Antwoord op vragen van de leden Van Oosten en Wiersma over meer arbeidsslaven in Europa dan sekswerkers
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2018D32005, datum: 2018-06-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20172018-2336).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z06390:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: F. van Oosten, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2017-2018 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2336
Vragen van de leden Van Oosten en Wiersma (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Meer arbeidsslaven in Europa dan sekswerkers» (ingezonden 6 april 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 6 juni 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2020.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Meer arbeidsslaven in Europa dan sekswerkers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het jaarrapport van de Raad van Europa over mensenhandel, waaruit blijkt dat het aantal arbeidsslaven in Europa toeneemt?
Antwoord 2
De in het jaarrapport van de Raad van Europa vermelde toename van het aantal arbeidsslaven vind ik zorgelijk. Ook in Nederland wordt arbeidsuitbuiting als dreiging gekwalificeerd.2 Tegelijkertijd vertaalt deze dreiging zich nog niet in een toename van het aantal geregistreerde mogelijke slachtoffers in Nederland.
Vraag 3
Deelt u de opvatting van de vicevoorzitter van de groep van mensenhandelexperts van de Raad van Europa dat er in Nederland verminderde aandacht is voor mensenhandel en dat het aantal geregistreerde gevallen van mensenhandel de afgelopen drie jaar is gehalveerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
Antwoord 3
Er is geen sprake van een halvering. In 2014 bedroeg het aantal geregistreerde slachtoffers nog 1.256 in 2016 is dat teruggelopen tot 9523. De eerste cijfers over 2017 laten echter een licht herstel zien: het aantal geregistreerde slachtoffers is iets gestegen en ook de opgelegde straffen zijn hoger. De officiële cijfers van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen over 2017 worden echter pas dit najaar bekend.
Zoals ik uw Kamer afgelopen najaar heb gemeld, hebben de politie en het OM vanaf 2017 extra middelen ter beschikking gekregen om de aanpak van mensenhandel te intensiveren4. Het gaat om 1 miljoen vanaf 2017 en structureel 2 miljoen vanaf dit jaar. Met deze extra middelen wordt ingezet op een effectievere aanpak van mensenhandel, met als doel méér en kwalitatief betere mensenhandel zaken op te pakken. Zo worden met dit geld alle eerstelijns politiemedewerkers getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel, worden extra rechercheurs opgeleid tot gecertificeerd mensenhandel rechercheurs, zijn er extra analisten aangesteld bij het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM), wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een webcrawler en is er een zaaksturingscoördinator aangesteld bij het OM.
Ook in het regeerakkoord is aandacht voor de intensivering van de aanpak van mensenhandel.
Ik wil benadrukken dat mensenhandel alleen effectief kan worden bestreden, met een integrale benadering waarbij wordt ingezet op preventie, repressie, bescherming en samenwerking. Deze integrale benadering is een van de uitgangspunten van de aanpak. Recent is uw Kamer geïnformeerd over de ontwikkeling van een interdepartementaal plan van aanpak om de brede aanpak van mensenhandel, waaronder ook arbeidsuitbuiting, te intensiveren5.
Vraag 4
Heeft u in beeld hoeveel arbeidsslaven zich in Nederland bevinden? Uit welke landen komen deze arbeidsslaven voornamelijk? In welke gebieden werken zij? Is het aantal arbeidsslaven in Nederland de afgelopen jaren toe- of afgenomen?
Antwoord 4
Wat betreft de geregistreerde slachtoffers gaat het in de periode 2012–2016 in totaal om 1.222 slachtoffers van uitbuiting buiten de seksindustrie.6 Hieronder valt ook criminele uitbuiting. Het gaat vooral om slachtoffers uit Polen, Hongarije, Bulgarije en uit Nederland. Uit de Slachtoffermonitor 2012–2016 van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel blijkt dat de meeste geregistreerde slachtoffers werken in de landbouw, bosbouw, visserij en de horeca. Niet alle slachtoffers worden echter gesignaleerd en geregistreerd. Naar verwachting ligt het daadwerkelijk aantal slachtoffers van arbeidsuitbuiting daarom hoger. Het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel buiten de seksindustrie schommelt maar laat geen duidelijke stijging zien.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven hoe vaak het openbaar ministerie in Nederland in de afgelopen tien jaar een vervolging heeft ingezet wegens mensenhandel? Hoeveel veroordelingen zijn er uitgesproken? Welke straffen zijn opgelegd?
Antwoord 5
In de periode 2007–2017 zijn in totaal 2.231 mensenhandel zaken door het Openbaar Ministerie afgedaan (dmv dagvaarding, voeging, transactie, sepot, overdracht), waarvan in 1.605 zaken een dagvaarding is uitgebracht.
In 1.124 zaken is door de rechter een veroordeling uitgesproken, waarvan in 5 zaken een schuldigverklaring zonder strafoplegging.
In ruim 93% van de zaken waarin een straf is opgelegd voor mensenhandel, betreft deze straf een vrijheidsstraf. Voor het overige zijn werkstraffen en boetes opgelegd.
Vraag 6
Zijn er hogere straffen opgelegd voor mensenhandel sinds de strafmaat in 2016 is verhoogd?
Antwoord 6
De gemiddelde duur van onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen voor mensenhandel is gestegen tussen 2007 en 2013 en daarna gedaald. De cijfers geven derhalve geen aanleiding te veronderstellen dat gemiddeld genomen de verhoging van de maximumstraffen heeft geleid tot het opleggen van hogere straffen.
Vraag 7
Hoe staat het met de versterking van de strijd tegen mensenhandel, zoals in het regeerakkoord is opgenomen?
Antwoord 7
De strafbaarstelling van het uit winstbejag faciliteren van illegale prostitutie (pooierverbod) is onderdeel van het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen en is onlangs door de Minister van Veiligheid en Justitie in consultatie gebracht.
Conform het regeerakkoord werk ik aan de benodigde aanpassingen van het Wetsvoorstel Regulering Prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp). Hierover zijn de afgelopen tijd gesprekken gevoerd met stakeholders. Deze gesprekken worden de komende periode voortgezet. Het streven was het wetsvoorstel vóór de zomer in consultatie te laten gaan. Gelet op de weerbarstigheid van de materie en het zoeken naar draagvlak bij stakeholders, zal het wetsvoorstel vermoedelijk in de zomer in consultatie kunnen worden gebracht.
Zoals reeds in het antwoord op vraag 3 aangeven is uw Kamer recent geïnformeerd over de ontwikkeling van een breed plan van aanpak van de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid in samenwerking met de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Buitenlandse Zaken. Hierin zijn ook de maatregelen uit het regeerakkoord meegenomen.
AD, 5 april 2018↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2017/06/01/tk-bijlage-nationaal-dreigingsbeeld-2017↩︎
Bron: NRMSGK, slachtoffermonitor mensenhandel 2012–2016.↩︎
Kamerstuk 28 638, nr. 160.↩︎
Brief regering 25 mei 2018,Kamerstuk 28 638, nr. 161.↩︎
Bron: NRMSGK, slachtoffermonitor mensenhandel 2012–2016.↩︎