[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie om aanvullende informatie over de raming en realisatie van studenten in het hoger onderwijs (ho) en de raming en realisatie van de studiefinanciering (SF)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019

Brief regering

Nummer: 2018D51023, datum: 2018-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VIII-30).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VIII-30 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019.

Onderdeel van zaak 2018Z19239:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2018

Met deze brief beantwoord ik het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Media, om aanvullende informatie over de raming en realisatie van studenten in het hoger onderwijs (ho) en de raming en realisatie van de studiefinanciering (SF).

In de bijlage treft u drie tabellen met de gevraagde informatie. In tabel 1 treft u de raming en realisatie van het aantal studenten in het ho voor de studiejaren 2008/09 tot en met 2017/18. In tabel 2 treft u de financiële consequenties per begrotingsjaar van deze afwijkingen van de aantallen studenten zoals in de begroting verwerkt. In tabel 3 treft u de begrotingsstand (raming), de autonome budgettaire mee- en tegenvallers op de SF-uitgaven in het voorjaar, afwijkingen in de realisatie na het voorjaar1 en het totaal van deze mutaties. Dit totaal komt neer op het verschil tussen de raming en realisatie.

Kanttekening bij deze tabellen:

– Het verband tussen de afwijkingen tussen raming en realisatie van de studentenaantallen en de financiële consequenties is niet één op één, omdat:

• De aantallen studenten per schooljaar geraamd en geregistreerd worden, terwijl de begroting per kalenderjaar wordt opgesteld.

• Naast de aantallen, ook verschuivingen tussen voltijd en deeltijd invloed hebben op de financiële consequenties.

• Niet EER-studenten worden wel in de Referentieraming geraamd, maar worden niet meegenomen in de doorrekening naar de Begroting, omdat instellingen hiervoor niet worden bekostigd.

– Er is slechts een zeer beperkt verband tussen tabel 1 en tabel 3 (en geen verband tussen tabel 2 en tabel 3):

• De begroting voor SF-uitgaven betreft alle uitgaven voor studiefinancieringsgerechtigden2. Dit zijn zowel studenten in het hoger onderwijs als in het middelbaar beroepsonderwijs.

• De autonome mutaties in tabel 3 betreffen alle mutaties op de SF-raming met uitzondering van mutaties als gevolg van beleidswijzigingen, mutaties als gevolg van de gewijzigde Referentieraming en technische mutaties. De grootste invloed op de mee- of tegenvaller zijn wijzigingen in de raming van de omzettingen van prestatiebeurzen naar gift. Daarnaast spelen o.a. het gedrag van studenten, indexatie van normbedragen en prijzen van ov-leveranciers een rol.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven

BIJLAGE

hbo
geraamd 370 380 413 419 420 414 433 434 428 434
gerealiseerd 372 394 409 418 414 430 435 431 434 440
verschil 2 13 – 4 – 2 – 6 17 3 – 3 6 6
wo
geraamd 214 223 236 242 239 234 239 240 249 258
gerealiseerd 215 227 235 238 233 241 246 250 255 267
verschil 1 5 – 1 – 4 – 6 7 6 9 6 9
hbo 16,0 98,0 – 22,2 – 30,7 4,9 127,7 18,9 – 45,5 46,9 33,6
wo 6,0 27,0 7,7 – 33,7 12,9 56,4 30,4 57,4 39,8 58,0
Totaal ho 22,0 125,0 – 14,5 – 64,4 17,8 184,1 49,3 11,9 86,7 91,6
Begrotingsstand 2.438 2.524 2.542 2.359 2.625 2.798 2.446 3.422 2.343 3.044
Mee-/tegenvaller in het voorjaar – 92 – 199 – 130 – 68 – 91 – 248 68 0 8 92
Realisatie (na voorjaar) – 183 – 125 – 128 – 119 – 105 17 – 88 – 36 27 n.v.t.
Totale mutatie – 275 – 324 – 257 – 186 – 196 – 231 – 19 – 36 35 92

  1. Mutaties bij miljoenennota, najaarsnota en slotwet.↩︎

  2. De begroting voor SF-uitgaven bevat tevens de uitgaven als gevolg van het levenlanglerenkrediet.↩︎