Handreiking tenderkostenvergoeding
Evaluatie Aanbestedingswet 2012
Brief regering
Nummer: 2018D49402, datum: 2018-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34252-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34252 -9 Evaluatie Aanbestedingswet 2012.
Onderdeel van zaak 2018Z18453:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2018-10-17 14:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-10-18 13:45: Marktwerking en mededinging (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2018-10-30 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2018-10-31 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 252 Evaluatie Aanbestedingswet 2012
Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2018
Begin juli jl. (Kamerstuk 34 252, nr. 8) heb ik uw Kamer laten weten dat ik u de handreiking tenderkostenvergoeding die werd opgesteld in het kader van het traject Beter Aanbesteden na de zomer zou toesturen. Deze handreiking is inmiddels afgerond. Met deze brief bied ik deze aan uw Kamer aan1. Daarmee geef ik invulling aan de motie van het lid Wörsdörfer c.s. (Kamerstuk 32 440, nr. 109). Daarnaast ga ik in op twee andere moties met betrekking tot het thema tenderkostenvergoeding, namelijk de motie van het lid Bruins c.s. (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 101) en de motie van de leden Van den Berg en Wörsdörfer (Kamerstuk 32 440, nr. 106).
Tot slot informeer ik uw Kamer over de aanstelling van de nieuwe aanjager Beter Aanbesteden.
Handreiking tenderkostenvergoeding
Inhoud handreiking
De handreiking tenderkostenvergoeding is een initiatief van het regioteam Noordwest binnen Beter Aanbesteden.
De handreiking constateert dat proportionele offertekosten deel uitmaken van het ondernemersrisico en doorgaans niet behoeven te worden vergoed door de aanbestedende dienst. Naarmate de gevraagde inzet van de ondernemer echter groter is ten opzichte van de omvang van de opdracht en de kans deze te winnen, ligt het meer in de rede dat een aanbestedende dienst wel een tenderkostenvergoeding biedt. Dat is bijvoorbeeld vaak het geval als al bij de inschrijving een uitgewerkt ontwerp gevraagd wordt.
De handreiking gaat in op de wettelijke grondslagen daarvoor zoals die in de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit te vinden zijn. Vervolgens noemt de handreiking kostenbeperkende maatregelen die de aanbestedende dienst kan treffen om zoveel mogelijk te voorkomen dat een tenderkostenvergoeding aan de orde is. Voor de gevallen dat een tenderkostenvergoeding wel aan de orde is, noemt de handreiking enkele uitgangspunten. Ten aanzien van de hoogte van de vergoeding geeft de handreiking aan dat het concrete antwoord hierop situatie- en branche specifiek is. Het is niet mogelijk een algemeen passend antwoord te geven. Wel geeft de handreiking enkele voorbeelden van branche specifieke kaders. Ook beveelt de handreiking aan dat aanbestedende diensten en branches hier zelf beleid en kaders over ontwikkelen.
Beleidsreactie handreiking
Ik ben de opstellers van de handreiking en de overige leden van het regioteam dankbaar dat zij dit tot stand gebracht hebben. Disproportionele tenderkosten kunnen de toegang van ondernemers, en met name MKB-ondernemers, tot aanbestedingen belemmeren. Daardoor lopen zij marktkansen mis. Tegelijkertijd loopt de overheid daardoor goede aanbiedingen en aanbieders mis. Ik vind het dan ook belangrijk dat de regelgeving hierover nageleefd wordt. Aanbestedende diensten moeten ófwel voorkomen dat ondernemers met disproportionele tenderkosten te maken krijgen, ófwel een vergoeding bieden. Deze handreiking biedt aanbestedende diensten in mijn ogen een helder kader waarop zij eigen beleid en eigen beslissingen in concrete gevallen kunnen baseren. Voor ondernemers en brancheorganisaties biedt deze handreiking handvatten voor een gesprek met aanbestedende diensten hierover.
Juist omdat het al dan niet bieden van tenderkostenvergoedingen maatwerk is, leent dit onderwerp zich slecht voor gedetailleerde regelgeving. Ik ben dan ook voornemens om geen aanvullende regeling voor tenderkostenvergoedingen in het algemeen in wet- of regelgeving op te nemen en eerst de praktijk nadere ervaring op te laten doen met dit thema.
Monitoring
Het is op dit moment niet inzichtelijk hoe vaak tenderkostenvergoedingen in de praktijk worden verstrekt. Cijfers daarover zijn niet direct uit aanbestedingsdata binnen TenderNed te halen. Om toch inzicht te krijgen in ontwikkelingen ben ik voornemens om begin volgend jaar steekproeven te laten verrichten. Dat onderzoek zal drie jaar daarna, dat wil zeggen in 2022, herhaald worden. Ik zal uw Kamer daarover informeren. Hiermee geef ik invulling aan de motie van het lid Bruins c.s. (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 101) die de regering verzoekt, zich in te spannen de tenderkosten bij aanbestedingen tot een minimum te beperken, dit ook te bespreken met medeoverheden en de Kamer hierover minimaal driejaarlijks te informeren.
Tenderkostenvergoedingen bij ingetrokken aanbestedingen
De voorliggende handreiking gaat slechts zijdelings in op de problematiek van tenderkosten bij ingetrokken aanbestedingen. Dit is een complex onderwerp. Voorop gesteld moet worden dat van tenderkostenvergoedingen in dergelijke gevallen slechts sprake kan zijn als er ook tenderkosten gemaakt worden. Dit is vooral het geval als de aanbesteding overduidelijk te laat, te weten na het verschijnen van de laatste nota van inlichtingen, ingetrokken wordt. Mijn voorganger heeft uw Kamer laten weten (Kamerstuk 32 440, nr. 94) dat ook in die situaties slechts incidenteel tenderkostenvergoedingen verstrekt worden. Of dat wel had gemoeten is lastig te beoordelen: dat hangt onder meer af van de proportionaliteit van de gevraagde inzet van inschrijvers. Bovendien komt het voor dat aanbestedingen stopgezet worden omdat blijkt dat de opdracht aangepast moet worden, waarna een herstart plaatsvindt. Dat neemt niet weg dat het verstrekken van een tenderkostenvergoeding in dergelijke gevallen aan de orde kán zijn. Ik acht het onwenselijk dat aanbestedende diensten bedingen opnemen in hun aanbestedingsstukken die tenderkostenvergoedingen in dat soort situaties uitsluiten. In die mening wordt ik gesterkt door signalen uit de academische wereld2. Daarom zal ik de adviesgroep Gids Proportionaliteit vragen, advies uit te brengen over het verbieden van dergelijke bedingen in de Gids Proportionaliteit. Daarmee geef ik invulling aan de motie van de leden Van den Berg en Wörsdörfer (Kamerstuk 32 440, nr. 106), die de regering onder meer verzoekt te bezien hoe kaders voor het bieden van vergoedingen aan rechtsgeldige inschrijvers ingeval van een laattijdige intrekking van een aanbesteding een plek kunnen krijgen in de handreiking Tenderkostenvergoeding dan wel de Gids Proportionaliteit.
Met bovenstaand pakket aan maatregelen krijgt de praktijk handvatten voor het al dan niet uitkeren van tenderkostenvergoedingen, monitor ik hoe de praktijk daarmee omgaat en voorkom ik dat tenderkostenvergoedingen bij ingetrokken aanbestedingen bij voorbaat uitgesloten worden. Hiermee kunnen in de praktijk problemen rond tenderkostenvergoedingen geminimaliseerd worden.
Nieuwe aanjager Beter Aanbesteden
Beter Aanbesteden gaat door: met het uitdragen van afgeronde acties zoals de handreiking tenderkostenvergoedingen en ook met het afronden van nieuwe acties. Daarom doet het me genoegen uw Kamer te kunnen mededelen dat de heer Karsten Klein bereid is om als aanjager een impuls te geven aan Beter Aanbesteden. De heer Klein was tot medio dit jaar wethouder Economische Zaken te Den Haag. Hij heeft zich in Den Haag sterk gemaakt voor het midden- en kleinbedrijf. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij overheden en ondernemers weet te verbinden om de aanbestedingspraktijk te verbeteren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer