Fiche: Mededeling nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2018D50504, datum: 2018-10-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-2712).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -2712 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2018Z18950:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-10-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-01 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-11-20 16:30: RBZ/Ontwikkelingssamenwerking (Algemeen overleg), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-11-21 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2712 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2018
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 10 fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Verordening tot oprichting van het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra (Kamerstuk 22 112, nr. 2705)
Fiche: Verordening ter voorkoming van de verspreiding van online terroristische inhoud (Kamerstuk 22 112, nr. 2706)
Fiche: Mededeling voorstel uitbreiding bevoegdheden EOM (Kamerstuk 22 112, nr. 2707)
Fiche: Pakket vrije en eerlijke verkiezingen (Kamerstuk 22 112, nr. 2708)
Fiche: Richtlijn betreffende het einde van de omschakeling tussen winter- en zomertijd (Kamerstuk 22 112, nr. 2709)
Fiche: Mededeling Versterking van het Uniekader voor prudentieel en antiwitwastoezicht voor financiële instellingen (Kamerstuk 22 112, nr. 2710)
Fiche: Gewijzigd voorstel tot aanpassing van de verordeningen m.b.t. de Europese Toezichthoudende Autoriteiten en tot wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 2711)
Fiche: Mededeling nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen
Fiche: Mededeling Naar een doeltreffendere financiële architectuur voor investeringen buiten de EU (Kamerstuk 22 112, nr. 2713)
Fiche: Mededeling over efficiëntere besluitvorming in het GBVB (Kamerstuk 22 112, nr. 2714)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Mededeling nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling over een nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen: ons partnerschap voor investeringen en banen naar een hoger niveau tillen
b) Datum ontvangst Commissiedocument
12 september 2018
c) Nr. Commissiedocument
COM(2018) 643
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1536786252342&uri=COM:2018:643:FIN
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
In de «Mededeling over een nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen: ons partnerschap voor investeringen en banen naar een hoger niveau tillen» stelt de Commissie een «radicale verschuiving naar een logica die toegespitst is op het economische potentieel van Afrika en de inzet van de particuliere sector» voor. Hierbij is met name aandacht voor jongeren en demografische ontwikkelingen op het continent en wordt, door middel van een ambitieus plan onder andere op het gebied van strategische investeringen, gestreefd naar het creëren van 10 miljoen banen in Afrika in de komende vijf jaar.
De Mededeling maakt deel uit van andere strategische beleidskaders die Europa en Afrika verbinden, zoals de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs), de Agenda 2063 van de Afrikaanse Unie, de EU Global Strategy, Europese Consensus inzake Ontwikkeling en de AU-EU Partnership on Agriculture dat onder NL Voorzitterschap is opgezet. Verder sluit de mededeling aan bij de uitvoering van afspraken gemaakt tijdens de laatste AU-EU top in Abidjan in november 2017, de Afrikaanse pijler in het EU-onderhandelingsmandaat voor Post-Cotonou en het Europese nabuurschapsbeleid gericht op Noord-Afrika. Daarnaast bouwt de strategie voort op conclusies van de Europese Raad van 28 juni jl. en de voorstellen voor het aanstaande Meerjarige Financieel Kader (MFK). De mededeling verwijst ook naar de gedeelde verantwoordelijkheid op het gebied van migratie en mobiliteit en de relevantie van de alliantie voor EU-Afrika samenwerking op het gebied van terugkeer, overname en re-integratie.
De Mededeling gaat in op vijf terreinen van de alliantie, waaronder in totaal 10 actiepunten worden geformuleerd:
1. Op het terrein van strategische investeringen om werkgelegenheid en een sterkere rol voor de particuliere sector te creëren noemt de mededeling drie acties:
(i) Er zou meer steun voor Afrika moeten komen om strategische investeringen te kanaliseren via blending en garanties. In dit kader wordt verwezen naar de bestaande initiatieven zoals het Externe Investeringsplan (EIP) en de oprichting van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFSD). Hier zou volgens de Commissie ook in het komende Meerjarig Financieel Kader (MFK) meer (financiële) ruimte voor moeten zijn.
(ii) Om maximaal effect te creëren wordt daarnaast voorgesteld kansen te ondersteunen voor waardeketens op nationaal en regionaal niveau via banen- en groeipacten. Hiertoe zouden gezamenlijke inspanningen rond de meest beloftevolle waardeketens aangestuurd moeten worden.
(iii) Ten slotte stelt de Commissie op dit gebied voor sectorale taakgroepen van Afrikaanse en Europese publieke en particuliere financiële instellingen en universiteiten onder leiding van de Commissie op te richten, om expertise, advies en aanbevelingen te versterken. Dit zou moeten leiden tot strategieën om sectoraal beleid en hervorming van de regelgeving in Afrikaanse landen te bevorderen en de hieraan verbonden Europese publieke en particuliere investeringen te faciliteren. De mededeling benoemt op dit gebied een aantal resultaten die de Commissie met deze acties beoogt te behalen. Tussen nu en 2020 zullen in Afrika en de nabuurschapslanden investeringen voor een waarde van EUR 44 miljard gerealiseerd moeten worden, waardoor concreet de volgende resultaten zouden moeten worden behaald:
• 30 miljoen mensen en ondernemingen zouden toegang moeten krijgen tot elektriciteit;
• 24 miljoen mensen zouden toegang moeten krijgen tot wegen die berijdbaar zijn in alle seizoenen;
• En er zouden 3,2 miljoen banen moeten worden gecreëerd in Afrika.
2. Ten aanzien van het tweede thematische gebied van de mededeling, investeren in opleiding en vaardigheden, wordt specifiek verwezen naar het afstemmen van vaardigheden met de behoefte van de Afrikaanse arbeidsmarkt en het vergroten van de toegang tot onderwijs, vooral voor meisjes en vrouwen. De Commissie stelt voor, in overeenstemming met de continentale onderwijsstrategie voor Afrika van de Afrikaanse Unie (2016–2025), meer te investeren in onderwijs. Hiertoe zal de EU:
(iv) een belangrijk initiatief op het gebied van opleiding en ontwikkeling van vaardigheden van de Afrikaanse Unie, gericht op de ontwikkeling van een gemeenschappelijk kwalificatiekader voor het Afrikaanse continent ondersteunen; en
(v) de ontwikkeling van vaardigheden op nationaal niveau ondersteunen om deze in overeenstemming te brengen met strategische ontwikkelingskeuzes voor elk land.
Ook op dit gebied wordt een aantal beoogde resultaten genoemd:
– Tussen nu en 2020 zouden 35.000 studenten en onderzoekers uit Afrika gebruik hebben gemaakt van Erasmus+, waarmee tegen 2027 het aantal deelnemers op 105.000 zou staan;
– Tussen nu en 2020 zouden 750.000 mensen een technische en beroepsopleiding voor ontwikkeling van vaardigheden hebben genoten.
3. Op het gebied van een gunstig investerings- en ondernemingsklimaat zijn vrede, veiligheid en stabiliteit vereisten om Afrika bij het aantrekken van investeringskapitaal sterker te laten concurreren in de wereld. In de mededeling worden daarom tevens voorstellen gedaan tot:
(vi) versterkte dialoog en samenwerking met de Afrikaanse partners over het investerings- en ondernemingsklimaat. Er zal daarbij gebruik gemaakt worden van EU-instrumenten op het gebied van technische assistentie en informatie-uitwisseling (zoals twinning1) en daarnaast meer EU-steun voor hervormingen in het investerings- en ondernemingsklimaat worden geboden.
4. Ten aanzien van het bevorderen van economische integratie en handel in Afrika op regionaal en continentaal niveau en het stimuleren van handelsbetrekkingen met de EU zal de EU:
(vii) onderhandelingen voor de vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent financieel en technisch ondersteunen.
(viii) intra-Afrikaanse en Europees-Afrikaanse handel versterken en op lange termijn streven naar een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Afrika. Ter voorbereiding hierop dienen de Economische-Partnerschapsovereenkomsten (EPA’s) volledig worden benut.
(ix) aanvullende ondersteuning van connectiviteit binnen Afrika en tussen de EU en Afrika voorstellen. Hierbij wordt gedacht aan het bevorderen van de basisinfrastructuur, waaronder breedband en elektronische infrastructuren.
5. Om de alliantie te bestendigen wordt ook verwezen naar de middelen die de bovengenoemde acties moeten ondersteunen. Hiertoe voorziet de Commissie (x) een omvangrijk pakket van financiële middelen voor Afrika in lijn met het voorgestelde instrument voor Nabuurschapsbeleid, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) in het toekomstige Meerjarige Financieel Kader (MFK) van de EU.
4. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De Nederlandse inspanningen in Afrika zijn geconcentreerd op de regio’s West-Afrika/Sahel, de Hoorn van Afrika en Noord-Afrika, zoals beschreven in de beleidsnota Investeren in Perspectief 2. Hierbij wordt een geïntegreerde benadering beoogd, gericht op de aanpak van grondoorzaken van extreme armoede, het voorkomen van conflicten en het tegengaan van instabiliteit en onveiligheid. Dit dient in samenwerking met de landen zelf te gebeuren, en in afstemming met andere belangrijke donorlanden en de EU. Het bieden van perspectief op een toekomst met werk, onderwijs, gelijke kansen en veiligheid voor de snelgroeiende groep jongeren in deze focusregio’s is daarbij prioritair. Nederland zet zich in het bijzonder in voor de versterking van de positie van vrouwen en meisjes en pleit voor het bevorderen van waarden zoals democratie, mensenrechten, gelijkheid, rechtsstatelijkheid, gerechtigheid en sterke instituties op alle niveaus. Het is van belang dat meer investeringen worden gegenereerd, met het oog op het vergroten van werkgelegenheid voor jongeren, vrouwen en migranten in Afrika. Met name de landbouwsector biedt grote kansen op dit gebied. Het bevorderen van economische groei door een beter macro-economisch en investeringsklimaat is daarbij essentieel. Naast de inzet op het bevorderen van investeringen, richt Nederland zich in Afrika ook op het tegengaan van irreguliere migratie, de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel, bescherming en opvang in de regio, het bevorderen van legale vormen van migratie (ook regionaal en continentaal), terugkeer en re-integratie.
Een sterk EU-Afrika partnerschap, dat gestoeld is op gelijkwaardigheid en een pragmatische relatie, is noodzakelijk om de Nederlandse beleidsdoelstellingen te behalen. De EU en Afrika hebben grote gemeenschappelijke belangen en uitdagingen op het gebied van vrede, veiligheid, armoedebestrijding, klimaatverandering en het creëren van banen en kansen voor de jeugd. Het belang van een veilig, stabiel en welvarend Afrika is daarnaast door de omvang van de irreguliere migratie richting Europa in de afgelopen jaren voor de EU eens te meer duidelijk geworden. Ook op economisch vlak is een sterk EU-Afrika partnerschap belangrijk. Europa is immers de grootste investeerder in Afrika en opkomende markten in Afrika bieden vele kansen voor het Europese en Nederlandse bedrijfsleven, o.a. op het gebied van agribusiness, logistiek, opslag, landbouwverwerking, duurzame verlichting en smart city lighting, waterbeheer en kustbeheer. Nederland vindt het daarbij belangrijk dat het EU-Afrika partnerschap is gebaseerd op zowel de Europese als de Afrikaanse belangen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Nederland is positief over de in de mededeling voorgestelde nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen. De focus van de mededeling op investeringen om werkgelegenheid, en een sterkere rol voor de particuliere sector te realiseren, sluit goed aan bij de Nederlandse inzet. Er wordt terecht gewezen op de verwachte demografische groei in Afrika en de kansen en het potentieel die voortkomen uit de sterke economische vooruitgang van Afrika gedurende de laatste twee decennia. In de mededeling worden sectoren die een meerwaarde creëren en een groot potentieel voor duurzame banen hebben als prioritair gezien. Dit sluit aan bij de bijzondere aandacht van Nederland voor landbouw in Afrika, gezien de vele kansen van deze sector.
Nederland is ook positief over de aandacht voor opleidingen en vaardigheden in de mededeling. De inzet op toegang tot kwalitatief goed onderwijs, vooral voor meisjes en vrouwen, sluit aan bij de Nederlandse prioriteiten. Om jongeren uit te rusten met passende vaardigheden is een goede aansluiting nodig tussen de vaardigheden die jongeren in het secundair en hoger onderwijs opdoen en de behoeften van de lokale arbeidsmarkt. De voorgestelde acties kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Daarnaast blijft onderwijs in basisvaardigheden belangrijk. Zo steunt de EU het Global Partnership for Education, een wereldwijd fonds voor onderwijs in ontwikkelingslanden, waaraan ook Nederland bijdraagt.
Nederland kan zich ook vinden in de nadruk op het versterken van het ondernemings- en investeringsklimaat om duurzame investeringen te faciliteren en aan te trekken, zowel op nationaal als subnationaal niveau. Op dit gebied zet Nederland zich bijvoorbeeld ook in voor het bevorderen van waarden zoals rechtsstatelijkheid en sterkte instituties en (lokale) overheden, ook omdat dit een rol speelt in de beslissingen van investeerders.
De mededeling gaat ook in op het belang van economische integratie en handel. Nederland vindt het terecht dat de EU inzet op het stimuleren van het economisch integratieproces op regionaal en continentaal niveau in Afrika en het stimuleren van de handelsbetrekkingen van Afrika met de EU. De mededeling verwijst in dat kader, op de lange termijn, naar een intercontinentaal handelsakkoord tussen de EU en Afrika. Hier gaan nog veel stappen aan vooraf, zoals de tenuitvoerlegging van de African Continental Free Trade Area, de vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent. Deze stappen dragen bij aan het stimuleren van intra-Afrika handel en het creëren van nauwere economische verwevenheid tussen Afrikaanse landen. Daarnaast is het van belang dat bestaande handelsakkoorden, zoals de economische partnerschapsakkoorden in de regio, optimaal benut worden. Deze vormen immers de bouwblokken voor een mogelijk toekomstig intercontinentaal akkoord.
De mededeling verwijst wat Nederland betreft terecht naar een gezamenlijke benadering van de relatie tussen de EU en Afrika, ook op het gebied van mobiliteit en (irreguliere) migratie. Een gecoördineerde benadering waarbij verschillende instrumenten worden ingezet is van belang voor betere samenwerking met landen van herkomst, doorgang en bestemming, en draagt ook bij aan de algemene stabiliteit, hetgeen gunstig is voor duurzame investeringen. Het omgekeerde is ook waar: de alliantie gericht op duurzame investeringen en banen is onderdeel van een gedeelde verantwoordelijkheid om de grondoorzaken van irreguliere migratie en gedwongen verplaatsing aan te pakken. De mededeling geeft op juiste wijze aan dat deze benadering ook de samenwerking op het gebied van terugkeer, overname en re-integratie van irreguliere migranten uit Europa dient te verbeteren.
Onderdelen van de mededeling maken deel uit van de onderhandelingen over het MFK. Nederland hecht eraan dat de besprekingen over de Afrikaans-Europese alliantie niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland bij de Afrikaans-Europese alliantie zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen, te weten een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK. Dit vraagt scherpe keuzes, én bezuinigingen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De EU-lidstaten zijn over het algemeen positief over een versterkt partnerschap tussen de EU en Afrika met speciale aandacht voor investeringen en banen. De meeste lidstaten zijn het erover eens dat het noodzakelijk is om de relatie met Afrika te versterken en meer te investeren in innovatieve financieringsmiddelen om de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) te behalen en de gezamenlijke uitdagingen op het gebied van armoedebestrijding, instabiliteit, en klimaatverandering het hoofd te bieden.
5. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van Nederland ten aanzien van de bevoegdheid voor de mededeling is positief. De mededeling raakt aan meerdere bevoegdheden van de EU, maar ziet vooral op het beleidsterrein van de ontwikkelingssamenwerking. Op dit terrein is sprake van gedeelde bevoegdheden van de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 4 VWEU). De EU is daarmee bevoegd voor de inzet die in de mededeling wordt genoemd. De lidstaten blijven op het gebied van ontwikkelingssamenwerking bevoegd hun eigen beleid te voeren.
b) Subsidiariteit
De Nederlandse grondhouding t.a.v. de subsidiariteit van dit voorstel is positief. De EU is in de positie om op een geïntegreerde manier beleid te ontwikkelen en uit te voeren door het brede Europese instrumentarium op het gebied van handel, ontwikkeling en investeringen. De EU kan vanwege haar gewicht meer bereiken dan individuele lidstaten afzonderlijk. Bilateraal werkt Nederland niet met alle Afrikaanse landen samen, en Nederland heeft niet in alle Afrikaanse landen een vertegenwoordiging. De inzet van de EU heeft daarom meerwaarde ten opzichte van enkel optreden op lidstaatniveau.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten opzichte van de proportionaliteit is positief. De voorgestelde acties gaan niet verder dan nodig is om de gestelde doelen te bereiken. De mededeling ligt in het verlengde van eerder voorgesteld beleid.
d) Financiële gevolgen
De mededeling voorziet geen financiële gevolgen. De financiële invulling zal per individueel actiepunt door de EU-lidstaten in de relevante voorbereidende raadswerkgroepen en raden besproken worden. De financiering is voorzien uit bestaande EU-instrumenten. Nederland zal de financiële lasten scherp blijven beoordelen.
Nederland is van mening dat eventuele EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting. Daarnaast zullen eventuele budgettaire gevolgen voor de Nederlandse begroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
Onderdelen van de mededeling maken deel uit van de onderhandelingen over het toekomstig Meerjarig Financieel Kader (MFK). Nederland hecht eraan dat besprekingen over de Afrikaans-Europese alliantie niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland bij de Europees-Afrikaanse alliantie zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen, te weten een ambitieus, gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Geen