 16i en 18 van de Wet toelating zorginstellingen. 2. De onderdelen B en D vervallen. 3. In onderdeel F wordt âNa artikel 84aâ vervangen door âNa artikel 84bâ. 4. In onderdeel F wordt in het voorgestelde artikel 84b âArtikel 84bâ vervangen door âArtikel 84câ. 5. In onderdeel G wordt âNa artikel 90â vervangen door âNa artikel 92â. 6. In onderdeel G wordt âArtikel 91â vervangen door âArtikel 93â. 7. In onderdeel H wordt in het voorgestelde zesde lid van artikel 104 âde artikelen 81b, 84b of 91â vervangen door âde artikelen 81b, 84c of 93â. ARTIKEL Xg [Vervallen] ARTIKEL Xh [Vervallen] ARTIKEL Xi [Vervallen] ARTIKEL Xj [Vervallen] ARTIKEL Xk [Vervallen] ARTIKEL Xl [Vervallen] ARTIKEL Xm [Vervallen] ARTIKEL Xn [Vervallen] ARTIKEL XI 1. Op een prestatie of een deel van een prestatie van een zorgaanbieder die onderscheidenlijk dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C, D, N, P, T, AA tot en met II, RR, UU, XX en YY, is aangevangen en niet later dan 365 dagen na dat tijdstip is afgesloten, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing. 2. De Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg, kan met toepassing van het eerste lid de beleidsregels, regels en beschikkingen vaststellen met betrekking tot prestaties of delen van een prestatie die onderscheidenlijk dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C, D, N, P, T, AA tot en met II, RR, XX, UU en YY, zijn aangevangen en niet later dan 365 dagen na dat tijdstip zijn afgesloten. 3. Op een beschikbaarheidbijdrage die de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikelen I, onderdeel II, II en V heeft toegekend, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing. 4. Op een beschikking die de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg, op grond van paragraaf 6.2, paragraaf 6.3 of paragraaf 6.4 van die wet anders dan ter handhaving van artikel 48, artikel 49 of artikel 49d, van die wet, voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C, D, N, P, T, AA tot en met II, RR, UU, XX en YY, heeft genomen, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing. 5. Op de bedragen die de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg, voor tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen N, P, AA, II en RR en artikel II, ter handhaving van artikel 35, zevende lid, of artikel 37, eerste lid, van die wet, op grond van artikel 76, tweede lid, van die wet heeft vastgesteld, blijft artikel 39 van de Zorgverzekeringswet zoals dat luidde voor dat tijdstip van toepassing. 6. Op overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Wet marktordening gezondheidszorg die voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen N, O, HH en VII hebben plaatsgevonden en een economisch delict in de zin van de Wet op de economische delicten waren, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing. ARTIKEL XII [Vervallen] ARTIKEL XIII 1. Een beschikking die de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg, op grond van artikel 48, artikel 49, of artikel 49d van die wet of paragraaf 6.2, paragraaf 6.3 of paragraaf 6.4 van die wet ter handhaving van genoemde artikelen heeft genomen, geldt als een beschikking van de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. 2. Een aanvraag gericht aan de Nederlandse Zorgautoriteit, om een beschikking te nemen op grond van artikel 48, artikel 49 of artikel 49d van de Wet marktordening gezondheidszorg, of paragraaf 6.2, paragraaf 6.3 of paragraaf 6.4 van die wet van die wet ter handhaving van genoemde artikelen, wordt beschouwd als te zijn gericht tot de Autoriteit Consument en Markt. 3. Bij de Nederlandse Zorgautoriteit aanhangige bezwaarschriften ingesteld tegen een door haar op grond van artikel 48, artikel 49 of artikel 49d van de Wet marktordening gezondheidszorg of paragraaf 6.2, paragraaf 6.3 of paragraaf 6.4 van die wet ter handhaving van de genoemde artikelen, genomen beschikkingen, gaan in de staat waarin zij zich bevinden, over naar de Autoriteit Consument en Markt. 4. Een beslissing die de Nederlandse Zorgautoriteit op bezwaar tegen een door haar genomen beschikking op grond van artikel 48, artikel 49 of artikel 49d van de Wet marktordening gezondheidszorg of paragraaf 6.2, paragraaf 6.3 of paragraaf 6.4 van die wet ter handhaving van genoemde artikelen, heeft genomen, geldt als een beslissing van de Autoriteit Consument en Markt. 5. In een beroep ingesteld tegen een door De Nederlandse Zorgautoriteit op grond van artikel 48, artikel 49 of artikel 49d van de Wet marktordening gezondheidszorg of paragraaf 6.2, paragraaf 6.3 of paragraaf 6.4 van die wet ter handhaving van genoemde artikelen genomen beschikking, treedt de Autoriteit Consument en Markt in de plaats van die autoriteit zonder dat daarvoor betekening nodig is met aanwijzing van een gemachtigde. 6. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing op een ingesteld hoger beroep. ARTIKEL XIV 1. Archiefbescheiden van de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg, van zaken met betrekking tot toepassing van de artikelen 48 tot en met 49d van die wet, of van de paragrafen 6.2 tot en met 6.4 van die wet ter handhaving van genoemde artikelen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen V tot en met Y van deze wet nog niet zijn afgedaan, worden overgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. 2. In zaken met betrekking tot toepassing van de artikelen 48 tot en met 49d van de Wet marktordening gezondheidszorg of van de paragrafen 6.2 tot en met 6.4 van die wet ter handhaving van genoemde artikelen, waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen V tot en met Y van deze wet aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden toegerekend aan de Nederlandse Zorgautoriteit, treedt de Autoriteit Consument en Markt, op dat tijdstip als bestuursorgaan in de zin van de Wet Nationale ombudsman in de plaats van de Nederlandse Zorgautoriteit. ARTIKEL XV Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Minister van Economische Zaken, De Minister voor Wonen en Rijksdienst, PAGE PAGE 34