Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bronbelasting 2020)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2018D50972, datum: 2018-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z19215:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2018-11-07 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
No.W06.18.0323/III 's-Gravenhage, 24 oktober 2018
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 16 oktober 2018, no.2018001436, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt de nota van wijziging op het wetsvoorstel invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bronbelasting 2020), met toelichting.
De nota van wijziging voorziet in de uitwerking van een deel1 van de fiscale maatregelen die het resultaat zijn van de politieke heroverweging2 die heeft plaatsgevonden inzake het gehele pakket aan fiscale maatregelen - waaronder de afschaffing van de dividendbelasting - dat is gericht op het versterken van het vestigingsklimaat. Het gaat daarbij in deze nota van wijziging, naast het niet doorgaan van de afschaffing van de dividendbelasting, met name om een verdere verlaging van het hoge en het lage tarief voor de vennootschapsbelasting (Vpb).
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over de koppeling die in het wetsvoorstel zélf wordt gelegd tussen een wijziging van de Vpb-tarieven en het box 2 tarief voor de directeur-grootaandeelhouder (dga). Deze koppeling - die erop is gericht dat de keuze voor de vorm waarin een onderneming wordt gedreven zo min mogelijk wordt bepaald vanuit fiscale motieven - ontbreekt in de nota van wijziging. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van de nota van wijziging wenselijk is.
1. Verdere verlaging Vpb-tarieven; globale evenwicht
De nota van wijziging strekt ertoe het hoge en het lage Vpb-tarief verder te verlagen ten opzichte van het voorstel van wet.3
De Afdeling merkt hier het volgende over op.
Het Regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” kondigt een stapsgewijze verlaging van de Vpb-tarieven aan, met daaraan gekoppeld een stapsgewijze verhoging van het tarief in box 2.4 De reden voor de aanpassing van het tarief in box 2 is volgens het Regeerakkoord “om een sterke aanzuigende werking naar de BV te voorkomen en om een globaal evenwicht te houden in belastingdruk”. Bij de uitwerking van deze box 2 maatregel uit het Regeerakkoord in het wetsvoorstel Belastingplan 2019 is dit aldus verwoord: “Zonder de correctie van het box 2-tarief wordt het «globaal evenwicht» in belasting- en premiedruk tussen de belastingplichtige die winst uit onderneming geniet (IB-ondernemer) en de directeur-grootaandeelhouder (dga) aanzienlijk verstoord. Het kabinet vindt het van belang dat een globaal evenwicht bestaat tussen de belasting- en premiedruk van IB-ondernemers en dga’s, zodat de keuze voor een ondernemingsvorm zo min mogelijk wordt bepaald vanuit fiscale motieven”.5 Ook bij de tussentijdse aanpassing van de Vpb-tarieven (als gevolg van de augustusbesluitvorming ten tijde van de advisering door de Afdeling advisering over het aan haar voorgelegde wetsvoorstel Belastingplan 2019) is de koppeling gelegd met het tarief van box 2 en is dat tarief aangepast.6
Het valt de Afdeling op dat in voorliggende nota van wijziging de verlagingen van het Vpb-tarief niet gepaard gaan met een aanpassing van het tarief voor box 2. De koppeling wordt derhalve losgelaten. De toelichting maakt niet duidelijk waarom die koppeling wordt losgelaten en evenmin wat de gevolgen zijn voor het globale evenwicht.
De Afdeling adviseert om, in lijn met het wetsvoorstel, het tarief in box 2 aan te passen, dan wel in de toelichting te motiveren waarom de koppeling met het tarief in box 2 is losgelaten en daarbij duidelijk te maken wat de gevolgen zijn voor het globale evenwicht.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal
opmerkingen bij de nota van wijziging en adviseert daarmee rekening te
houden voordat deze bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt
ingediend.
De vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W06.18.0323/III
In het in onderdeel 9 van de nota van wijziging opgenomen artikel 8.0 “artikel 7.1” vervangen door “artikel 7.3”.
In onderdeel 11 van de nota van wijziging tevens voorzien in het schrappen van “en K” in genoemd artikel 9.2, tweede lid (aangezien dit onderdeel K van artikel 7.4 komt te vervallen ingevolge onderdeel 6, onder c, van de nota van wijziging).
Een ander deel van de wijzigingen is opgenomen in een tweetal nota’s van wijziging die gelijktijdig met voorliggende nota van wijziging aan de Afdeling advisering voor advies zijn voorgelegd. Het gaat daarbij om een nota van wijziging op het voorstel van wet Belastingplan 2019
(Kamerstukken II 2018/19, 35026) en om een nota van wijziging op het voorstel van wet spoedreparatie fiscale eenheid (Kamerstukken II 2018/19, 34959): zaaknummers W06.18.0324/III respectievelijk W06.18.0325/III.↩︎
Zie de brief van 15 oktober 2018 aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten- Generaal, Kamerstukken I 2018/19, 35028, A.↩︎
Onderdelen 5, 6, onderdeel b, en 7 van de nota van wijziging.↩︎
Regeerakkoord 2017-2021, “Vertrouwen in de toekomst”, paragraaf 2.5 (Hervorming belastingstelsel), vijfde punt, laatste volzin.↩︎
Kamerstukken II 2018/19, 35026, nr. 3, p. 15/16.↩︎
Kamerstukken II 2018/19, 35026, nr. 4, p. 3, onder a (Koopkrachtbesluitvorming), derde tekstblok, en p. 11, noot 22.↩︎