35009 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken met het oog op het toepassen van niet-doelgebonden subsidiecriteria
Wijziging van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken met het oog op het toepassen van niet-doelgebonden subsidiecriteria
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2018D42771, datum: 2018-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z15448:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-09-11 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-09-20 13:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-10-17 12:00: Wijziging Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken toepassen van niet-doelgebonden subsidiecriteria (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-11-29 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-12-05 14:40: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-13 10:15: Hamerstuk: Wijziging van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken met het oog op het toepassen van niet-doelgebonden subsidiecriteria (35009) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W02.18.0090/II 's-Gravenhage, 14 juni 2018
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 12 april 2018, no.2018000659, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken met het oog op het toepassen van niet-doelgebonden subsidiecriteria, met memorie van toelichting.
Het voorstel wijzigt de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken (Kaderwet). Daarmee schept het voorstel een grondslag om subsidieverstrekking afhankelijk te kunnen maken van beoordelingsmaatstaven die niet strekken tot verwezenlijking van het subsidiedoel. Bij algemene maatregel van bestuur (amvb) kunnen daardoor drempelcriteria worden gesteld ter bescherming van bepaalde publieke belangen, zoals ten aanzien van het beloningsbeleid.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht een aanpassing van het voorstel aangewezen. Zij adviseert de voorgestelde delegatiegrondslag nauwkeurig te begrenzen en te beperken tot de in de toelichting genoemde eisen alsmede bij amvb nader te regelen soortgelijke eisen van wezenlijk publiek belang.
Het voorstel introduceert een delegatiegrondslag in de Kaderwet. Hierdoor kunnen bij amvb beoordelingsmaatstaven worden gehanteerd voor de verstrekking van een subsidie, die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. Het voorstel is ingegeven vanuit de wens om eisen te kunnen stellen aan het beloningsbeleid van de subsidieontvanger, aldus de toelichting.1 Nu het beloningsbeleid onvoldoende in verband staat met het doel van de gesubsidieerde activiteit kan dit op grond van het huidige recht niet als drempelcriterium fungeren.2 Daarnaast beoogt het voorstel te verduidelijken dat ook drempelcriteria kunnen worden gesteld ter bescherming van andere publieke belangen dan het specifieke doel van de te verstrekken subsidie. Daarbij wordt gedacht aan eisen met betrekking tot de positie van vrouwen, de gevolgen voor het milieu, de naleving van internationaal aanvaarde humanitaire principes door de subsidieaanvrager en met betrekking tot de gevolgen voor internationaal erkende burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten van de mens, aldus de toelichting.
De Afdeling merkt het volgende op. Met het voorstel wordt een zeer ruime delegatiegrondslag gecreëerd. De Afdeling wijst op het uitgangspunt dat delegatie van regelgevende bevoegdheid in de delegerende regeling zo concreet en nauwkeurig mogelijk dient te worden begrensd.3 De zinsnede ‘beoordelingsmaatstaven, niet strekkende tot verwezenlijking van het doel van de subsidie’ is echter onbegrensd. Het is daarom nodig de delegatiegrondslag te beperken tot de in de toelichting genoemde eisen alsmede bij amvb nader te regelen soortgelijke eisen van wezenlijk publiek belang.
Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling de delegatiegrondslag in het voorstel op een wijze als hiervoor bedoeld nauwkeurig te begrenzen.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
Memorie van Toelichting, algemeen deel, onder ‘Niet-doelgebonden criteria bij algemene maatregel van bestuur’.↩︎
Zie artikel 4:39 Awb dat bepaalt dat verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie slechts aan de subsidie kunnen worden verbonden voor zover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde in een uitspraak dat door als drempelcriterium de DG-norm (het salaris van een Directeur-Generaal op een Ministerie) te hanteren sprake was van strijd met artikel 3:3 van de Awb. Dit drempelcriterium stond naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende in verband met het doel van de subsidie-aanvrager. Zie ABRvS 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1774↩︎
Aanwijzingen 2.19 en 2.23 van de Aanwijzingen voor de regelgeving↩︎