[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34958 Advies Afdeling advisering raad van State inzake Goedkeuring van op 18 augustus 1960 te Washington tot stand gekomen Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake beveiliging van gerubriceerde gegevens en de op 6 april 1981 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van de Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake beveiliging van gerubriceerde gegevens (Trb. 2017, 193 en Trb. 2018, 39)

Goedkeuring van op 18 augustus 1960 te Washington tot stand gekomen Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake beveiliging van gerubriceerde gegevens en de op 6 april 1981 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van de Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake beveiliging van gerubriceerde gegevens (Trb. 2017, 193 en Trb. 2018, 39)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2018D31942, datum: 2018-06-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z10372:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAADNo.W04.18.0026/I 's-Gravenhage, 12 april 2018

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 14 februari 2018, no.2018000296, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende goedkeuring van de op 18 augustus 1960 te Washington tot stand gekomen Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake beveiliging van gerubriceerde gegevens; en de op 6 april 1981 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van de Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake beveiliging van gerubriceerde gegevens (Trb. 2017, 193), met memorie van toelichting.

Het voorstel strekt ertoe de twee verdragen die tot nu toe gerubriceerd waren en daarom niet waren onderworpen aan het vereiste van parlementaire goedkeuring te derubriceren.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar heeft opmerkingen over de motivering in de toelichting die ziet op de Koninkrijkspositie.

De toelichting stelt dat het verdrag uitsluitend geldt voor Europees Nederland. De toelichting gaat echter niet in op de vraag waarom hiervoor is gekozen. Daarnaast wordt niet ingegaan op de vraag of het mogelijk zal zijn, nu het verdrag ziet op uitwisseling van staatsgeheimen, om een onderscheid te maken tussen staatsgeheimen die wel en niet tevens op de andere landen van het Koninkrijk betrekking kunnen hebben. Dit geldt temeer voor de positie van de BES-eilanden. Deze zijn immers sinds 10 oktober 2010 onderdeel van Nederland. Het is daarom de vraag of de strikte scheiding in de toelichting tussen Europees Nederland ten opzichte van Nederland inclusief de Caribische delen uitvoerbaar zal zijn.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het bovenstaande in te gaan.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.


De vice-president van de Raad van State,