[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35047 (R2108) Advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk inzake wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten

Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2018D47070, datum: 2018-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z17349:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAADNo.W04.18.0069/I/K 's-Gravenhage, 5 juli 2018

Bij Kabinetsmissive van 29 maart 2018, no.2018000585, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten, met memorie van toelichting.

Om elektronische dienstverlening aan burgers mogelijk te maken worden publieke elektronische identificatiemiddelen ontwikkeld waarmee de burger zich op een hoger niveau van betrouwbaarheid dan met het huidige DigiD langs digitale weg kan identificeren bij een dienstverlener. Hiervoor wordt een chip aangebracht op wettelijke identiteitsdocumenten. In dit wetsvoorstel worden daarvoor de benodigde regels getroffen. Daarnaast regelt het wetsvoorstel een uitbreiding van het basisregister reisdocumenten.

De Afdeling advisering van de Raad van het Koninkrijk adviseert de wetgevingsprocedure voort te zetten, maar heeft opmerkingen over de motivering van een deel van het voorstel. Zij adviseert in de toelichting nader in te gaan op het intrekken van het publieke middel, de leges en de eventuele gevolgen van het voorstel voor de andere landen van het Koninkrijk.

1. Intrekken publieke middel en leges

Bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de kosten die ten laste worden gebracht voor vervaardiging en verstrekking van een publiek identificatiemiddel.1 Blijkens de toelichting wordt ernaar gestreefd om de kosten zo laag mogelijk te houden, onder meer door het publiek identificatiemiddel standaard op de Nederlandse identiteitskaart aan te brengen. Het publieke middel kan definitief en niet omkeerbaar worden ingetrokken door middel van een intrekkingscode, wanneer de betrokken persoon geen gebruik wenst te maken van de betreffende elektronische dienstverlening.2 Het fysieke identiteitsdocument blijft dan geldig totdat de tienjarige geldigheidsduur is verstreken. De toelichting vermeldt niet of de onomkeerbaarheid een beleidskeuze is, ingegeven is door veiligheidsaspecten of noodzakelijk is vanwege technische beperkingen. De toelichting gaat niet in op de vraag of betrokkene de volledige leges moet betalen indien hij bij de aanvraag van het document al aangeeft geen gebruik te maken van het publiek identificatiemiddel. Ook gaat de toelichting niet in op de vraag of er een bijzondere financiële regeling is in het geval betrokkene zich bedenkt en alsnog gebruik wil maken van het publieke identificatiemiddel en dit alleen kan doen door tijdens de looptijd een geheel nieuw identificatiedocument aan te vragen.

De Afdeling adviseert in de toelichting hierop in te gaan.

2. Andere landen van het Koninkrijk

De mogelijkheid voor burgers om elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel te kunnen verkrijgen hangt samen met de mogelijkheid om via elektronische weg dienstverlening aan te vragen. Voor dit laatste voorziet de wet digitale overheid (Wdo) in de waarborgen en procedures die hiervoor gelden.

De Afdeling wijst erop dat de Wdo een nationale wet is die geen gelding heeft voor de andere landen van het Koninkrijk. Omdat de verstrekking van reisdocumenten echter een Koninkrijksaangelegenheid is, moet het regelen van elektronische identificatie geschieden bij wijze van Rijkswet. Dit betekent ook dat burgers van de andere landen van het Koninkrijk een ID-kaart kunnen aanvragen die geschikt is gemaakt voor elektronische identificatie.3 Zij kunnen echter daarmee niet van de in de toelichting genoemde voordelen voor burgers profiteren, zolang de andere landen niet een vergelijkbare regeling hebben getroffen als die in de Wdo. De toelichting gaat niet in op de vraag of en op welke termijn de andere landen voornemens zijn om zo’n regeling te treffen. Daarnaast moet, om misbruik van gegevens te voorkomen, zeker worden gesteld dat een dergelijk regeling qua waarborgen en zorgvuldigheid van de daarin opgenomen procedures een vergelijkbaar niveau kent als de Wdo.

De Afdeling adviseert in de toelichting hierop in te gaan.

3. Voorbehoud wijzigingen Wdo

In de toelichting bij het voorliggend voorstel van Rijkswet soms naar de Wet digitale overheid (Wdo) verwezen als ware deze reeds wet. Daarbij staat dat dit gebeurt onder voorbehoud van eventuele wijzigingen in het wetsvoorstel Wdo en de inwerkingtreding daarvan.4 Het voorstel voor de Wdo is recentelijk ingediend bij de Tweede Kamer. De Afdeling wijst erop dat indien de behandeling van de Wdo zou leiden tot aanzienlijke wijzigingen in het voorliggend voorstel, zij ervan uitgaat dat het voorstel nogmaals ter advisering aan haar wordt voorgelegd.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging het voorstel van rijkswet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan die van Curaçao en aan die van Sint Maarten, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.


De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,


  1. Zie artikel 3a, vierde lid.↩︎

  2. Toelichting, paragraaf 2.2.2, laatste alinea. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn omdat de burger ervoor kiest om gebruik te maken van een toegelaten, privaat identificatiemiddel.↩︎

  3. Toelichting, paragraaf 4.1, derde alinea.↩︎

  4. Toelichting, paragraaf 1.1, tweede alinea.↩︎